Ontwikkeling van de tuinbouw 514 TUINBOUW Ir. A. DE ZEEUW, Direkteur van de Tuinbouw, over de 7. E E U W S LANDBOUWBLAD |N de agrarische sektor doen zich grote veranderingen voor; zo zien we in de laatste jaren een grote belangstelling ontstaan voor de teelt van i uinbouwgewassen. Wanneer we de akkerbouw en de tuinbouw met elkaar vergelijken, dan zien we de volgende interessante cijfers. In de jaren 1950 en 1961 bedroeg de totale agrarische productiewaarde resp. 4198 en 7002 miljoen gulden, een toeneming dus van 65 Het aandeel van de tuinbouw bedroeg in 1950 rond 12 en in 196i zelfs 17 de akker bouw daalde in dezelfde periode van 24 tot 18 7c. In 1962 is de tuinbouw zelfs de akkerbouw voorbij gestreefd. We zien dus een sterke stijging van de tuinbouwproduktie. WELKE OORZAKEN? WAT is de oorzaak van deze stijging en in welke sectoren heeft deze plaats gevonden? Deze twee vragen beantwoorden kunnen een aanwijzing inhouden welke kant de tuinbouw in de toekomst zal moeten inslaan. In een vraaggesprek hierover met de heer Ir. A. de Zeeuw, Directeur van de Tuinbouw, mochten we hierover veel interessants vernemen. We behoe ven naar zijn mening deze stijging niet te zoeken in de toename van de totale oppervlakte tuinbouw- gewassen (130.600 ha). Deze sterke toename in produktiewaarde is daarentegen te vinden in in terne verschuivingen binnen liet totale areaal, een relatief groter aandeel van hoogwaardige produk- ten en een stijging van de produktie per oppervlak te-eenheid. Relatief zijn er meer aardbeien en asperges, beter fruit, meer bloembollen en glas- produkten met hogere prijzen. De glasteelten nemen 38 Vc, groenten in de volle grond 24 7 (excl. uien), bloembollen 15 en het fruit van de volle- grond 17 van de produktiewaarde in. Bij de tuin bouw onder glas zijn er enorme structurele wijzi gingen. Fruit onder g'as (druiven) verminderde zeer veel (van 780 tot 434 ha) en de tomaat en komkommer stegen enorm (resp. van 1111 tot 2828 ha en van 522 tot 766 ha). De groenteteelt onder glas is meer dan verdubbeld in de periode 1950 1962, namelijk van 2220 tot 4471 ha. Bij de bloemen teelt is een relatief nog sterkere stijging waar neembaar. ONTWIKKELING EXPORT EN INDUSTRIE. DE binnenlandse afzet van groenten, in 1950 nog bijna de helft *46%), kwam in 1961 op 34 7-. De groenteteelt is dus sterker afhankelijk gewor den van de export. De betekenis van de industrie (conserven) neemt relatief toe en de verse con sumptie af. Op basis van de rentabiliteit mag worden ge constateerd, dat de glasteelten, de bloembollenteelt en de bloementeelt onder glas zich reeds sterk heb ben uitgebreid en Ir. De Zeeuw sprak als zijn ver wachting uit, dat deze zich nog verder zullen uit breiden. Wanneer we bovenstaande cijfers en conclusies op Zeeland betrekken, dan zijn enkele punten zeer be'angrijk. In onze provincie zien we een explosieve ont wikkeling van vooral de gladiolenteelt. Een goede voorlichting zal moeten voorkomen dat hierbij te leurstellingen kunnen ontstaan. Ten aanzien van de glastuinbouw kunnen we op merken, dat een glasgebied behoorlijk groot moet zijn om als centrum te kunnen fungeren. De afzet vereist immers een behoorlijk kwantum aanvoer. De ontwikkeling in de tuinbouw gaat steeds meer naar specialisatie op één of een beperkt aantal produkten. Dit zien we vooral in de glastuinbouw en ook in de fruitteelt. Deze specialisatie bij hoogwaardige tuinbouw- produkten heeft twee oorzaken: a. veel vakmanschap is vereist en AREAAL TUINBOUW 1959 - 100 Index 160 150 140 130 120 110 100 90 80 N - X,-' N i i i'i P— - JIfc_IIllL_iltLJi-Ji—i- 1950 '51 '52 '53 '54 '55 '56 '57 '58 '59 '60 61 Bron: C.B.S. opp. in 1961 in ha aandeel in totale opp. van produktie waarde cpp. glasteelten 5.200 4.2 38 groenten open grond 44.100 35 24 bloembollen 10.200 8 15 fruit open grond 56.90 46 17 boomkwekerij 3.100 2,4 3 overige (zaden, bloemen enz.) J) 5.208 124.700 4,2 3 mmKÊm Ir. A. de Zeeuw, Directeur van de Tuin bouw, werd op 4 december in deze functie benoemd. Van 1948 tot 1953 was hij werkzaam als adjnnct-rijkstuinbouwconsiilenfc te Naald wijk, daarna belast met de leiding van de sect'e Groenteteelt van liet L. E. I. te Den Haag en in 1954 plaatsvervangend en in 1958 hoofd van de afdeling; Tuinbouw van dit Instituut. In een vraaggesprek, dat wij met Ir. De Zeeuw op zijn bureau mochten hebben, ver namen wij veel wetenswaardigs omtrent zijn mening ten aanzien- van de te verwachten ontwikkelingen in de tuinbouw. Hierover gaat nevenstaand artikel. excl. uien b. de produktie moet vrij groot zijn om ook me chanisatie rendabel te kunnen uitvoeren. Daarnaast vindt integratie plaats van open- gronds groenteteelt in het landbouwbedrijf, een in voeging van produkten als stambonen, spinazie enz. Integratie op het landbouwbedrijf zien we door dat: 1. de mechanisatie van de oogst oorzaak is, dat de oppervlakte per gewas groter moet wor den, en dit is in verband met de vruchtwisse- lingseisen slechts uitvoerbaar op grotere be drijven. 2. omdat de teelt meer het karakter van akker bouw heeft gekregen, de teeltwijze is bepalend of het akkerbouw of tuinbouw is (meer of minder handarbeid). De heer Ir. A. de Zeeuw ziet de toename van contraetteelt, die vrij is, als een normale ontwik keling, die wel door zal gaan en niet moet worden afgeremd. VOORLICHTING. DE dynamische groei eist een goed toegerust voorlichtings- en onderzoekapparaat. Voor de belangrijkste vakgebieden en voor de verschillen de takken van tuinbouw dient het voorlichtings apparaat te beschikken over een goed ontwikkeld specialisme als waarborg voor een hoog niveau van voorlichting. Door de reorganisatie zal de coör dinatie beter kunnen verlopen en daarmede het samenspel met het bedrijfsleven. De specialisatie wordt verder doorgevoerd en voor coördinatie van deze specialisten in de consulentschappen komen consulenten in algemene dienst. Deze zijn dus niet de baas van specialisten in de consulentschappen, maar begeleiden dit werk, dragen zorg voor vol doende niveau van voorlichting. De heer Ir. A. de Zeeuw wilde benadrukken, dat de rayonassistent eerste man blijft, die de samenhang op het bedrijf technisch en econo misch moet kunnen blijven zien. Voor grotere problemen kan hij dan een specialist als hulp inroepen. De rayonassistent blijft een zeer wezenlijke functie vervullen. d. R.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 36