Arbeidsongeschiktheidsverzekering ook voor zelfstandigen? 448 Vervolg van: De rentabiliteit van de graszaadteelt ZEEUWS LANDBOUWBLAD Onlangs heeft de regering bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend inzake een arbeidson geschiktheidsverzekering. Het ontwerp beoogt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor loontrek- kenden waarbij het in de bedoeling ligt de bestaande wettelijke invaliditeits- en ongevallenverzeke ringen te vervangen. De werkingssfeer van de voorgestelde wet strekt zich uit tot alle werknemers (zonder loongrens) maar met uitzondering van het overheids- en het spoorwegpersoneel. INHOUD WETSONTWERP 70ALS gezegd is in het voorstel geen loongrens opgenomen zodat alle werknemers met uit zondering van de genoemde categorieën verze kerd zullen zijn. Uitkering zal eerst worden ge daan wanneer de arbeidsongeschiktheid een jaar heeft geduurd. Dit betekent dat de ziektewet zal blijven voortbestaan. Deze zal n.l. blijven voorzien in uitkeringen gedurende het eerste jaar van arbeids ongeschiktheid. De in deze wet voorkomende loon grens zal zelfs vervallen, hetgeen als een onver mijdelijk gevolg moet worden gezien van de sa mensmelting met de bovengenoemde wetten welke geen loongrens kennen. De schrapping van de loongrens uit de ziektewet brengt op haar beurt de noodzaak met zich in het ontwerp zieken fondswet een loongrens op te nemen welke alsdan een zelfstandige functie gaat vervullen. In feite is er dus sprake van een ontkoppeling van de ziekte en ziekenfondswet. De in het wetsontwerp gekozen opzet is deze, dat de verzekerden bij elke vorm van invaliditeit of langdurige ziekte ëen daarop afgestemde wel- vaartsvaste uitkering zullen krijgen, die varieert .van 10 tot 80% van het loon. Voor de verzekering zal een uniforme premie naar schatting 3,1% worden geheven waarvan werkgevers en werk nemers ieder de helft voor hun rekening zullen moeten nemen. De hoogte van de uitkering is dus afhankelijk van de mate van de arbeidsonge schiktheid alsmede van het loon of salaris. De maximum uitkerings- en premiegrens is gelegd bij ca. 7.500,—. De verzekeringsplicht eindigt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. De uitvoering van de wet zal worden opgedra gen aan de bedrijfsverenigingen. DE ZELFSTANDIGEN De regering staat niet afwijzend tegenover de gedachte de werkingssfeer van bedoelde wet uit te breiden tot de zelfstandigen. Er zijn twee rede nen waarom de regering hiervoor voelt. In de eerste plaats omdat bij langdurige arbeids ongeschiktheid de positie van de zelfstandige in het algemeen niet wezenlijk verschilt van die van de loontrekkende. Immers, treedt langdurige ar beidsongeschiktheid op, dan zijn de financiële ge volgen voor een brede groep zelfstandigen even min te dragen als voor de loontrekkenden. Hoog stens kan men zeggen dat bij de zelfstandigen de behoefte aan een voorziening genuanceerder ligt als bij de loon- en salaristrekkenden. In de tweede plaats wordt bij uitbreiding der kring der verzekerden de oplossing van het pro bleem, ook een voorziening te treffen voor de zo genaamde gehandicapten, eenvoudiger. Deze overwegingen hebben de regering aanlei ding gegeven de S. E. R. de vraag voor te leggen of ook voor de zelfstandigen een arbeidsonge schiktheidsverzekering dient te worden ingevoerd en zo ja, in welke vorm. OVERLEG MET BEDRIJFSLEVEN HE voorbereiding van het S. E. R.-advjes is op- gedragen aan de vaste Commissie Sociale Verzekeringen. Deze commissie heeft dezer dagen een goed initiatief genomen. Zij heeft'zich n.l. met de door haar te beantwoorden vraag gewend tot de centrale organisaties van de zelfstandigen en dus ook tot de 3 centrale Landbouw Organisaties. Aan deze is de vraag gesteld of de zelfstandigen zelf voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering voelen. Het genomen initiatief verdient te meer waardering omdat de direct belanghebbenden nu in de gelegenheid zijn zich uit te spreken voordat terzake beslissingen worden genomen. Het gaat ongetwijfeld om een belangrijke vraag. Luidt het antwoord hierop bevestigend, dan is de kans groot dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering tot ob ject van een nieuwe volksverzekering wordt ge maakt MENINGSVORMING K. N. L. C. UET K. N. L. C. heeft de probleemstelling op 11 zijn beurt voorgelegd aan de provinciale land- bouwmaatschappijen terwijl de afdelingen Werk- geversbelangen en Gemengde- en Kleine Bedrij ven werden verzocht zich op de onderhavige aan gelegenheid te beraden, teneinde het Hoofdbestuur van advies te dienen. Ook de zelfstandigen individueel kunnen hun organisatie bij de meningsvorming terzake behulp zaam zijn. Dit is mogelijk door op de inhoud van dit artikel te reageren met het kenbaar maken van een mening, hetzij via de afdeling van de organi satie waarvan men lid is, hetzij bij de betrokken landbouwmaatschappij rechtstreeks. Het is van groot belang dat de centrale land bouworganisaties zich bij het in deze te voeren be leid gesteund weten door uitspraken van de be langhebbenden zelf. Immers, bedacht moet worden dat wanneer besloten mocht worden ook de zelf standigen in een arbeidsongeschiktheidsverzekering op te nemen, dit alleen mogelijk is t la een verplichte verzekering. Aan deelneming hiervan zal men zich niet kunnen onttrekken. De gestelde vraag zou overigens ontkeimend kunnen worden beantwoord indien de bestaande mogelijkheden om zich vrijwillig tegen het risico van arbeidsongeschiktheid te verzekeren bevre- dig end worden geacht en voorts dat van deze mo gelijkheden een zo ruim gebruik wordt gemaakt dat een wettelijke voorziening niet nodig wordt ge oordeeld. ZELFDE REGELING VOOR ZELFSTANDIGEN IVIT is niet nodig. Er is zelfs veel voor te zeg- gen om deze anders op te zetten. Hierboven werd aangegeven dat een wezenlijk element van de voorgestelde voorziening voor de loontrekken den is, dat de premie en de uitkering wordt ge relateerd aan het looninkomen. Voor zelfstandigen zou dit betekenen dat uitgegaan moet worden van het fiscaal inkomen. De fiscus zou dus gegevens beschikbaar moeten stellen aan het uitvoerings orgaan van de verzekering. Deze gegevens zullen veelal eerst geruime tijd na het verstrijken van de periode, waarin het inkomen is verdiend beschik baar kunnen worden gesteld. Men zou dus moeten uitgaan van gegevens, gebaseerd op inkomens uit een vroegere periode dan waarop de premiebeta ling en de uitkering betrekking hebben. Aan al deze moeilijkheden kan worden ont komen door uit te gaan van fictieve Inkomens waarop en de premiebetaling en de uitkeringen worden gebaseerd. Uiteraard doen zich ook hier verschillende mogelijkheden voor. Het heeft evenwel eerst zin hierop nader in te gaan wan neer de hoofdvraag, t.w. of voor een voorziening voor zelfstandigen wordt gevoeld, is beantwoord. Luidt het antwoord bevestigend, dan zou onder meer gedacht kunnen worden aan een uniforme voorziening voor alle zelfstandigen welke dan als bodemvoorziening zou kunnen fungeren. Bij een dergelijke opzet zou de voorziening voor vele zelfstandigen niet voldoende zijn, zodat behoefte blijft bestaan aan het treffen van aanvullende voorzieningen hetgeen o.a. mogelijk is bij de verzekeringsinstellingen van de organisaties. Uit het voorgaande moge zijn gebleken dat het hier gaat om een materie die ook voor onze boeren en tuinders van groot belang moet wor den geacht. Er zal dus ongetwijfeld aanleiding ontstaan nog eens op deze aangelegenheid terug te komen. Dit zal zeker het geval zijn zodra het K. N. L. C. zijn standpunt heeft bepaald. Omschrijving van de formule Kg graszaad x (prijs per kg 5 omzetbelas ting) 0,95 x saldo van vergelijkbaar gewas stro-opbrengst graszaad in gld -f toegerekende kosten van graszaad in gld (exklusief omzetbe lasting). .Voorbeeld Op een bedrijf levert Engels raaigras een zaad- opbrengst van 1300 kg en een stro-opbrengst van ƒ300, De toegerekende kosten bedragen naar schatting: zaaizaad 15,— bemesting 200, werk voor derden: sproeien, dorsen, persen en frezen 515, drogen en schonen 110,— analyse kosten 20, diversen 40, totaal toegerekende kosten 900, De wintertarwe levert gemiddeld een opbrengst van 4500 kg a 31 ct 1395,stro-opbrengst ƒ305,totaal ƒ1700, De toegerekende kosten bedragen: zaaizaad 85, bemesting 110,— werk door derden: sproeien, dorsen en persen 250,— overige kosten 25,— totaal toegerekende kosten 470, saldo wintertarwe ƒ1230,— De vergelijkingsformule wordt dan: 1300 x 0,95 x 1230 300 -f 900 1235 x 1830 x - 1,48 Uit deze berekening blijkt dat Engels raaigras bij een prijs van 1,48 per kg hetzelfde saldo op levert als wintertarwe. Uiteraard gaat deze vergelijking alleen maar op onder de gegeven omstandigheden van hel nader omschreven voorbeeld. Dank zij deze formule kan men zich snel een oordeel vormen over de noodzakelijke prijs om tot een gelijk saldo te komen. Bijv. welke prijs moet roodzwenkgras minstens opbrengen om een gelijk saldo te geven als zomergerst. Bij deze vergelijking zoals trouwens by de gehele saldo vergelijking, is geen rekening gehouden met andere verschillen zoals arbeidsverdeling en org. stof voorziening. Het is echter wel nood zakelijk dat ieder deze vergelijking toepast op het eigen bedrijf met de eigen werkmethoden en de bekende kgopbrengsten van zijn bedrijf. OVERIGE FAKTOREN Hoewel deze overige faktoren min of meer bui ten het doel van dit onderzoek vallen, lijkt het mij wel gewenst om deze toch even te noemen, n.l. a. gunstige invloed op de struktuur Het is algemeen bekend dat de toenemende me chanisatie hoge eisen stelt aan de struktuur van de grond. Graszaad heeft wel bewezen dat het veel organisch materiaal in de grond brengt en de struktuur gunstig beïnvloedt. b. arbeidsbehoefte en arbeidsverdeling De totale arbeidsbehoefte van graszaad wijkt slechts weinig af van de arbeidsbehoefte van granen. De meeste graszaadsoorten vragen juist in de drukke perioden weinig of geen arbeid. c. chemische onkruidbestrijding Voor vrijwel alle onkruiden is een chemische bestrijding mogelijk. Alleen de grasachtige on kruiden vormen een uitzondering. Enkele zeer lastige onkruiden kunnen juist in graszaad beter worden bestreden dan in de andere ak kerbouwgewassen. d. de werktuigeninventaris De huidige werktuigeninventaris die op de ak kerbouwbedrijven of bij de loonwerkers aan wezig is, bevat voldoende machines voor de graszaadteelt. Bepaalde voorzieningen als bijv. een opzakinrichting zijn wel noodzakelijk. e. de prijs van graszaad en akkerbouwgewassen De relatieve prijsverhouding tussen akkerbouw gewassen en graszaad kan aanleiding geven tot uitbreiding of inkrimping van de graszaadteelt. Voor de teler is graszaad een spekulatief gewas omdat de wereldmarktprijs aan grote schom melingen onderhevig is. Als het kontrakt wordt afgesloten, is de afrekeningsprijs nog niet te schatten. De eindafrekening volgt pas 2 a 2% jaar later, waardoor een bepaald renteverlies optreedt. Alleen de kontrakten tegen een vaste prijs kunnen het spekulatieve element voor de boer uitschakelen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 20