^Door de ^TVouu?
ONZE GARDEROBE JAARGANG 1962
Arts geeft mening over Betadine-jodium
WAT DOEN WE ER MEE
361
VAN HET PLATTELAND
ONDER REDACTIE VAN MEVROUW L. N. HUIJSMAN-GRIEP
Waarschijnlijk grote aanwinst op terrein wondinfectie
IN het februari-nummei van de „Voorpost van de dokter", orgaan van de Koninklijke Nederlandse
Vereniging Eerste Hulp bij Ongelukken", bespreekt J. F. J. Baesjou, arts, enige moderne ont
smettingsmiddelen, gezien Vanuit het standpunt van de E.H.B.O. Hierbij is een grote plaats ingeruimd
aan BETADINE-jodium, het allround worid- en huidontsmettingsmiddel van Nourypharma. Aldus
lezen wij in „Noury Post
LOEMPIA
VRIJDAG 19 APRIL 19#3
I\E zomer van 1962 zal bij onze boerenstand wel de geschiedenis ingaan als „het natste jaar van mijn
boerenbestaan". Een van de bijkomstigheden was dat wij vrouwen de gezellige voorjaars- en
zomerkleren maar heel weinig hebben gedragen. Met een zucht van verdriet over al die niet gedragen
spulletjes hebben we ze in september maar weer opgeborgen voor de winter kwam.
Die winter was lang en koud en de lente liet lang op zich wachten, maar eindelijk is het voorjaar toch
gekomen. De wind is uit een andere hoek gaan waaien, we hebben ons gekoesterd in de zon en als we nog
iets verder in de tijd zijn, zal dé warme lucht boven ons polderland weer gaan trillen.
De meeste vrouwen zijn enthousiast aan de schoonmaak getogen. Kasten, bédden, kamers en melder
zijn flink onderhanden genomen. We hebben de bijna gloednieuwe kleren van 1962 gelucht en menig
een onder ons heeft gedacht: „Had ik die spullen verleden jaar maar niet gekocht. Wat moet ik er
mee en hoe zullen zij het doen in 1963 Kunnen ze worden opgedragen Of moet ik ze wegdoen Geluk
kig voor onze beurs na de dure winter 62/63 behoeft er van „wegdoen" geen sprake te zijn. Laten wij
onze klerenkast eéns met systeem bekijken. Hoe doen we dat?
Zeer practisch is nog altijd de oude wijze raadgeving van mevrouw OudStofberg in de „Plattelands
vrouw", n.l.: „hang alles aan de lijn in de voorjaarswind. Borstel de kledingstukken van binnen en bui
ten goed schoon. Neem een rustige avond als u alleen thuis bent en pas alles eens aan, liefst Voor een
lange spiegel. Bekijk uzelf critisch. Vindt u, dat iets u bespottelijk staat, doe het dan weg of vermaak zo'tt
kledingstuk voor de kinderen als de stof en de kleur geschikt zijn.
Maar wanneer is b.v. een jurk bespottelijk? In
het algemeen kunnen we zeggen, dat hiervan spra
ke is als ze zo afwijken van datgene, waarmee ons
oog vertrouwd is, dat we er om gaan lachen als wij
onszelf zo zien.
Mijn kindéren lachen als zij mij zien op een foto,
die gemaakt werd in de twintiger jaren. Het mid
del zat toen even boven de knie en de rokzoom viel
er even onder.
Tot troost van allen, die verleden zomer iets aar
digs hebben gekocht kan ik zeggen, dat de mode
gedurende deze koude winter niet veel veranderd
is. Bovendien dragen wij op het platteland vrijwel
nooit de meest buitenissige modellen uit Parijs.
Enkele punten zijn er waar we goed op moeten
letten.
TEN eerste: De schouder®, want die vallen net
meeste op. Moeten zij breed of smal zijn, op
gevuld of afgerond? Het antwoord luidt: „alles
kan en mag." Het toonaangevende modehuis
„Dior" komt met smalle, afgeronde schouders,
doch andere modekunstenaars komen met brede.
Het gaat meest om de verhouding tot de verdere
onderdelen van de jurk.
Ten tweede: De roklengte is wel zowat gelijk
gebleven. Vrijwel niemand vond die blote knieën,
waarmee de vorige zomer inzette mooi, zodat de
meeste vrouwen de rokken Wel in de meest flat
teuze lengte droegen. Bij een ruime rok, kan men
korter in de kleren lopen dan bij een smal rokje.
Bij het laatste komen al heel gauw dë knieën
bloot als men gaat zitten. Dit is iets wat werke
lijk geen enkele vrouw ook maar enigszins flat
teert. Mocht u deze mening in twijfel trekken,
gaat u dan maar eens met over elkaar geslagen
beften voor uw lange spiegel zitten.
Ten derde: De taille mag overal zitten, hoog
als het een Empire- of Princes-model is, terwijl
de natuurlijke plaats de meeste vrouwen altijd
nog het beste afkleedt.
Ten vierde: De hals wordt op alle mogelijke
wijzen afgewerkt, maar blijft afwijken van ,,de
hals". Het komt er dus wel op öan om onze hals
goed te verzorgen. Er staat tegenover, dat er bij
die blote hals gelegenheid te over is om de mooie
Zeeuwse sieraden te dragen. Schouders, rok
lengte, taillehoogte en halsafwerking zijn belang
rijke pinten als het om de lijn in de kleding
gaat.
Nu er dus zo weinig verandering komt in de
modelijn, gaat het meer om kleinigheden, die een
nieuwe jurk tot „1963" stempelen. Met die kleinig
heden in gedachten bekijken we nu weer eens op
nieuw de modebladen.
Wat het eerst opvalt, vooral in Amerikaanse
bladen, die een sportieve mode voorstaan, zijn de
manchetten aan de mouwen en wel de zogenaam
de herenmanchetten, zoals de mannen dragen aan
hun shirts. Je Ziet ze aan alle mogelijke kleding
stukken tot aan de mantels toe, ja zelfs aan mou
wen van lengte. Ze staan sportief, vragen een
beetje meer ruimte in de mouw en liefst een ron
de schouder, waarmee ineens een modebeeld 1963
is geschapen. De driekwart mouw vraagt een ver
zorgde hand en pols. Als beide wat ruw zijn ge
worden van de schoonmaakwerkzaamheden kan
een massage met gewone olijfolie voor het naar bed
gaan veel goed doen.
REN andere nieuwigheid, die om de hoek kortlt
kijken is de „redingote", dat wil zeggen de
aangesloten mantel. Dit model hebben wij tientallen
jaren gekend. Het is wonderlijk, dat deze oude
„koetsiersjas", want dat is het oorspronkelijk ge
weest, telkens weer nieuw leven wordt ingeblazen.
Zo'n aangesloten model staat heel veel vrouwen
uitstekend. Het kleedt af, geeft een slanke taille
door het uitwaaieren van het ruime rokgedeelte en
de vaak even uitgebouwde schouders. Deze mantels
stonden ook onze moeders best in de jaren 1910—
1916. Maar zij hadden het gemakkelijker met hun
redingote dan wij het met de onze zullen hebben.
Zij droegen n.l. stevige coütil-corsetten en de deux-
pièces waren toen nog onbekend. Deze aangesloten
mantel is namelijk slecht te dragen over een rok
met een lange trui en over een tweedelig pak. Hoe
wel de taille van de modellen 1963 wel ruimer werd
genomen, zit er toch niet genoeg wijdte in om met
succes over iets anders dan een jurk te worden ge
dragen.
UJlL men zo'n mantel alleen over een jurk dra-
gen, dan is dit aangesloten model ook doOr
geen enkel ander, model te overtreffen wat allure
betreft. In het kleermakersvak, dat ook al aan het
uitsterven is, geldt het maken van een goede redin
gote nog altijd als een meesterstuk. Vrouwen, die
nog niet bezweken zijn aan de mode van rokken,
truien eft pakjes kufthen heel lang plezier hebben
van deze mooie mantels.
Opvallend is, dat de mode steeds weer sportiever
wordt, zoals ook wel uit de manchetten blijkt, die
duidelijk van de sporthemden zijn overgenomen.
Bij het doorbladeren van een modeblad valt ook
op, dat de lange mouw aan het verdwijnen is. Dit
is toe te schrijven aan de invloed van de confectie.
Men wil daar dure veranderingen, die aan de mouw
afwerking moeten worden aangebracht, vermijden.
(Wij hebben nu eenmaal niet allemaal armen in
confectielengte.) Dat er lange handschoenen nodig
zijn is vanzelfsprekend.
Om nu weer even bij die waslijn terug te komen:
„Borstelen, wassen, stomen, opfrissen wat draag
baar is en U goed staat, een énkel dingetje erbij
kopen ter wille van het goede humeur. Wanneer U
nog een hoed draagt, iets nieuws op uw hoofd".
Zo kunt U de zomer van 1963 vol vertrouwen
tegemoet gaan. D. ELEMA—BAKKER.
„In de tweede wereldoorlog waren de Duitsers erjn geslaagd een middel te vinden, dat bloedplas-
ma zou kunnen vervangen. Na de invasie leerden de geallieerden dit produkt kennen als het poly-
vinylpyr rolidon afgekort P.V P. Twee briljante onderz0ekers op het laboratorium voor industriële
toxicologie leer der vergiften) te Philadelphia, bereidden een verbinding van jodium met dit P.V.
P. met de bedoeling deze nieuwe verbinding te onderzoeken als röntgencontrastmiddel voor de lever,
omdat men uit de beschikbare gegevens over het p.v.P. had opgemaakt, dat deze stof zich in het
lever opstapelt. Het viel al spoedig op. dot een opiossing van het P.V.P.-jodium aan de lucht be
waard, veel minder snel in gehalte terugliep en veei stabieler was dan jodiumtinctuur. Het belang
van bovengenoemd verschijnsel werd duidelijk, töen men eens dieper over de feiten ging nadenken.
Immers, jodium dat men toch wel als de sterkst werkzame bacteriëndodende stof mag beschouwen,
is slechts in water oplosbaar.
Men weet dat jodiumtinctuur het nadeel heeft dat het de huid en meer nog de wdnd prikkelt en
dat het bovendien nog tot overgevoeligheid kan leiden. Toepassing van jodiumtinctuur kan de wond-
genezing vertragen. De jödiumkrlstallen, welke na de verdamping van de alcohol in een weefsel ach
terblijven, alvorens zelf te vervluchtigen, werken prikkelend op het weefsel in en verwekken vaak
tevens bij de patiënt een overgevoeligheid voor jodium. Door dit laatste kan de patiënt reageren met
bijvoorbeeld een huidaandoening, indien zijn lichaam een tweede maal met jodium in aanraking
komt. P. V. P.-jodiüm is in ons land verkrijgbaar onder de naam: Betadine-jodium. Op wonden of slijm
vliezen prikkelt het Betadine-jodium niet en doordat zich een „filmpje" vormt, dat gedurende lange
tijd actief afgeeft, is het ontsmettend effect bijzonder hoog. Dit is van enorm belang, omdat jodium
wel de grootste therapeutische breedte heeft, dat wil zeggen een zeer grote reeks van bacteriën kan
doden (zie: Hertzberger - Voorpost 1962, no. 406). Het is momenteel ook mogelijk om een vetvrije
zalf, zeep en shampo met Betadine-jodium te bcreiden. De zalf zou ook bruikbaar zijn als wond-
zalf. Door de ze,op en de shampo is het ook mogelijk geworden dit nieuwe middel te gebruiken voor
ontsmetting van de handen. Hier openen zich waarschijnlijk ongekende perspectieven voor de E.H.B.O.
Wij Hollanders zijn tamelijk ongelovige Thomas8en. Wij geloven eerst als wij het zelf gezien heb
ben. Welnu, in het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde 1962-106-46) bericht dr. H. H. M. de
Boer dat in liet Zuidziekenhuis te Rotterdam een vergelijkend onderzoek gaande is over de desinfec
terende werking van hexachloropheen-zeep en Betadine-jodium. Alhoewel dit onderzoek nog niet is
afgelopen, krijgt men nu al de indruk dat het nleuwo jodiumpreparaat als een beter desinfectans uit
de strijd zal komen. Het is waarschijnlijk dat Betadine-jodium een grote aanwinst zal blijken te zijn
op liet terrein van de wond-desinfectie".
CR is mij gevraagd een recept voor een lekkere
loempia te geven, daar deze Chinese lekkernij
gaandeweg burgerrecht in ónze Hollandse keuken
heeft verkregen. Loempia's serveert men soms bij
de lunch, als voorgerecht en als avondhapje.
Benodigdheden:
Flensjes (18 stuks)
6 dl. water, 250 gram bloem, 2 eiwitten, zout naar
smaak.
Voor de vulling:
Een mespuntje knoflookpoeder, 100 gram sajoeran
kering, 2 ons gekookt varkensvlees, zout, peper, wat
ketjap benteng.
Voor de saus:
2 theelepels sambal oelek, 1 eetlepel azijn, 1 thee
lepel ketjap benteng.
Bereiding:
Maak van het water, de bloem, eiwitten en zout
een glad beslag en bak hiervan dunne flensjes. (Een
sauslepel beslag per flensje.) Het gekookte vlees
fijnsnijden en samen met de knoflookpoeder in olie
fruiten. Hieraan de geweekte sajoeran toevoegen en
op smaak brengen met zout, peper en ketjap ben
teng. Daarna doorfruiten met een scheutje bouillon
van het gekookte vlees. Dit laten sudderen tot het
vocht verdampt is. Het vulsel laten afkoelen. Op
een flensje legt men in het midden twee eetlepels
vulling. De onderkant van het flensje over de vul
ling omvouwen, vervolgens de zijkanten dichtvou
wen en als laatste het geheel aan de bovenzijde van
het flensje toerollen, zodat de vorm van een cro
quet ontstaat. Vervolgens de loempia's met eiwit
dicht plakken. Daarna bruin en knappend bakken
in olie of frituurvet.
Over de loempia's dóet men een sambalsausje,
dat gemaakt is van sambal oelek, azijn, ketjap ben
teng. (Opgegeven hoeveelheden goed door elkaar
roeren.)