PLASTIC BIJ INKUILEN Gebruik mineralenkoek in weidetijd verantwoord? 483 VEF TEELT VRIJDAG 31 MEI 1963 j|ET kuilseizoen breekt weldra aan. Bij gebruik van plastic bij het inkuilen kunnen de volgende werkmethoden worden gevolgd: a. waterbelasting; b. kuilhoezen; c. broodkuile». Welke methode men ook volgt, er moet in ieder geval naar gestreefd worden, een zo hoog mogelijke voedingswaarde van het kuilvoer te behouden en bovendien een zo groot mogelijke arbeidsbesparing door te voeren, aldus schrijft ons Groenvelds Eerste Nederlandse Agrarische Plastic-Industrie. WATERBELASTING HIERBIJ wordt gebruik gemaakt van ronde zei len, IV2 tot 2 meter groter dan de middellijn van de silo. Den uitstekende methode voor toren silo's of silo's met een grote middellijn, die men niet in éénmaal vol kan rijden. Men behoeft geen grote waterdruk op 't zeil aan te brengen 'n rand water, waardoor luchtdichte afsluiting verkregen wordt is reeds voldoende. Heeft men na verloop van tijd weer kuilgras, dan kan men het water afhevelen en na verwijdering van het zeil de silo bijvullen, zodat men volledig rendement van de betonsilo heeft. KUILHOEZEN DEZE kunnen zowel op een betonsilo als direct op de grond gebruikt worden. Bij gebruik op een betonsilo moet het opzetstuk direct na het vullen worden verwijderd. Door de spleten van het opzetstuk dringt n.l. altijd lucht in de silage bin nen, waardoor de temperatuur hiervan oploopt en verlies aan verteerbaar ruw eiwit ontstaat. Opzetstukken zijn tijdens het bezakken van de silage uit den boze! Bijvoorbeeld by gebruik in de N. O. P. van een silo met opzetstuk was de temperatuur van de silage ondanks de zware belasting na 5 dagen opgelopen tot 43° C. Het volgende jaar werd in dezelfde silo hetzelfde materiaal ingekuild, maar werd het opzetstuk direct na het vullen verwijderd en een kuilhoes aangebracht. Door de volkomen luchtdichte afsluiting die daarvan het gevolg was, liep de temperatuur niet op en was na 5 dagen slechts 14° C. HET LUKRAAK VOEREN VAN 1 KG MINERALEN-KOEK BETEKENT VERSPILLING VAN GELD PEDURENDE het weideseizoen van 1952 werd door Ir Brandsma een onderzoek ingesteld naar de minerale samenstelling van het weidegras op 14 normale bedrijven, waar geen noemenswaar dige moeilijkheden bij het rundvee werden onder vonden. De gemiddelde waarden van voornaamste elementen waren Ca - 6.9 gr, P 4.2 gr. Na Luchttoetreding oplopen van temperatuur omzetting van verteerbaar in onverteerbaar ruw eiwit verlies aan voedingswaarde! Daarom luchtdichte afsluiting met een kuilhoes. Bovendien betekent het gebruik van een kuilhoes een maxi mum aan arbeidsbesparing. Tijdens de C. L. O.-dagen, die in februari te Utrecht werden gehouden, stelde de heer J. J. Zijl stra, bedrijfskundige van het Rijkslandbouwcon- sulentschap Leeuwarden, dat de prijs van de GENAP-kuilhoes thans reeds lager ligt, dan de exploitatiekosten van een betonsilo. Voorts conclu deerde hij, dat de kwaliteit van de GENAP-kuil- hoezen de laatste drie jaren aan redelijk te stel len eisen betreffende kwaliteit en prijs voldoen, zodat gezien de voordelen en de gunstige praktijk ervaringen het gebruik hiervan zeker zal toe nemen. Ook de Stichting Instituut voor Moderne Veevoeding „De Schothorst" te Hoogland beproef de deze, met gunstige resultaten. Er werd een hoog eiwitgehalte vastgesteld, n.l. 16,4 en 14,2 BROODKUILEN 1. luchtdicht afgesloten met texadek of matte inkuilplastic zonder belasting; 2. met dunne zwarte of blanke plastic als regen wering tussen kuilgras en gronddek. 1. Bij gebruik van luchtdichte inkuilplastic (zelfde kwaliteit als de kuilhoezen) behoeft men geen grondlaag over het zeil heen aan te brengen, maar ook niet weg te hakken! 2. Het dunne zwarte of blanke plastic is een po- lyaethyleen, dat de eigenschap heeft te ademen. 3.0 gr, Cu "L0.6 mgr/kg droge stof. Ir Bakker deed in 1954 een soortgelijke proef op: a. een tien tal intensieve bedrijven, waar veel kunstmest werd gebruikt en, b. een tiental extensieve bedrijven, waar weinig of geen kunstmest werd gebruikt. De uitkomsten waren: intensieve bedrijven Ca 6.3, P 4.7, Na 3.8 gr/kg, extensieve bedrijven Ca 6.2, P 4.5, Na - 2.6 gr/kg. Bovenstaande mineralen-gehaltes dekken ruimschoots de be hoefte van de dieren. Genoemde cijfers zijn ge middelden en zeggen daarom niets omtrent de Hier moet dus over het plastic heen altijd een grondlaag aangebracht worden, die dunner kan zijn, naarmate het plastic dikker is. Hier vooral de kuil in z'n geheel met één zeil bedekken, dus geen banen naast of over elkaar leggen, omdat dat toch altijd luchttoetreding betekent. Als eerste levert GENAP daarom ook polyaethy- len op 9 en 12 meter breed. 3. Een derde mogelijkheid is gebruik maken van Sp-folie dikte 0.08 mm k 0,68 per m- of dikte 0.13 mm k 0,98 per m-. Dit is een gewone kwaliteit p.v.c. film (luchtdichtafsluitend). Wordt hierover een klein grondlaagje aange bracht, dan kan men hiervan bij grondkuilen ook goed gebruik maken. Leverbaar in elke ge wenste afmeting. AP „De Schothorst' heeft men 2 grondkuilen v met snijmais gemaakt, De ene werd bedekt met matte inkuilplastic (kuilhoezenkwaliteit) ter wijl de tweede met dun zwart plastic met daarop 30 cm grond bedekt werd. Men schrijft hierover in het rapport: „Het resultaat van deze kuil be dekt met het matte inkuilplastic) was zeer goed. Opvallend was, dat deze kuil maar zeer weinig was ingevroren. Het schijnt, dat het dunne plastic de vorst tegenhouden kan. Een grotere kuil met snijmais, afgedekt met dun zwart plastic en 30 cm grond was dieper ingevroren dan de kuil waar alleen een plastic hoes omzat". Gebruikt met polyaethyleen (Texaleen) dan ad viseren wij altijd zwart, daar het blanke of kleur loze materiaal beslist niet bestand is tegen de inwerking van weersinvloeden. Voor het afdekken van combine-pakjes zowel hooi als stro wordt gebruik gemaakt van hoesjes Sp-folie (p.v.c. film). Onder een hoesje van 2x1 m, hoog 50 cm, worden 16 baaltjes bewaard. De hoesjes zijn afgezoomd met stevig 2 cm breed elas tiek. Het gebruik van deze hoesjes sluit het weer- risico uit, bovendien kan men de baaltjes binnen halen 's morgens vóór 10 uur, als men toch nog niet kan werken. Bij het vervoer naar de schuur worden de baaltjes door de hoesjes nog bij elkaar gehouden. Bij gebruik van 100 hoesjes rekent men op een jaarlijkse vernieuwing van 25 hoesjes, zo dat deze gemiddeld 4 jaar meegaan. ilLS bekend is dat het mineralen gehalte van het gras moet worden gecorrigeerd is het gewenst aan alle dieren mineralen- koek bU te voeren. Dit zal slechts by uitzon dering het geval zyn. Een verantwoord ad vies in deze gevallen kan alleen worden ge geven als meerdere grasanalyses van het be drijf bekend zijn. Een goede samenwerking met de Rykslandbouwvoorliclitingsdienst is gewenst. Het is verantwoord en dikwijls zelfs zeer gewenst aan koeien met een produktie van meer dan 25 kg tenminste 1 kg mineralen- koek per dag bij te voeren. Het is niet nodig aan dieren met een lagere produktie bij een normale minerale samen stelling van het gras extra mineralen te verstrekken. Is er voldoende gras dan bete kent het bijvoeren van deze dieren in het al gemeen verspilling van geld. waarnemingen op de afzonderlijke bedrijven. Wij hebben ze slechts vermeld om aan te geven, dat het onjuist is om te stellen dat het gewenst is op alle bedrijven aan alle dieren mineralen bij te voeren gedurende de weidetijd. Het verstrekken van extra mineralen is op zich zelf niet schadelijk. Gebeurt dit op „gezonde" be drijven in de vorm van 1 kg mineralenkoek, dan kost dit per koe per dag 30 cent, dit is 50, per koe per weideseizoen. De weidemineralenkoek bestaat voor 10 uit mineralen en voor de rest uit zetmeelhoudende produkten als granen en der gelijke. Betreft het dieren, die naast het weidegras geen extra energiegift zetmeelhoudende pro dukten) nodig hebben, dan is een uitgave van deze 50,niet verantwoord. De koek kost meer dan hetgeen men aan gras uitspaart. Door de minder aangename smaak van de mine ralen lijkt het ons niet juist een mineralenkoekje als „lokkoekje" te laten fungeren. Hiervoor is het weidekoekje beter geschikt. MINERALEN-TEKORTEN IN HET WEIDEGRAS IN het grasbestand van sommige weiden komen mineraaltekorten en afwijkende mineraalver houdingen voor. Regelmatig worden moeilijkheden met rundvee gedurende het weide-seizoen gemeld: o.a. onvoldoende ontwikkeling van het jongvee, onvoldoende vruchtbaarheid en/of melkproduktie bij volwassen dieren, slechte beenstand en huid afwijkingen. Ds Grashuis was de eerste, die deze verschijnselen in verband bracht met de minerale samenstelling van grond en gewas. Zijn B. P. D.- onderzoekingen en die van dr v. d. Grift te Hoorn (Zie verder volgende pag.) Ir J. CORNELISSEN, Direkteur C. L. O.-contröle SINDS een goed jaar is in de praktische rundveevoeding de mineralenkoek met 10 mineralen een ingeburgerd artikel geworden. Over het verstrekken van extra mineralen gedurende de stal tijd zijn de meningen weinig verdeeld. Voor de weidetijd wordt door sommigen het gebruik van een mineralenkoek op een onverantwoorde wijze gepropageerd. Wij zijn het beslist niet eens met het advies om gedurende de weidetijd alle koeien 1 kg mineralenkoek per dier per dag te verstrekken. In dit ar tikel zullen wij trachten aan te geven wanneer het voeren van een mineralenkoek in de weidetijd noodzakelijk en/of verantwoord is en wanneer niet. STALTIJD PEDURENDE de stalperiode is de noodzaak om extra mineralen te verstrekken in het alge meen veel groter dan tijdens het weideseizoen. Het ruwvoeder-rantsoen bevat in de staltijd minder mineralen dan het weidegras. Kijken wij bijv. al leen eens naar de kalk en de fosfor. Bij het ouder worden van de grasplant hooi) daalt het kalk en vooral het fosforgehalte in de droge stof. Bij het inkuilen van gras gaan door verlies van pers- sap mineralen verloren. Bieten en snijmaiskuil hebben een laag kalk- en laag fosforgehalte. Bieten- en suikerbietenblad bevatten veel oxaal zuur, dat gedeeltelijk met kalk een onoplosbare verbinding kan vormen. Pulp bevat zeer weinig fosfor. Granen hebben een zeer laag kalkgehalte. Het bijvoeren van extra mineralen in de staltijd is daarom gewenst. Aangeraden moet worden het verstrekken van extra mineralen in de staltijd Behoefte Gewenste hoeveelheid in algemeen te maken en geen enkele melkkoe hier van uit te sluiten. Hiermede vertellen wij niets nieuws. Speciaal Dr Grashuis en prof. Frens heb ben al jarenlang op de noodzaak van extra mine ralen in het winterrantsoen gewezen. DE MINERALEN-BEHOEFTE VAN HET MELKVEE IN de onderstaande tabel hebben wij de be- hoefte aan de verschillende mineralen aange geven van een koe met een produktie van 20 kg melk. Aan genoemde behoeftecijfers moet geen absolute waarde worden toegekend, het zijn zo goed mogelijke schattingen van de meest ge wenste hoeveelheden. Tevens is in de tabel aan gegeven de hoeveeheid mineralen, die voorkomt in 1 kg C. L. O.-weide-mineralenkoek met mine- ralenmengsel I resp. n. Hoeveelheid in kg mineralenkoek Totaal p. dag Fosfor (P) gr Kalk (Ca) gr Natrium (Na) gr Mangaan (Mn) mgr Koper (Cu) mgr Kobalt (Co) mgr Jodium (J) mgr 1 kg ds van v. koe met kalk rijk fosfor-rijk rantsoen 20 kg melk (I) (II) 4.5 68 24 10 3,5 53 8 12.5 2 30 16 16 10 150 60 60 100 1500 110 110 0.15 2.3 4 4 0.6 9 2.3 2.3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 7