Brouwgerstmarkt en Brouwgerstnieuws
OPRUIMING BIETENKUILEN
343
INGEZONDEN
MASSEY-FERGUSON
VERLENGT GARANTIETERMIJN
TOT 12 MAANDEN
STRUCTUURPLAN „DRIEPROV1NCIENDAM'
VRIJDAG 12 APRIL 1963
WIJ zijn U zeer erkentelijk, meneer de redacteur, dat U ons nogmaals in de gelegenheid wilt stellen
enige opmerkingen te maken over .het artikel van het Cebeco in Uw blad van 29 maart j.l.
- 1. Ons artikel van 22 maart j.l. staat geheel op zichzelf en vormt nergens een onderdeel van. Wij ver
oordeelden een o.i. onjuiste voorlichting en gaven tevens een voorbeeld van goede, objectieve markt-
oriëntering. De opmerking van Cebeco heeft er de schijn van het kernpunt van ons vorig artikel,
nl. de verkeerde voorlichting in „brouwgerstnieuws", te willen omzeilen. Wij hebben gezegd dat het
buitenland een premie wilde betalen voor de Balder. Hoe de schrijver er in 's hemelsnaam toe kon
komen een 'dergelijke betekenis aan ons artikel te geven is pns een raadsel.
2. Wat kan het pogen om aan de Balder een sléchte reputatie te geven voor voordeel opleveren aan enige
Hollandse exporteur? De voorlichting die aan het buitenland wordt verstrekt is objectief, zoals alle
voorlichting die door de handel verstrekt wordt.
3. Er is geen sprake geweest van Nederlandse exporteurs/handelaren die Delta afgeleverd zouden hebben,
terwijl zij Balder verkocht hadden. De term „het regende arbitrages" is dan ook ten enenmale bezijden
de waarheid en sterk overdreven. Het betreft hier arbitrages tussen Duitse handelaars. Nederland
was er niet bij betrokken. De schrijver van bovenbedoeld artikel is óf slecht op de hoogte öf hij
heeft de situatie verkeerd afgeschilderd.
Wat bedoelt de schrijver eigenlijk met „niet bonafide exporteurs"? In welk opzicht zijn zij niet bona
fide en wie zijn het dan wel? De schrijver i& zo vaag.
Wil hij door deze vaagheid zijn eigen zwakte verbergen?
4. In de periode augustus/oktober 1962 werd door de Handel goede brouwgerst voor export verkocht
tegen prijzen waarvoor nu, vijf maanden later, de coöperaties hun grote restant graag zouden \villen
afzetten. Hoe durft men dan in vredesnaam te beweren, dat de Handel gedurende augustus/oktober
tegen afbraakprijzen heeft verkocht? Is hier sprake van jaloezie?
5. Het verwijt dat het gemakkelijk is achteraf een sommetje te maken is niet steekhoudend. Het is nl.
geen sommetje achteraf, doch een kostprijsbegroting vooraf. Een begroting gaat toch altijd vooraf?
Bij aankoop van gerst in augustus/oktober hebben wij onze cliënten/telers deze begroting steeds voor
gehouden. De verkopers zijn tevreden. De houders kunnen de Handel niets verwijten. Dit vinden wij
objectieve voorlichting.
6. Iedere landbouwer weet dat de kiemkracht van granen en zaden na een lange bewaarperiode terug
loopt. Dit is geen sprookje. Het ene jaar is het erger dan het andere, doch het risico blijft. Dat de
coöperaties uitstekend geoutilleerd zijn weet een ieder. Dat Cebeco een groot lichaam is willen wij
heus niet ontkennen. Als de schrijver met deze opmerkingen echter bedoelt dat de Handel de brouw
gerst niet goed kan bewaren of dat de Handel niet vakbekwaam is, dan moeten wij dit toch tegen
spreken. Vakbekwaamheid en „geen bederf van produkten" is voor de Handel een eerste vereiste.
Immers elke fout in dit opzicht kost de handelaar geld en derhalve kan hij ook niet anders dan de
telers objectief voorlichten.
7. Een objectieve toeschouwer ziet duidelijk dat er sprake is van een machtsstrijd, één van de twee
coöperaties heeft getracht in dit eerste seizoen van de E.E.G. een dominerende positie op de brouw
gerstmarkt te gaan innemen. Nu dit niet gelukt is en men de nadelige gevolgen van deze onverant
woorde politiek ontdekt, beweert men een strijd ten gunste van de telers te hebben gevoerd en
probeert men de schuld van het falen op de rug van de zgn. niet bonafide exporteurs te schuiven.
Vanzelfsprekend is de Handel weer de zondebok Het valt ook niet mee om eigen falen te bekennen.
Onzerzijds is dit brouwgerstpraatje besloten. Wij hopen oprecht, mede in het belang van de telers, dat
„Brouwgerstnieuws" in de toekomst objectief zal zijn en ook dat „Brouwgerstmarkt" even objectief zal
blijven als voorheen. Dan zullen wij ons niet meer geroepen voelen één van beide berichten te be
kritiseren.
C. J. M. VAN DAMME CWzn.
Kort gene.
Mijnheer de Redacteur.
NA het lezen van het ingezonden stukje van de
heer Verbiage, meen ik de pen te moeten grij
pen en eens een geluid uit een andere, hoek te moe
ten laten horen.
Ik geloof dat de heer Verhage niet inziet dat hij
tegen zijn eigen belang en dat van anderen in, dit
neerschreef. De verordening op het opruimen der
bietenkuilen is mede door toedoen der landbouwor
ganisaties tot stand gekomen. Ook de heer Ver
hage is lid van 'n landbouworganisatie en heeft dus
zelf bewust of onbewust meegeholpen aan de tot
standkoming van deze verordening.
De datum van 1 mei is veel te laat, omdat «hui
het kwaad door de luizen reeds geschied is. Men
zou dan net zo goed niet meer op kunnen ruimen,
ruimen.
Enige gelijkenis met de stelling van de heer Ver
hage vind ik in het optreden van de Koekoek
rebellen tegen het Landbouwschap. Ook zij veroor
delen hetgeen zij zelf of mede-landbouwers hebben
opgericht.
Het is toch bekend dat het Landbouwschap door
toedoen van de drie landbouworganisaties en drie
landarbeidersbonden bij Koninklijk Besluit van 16
februari 1959 is ingesteld.
Men wilde het Landbouwschap, omdat men van
de overtuiging uitging dat „eendracht macht
maakt."
Ook de niet-agrariërs hebben toch hun vakbonden,
die voor hen op de bres staan bij loongeschillen
e.d. Zij betalen hiervoor toch ook hun contribu
tie Waarom dan bij de landbouw geen vakbond in
de vorm van het Landbouwschap Het Landbouw-
MET ingang van 1 maart 1963 heeft Massey-
lli Ferguson de garantietermijn voor alle land
bouwtrekkers en werktuigen alsmede maaidorsers
en balenpersen verlengd tot 12 maanden, terwijl
op industrie-trekkers en industrietoebehoren de
garantie-termijn is gesteld op 6 maanden.
Vanaf dezelfde datum zal door Massey-Fergu-
son volgens een door de fabriek vastgesteld ta
rief een arbeidsloonvergoeding voor garantie
reparaties worden verstrekt.
schap doet toch dienst als spreekbuis der boeren
tot de overheid Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan
het vaststellen der garantieprijzen, waarbij zij een
flinke vinger in de pap heeft.
Om deze en vele andere activiteiten te kunnen
bekostigen is het toch begrijpelijk dat er heffing be
taald moet worden. Ik geloof dat Koekoek c.s. door
hun optreden getuigen van enorme kortzichtigheid
(of koppigheid).
Meer waardering kan ik opbrengen voor hen, die
protesteren tegen invoeren van een coupeerverbod.
Als men hiertegen is veroordeelt men niet zichzelf,
omdat er uit landbouwkringen niet om verzocht is.
Zij, die het wetsontwerp tot wet maakten, waren
Veelal ondeskundig op dit gebied.
Hopende met dit stukje een fris windje in de be
dorven atmosfeer geblazen te hebben, besluit ik
mijn schrijven met dank aan de Redactie voor de
bereidwilligheid mij deze plaatsruimte toe te ken
nen.
F. VOS.
Koudekerke, april 1963.
Mijnheer de Redakteur,
AAN uw verzoek om eventueel konimentaar to
leveren op het ingezonden stuk van de heer
Van Damme te Kortgene, willen wij nogmaals
gaarne voldoen, ofschoon er echter voor de goede
lezer weinig is toe te voegen aan hetgeen wij in
uw blad van 29 maart j.l. schreven. Slechts hier en
daar willen wij een kanttekening plaatsen ondear
andere n.l. bij het begrip „bonafide exporteurs",
waaronder wij die exporteurs verstaan die al het
mogelijke doen om in de eerste plaats kwaliteit te
leveren en niet «le „kneusjes" die bqv. door het
C. B. K., omdat de kwaliteit afwijkt, geweigerd kun
nen worden. D?t komt nog zeer veel voor en hier
door wordt de Nederlamlse Baldergerst een „qua
lity omnibus" en navenant betaald. Bovendien is
er nog te weinig inzicht in de struktuur van de
brouwgerstmarkt b.v. wanneer exporteurs Neder
landse Baldergerst aanzienlijk beneden de prijzen
van Engelse/Deense Proetor en zelfs beneden
Deense Carlsberg verkopen. Dit betekent, dat «leze
exporteurs geen besef hebben van «le waarde van
het Nederlandse produkt.
WANNEER de geachte inzender zegt «lat één
van «le twee coöperaties getracht h«*ift een
dominerende positie op «1e brouwgerstmarkt in te
nemen, dan vergeet hij daarbij dat de coöperaties
op de exportmarkt van kwaliteitsgerst al jaren
lang een dergelijke positie innemen, maar dal z|j
de laatste jaren de markt van kwaliteitsgerst
«Ireigd zien door enkele beunhazen op het gebied
van èn prijs èn kwaliteit, hetgeen ten slotte ten
laste van de Nederlandse brouwgerstteler komt en'
«laarvoor willen de coöperaties waken. Daarom
geeft «le coöperatie een voorlichting «lie gericht is
op een afzetbeleid in het voordeel van de N«*«4er-
landse boer en niet een voorlichting die parallel
loopt aan het gezegde „het kan vriezen en doo'enf".
Zij schroomt daarbij niet om, wanneer het nodig is,
een duidelijk advies te geven gebaseerd op een
evenzo duidelijke marktanalyse, die regelmatig
aan de ontwikkeling van vraag en aanbod wordt
aangepast. In dit verband willen wü nogmaals
met nadruk wijzen op hetgeen door ons in «Ie
maanden augustus/september èn in december ge
schreven werd. Hieruit blijkt, dat «ioor ons een
duidelijke en juiste voorlichting in het raam van
«le toenmalige omstandigheden is gegeven. Het
zelfde deaen wij öp het gebied van «le tarwe.
CR is géesi sprake van een machtsstrijd evenmin
van verwijt of jalousie. Er is terdege Delta
gerst afgelever«l die als Balder was verkocht ge
tuige «le monsters die op verzoek van bevriende
relaties op raszuiverheid zijn on«ierzocht en de ar-
Iv tra ges die hierover gevoerd zijn. De coöperaties
hebben to«»n hun relaties voor «leze praktijken ge»
waarschuwt! en geadviseerd voortaan bij een des
kundig instituut «le raszuiverheid te laten onder
zoeken. Begrijpt de geachte inzender nu het begrip
„niet bonafide"?
I)e coöperaties leveren in deze en «ie komende
maanden nog grote hoeveelheden brouwgerst af
pP contraeten die vorig najaar werden afgesloten.
Zij zijn niet bevreesd voor een achteruitgang in de
kwaliteit.
Hiermede w illen wij onze korte kanttekening be
sluiten, in het vertrouwen dat de Nederlandse
graanverbouwer weet dat zijn eigen organisatie
steeds «loor zal gaan een markt te behouden voor
«Ie Nederlandse kwaliteitsprodukten. Hierdoor
wordt een objectieve markt voorlichting gegeven,
met een positief geluid.
CEBECO.
Discussie gesloten. Red.
Samenwerking door veertien gemeenten
DE Gedeputeerde Staten der provincie Noord
Brabant, Zuid-Holland en Zeeland hebben
hun goedkeuring gehecht aan besluiten van veer
tien gemeentebesturen tot het betalen van hun
aandeel in het vervaardigen van een structuurplan
voor het gebied, grenzende aan het Haringvliet,
het Hollands Diep, het Volkerak en de Krammer,
zijnde dit gebied direct betrokken bij de conse
quenties van de bouw van de Haringvlietbrug,
Volkerakdam en Grevelingendam.
Die gemeenten zijn: Den Bommel, Bruinisse,
Dinteloord en Prinsenland, Fijnaart en Heiningen,
Klundert, Nieuw Vossem«M*r, Numansdorp, Oolt-
gensplaat, Oude Tonge, Sint Philipsland, Steen
bergen, Willemstad, Zuid-Beijerland en Strijen.
Gelegen in drie provinciën, met een gezamenlijk
inwonertal van plm. 50.000, kennen zij in hoofd
zaak dezelfde structurele problemen. De geza
menlijke gemeentebesturen zijn na onderling be
raad tot het inzicht gekomen, dat de tot standko-
ming van de Grevelingendam en de brug over het
Haringvliet (in 1964) en vervolgens van de Zoom-
weg (1967-69) grote invloed zal uitoefenen Op de
ontwikkeling van het gehele omringende boven
dien door belangrijke scheepvaartwegen doorsne
den gebied.
In aanmerking genomen, dat dit gebied tot dus
verre ten opzichte van andere landsdelen struc
tureel achter is gebleven en reeds uit dien hoofde
bijzondere impulsen behoeft, wordt het, voor het
welslagen van een verantwoorde ontwikkeling, vali
primair belang geacht, dat wordt samengewerkt
tussen de plaatselijke besturen onderling en tus
sen plaatselijke en centrale overheid.
Teneinde daaraan een universele grondslag te
verschaffen werd door alle bovengenoemde ge
meenten besloten gezamenlijk opdracht te ver-p
strekken tot het vervaardigen van een structuur
plan, hewelk bij voorbaat en gemakshalve wordt
genoemd „Structuurplan Drieprovinciëndam".
De opdracht werd inmiddels verstrekt aan de
stedebouwkundige bureaux Professor Wieger
Bruin en Vink te Amsterdam en het Instituut voo*
Stad en Landschap, ir. W. F. Schut te Rotterdam.