De toekomstmogelijkheden van de Tuinbouw
Zeeland
517
VRIJDAG 7 JUNI 1963
Nadat door de ramp in 1953
een aanzienlijk deel van de
Zeeuwse boomgaarden verlo
ren ging, is toch de omzet in
geld. van de Zeeuwse veilin
gen in acht jaar met bijna
150% gestegen! In 1954 was
de omzet 15.233.000,In
1962 werd een omzet van
J 37.845.000,— bereikt.
De totale omzet van alle
.veilingen, aangesloten bij het
„Centraal Bureau van de
Tuinbouwveilingen in Neder
land", steeg in dezelfde pe
riode met plm. 97 Landelijk
bedroeg de omzet namelijk
440.000.000,in 1954 en in
1962 ƒ870.000.000,—.
Men hoort dan, óók in onze
provincie, telkens de vraag
stellen: zal er straks voor de
steeds stijgende tuinbouwpro-
duktie, nog een lonende afzet
te vinden zijn? We dienen te
bedenken, dat van de lande
lijke omzet niet meer dan
25 uit fruit bestaat. In 1962
werd geveild voor 22 miljoen
gulden glasfruit, 59 miljoen
gulden zachtfruit, 132 miljoen
pit- en steenfruit. Totaal dus
213 miljoen gulden fruit! Aan
groenten werd geveild voor
589 miljoen gulden en aan
aardappelen 33 miljoen gul
den.
HOE IS NU DE SITUATIE IN ANDERE LANDEN?
P\E Belgische fruitproduktie is onvoldoende voor de eigen markt! Hier liggen
vooral voor Zeeland goede mogelijkheden! België ligt vlak bij de deur
en het vraagt vooral goede kwaliteit!
In Engeland neemt de produktie van appels en peren af. Als Engeland
binnen de E.E.G. komt, kan het een goede klant worden.
West-Duitsland heeft een grote produktie, doch de produktie van appels
en peren is van jaar tot jaar sterk wisselend, en neemt niet toe. Er is een
laag percentage kwaliteitsfruit. We moeten dooi regelmatig aanbod van
kwaliteitsfruit onze export naar West-Duitsland trachten te behouden en te
vergroten!
In Frankrijk neemt de produktie snel toe. Van de 14.000 ha nieuwe aanplant
die er nog in produktie moet komen, bestaat bijna de helft uit Golden Delicious.
Voor ons Nederlandse fruit zal Frankrijk waarschijnlijk geen groot afzetgebied
worden
In Italië nam de produktie van appelen toe van 600 miljoen kg in 1948 tot
plm. 1800 miljoen kg gemiddeld over de 3 laatste jaren! Ook de perenproduktie
nam daar toe! De smaak der Italiaanse appels is echter in het algemeen niet
zo best!
"\A7AT de fruitteelt betreft, liep de produktie in Nederland terug! Ze bedroeg
v v voor appelen 325 miljoen kg (gem. over de jaren 1952 t/m 1956), 305 mil
joen kg (gemiddeld over de jaren 1957 t/m 1962).
Het areaal appelen bedroeg 43.000 ha in 1953 en 34.000 ha in 1962.
De produktie van peren was 133 müjoen kg (gemiddeld over de jaren 1952
t/m 1956), 122 miljoen kg (gemiddeld over de jaren 1957 t in 1962).
Het areaal peren was 14.000 ha in 1953 en 16.800 ha in 1962.
Voor appelen dus ruim 20 daling van* het areaal en "6 daling van dc
produktie. Voor peren bijna 25% daling van het areaal en 9% daling van de
produktie.
Er is dus in feite géén sprake van „een geweldige ontwikkeling" van de
Nederlandse fruitteelt! Integendeel is het verontrustend, dat de fruitteelt lan
delijk afneemt, bij een snel toenemende bevolking en een stijgende welvaart.
Het binnenland is de grootste afnemer en naarmate de welvaart stijgt, zal de
consumptie per inwoner toenemen!
Doch het zal het fruit van goede kwaliteit zijn. waarvan de consumptie
zal stijgen! Wij hebben de fruitmarkt echter niet alleen! Wij moeten zorgen,
doorlopend voldoende kwantum kwaliteitsfruit te kunnen leveren tegen een
concurrerende prijs! Als de daling van de produktie verder zou doorgaan,
zouden wij binnen enkele jaren zelfs onvoldoende kwaliteitsfruit produceren
om de Nederlandse markt geregeld te voorzien, waardoor de consument zich
tot het citrusfruit en fruit uit andere landen zou wenden!
Ook voor de export is het belangrijk dat wij regelmatig voldoende hoeveel
heden kunnen aanbieden en wel concurrerend, wat betreft prijs, maar óók wat
betreft kwaliteit! Men kan zich de vraag stellen: zijn er nog redelijke moge
lijkheden voor een lonende export in de toekomst?
Als de doelstellingen van de E.E.G. gerealiseerd worden, leven we straks in
een geografische gebied, waar 170 miljoen mensen wonen en waarbinnen een
vrij verkeer van goederen en diensten plaatsvindt! Het gebied waarnaar we
onze produkten kunnen leveren, wordt dus wel groter!
DE produktie in Europa ten westen van het IJzeren Gordijn bedroeg in
1960/1961:
Taf el appelen, 7400 miljoen kg waarvan:
goede rassen 15
matige rassen 13n
ouderwetse rassen 72
Peren, 2000 miljoen kg waarvan:
goede rassen 13
matige rassen 18
ouderwetse rassen 69
Totaal 9400 miljoen kg waarvan plm. 70% verouderde rassen! Aan goede
en matige rassen dus een produktie van phr». 3000 miljoen kg per jaar, hetgeen
voor 250 miljoen inwoners betekent 12 kg per hoofd!
]"}E gemiddelde Nederlandse oogst over 1958 tot en met 1962 bedroeg: Appels:
305 miljoen kg of ruim 4% van de Europese produktie; Peren: 122 miljoen
kg of ruim 6 van de Europese produktie.
(Zie verder pagina 519.)
T N E.E.G.-verband zullen Frankrijk en Italië wel onze voornaamste concur-
renten zijn! Doch we moeten voor de toenemende grote oogsten in die lan
den ook weer niet al te bang zijn!
Het zal in de eerste plaats van het welvaartspeil in West-Eurcpa afhangen
hoe groot de consumptie van fruit per hoofd per jaar wordt!
De consumptie van appels en peren in Nederland is plm. 25 kg per hoofd
per jaar! In West-Duitsland pirn. 60 kg en in België bijna 50 kg.