MEN SCHRIJFT ONS: AARDBEIEN IN NEDERLAND 469 WAT MOETEN WE DAAR AAN DOEN? DOEN WE DAAR AAN? DINGEN VAN DE WEEK VRIJDAG 24 MEI 1963 WANNEER wij de produktie en de teelt van aardbeien over enige achter ons liggende jaren nagaan, dan blijkt dat er zich bij dit gewas in vrij korte tijd belangrijke wijzigingen hebben vol trokken. De nuchtere cijfers geven over de laatste vijf jaren het volgende beeld van de teelt van aard beien: Areaal in ha: nog niet productief, in produktie: open grond open grond onder-glas 1958 1.562 3.989 116 1959 1.272 4.080 125 1960 1.016 3.867 127 1961 689 3.890 121 1962 427 3.796 136 totaal areaal 5.667 5.477 5.010 4.700 4.359 Veilingaanvoer (x 1.000 kg): natuuraardbeien glasaardbelen totaal 26.504 1.251 26.111 1.246 23.803 1.597 26.388 i 1.520 J 31.188 27.755 27.357 25.400 27.908 31.188 Uit deze cijfers blijkt, dat door het in toenemende mate telen van éénjarige rassen, 't niet-productieve areaal in vijf jaar tijd met ruim 1.100 ha is verminderd, terwijl ook de produktieve oppervlakte 173 ha kleiner werd, een vermindering van de totale beteelde oppervlakte met 23 Ondanks deze ver mindering bleef de produktie op hetzelfde niveau gehandhaafd, afgezien van enige schommelingen. Volgens het oogstbericht van het Ministerie van Landbouw per 3 mei is de stand van het gewas, niettegenstaande de strenge winter, niet ongunstig. Wel is er plaatselijk meer schade aan de planten toegebracht dan zich aanvankelijk liet aanzien. Dit is o.a. het geval in het gebied van Geldermalsen. Ook elders hebben de planten deze winter geleden door het opwaaien van de beschermende sneeuw laag. Hoewel er voor dit jaar nog geen areaal-cijfers bekend zijn, schijnt de teelt van aardbeien uitge breid te zijn. Tenzij ongunstige weersomstandigheden alsnog een spaak in het wiel steken, mag dan ook een produktie worden verwacht, die niet bij 1962 ten achter blijft. Intussen is de oogst van aardbeien in de verwarmde kassen reeds achter de rug en is men nu bezig met de pluk onder onverwarmd glas. Vooral voor de vroeg aangevoerde aardbeien werden dit jaar hoge prijzen betaald. In april was het prijspeil voor de doosjes van 2-ons belangrijk hoger dan ver leden jaar. Begin mei zijn de noteringen echter reeds flink gedaald. De stand van het platglas-aardbeien is heel wat minder gunstig dan verleden jaar op dit tijdstip. Dit wordt veroorzaakt door een minder gunstige situatie in de ambtsgebieden Geldermalsen, Dren theGroningen, Amsterdam en Noord-Brabant. Er werden tot dusver meer aardbeien uitgevoerd dan verleden jaar. De uitvoer was gericht op West- Duitsland, Frankrijk en België, aldus het marktoverzicht van het P. G. F. Onder dit enigszins vreemde en tevens vragen de opschrift wil ik gaarne eens met u van ge dachten wisselen over één van de mogelijkheden, ©m in brede kring de aandacht te vestigen op de kwaliteit van het Zeeuwse fruit en de belangen van de Zeeuwse fruitteelt. Mogelijk dienen we daarmee dan tevens de gehele Nederlandse fruit teelt Wanneer ik verder spreek van de Zeeuwse fruitteelt, is daar tevens de fruitteelt in de West hoek van Noord-Brabant in begrepen. Ik doel op het fruitcorso met daaraan verbon den festiviteiten en bezoeken door de fruitfee als één van die mogelijkheden naast andere, zoals tentoonstellingen, St. Nicolaas-veilingen, huis vrouwenavonden, excursies en alle andere recla me die ons ten dienste staat om meer bekendheid te geven aan de consument van het door ons ge teelde fruit, en in wezen allemaal gericht op ver groting van de consumptie van fruit en dan met name van Nederlands fruit. Dat vergroting van de consumptie gewenst en noodzakelijk is, daarvan zijn we m.i. wel over tuigd. Alleen verwijs ik u even naar dat vragende hoofd in dit artikel. Nu ben ik zo vrij geweest om het fruitcorso te noemen als één van de mogelijkheden ter vergro ting van de afzet en hier ontmoet ik vermoedelijk al andere meningen, om niet te spreken van tegenstanders. Deze gedachte ontstaat bij mij ten eerste door de betrekkelijk geringe deelname van praalwa gens. Persoonlijke meningen waren: het is een plezierige dag en alleen Goes profiteert ervan. Algeheel zie ik toch eigenlijk een geringe belang stelling van helaas veilingen en andere instellin gen, al geven zij dan ook fruit aan ziekenhuizen enz. Bezien we het bestuur, dan zijn dat over wegend niet-fruittelers. Anderzijds spelen zeer vermoedelijk ook andere verwikkelingen een rol *in dit nog maar 8 jaar oude corsoleven. Ik stel u de vraag: zijn wij bij machte om een fruitcorso te houden dat uitgaat van veilingen, fruittelers en handelaren? Peroonlijk zie ik het als volgt: Ten eerste. Ik ga u niet vermoeien met veel cijfers, doch u weet wellicht dat Nederland mo menteel per jaar zo ongeveer 250 miljoen kilo gram appels teelt en rond 100 miljoen kg peren, om daar maar bij te blijven. Dat de uitvoer belangrijk is, maar de binnen landse consumptie belangrijker. We beseffen dus dat beiden gezamenlijk zorgen voor een goede be loning van onze teelt. In mijn geval ga ik dus verder met de binnen landse klant. Hoofdzaak is dat we dat weten, dat •nze eigen bevolking bereid en in staat is om een zeer groot gedeelte van onze eigen oogst te con sumeren, hetzij vers of verwerkt. Opdracht is, dat wij dat verbruik stimuleren met diverse mid delen, waartoe de mogelijkheid is gebleken, ge zien de stijging in de laatste tien jaar. We wor den ook gesteund door de meerdere welvaart, lichtere arbeid en de moderne voedingsleer, ter wijl ook het grootwinkelbedrijf achter ons staat. Het kan beslist, bekijkt u de prijzen maar van een consumntieveiling tegenover een exportveiling. Het moet, gezien de uitbreiding van de fruitteelt in ons gewest, speciaal voor ons zomerfruit. Zeeland en West-Brabant telen momenteel nu al ongeveer 40 miljoen kg appels en peren. Straks gaat dit misschien wel 20 van de Nederlandse produktie worden. Daarom moet dit gebied nog meer bekendheid krijgen, en dan speciaal onder de handelaren en consumenten. Andere gebieden zien dat ook in. Eerlijk propageren en er ge zamenlijk beter van worden. We verbeteren zo mogelijk de kwaliteit en voeren de produktie op, maar dan moet ook het Verbruik stijgen, anders ontstaat schade. Indien schade ontstaat door te weinig reclame of propaganda, zijn we schuldig en dan zal de veroordeling volgen. .Zeeuws fruit achter iedere winkel)ruit!" Wat moeten we daaraan doen? Doen we daaraan? Ik dacht dan dat het fruitcorso bekendheid-binding geeft aan tienduizenden, dat het manifesteert wat de Zeeuwse fruitteelt te bieden heeft. Doch, ge noeg hierover. Ten tweede. Naast deze binding tussen produ- cent-handel-consument, zie ik in dit corso ook een horizontale saamhorigheid onder de „fruit- mensen", die dit corso organiseren, nu nog be trekkelijk klein, maar wel enorm sterk. Veronder steld dat alle telers in Zeeland en West-Brabant voelden voor dat fruitcorso, zoals nu dat kleine groepje doet, dan zou het waarlijk sprookjesach tig zijn. Ook deze saamhorigheid beoogt de be langen van onze cultuur. Wanneer wij elkaar voor dit doel vinden, is ook een ontmoeting voor an dere zaken mogelijk. Ten derde. Tenslotte zit er ook een zekere ver heffing van de geest in; we scheppen iets, indivi dueel en collectief, een uitleven van artistieke gaven, vindingrijkheid. Mijns inziens daarmee tegelijk demonstrerend tegen een verkeerde maat schappelijke gedachte bij het publiek. Er zit niet minder boven de klomp of rubberlaars, dan de fabrieksschoen of kantoorpantoffel. En d$m als laatste de rivaliteit onder de deelnemers, dat con coursachtige, spanning, vreugde, teleurstelling, waarbij dan toch altyd het doel moet blijven, dat niet het hoogste aantal punten het belangrijkste is. Ook dat moet wellicht geleerd worden. Collega's, hiermede heb ik getracht te moti veren, dat het fruitcorso een zekere reclame be zit, m.i. eenvoudig, begrijpelijk en niet overdreven bedoeld. De twee laatste punten wijken inderdaad iets af, maar staan er toch mee in verband. Ik heb dus gedwaald op mijn manier. Een ander dwaalt weer anders. Echter bezien in het licht van het grote be lang dat wij hebben bij een stijgende binnenlandse consumptie, zie ik nog teveel schaduw. Schadu wen kunnen ons voordeel brengen, een schaduw onderwijst Het fruitcorso, hoe mooi het nu ook al is, ver toont groeistoornissen, net zoals soms onze grond, door overmaten, maar ook door tekorten aan voe dingselementen. Grote delen van ons gebied ont breken. Brabant, Tholen, Walcheren, Zeeuws- Vlaanderen. Zijn we in staat een fruitcorso te houden? Wat moeten we daaraan doen? Doen we daar aan? Buret J. C. DE FEITER. WE hebben begrepen dat de kans groot is dat in het komende seizoen alle export van ap pels en peren zal moeten plaats vinden in een» ma li g fust. In haar .jongste vergadering heeft het Produktschap voor Groenten en Fruit z'ch hier mede bezig gehouden. Het ging toen over do klasse II. Er was bij het Produktsehap een brief ingekomen van de N. F. O. waarin werd gevraagd het verplicht gebruik van eenmalig fust bij export ook te doen gelden voor de kwaliteitsklasse IL Zoals bekend is reeds eerder besloten de uitvoe? van klasse „extra" en I enkel toe te staan in een malig fust. In Nederlandse fruittelerskringen is men van mening dat er van deze maatregel m's- schlen weinig terecht zal komen wanneer de uit voer van klasse II in meermalige veilingkisten mo gelijk blijft. Het gevaar bestaat dat tie sortering van fruit voor export zal gebeuren in de kwaliteits. klasse II. Deze appelen en peren zouden dan wel in meermalige veiL'ng kisten de grens over mogen en het zou een negatieve werking hebben op onze uitvoer. Uitvoerig is over deze kwestie in de vergadering van het Produktsehap gesproken en het resultaat is geweest dat nog geen definitieve beslissing werd genomen. Deze zal vallen in tie volgende vergade ring van het Produktsehap. Wel kan worden ge zegd dat geen der leden van het Produktsehap zich uitsprak tegen het voorstel van de N. F. O. tot al geheel gebruik van eenmalig fust bij export. Hoewel de definitieve beslissing dus nog moet vallen, is de kans groot dat het komende seizoen alle uitvoer in eenmalig fust zal moeten plaats vinden. Dan zijn we weer een stap verder op de weg naar een betere presentatie van ons fruit. In de afgelopen jaren zijn daar dikwijls harde noten over gekraakt en er is op dat terrein eigenlijk een achterstand ontstaan. Of dit reeds tot verlies heeft geleid en hoe groot dit zal zijn, valt niet te becijferen maar zeker is toch wel dat we het moe ten hebben van een goede presentatie van ons kwaliteitsfruit op de buitenlandse markten. Het fust vormt daarvan een belangrijk onderdeel. Een en ander zal voor groepen die betrokken zijn bjj de afzet van ons fruit belangrijke konsekwenties hebben. Het ziet er naar uit dat er maatregelen genomen zullen moeten worden om het verpak ken of overleggen van fruit in eenmalig fust, op tjjd te doen plaats vinden. Het wil ons voorkomen dat met name de veilin gen hierbij een belangrijke taak te vervullen heb ben. Zij zullen deze dienst aan hun afnemers moe ten bewijzen. We zijn trouwens van mening dat zij zich meer en meer zullen moeten instellen op het vraagstuk van de verpakking, want we horen nok steeds meer over het toepassen van kleinver- pakking voor fruit. Op dit terrein is een ontwik keling aan de gang die niet tegen te houden zal zijn. Het zal niet altijd even eenvoud g zijn om te voldoen aan de wensen van de afnemers maar het is noodzakelijk dat er rekening mee wordt gehou den. Overigens geloven we ook dat de grote expor teurs die in onze omgeving gevestigd zijn, zich meer en meer zullen gaan toeleggen op het zelf uitvoeren van de verpakkingswerkzaamheden. Voor de kleinere exporteurs ligt dat heel wat moeilijker en juist voor hen zal de veilingservice moeten gelden want we kunnen ook deze groep van kleine exporteurs n et missen als klanten op onze veilingen. Met belangstelling mag de verdere ont wikkeling rond d't presentatie vraagstuk worden tegemoet gezien. Zeker is wel dat we voor grote veranderingen staan en we zullen ons daarbij ook als telers misschien moeten aanpassen. Op het moment dat we dit schrijven staan de aardbeien in de volle grond in bloei. Ze staan er zeer goed voor en wanneer zich geen bijzondere omstandigheden voordoen, mag worden gerekend op een goede oogst. Wèl moeten we bedenken dat de aardbeienteelt dikwijls teleurstellingen geeft. Nu eens is het te nat en dan weer te droog; soms te koud en soms te warm. Ken optimale oogst komt niet dikwijls voor. Op het ogenblik mag de aardbeienteler echter nog alle hoop hebben op een goede oogst. De totale Zeeuwse aardbeienproduk- tie ligt de laatste jaren rond 1 miljoen kg wat dus maar ongeveer 4 is van het landelijk aanbod. In enkele delen van onze provincie is de aardbeien teelt echter nog altijd de kern van het kleinfruit- bedrijf. Laten we hopen dat ze het kan blijven. Tot de volgende week. WIJ ONTVINGEN: Jaarverslag van de directeur van de Veilings vereniging „Krabbendijke en Omstreken." In het algemeen was 1962 voor deze veiling een jaar met matige resultaten. Het fruit op de jonge bedrijven bleef te klein van stuk, waardoor niet alle nieuwe fruitkisten, die aangeschaft werden, in omloop kwamen. In het pakstation werd ruim 40 van de totale omzet van hard fruit gesorteerd. De capaciteit van het koelhuis was, ondanks een kleinere oogst, onvoldoende. Voor het seizoen 1963/'64 hoopt men tijdig met de uitbreiding van het koelhuis gereed te zijn. Het transport, zowel intern als extern, wordt door vorkheftruc en laadborden verder gemechani seerd. Getracht werd om meer aktiviteiten te verkrij gen door de Stichting van het Zeeuws Fruitcorso uit de gemeenten in Oost Zuid Bevelend. Dit iM evenwel niet gelukt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 9