/IAAND MEI op het Landbouwbedrijf VRIJDAG 10 MEI 1963 deze maand één van de belangrijkste werktuigen. De bedrijfsvoorlichter, M. A. DE HOND. R.L.V.D. Goes. diensten bewijzen. Wel moet gezegd worden dat bij het groter worden van de aardappelen geen stolo- nen afgereden worden. De egjes moeten dan wat nauwer in elkaar geschoven worden. Om vorming van plassen en uitdroging te voor komen moet er in de voor voldoende losse grond achterblijven. Bij slechte struktuur kan de rijen- frees, mits goed afgesteld (van achter dieper dan van voren) nog wat goed maken wat eerst door een slechte bewerking bedorven is. Zodra de aardappelen boven staan is het tijd om de poofeoedpercelen te selekteren. De zieke plan ten worden zo spoedig mogelijk verwijderd om te voorkomen dat de gezonde besmet worden door de bladluizen. De aardappelziekte vraagt ook al weer onze aandacht. Herhaaldelijk wordt op afvalhopen op slag aangetroffen van de aardappelen van de oude oogst. Deze broeinesten zijn als smetstofbron een groot gevaar voor de aardappelteelt. Ruim deze broeinesten op door ze tijdig dood te spuiten met natrium arseniet, DNC in olie of Reglone. Waak er vooral voor dat er beslist geen vee van het ge spoten materiaal kan eten. SUIKERBIETEN. lUAAR de suikerbieten dit jaar laat gezaaid zijn, is er weinig spreiding van het werk mogelijk bij het opéénzetten. Er is veel gezaaid met de precisiezaaimachine, al of niet met een rijenbe- spuiting. Wie een bietendurohachirie bezitten doen er goed aan om het gewas ha opkomst zo vlug moge lijk te bewerken met verende tanden. Door de machine goed af te stellen slaglengte van 414 slag per meter kan uitstekend werk verricht worden. De bieten moeten zo vroeg mogelijk opeen ge zet worden. Daardoor zal het gewas dat het eerst onder handen genomen werd, hoogstens één keer machinaal gedund kunnen worden. De andere bieten kunnen meermalen bewerkt worden. Naar gelang de stand van het gewas kan achtereenvol gens gewerkt worden met 1 pen, 2 pennen, 1 pen 1 mesje of 2 mesjes. Zonder schade kan gedund worden tot 14 b.b.d. (bietenbevattende duimen), d.i. 14 planten of bosjes op 2.50 meter. Bij een goede afstelling van de pennen of mesjes en 4% slag per meter wordt bij 2 pennen of 2 mesjes om de 6 cm een stukje uit de rij weggeslagen (zie schema in artikel „Dunintensiteit" van ir. M. A. van der Beek en het schema uit artikel van de zelfde schrijver in een van de voorgaande num mers van dit blad). OM met een dunmachine goed werk te kunnen leveren, moet die machine nauwkeurig afge steld zijn. Belangstellende boeren kunnen bij de bedrijfsvoorlichters een stencil hierover aanvra gen. Wie geen bietendunmachine hebben, kunnen ook goede resultaten bereiken door de bieten te eggen met een schoonlandegge. Na het opeenzet- ten kan nog gerust 1 A 2 keer geëgd worden, mits niet harder gereden wordt dan 4 km per uur. Met deze methode wordt veel onkruid vernietigd en er kan veel arbeid bespaard worden. Het is raadzaam om bieten die gezaaid zijn na vlas, erwten of wintergraan, te kontroleren op vroege akkerthrips. Nu de bieten Iaat zijn, kan het zijn nut hebben om in verband met de vergelingsziekte extra te letten op de perzikbladluis en de zwarte boneluis. Evenals vorige jaren zullen op een aantal bieten percelen weer luizentellingen verricht worden. Zodra het tijd is om te spuiten zal dit door de radio en met waarscliuwingskaarten bekend wor den gemaakt. Bij een vroege aantasting door de made van de bietevlieg kan bestrijding aan te bevelen zijn. UIEN DE laatste jaren ontstond er plaatselijk veel schade aan de uien door de uieboorsnuit- kever. Kort na opkomst vreten de kevers gaatjes in de jonge plantjes, waardoor die afsterven. In de gaatjes worden eitjes afgezet waaruit later de larven komen. Zodra vreterij van de kevers wordt waargenomen is het tijd om te spuiten met 2 kg/1, dieldrin 25 per ha. Tegen de larven kan gespo ten worden met lVz kg of 1. parathion per ha. Verder lette men op het verschijnen van de prei mot. Op vele percelen werd voor opkomst een on- kruidbestrijding toegepast. Na opkomst, als de uien 3 a 5 cm lang zijn, kan gespoten worden met 4 6 1. CIPC. Bij gebruik van CIPC moet er reke ning mee gehouden worden dat er schade kan ont staan aan vlas, blauwmaanzaad, augurken en aan bloeiend graan of graszaad. Als deze gewassen niet minstens 200 meter van het te bespuiten uienperceel verwijderd zijn, lopen ze gevaar op be schadiging. Zijn de onkruiden nog zeer klein en de uien 5 cm lang, dan kan ook gespoten worden met 15 1. kaliumcyanaat met 800—1000 1. water per ha. Bij te grote uien kan beschadiging optreden. Zijn de onkruiden wat groter, dan is 20 1. kaliumcyanaat/ ha nodig. RARWIJ IN mei kunnen ook de grijsbruine vlindertjes van de karwijmot verschijnen. Deze leggen de eitjes aan de bladstelen of bij oudere planten aan de bloemstengels of bladscheden. Zodra de eerste rupsen worden waargenomen onmiddellijk spuiten met 1,2 kg of 1. parathion 25 of met 4 1. DDT 25 per ha. SNIJMAIS IN tegenstelling tot de voederbieten is snijmais een extensief gewas. Plaatselijk is de belang stelling voor de snijmais reeds behoorlijk. Op voch tige gronden kan van het moment van zaaien tot kort na opkomst gespoten worden met 2 k 3 kg Atrazin per ha. Vernevelbare DNOC kan zowel kort voor opkomst als bij een gewaslengte van 3 10 cm gespoten worden tegen 10 kg per ha. Vooral op droge grond is DNOC bedrijfszekerder. WSMB&88M TT"V?^T"™ggggsg Niet alleen op het veld doch ook aan de slootkanten en wegbermen dient het kleinhoefblad bestreden te worden. DRAINAGE IN de afgelopen winter braken of verzakten door de sneeuw verschillende eindbuizen. De eternieteindbuizen zijn allemaal afgebroken. De ontwatering van dergelijke percelen komt in ge» vaar. Velen waren zo verstandig om de eindbuizen opnieuw aan te sluiten aan de drain. Maar er zijn er in de verkavelingsgebieden die de eindbuizen laten liggen in de hoop dat de één of andere in stantie dit wel op zal knappen. Bedenk dat een drainage ƒ1000ƒ1200 per ha kost. Een derge lijke investering mag nier verwaarloosd worden. De meeste boeren leggen de eindbuizen maar even buiten het talud van de sloot. Dit is wel gun stig voor het onderhoud van de slootkanten, maar het gevaar is groot dat de kanten af gaan brokke len en inzakken. Dat kan voorkomen worden door onder de drainreeks een gootje te maken tot in de bodem van de sloot met halve draineerbuizen of oude dakpannen. De tijd die hieraan besteed wordt, is zeker ekonomisch verantwoord. WEIDEBOUW DOOR de strenge winter hebben vele weilanden een holle stand gekregen. Vele boeren heb ben de dunne plekken reeds bijgezaaid met Engels raaigras weidetype, Wanneer niet bijgezaaid is, krijgen slechte grassen en de onkruiden de over hand. Zodra het melkvee weer in de wei loopt, is er gevaar voor kopziekte. Op percelen met een hoog kaligehalte dienen zonder onderbreking magnesiumhoudende koek jes bijgevoerd te worden. Bij temperatuurwisselin gen is het van belang om het vee goed in de gaten te houden. Zodra er enige afwijking gekonstateerd wordt zoals afzondering van de koppel, vermin derde melkgift; onrust, oren schuin naar achteren, knipperen van de ogen of waggelende gang, raad pleeg dan onmiddellijk de dierenarts. Te laat de dierenarts waarschuwen kan voor de betreffende koe dodelijk zijn. Bij het verstrekken van koperhoudende koekjes kunnen eiwitarme produkten bijgevoerd worden b.v. 2 kg pulp per dag. Geen hooi of voederbieten. Benut uw grasland zo effektief mogelijk door er uit te halen wat er in zit. Voor de voorjaarsbe weiding is 20 are grasland per stuks grootvee nodig. De rest van het grasland kan benut worden voor hooien en/of kuilen. Ingekuild gras, mits goed geënsileerd, is een prima voer. Gras inkuilen met een maaikneusmachine kost weinig arbeidsuren en er behoeft geen konserve- ringsmiddel toegevoegd te worden. Zonder maai kneusmachine is het noodzakelijk dat er een kon- serveringsmiddel toegevoegd wordt zoals melasse, suikerpulp, gesneden voederbieten of A. I. V.-zuur. Na elke beweiding van een perceel kan direkt weer een bemesting toegepast te worden van 40 kg zuivere N per ha voor beweiding of 80 kg zui vere N per ha voor hooien of kuilen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 13