321 VOORZITTER VAN DE KON. NED. ZUIVELBOND VERLAAT P.Z.-BESTUUR TREKPAARDEN INVASIE OP DE TENTOONSTELLING TE KRUININGEN Prijsontwikkeling van landbouwgronden niet verontrustend Wist V dat....? VRIJDAG 12 APRIL 1963 BESPREKING LANDBOUWSCHAP MET DE MINISTER VAN LANDBOUW (Vervolg van pagina 319) Ook is gesproken over een versterking van de concurrentiepositie van de veredelingssectoren, spe ciaal van de pluimveesector, in het licht van de ontwikkeling van de E.E.G. Het Landbouwschap deelde de minister mede, dat het mede in over leg met het Produktschap voor Pluimvee en Eieren concrete voorstellen terzake aan de minister zal voorleggen. MOND- EN KLAUWZEERSITUATIE Een ander punt van bespreking vormde de hui dige situatie inzake het mond- en klauwzeer bü varkens. Afgesproken werd, dat het overleg op het niveau van de deskundigen zal worden voortgezet over de vraag, of en zo ja, onder welke voorwaar den en onder welke omstandigheden kan worden gekomen tot een verruiming van de mogelijkheid van enting van varkens tegen mond- en klauwzeer. DE heer G. II. E. M. van Waes was voor de laatste maal in de vergadering van het P.Z.- bestuur aanwezig. Naar wjj van andere zijde ver namen legt de heer van Waes deze functie neer als gevolgf van zyn te drukke werkzaamheden. De heer Ir. A. F. Osterhof, secr. van de Geldersch Over ijsselse bond van coöp. zuivelfabrieken zal hem op verzoek van de F.N.Z. in deze functie opvolgen die met de heer Dr. E. van de Wiel de zetels van de coöperatieve melkverwerking zullen bezetten. Bü zijn heengaan sprak de heer van Waes een kort maar niet minder belangrijk woord. Na de dank uitgesproken te hebben over de aangename persoonlijke contracten die hy van de overige bestuursleden had ondervonden wees hij er op dat zijn functie als bestuurslid hem soms had benauwd. Het bestuur van het P.Z. neemt beslissin gen t.a.v. exportsubsidies en andere markt- ordenende maatregelen. Deze beslissingen vinden meestal plaats nadat een der speciale bestuurs- adviescommissie het P.Z.-bestuur van advies heeft gediend. Deze adviezen zijn echter opgesteld dooi" personen die op hun gebied weer deskundig zijn, maar zeer nauw bi» de commercie van handel en export betrokken zijn. In zün wijsheid neemt het bestuur dan een beslissing. Een groot deel van het bestuur echter kan ten aanzien van deze problemen niet voldoende zelfstandig georiënteerd zijn; toch moet dan een beslissing genomen worden. Juist dit aspect, zei de heer van Waes heeft my steeds benauwd. De heer van Waes wilde deze leden van de commissie niet euvel duiden dat zjj een gerichte commerciële be langstelling hebben voor een bepaalde sector van de „melkweg" doch dat het P.Z.-bestuur veelal moet varen op het kompas van haar bestuursadvies- commissies. Het tweede aspect wat de heer van Waes be lichtte was de objectiviteit van het bestuur. Zyn er varingen waren dat het vele P.Z.-bestuursleden zeer moeilijk blijkt te vallen voldoende objectief de pro blemen rond de zuivel te benaderen. By de beraadslaging en bij het nemen van be sluiten blijkt in vele gevallen men niet of onvol doende de achterban te kunnen vergeten, een ach terban dus die de persoon in kwestie op de voor deze groep gereserveerde zetel heeft gebracht. Nu is het op zichzelf geen nieuws wat de heer van Waes naar voren bracht, het feit is er daarom niet minder belangrijk om. Waar de heer van Waes de aandacht op vestigde zijn twee zeer be langrijke aspecten van het marktordenende beleid wat een Productschap ten deel valt, zulks in mede bewind met het ministerie van landbouw en eco nomische zaken, die steeds het laatste woord heb ben. Naar onze mening werd door de heer van Waes weer eens op een kardinaal punt gewezen waar het in de marktordening om draait. D. DE landbouwtentoonstelling, welke door de Kring Oost-Zuid-Beveland der Z.L.M. op 13, 14 en 15 juni a.s. te Kruiningen wordt gehouden, belooft een evenement van hoge orde te worden. Vooral vrijdag 14 juni zal een massa-bezoek waard zijn, omdat deze dag in het teken van de bij iedere boerderij behorende levende have zal staan. Dat deze tentoonstelling er weer eens een zal zyn waar de trekpaarden niet ontbreken, is verheugend. Het is bijzonder prettig te vermelden, dat het initiatief hiertoe door de „Commissie Paarden" genomen, mede dank zij de grote medewerking van de be stuursleden van de Afdeling Zeeland van de Ko ninklijke Vereniging „Het Nederlandsche Trek paard" met groot succes is bekroond geworden. Aangegeven zijn voor de verschillende cate gorieën 110 merries van 1 jaar t/m 11 jaar en ouder. Hierbij zün niet gerekend de veulens, die in de komende dagen geboren zullen worden en uiter aard met de moeders mede aangevoerd zullen wor den. Verheugend is het ook te kunnen vermelden, dat deze merries uit alle delen van Zeeland aange voerd zullen worden, uiteraard het beste fc-kma- teriaal, dat in de provincie aanwezig is. De 14e juni belooft dus wel een top-dag voor de paardenlief hebbers te worden. A. C. (Vervolg van pag. 319.) Wel is er een grotere variatie in prijzen ontstaan en wel voornamelijk gevallen, waarin de gron den een andere dan een landbouwkundige bestemming krijgen en ook vroeger niet onder de prijs- beheersing voor landbouwgronden vielen; gevallen, waarin landbouwgronden een meer hoogwaardige landbouwkundige bestemming krijgen, b.v. tuinbouw; gevallen, waarin de grond bijzonder waardevol kan zijn bij voorgenomen gebruik voor bedrijfsvergroting. In de grotere prijsdifferentiatie in de beide laatstgenoemde groepen zag minister Marijnen een aanwijzing, dat het wegvallen van de prijsbeheer- sing de gelegenheid biedt mee te werken aan de verbetering van de structuur van de landbouw, daar kansen worden geboden de grond zo goed mogelijk te benutten nu overdrachten van grond niet langer worden belemmerd door een vastgelegd algemeen prijsschema. OVER de prijsontwikkeling zeide de minister in het algemeen dat in de westelijke provincies een grotere druk op de prijzen is ontstaan dan in de overige provincies. Deze druk wordt voorna melijk veroorzaakt door niet-agrarische bestemmingen en door bestemming voor tuinbouw. Tevens dat grond vrij van pacht meer in prijs is gestegen dan verpachte grond. De mogelijkheden om de bestem ming meer te richten op de behoefte is hierbij uiteraard ook groter. Voor losse grond is men eerder geneigd meer te betalen dan voor behuisd land, op grond van dezelfde overweging. Van prijsverho gende beïnvloeding door beleggers is niet gebleken. Speculatie dan die wel gericht zal zijn op niet-agrarische bestemmingen dient tegengegaan te worden door doeltreffende planologische maat regelen. DE bewindsman zette uiteen, dat geen maatstaf is te verkrijgen, waaraan de prijsverhoging exact is af te meten. Ie. De grondkamers taxeren niet meer, zodat niet van geval tot geval bekend is, wat de prijs zou zijn geweest bij de tot 1 januari 1963 geldende normen. 2e. De bijzondere bestemmingen die vroeger van geval tot geval geconstateerd werden, zijn bij de Grondkamers niet altijd zonder meer bekend. 3e. De bijzondere persoonlijke omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot afwijkingen, staan evenmin vast (bedrijfsvergroting, verkopen tussen vader en zoon, e.d.). Van een vergaande of onverantwoorde prijsstijging is geen sprake, onder voorbehoud, dat de periode waarin een en ander zich tot nu toe heeft afgespeeld, bepaald wel kort is. De tendentie in de ontwikkeling tekent zich echter reeds vrij duidelijk af. Aldus de minister. Wat de splitsing van bedrijven bij verkoop aangaat; in de overgrote meerderheid van de gevallen wordt het land, voornamelijk het behuisde land, in zijn geheel verkocht. Inderdaad komen ook geval len met splitsing voor, maar in gevallen waarin gedeelten van de grond worden gebruikt voor ver groting van aangrenzende bedrijven, is een dergelijke ontwikkeling juist bevorderlijk voor de ver betering van de structuur van de landbouw. DE minister ontkende, dat de prijsontwikkeling de aankopen van landbouwgrond door de Stich ting Beheer Landbouwgronden ten behoeve van bedrijfsvergroting in ruilverkavelingsgebieden aanzienlijk zou hebben bemoeilijkt. Hoewel de S. B. L. een voorzichtig beleid voert, is zij erin ge slaagd in het eerste kwartaal van 1963 transacties af te sluiten tot een gelijk aantal en op een gelijk prijsniveau als in hetzelfde kwartaal van 1962. Opmerkende, dat in het algemeen gronden met een niet-agrarische bestemming een hoger prijs niveau hebben dan de landbouwgronden, gelooft Minister Marijnen niet, dat de prijsontwikkeling van landbouwgronden een invloed van betekenis heeft op de bouwgrondprijzen en prijzen van gronden met niet-agrarische bestemming In het algemeen. Bij de prijszetting van deze gronden spelen andere factoren een overheersende rol. De Regering overweegt voor de prijsontwik keling van landbouwgronden geen maatregelen. De aanwijzingen, uit de beschikbare gegevens wijzen in de richting, dat de verwachtingen in vervul ling zullen gaan, dat de vryheid, die onder de huidige omstandigheden wordt geboden, heilzaam op de structuur van de landbouw zal werken. Zolang deze omstandigheden niet veranderen, ziet de Regering geen aanleiding op het ingenomen standpunt terug te komen of nadere maat regelen te overwegen. PVENALS op velerlei levensterrein, er ook nog wel een middenweg is bij het beleggen van gelden? Vorige week maakten wij enkele opmerkingen over het verschil tussen aandelen en obligaties. Er zijn nl. diverse soorten aandelen en ook is er nog wel verschil in obligaties. Zonder nu in dit praatje hieraan verder aandacht te willen schenken noemen wij gewone aandelen, preferente aandelen, cumulatief preferente aandelen en ook nog de cumulatief preferente winstdelende aandelen. En naast de gewone obligaties de inkomst-obligaties, de converteerbare obligaties, om meerdere niet te noemen. In deze opsomming ontbreekt echter nog een belangrijke groep, welke bekend zijn als Depotfractie- bewijzen, participatiebewijzen en aandelen in Beleggingsmaatschappijen. Onder deze samenvatting ressorteren vogels van diverse pluimage. Enkele goed bekende willen wij hier noemen. Vrij goed bekend zijn de diverse Holinda's, Robeco en Interunie, terwijl nu in de laatste weken ook nog weer een nieuw beleggingscertificaat is geïntroduceerd, nl. het Algemeen Beleggings Consortium. J\JU bestaan er tussen de diverse genoemde zeer zeker nog allerlei verschillen. Daarover willen wij niet bepaald schrijven, maar wel op enkele algemene karaktertrekken van deze beleggingsvorm wijzen. Twee aspecten treden daarbij zeer speciaal naar voren, nl. de risicospreiding en het sparen. Risicospreiding is zeer belangrijk. Wie een aandeel in een beleggingsmaatschappij koopt, verkrijgt daardoor geen aandeel in een bepaalde onderneming, maar participeert in een groot aantal onder nemingen. De beleggingsmaatschappij koopt een bepaald aantal obligaties en aandelen en eventueel ook onroerende goederen. Deze worden door de beleggingsmaatschappij beheerd en zijn gezamenlijk eigendom van hen die aan de beleggingsmaatschappij deelnemen. Ieder deelnemer verkrijgt dan certificaten soms ook wel anders genoemd) die een bepaald aandeel vormen van het gezamenlijk bezit der beleggingsmaatschappij OP deze wijze worden de goede en kwade kansen der gezamenlijke beleggingen verdeeld over hen die aan de beleggingsmaatschappij deelnemen. Wij kunnen hier dus aantreffen een combinatie van aandelen en obligaties, dus van risicodragend en risicomijdend vermogen. Het is zeer goed mogelijk dat een bepaalde groep effecten, die deel uitmaken van het bezit der be leggingsmaatschappij in waarde dalen, terwijl weerander'e effecten of beleggingen in waarde stijgen. De waarde van het beleggingscertificaat is daardoor van groter stabiliteit dan afzonderlijke effecten oj andere waarden. Zowel de rentabiliteit als de koerswaarde van een beleggingscertificaat vertonen dus een veel geringere schommeling, wat een groot voordeel mag worden genoemd. Het tweede aspect dat zich bij deze beleggingsvorm kan voordoen is het sparen. Diverse van deze beleggingsmaatschappijen openen de gelegenheid om- door een inlage van kleine be dragen per maand, per kwartaal, per halfjaar of per jaar deel te nemen en op deze wijze bezit te vormen Wij noemen dit een groot belang, daar op deze wijze ook de „kleine man" in staat is zich een zeker bezit te verwerven, dat als groot voordeel heeft dat het een grotere waardevastheid heeft dan b.u. een saldo bij een spaarinstelling. Over enkele bijzonderheden van de beleggingsconsortia willen wij t.z.t. nog wel eens enkele opmer kingen maken. MEIJERS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 5