Vrijdag 26 april 1963
377
Bestrijding van spint en enkele
insekten bij appel en peer
kort vóór de bloei
5. Aanstellen van een tuinbouwvoorlichter.
6. Het oprichten van een rationaKsatiekern.
WAT ZIJN DE ACTIVITEITEN VAN DEZE
RATIONALISATIEKERN TE ST. ANNALAND?
IYEZE „Rationalisatiekern van kleine gemengde land- en
tuinbouwbedrijven" te St. Annaland werd op 1 februari
1960 op initiatief van de Streekverbeteringscommissie Tholen
gesticht. Hoewel in de landbouw reeds meerdere kernen werk
zaam zijn, is deze gezamenlijke aanpak van „land- en tuinbouw"
uniek te noemen. By de oprichting werd als doel gesteld:
a. inzicht op te doen om mede daardoor richtlijnen te kunnen
verschaffen aan de kernleden omtrent de ontwikkeling in
de naaste toekomst.
b. de ontwikkeling te versnellen door groepsvoorlichting en
individuele voorlichting.
c. hierdoor voorbeelden te stellen voor de omgeving.
op
Deze kern vergadert maandelijks van september tot april.
Op zo'n bijeenkomst houdt een deskundige van de voorlich
tingsdienst een korte inleiding. Hierna volgt een uitvoerige
algemene bespreking. Naast teelttechnische onderwerpen ko
men ook bedrijfseconomische onderwerpen aan de orde. Om
er enkele te noemen: Rentabiliteit van de mechanisatie; bouw
plan en arbeidsverdeling; past kleinfruit op Uw bedrijf?; Ren
tabiliteit van staand glas; praktische bedrijfsvoering en econo
misch inzicht; arbeidsrationalisatie; wat leren ons de tijd-
scnrijvingen? enz.
Deze kern bestaat uit 12 ondernemers, hiervan hielden 4
deelnemers een tijdschrijving hij. Door bijzondere omstandig
heden wordt dit nu nog door 2 leden gedaan. Op weekstaten
worden alle werkzaamheden per gewas aangetekend. Door deze
tijdschrijvingen kunnen meer gegevens worden verkregen om
trent arbeidsorganisatie en werkmethoden. Door de streek
verbeteringscommissie worden verantwoorde investeringen,
door middel van het toekennen van premies, gestimuleerd.
Elke zomer worden één of meer excursies georganiseerd.
In navolging van de rationalisatiekern zijn nu op de meeste
plaatsen op het eiland plaatselijke gespreksgroepen gevormd.
Bovendien is er een gespreksgroep van glastuinders, welke
verspreid wonen over het hele eiland. Deze gespreksgroepen
zijn weer verenigd in de Werkgroep Tuinbouw van de bedrijfs-
studiegroep voor Tholen en St. Philipsland. Deze rationalisa-
tiekem te St. Annaland bestaat nu 3 jaar. De volgende resul
taten werden door de activiteiten van de kernleden behaald:
a. nieuwe teelten zijn ingevoerd (tuinbouwteelten).
b. leden hebben platglas aangeschaft.
e. tweewielige trekkers met bijbehorende werktuigen zijn aangeschaft.
d. betere ziektebestrij dings werktuigen zijn aangeschaft.
e. één lid is een kas aan het bouwen.
f. aan de structuur van de grond wordt meer aandacht besteed.
Als we hierop terugzien kunnen we opmerken, dat deze kern belangrijk bijdroeg tot de
verdere ontwikkeling van de tuinbouw.
De Plantenziektenkundige
Dienst vestigt er de aandacht
van de fruittelers op, dat in
de periode kort vóór de bloei
van appel en peer verscheide
ne dierlijke parasieten dienen
te worden bestreden. Dit be
treft vooral rupsen van de
vruchtbladroller en de winter-
Vlinder, voorts wantsen, spint
en bloedluis en eventueel
bloedvlekkenluis, rose appel-
luis en rupsen van de hegge-
bladroller. Indien men tot nu
toe nog geen bespuiting tegen
bladluis heeft uitgevoerd,
heeft men tevens nog een
laatste gelegenheid deze vóór
de bloei te bestrijden. Ten
slotte kan het dit jaar in
deze periode nodig zijn ook
aandacht te besteden aan de
perebladvlo.
Bij spint is het van beteke
nis de bestrijding vroeg te be
ginnen (dus zo mogelijk zeer
kort vóór de bloei) en de
spintpopulatie vanaf het be
gin van het seizoen op een
laag niveau te houden. In het
algemeen blijven tegen de ge
noemde parasieten aanvullen
de bespuitingen in de zomer
nodig. Een bespuiting kort
vóór de bloei, aangevuld met
enkele bespuitingen in de zo
mer, geeft in het algemeen
een grotere zekerheid voor
een afdoende bestrijding van
de genoemde mijten en insek
ten, dan uitsluitend bespui
tingen na de bloei.
De middelen kunnen in de
ze periode weliswaar gemengd
met verscheidene schurftbe-
strijdingsmiddelen worden
verspoten, doch meestal is het
effect van dergelijke gemeng
de bespuitingen minder goed
dan van afzonderlijke bespui
tingen en bovendien zijn de
kansen op beschadiging van
het gewas groter. Aangezien
de meeste van deze middelen
zeer giftig zijn, neme men de
uiterste voorzichtigheid in
acht bij het gebruik ervan.
Voor het vaststellen van de
juiste bestrijdingstijdstippen
kan men voorts letten op de
richtlijnen, welke door de
Waarschuwingsdienst voor de
Tuinbouw door middel van
radioberichten en waaröchu-
wingskaarten worden ver
strekt.
Het warenhuis op het voorbeeldbedrijf voor de Z, L. M. op
Tholen van de heer J. Slager te St. Annaland.
ZIJN ER NOG PROBLEMEN?
ETTEGENSTAANDE het feit dat er een positieve tuin-
bouw-ontwikkeling op Tholen is, zijn er problemen die
om een oplossing vragen. Om er enkele te noemen:
1. Water. Vooral voor de glastuinbouw en in mindere mate
voor de vollegrondstuinbouw heeft men goed gietwater nodig.
Het water uit de sloot en in de grond is niet geschikt, dus moet
men het water betrekken van de waterleiding. Mede dank zij
besprekingen tussen verschillende instanties wordt nu weer
een aantal bedrijven aangesloten op het waterleidingnet. Vol
gens deskundigen zal in de toekomst dit probleem verdwijnen
na de uitvoering van het Deltaplan.
2. Afzet. In een beginnend gebied geeft de afzet nog wel eens
problemen. Op Tholen zijn wel goed functionerende uien- en
vroege aardappelveilingen, doch met andere tuinbouwproduk-
ten moet men tot nu toe van het eiland af. De veilingbesturen
hebben voor het afzetprobleem de volle aandacht en trachten
tot een oplossing te komen. De tuinders kunnen hieraan mee
werken door te proberen van een beperkt aantal produkten
een behoorlijk kwantum te telen.
3. Het ontbreken van vergunningen en vakmanschap.
Vele ondernemers hebben geen erkenning als groenteteler
en mogen dus een groot aantal gewassen niet telen. Anderen
die b.v. een kas willen bouwen, missen het vakmanschap van
de glasteelten. Om hieraan tegemoet te komen is te Scherpe-
nisse een Groenteteeltvakschool gesticht. Deze school heeft tot
doel de telers theoretisch maar vooral ook prakiscli te bekwa
men voor him beroep. Met het diploma van deze school voldoen
de telers aan de eisen die het Landbouwschap stelt aan het
verlenen van een vergunning voor groenteteelt. Voor jonge
tuinbouwers is het zeer gewenst om enige tijd in een tuinbouw
gebied praktisch werkzaam te zjjn.
4. De bouwstop voor kassen is voor elk tuinbouwgebied van
kracht. Aanvragen voor een bouwvergunning uit de streek-
verbeteringsgebleden worden echter bij voorrang behandeld.
Daar de streek verbeteringsperiode in Tholen in 1963 afloopt,
is het zaak reeds nu een aanvraag in te dienen indien men van
plan is binnenkort een warenhuis te bouwen.
iteelt heeft zich uitgebreid.
een windscherm noodzakelijk.
PERSPECTIEF VOOR DE TOEKOMST
U hebt al begrepen dat bovengenoemde problemen maar van
tijdelijke aard zijn. Bovendien zijn er op Tholen ook uitermate
gunstige omstandigheden voor de tuinbouw, zoals grond, kli
maat enz. Het Waarborginstituut voor de Tuinbouw opent
nieuwe perspectieven. Het onderwijs vormt een goede basis
waarop de ondernemer kan verder bouwen. Door het lezen van
vakbladen, bijwonen van lezingen en gespreksavonden, het
deelnemen aan excursies enz., kan de tuinder veel aan zijn
ontwikkeling bijdragen. Naast teelttechnische aspecten zal de
Arbeidsfilm van een gemengd land- en tuinbouw
bedrijf van 4 ha te St. Annaland. De opgenomen
periode van l maart 1962 tot 1 maart 1963 is ver
deeld in half maandelijkse tijdvakken.
In de zomer en herfst zijn hier behoorlijke arbeids-
toppen, in de winter is er te weinig arbeid. Een
verandering van het teeltplan met invoering van
vvinterteelten zou hier op zijn plaats zijn.
tuinder ook veel aandacht moeten besteden aan de bedrijfs*
economische aspecten van de bedrijfsvoering.
Het ondernemerschap van de tuinder zal tenslotte bepalen
of deze man in zijn mooie beroep als tuinder slaagt.
R.T. V. D. Goes. B. BAIJENSE.