geconcentreerd ASSISTENT van den akker bros agency VRIJDAG 7 JUNI 1963 dit overleg tot gevolg heeft, dat er richtlijnen ol regelingen zullen worden ge steld, die alle partijen bevrediging schenken. 2. WATERBEHEERSING. HET waterschap heeft in beheer en onderhoud ca. 725 km waterleidingen en ca. 1375 km sloten. Het aantal gemalen bedraagt 16 met een gezamen lijke capaciteit van 2.000 ms/min. Alleen in Oostelijk Zuid-Beveland werden na 1953 drie nieuwe electrische gemalen gebouwd, resp. in de polders Waarde. Kruiningen en de Breede Watering bewesten Yerseke onder Schore. Bovendien vindt natuurlijke lozing plaats door een 23-tal sluizen. De afwateri'ngsproblemen kunnen thans in breder verband worden gezien. De samenhang tussen de belangen van de verschillende afwateringsgebieden kan daarbij niet uit het oog worden verloren. Voor de samenvoeging moest vooral op afwateringsgebied veel bij overeenkomst worden geregeld, omdat de ene polder voor de realisering van zijn plannen afhankelijk was van de mede werking van de andere. Langdurig overleg was vaak geboden, voordat over eenstemming kon worden bereikt, in vele gevallen als gevolg van meningsver schillen over de kostenverdeling. Thans kan slagvaardiger worden opgetreden en kunnen beslissingen worden genomen waarmee de algemene belangen zijn gediend. Wel spelen nog', evenals vroeger, de kosten een rol, maar niet meer de kostenverdeling, omdat de lasten, die het gevolg zijn van de verbeterings- werken automatisch door alle ingelanden worden gedragen. De vroegere water schapsorganisatie zou thans in bepaalde gevallen tot de grootst mogelijke moei lijkheden leiden en een doelmatige oplossing van de problemen in de weg staan, zo niet onmogelijk maken. In dit verband moge bij wijze van voorbeeld worden gewezen op de plan nen die voor Zuid-Beveland bestaan en die het huidige afwateringssysteem ingrijpend zullen wijzigen. Het -streven is er n.l. op gericht om na de afsluiting van de Oostersehelde van het dan ontstane Zeeuw-se Meer een zoetwaterbek ken te maken, van waaruit Zuid-Beveland met zoet water zal worden doorspoeld, teneinde de schadelijke gevolgen van de verzilting van de grond te beperken en vgoHs om de verdrogende gebieden van zoet water te voor zien. De uitvoering van de nodige aanpassingswerken zou welhaast onmoge lijk zijn wanneer hiervoor een regeling zou moeten worden getroffen met een groot aantal polders. Een werkgroep van de Commissie Waterbeheersing en Ontzilting heeft zich bezig gehouden met de bestudering van de toekomstige watervoorziening van Zuid-Beveland ten westen van het kanaal. In een eerste rapport heeft zij aan gegeven hoe ten westen van het kanaal de afwatering in de toekomst zal lijk polderwater op het toekomstige Zeeuwse Meer zal mogen worden uitge slagen teneinde de zoutbelasting daarvan zo laag mogelijk te kunnen houden. De Werkgroep is van oordeel, dat in haar rapport de basis is gelegd voor de verdere uitwerking van een landbouwkundig en financieel verantwoord afwateringsplan voor Zuid-Beveland ten westen van het kanaal. Een rapport voor Zuid-Beveland ten oosten van het kanaal is in bewerking. De waterafvoerkanalen zijn of worden thans door het waterschap in orde gemaakt. De voorlopige indruk, kort samengevat, is dat het aantal hoofdafwaterings- gebieden, dat momenteel 28 bedraagt, teruggebracht zal moeten worden tot 19. Thans lozen op de Costerschelde, inclusief het Veerse Meer, 18.000 ha en op de Westerschelde 17.000 ha. In de nieuwe toestand zal dit zijn 9.000 ha op de Costerschelde en 26.000 ha op de Westerschelde. Momenteel sueren 9.500 ha door middel van sluizen, terwijl 25,500 ha werden bemalen. In de toekomst behoudt nog- 2500 ha natuurlijke lozing en-zal 32.500 ha worden bemalen. Degenen, die voor de rapporten van de Werkgroep belangstelling hebben, zullen op de tentoonstelling te Kruiningen, op de stand van de Cultuur-Technische Dienst, hiervan kennis kunnen nemen. De aanpassingswerken, die moesten worden gemaakt als gevolg van de af sluiting van de Zandkreek en het Veerse Gat, te weten 2 electrische gemalen, resp. in de Wilhelminapolder en in de Oosterlandpolder onder Wolphaartsdijk, benevens een nieuv/e landbouwhaven aldaar kwamen op tijd gereed. Het waterschap heeft als voorschot op de Rijksbijdrage in de kosten van uitvoering van deze werken 100 o ontvangen. In dit verband moet het van groot belang veer het waterschap worden geacht, dat in het pas ingediende ontwerp Bijdra- genwet Deltawerken in artikel 4 lid 1 is bepaald dat door het Rijk in de kotsten van uitvoering van aanpassingswerken, die een gevolg zijn van de afsluiting van zeearmen, 100 "/o wordt toegekend. 3. WEGEN. Het wegennet bij het waterschap in beheer en onderhoud heeft een lengte van 835 km. Hiervan is 535 km voorzien van een gesloten wegdek en 200 km van een open verharding, terwijl nog 100 km aardeweg aanwezig is. Doordat het beheer en onderhoud van alle polderwegen in één hand is, wor den de streekbelangen beter gediend. Niet langer behoren plaatselijke belangen te prevaleren en moeten noodzakelijke verbeteringen achterwege blijven om dat de financiële basis van het gebied, waarbinnen de werken moeten worden uitgevoerd, te smal is. Men kan nu een voor de gehele streek omvattend werk plan opstellen, dat successievelijk en volgens te voren uitgestippelde hoofd lijnen kan worden afgewerkt. Het onderhoudsmateriaal kan in massa worden aangekocht, terwijl de verwerking efficiënt kan plaats hebben. Hetgeen opge merkt is over de verbeteringswerken ten aanzien van de afwatering geldt mutatis mutandis eveneens voor de wegen. De eisen, welke aan de wegen worden gesteld, worden steeds hoger. Met het toenemende zware en frequente verkeer stijgen de kosten evenredig. Het wachten is nog steeds op de wet Uitkeringen Wegen, die naar gehoopt wordt voor d.e wegbeheerders een belangrijke tegemoetkoming in de keften van aan leg, verbetering en onderhoud van nïet-planwegen zal betekenen. 4. FINANCIËLE REGELING. Een van de belangrijkste vraagstukken en ook wel het moeilijkste bij de polderconcentratie was de financiële regeling. Dit vraagstuk heeft de volgende facetten a. de grote verschillen in polderlasten van de samen te voegen polders en waterschappen moeten worden ingelopen in een reeks van jaren om kapi taalsverschuivingen te kunnen voorkomen; b. de achterstand in openbare werken moest zo spoedig mogelijk worden inge haald; c. de bezittingen der opgeheven polders moeten ten goede blijven komen van de ingelanden, althans gedurende een bepaald aantal jaren; d. de schulden moeten ten laste blijven van de ingelanden van die polders, die destijds die schulden hebben aangegaan. Indien na de concentratie het dijkgeschot voor het gehele gebied plotseling gelijk zou worden geschakeld, zou dit een aanzienlijke kapitaals verschuiving kunnen veroorzaken. De waarde van de onroerende goederen in polders, waar voor het geschot belangrijk zou stijgen, zou dalen, terwijl de schotplichtigen, in polders met voorheen een hoog geschot een kapitaalwinst zouden toucheren. Door het systeem van het naar het gemiddelde toegroeien met 2,per ha per jaar wordt een geleidelijke overgang van de oude naar de nieuwe toestand mogelijk gemaakt. De achterstand in openbare werken, een gevolg van het feit dat het ver- zorgingspeil van de wegen en de waterafvoerkanalen bij alle polders niet ge lijk was. moest eveneens verrekend worden. Het werd onbillijk geacht, dat een polder met een hoog verzergingspeil zou moeten gaan meebetalen in de kosten van de geconstateerde achterstand in andere polders. Daar stond echter tegen over dat het evenmin juist zou zijn geweest de nog bestaande leningschulden, ontstaan door uitvoering van werken waarvan de ingelanden in het verleden reeds profijt hadden getrokken en nog trekken, af te wentelen op het nieuwe waterschap, waardoor de ingelanden van de schuldvrije polders hun aandeel zouden moeten leveren in de delging van schulden, waaraan zij part noch deel hadden. Ten aanzien van de bezittingen is hetzelfde standpunt ingenomen als bij de schulden. Ook de bezittingen dienden ten bate te komén van de inge landen van die polders, welke voor de concentratie dit bezit bijeen hadden gebracht. Het probleem van de geschot.sverrekening is in het algemeen op bevre digende wijze opgelost, wat moge blijken uit het feit, dat tegen het besluit van Gedeputeerde Staten, waarbij de waarde van de bezittingen werd vastgesteld, geen enkel bezwaarschrift werd ingediend en dat tegen de opgelegde aanslagen, waarin de verrekening was verdisconteerd, niet werd gereclameerd. Na de concentratie zijn de lasten gestegen, omdat enerzijds de lonen en prijzen belangrijk omhoog zijn gegaan, maar anderzijds ook omdat thans werken worden uitgevoerd, die vroeger niet konden worden geëffectueerd. Uit het vorenstaande blijkt dat het watersehapsbestel na de laatste ten toonstelling van de Kring Oostelijk Zuid-Beveland der Z. L. M. in 1951 te Krabbendijke belangrijk is gewijzigd. Lat de reorganisatie en de opbouw van het nieuwe waterschap geruisloos kon verlopen i,s mede te danken aan het tactvol optreden van Gedeputeerde Staten die bevorderd hebben dat van het begin af de belanghebbenden bij de voorbereidingen werden inge schakeld. P. J. J. DEKKER. (Adv.) n.v. gebr. van den akker agenturen zoekt voor de afwikkeling van transacties in binnen landse en buitenlandse granen een Wij denken hierbij aan een energiek jongmens, die beschikt over een redelijke kennis van Engels, Duits en Frans. De funktie zal aanvankelijk merendeels admi nistratief werk omvatten. Bij gebleken geschiktheid zal de sollicitant de gelegenheid geboden worden zich ook op commercieel terrein te begeven. Sollicitaties te richten aan de direktie, Rivierstraat 1, Rotterdam.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 21