DE MA,
De sproeimachine is deze maan<
O
Zeeuws Lai
Bij een lengte van 5—15 cm (contracterwten wat
later) kan gespoten worden met 7.512 1. DNBP.
Op zwaardere gronden kan de concentratie opge
voerd worden. De beste resultaten worden bereikt
als de temperatuur ligt tussen 15 en 20° C. bij een
luchtvochtigheid van 60—80 en gespoten wordt met
grove druppel en veel water per ha.
Erwten lenen zich uitstekend als dekvrucht voor
een groenbemestings- of voedergewas in de vorm
van Westerwolds of Italiaans raaigras. Zodra het
gewas gaat sluiten kan van het eerste 50 kg en
van het tweede 40 kg per ha gezaaid worden.
Om de erwten gemakkelijk te kunnen maaien,
kan bij de laatste maal eggen in tegenovergestelde
richting als die bij het maaien gereden worden.
STAMBONEN.
DE stambonen worden in mei gezaaid. Ook voor
gebruik in dit gewas zijn thans enkele onkruid
bestrijdingsmiddelen op de markt. Direkt na het
zaaien kan gespoten worden met 1%2% kg
Aresin of 6 1. residuren. Deze middelen kunnen op
vochthoudende grond een lange nawerking geven,
maar worden dit voorjaar nog slechts voor proefs-
gewijze toepassing vrijgegeven.
Enkele dagen vóór opkomst kan gespoten wor
den met 15 L Trixabon dat duur is, maar kans
geeft op enige nawerking. IV2 kg vernevelbare
DNOC of 10 1. DNBP geven eveneens goede re
sultaten. Onder droge omstandigheden kan gespo
ten worden met Reglone, Tri-PE of AAxantyl.
Deze laatste drie zijn echter weer vrij duur. Onge
veer 10 dagen na opkomst kan gespoten worden
met 7% 1. DNBP of 3 kg Ivosit. Op zeer lichte
gronden gebruike men 1 1. of kg middel minder
per ha.
VLAS.
ALS in vlas onkruidbestrijding toegepast moet
worden, moet elke geschikte dag om te spui
ten benut worden. Zodra het vlas een lengte heeft
van 48 cm kunnen wanneer overwegend zwa
luwtong (boekweitwinde) bestreden moet worden,
Na-DNOC bevattende middelen gebruikt worden,
b.v. 810 kg Extar Sandox of Aanadoc per ha.
Spuiten met veel water, lage druk en grove drup
pel bij een hoge luchtvochtigheid. Komen er naast
zwaluwtong nog witte krodde (dubbeltjes), herik
en milde voor, dan kan gespoten worden met 1 1.
MCPA 30%-ig middel per ha. Tegen enkel witte
krodde kan zelfs al met een halve liter MCPA vol
staan worden.
Om groeistofbeschadiging in het gewas te voor
komen mag het vlas niet langer zijn dan 8 cm.
Omdat bij snelle groei groeistofbeschadiging op
kan treden, dient het gewas eerst wat afgehard te
zijn alvorens te spuiten.
Ondergezaaide klaver en lucerne kunnen van
een behandeling met chemische onkruidbestrij
dingsmiddelen te lijden hebben. Vooral hopperups
is gevoelig. Verder dient men in vlas aandacht te
besteden aan de vroege akkerthrips.
AARDAPPELEN.
OM aardappelen goed machinaal te kunnen
rooien verdient de bewerking van aardappel
ruggen speciaal onze aandacht. Op goed klaarge
maakte grond kunnen de flieregjes uitstekende
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
DE inzaai van de gewassen is dat jaar vooral in
de oude polders, wel bijzonder laat geworden.
Dat wil evenwel nog niet zeggen dat de groei van
de gewassen achter zal blijven t.o.v. vorig jaar.
Toen .was het de gehele maand mei koud en
schraal weer, zodat de gewassen en voorname
lijk de graangewassen sterk afgeremd werden.
Er is nu wel kans dat de granen dit jaar welig
zullen opgroeien zodat lange slappe cellen ge
vormd worden die het gewas minder stevig ma
ken. Het zal daardoor gemakkelijk kunnen gaan
legeren, temeer doordat over het algemeen veel
stikstof gestrooid is. Wordt het graan veel te zwaar,
dan kan getracht worden om het af te remmen
door b.v. te spuiten' met DNOC in olie. Ook kun
nen de toppen afgemaaid worden met een maai-
balk.
De maaml mei zal dit jaar zijn naam als verzor-
gingsmaand alle eer aandoen. Om in 1963 een zo'n
groot mogelijke winst te kunnen maken, zal de boer
vooral de verpleging van zijn gewassen zo goed
en voordelig mogelijk moeten uitvoeren. Dit kan
niet alleen bereikt worden met hard werken, maar
door de juiste handeling toe te passen op de juiste
tijd.
GRANEN.
QP verschillende percelen wintertarwe
werd
reeds een chemische onkruidbestrijding met
DNOC toegepast. Verschillende onkruiden kunnen
nu nog met groeistoffen bestreden worden.
Tegen muur en kleefkruid kan gespoten worden
met MCPP als het gewas ongeveer 15 cm lang is.
Tegen kamille moet men met MCPA -f TBA
spuiten zodra het vierde blad van het graan is ont
wikkeld tot maximaal 15 cm. Hierbij is de kans op
epbrengstdepressie niet denkbeeldig.
Bij gebruik van bovenstaande groeistofmiddelen
is het niet mogelijk om klaver te zaaien.
Tegen distels kan gespoten worden met MCPA.
MCPB geeft iets minder schade aan de onderge
zaaide klaver. De werking tegen distels is wel vol
doende, tegen de meeste andere onkruiden echter
niet.
Tegen klein-hoefblad kan gespoten worden met
2,4-D aminezout. Met het oog op schadekansen
vooral bij zomergranen kan de behandeling het
beste pleksgewijs worden uitgevoerd.
Klein hoefblad is een lastig onkruid. Het breidt
zich jaarlijks uit. Er wordt te weinig aandacht be
steed aan de bestrijding daarvan. Het kan eigenlijk
het best bestreden worden in de stoppel op het mo
ment dat het hard groeit en dan met een drie
dubbele concentratie aminezout, of 5 liter 2,4,5-TP
per ha. Ook op slootkanten en wegbermen dient
meer aandacht aan dit onkruid besteed te wor
den. Tijdens de bloei in het vroege voorjaar kan
het op die plaatsen met succes bestreden worden
met een halve dosis MCPA. Hierdoor wordt zaad
vorming en dus uitbreiding voorkomen.
In de zomergranen kan veel zaadonkruid bestre
den worden door mechanische bewerking. Als een
chemische onkruidbestrijding toegepast wordt
tegen zaadonkruiden dient dit vóór het eggen en
het schoffelen te gebeuren. Als de granen minstens
3 blaadjes hebben, met 4—8 kg vernevelbare DNOC
50 %-ig middel per ha.
Voor distels geldt hetzelfde als bij wintergranen
aangegeven is.
ERWTEN.
niT jaar stonden de erwten op het ene perceel
al boven, terwijl ze op een ander nog gezaaid
moeten worden. Aan de laatstgezaalde zal extra
aandacht besteed moeten worden met het oog op
de bestrijding van diverse insekten, zoals de blad
randkever.
In vele gevallen wordt de onkruidbestrijding
mechanisch uitgevoerd. Dat is goed mogelijk mits
het onkruid nog in kiemplantstadium verkeert. In
het algemeen dient gespoten te worden vóórdat
een mechanische bewerking uitgevoerd wordt.
Vóór opkomst kan met DNOC gespoten worden.
Nó de opkomst kan vanaf het moment van door
breken totdat de erwten 4 cm lang zijn 250 kg
kalkstikstof per ha gestrooid worden. Tegen kleine
onkruiden en bij min of meer vochtige omstandig
heden zou in de erwten reeds in zeer jonge stadium
een behandeling met b.v. 3,5 kg Ivosit kunnen wor
den uitgevoerd.
Vele jaren heeft men gezocht om een geschikte manier te vinden voor de bevestiging van de eind-
buizen. Thans ziet het er naar uit dat deze oplossing goed zal voldoen.