De ekonomische aspekten rondom de opslag van landbouwprodukten in kisten 351 VRIJDAG 12 APRIL |N het Zeeuws Landbouwblad van 10 augustus 1962 schrijft de heer G. R. van Bastelaere, medewerker van het I.B.V.L. (Instituut voor bewaring en verwerking van Landbouwprodukten), o.a. het volgende: „Hoewel verscheidene deskundigen van mening zijn dat het drogen en be waren van landbouwprodukten in kisten financieel (nog) niet geheel 'ver antwoord zou zijn, moet worden geconstateerd dat de bewaring in kisten langzaam maar zeker veld wint." Wij vinden het artikel dermate interessant, dat we gaarne enkele punten hieruit aanhalen. Het I.B.V.L. schrijft o.a.: „Bij het bewaren in luchtgekoelde cellen in een normale bewaarplaats is de laagdikte ca. 3,50 m. In kisten slechts 1,10 m. De kans op drukplekken wordt hierdoor kleiner, wat onder meer van groot belang is voor de (export)kwaliteit. Bij het bewaren in vellen is de temperatuur van de bovenlaag doorgaans iets hoger dan die van de lager gelegen aardappelen. In kisten kunnen de bovenste aardappelen even koud bewaard worden dan de onderste (minder spruitvorming) Bij kistenbewaring wordt geen enkele aardappel meer geventileerd dan strikt nodig is, waardoor de gewichtsverliezen door uitdroging tot een minimum beperkt kunnen blijven. Als gevolg van de geringe laagdikte bedraagt de luchtweerstand geen 12 of 15 mm, doch slechts 2 a 3 mm W.K. Dit heeft tot gevolg dat de ventilatoren bij gelijk blijvend krachtverbruik meer lucht geven." Dit laatste betekent: het produkt sneller drogen en/of koelen, hetwelk de kwaliteit ongetwijfeld ten goede komt. Nogmaals het I.B.V.L.: „Op deze plaats zij er nog eens duidelijk op gewezen, dat het hier beschreven systeem een nieuw ontwerp is. Desondanks kan deze methode zonder meer voor het bewaren van aardappelen worden toegepast." "\A7"E gaan met de hier gedane uitspraak geheel akkoord. Alleen willen wij er op wijzen dat het in dit artikel beschreven luchtsysteem vrtf sterk afwijkt van het door de heer Balkenende weergegeven syteem, dat in de praktijk bewezen heeft zeer goed te voldoen. Wanneer we het voorgaande zouden samenvatten, dan zou dit zeer kort kunnen zijn, nl. „bewaring van landbouwprodukten in geventileerde kisten geeft alleen maar pluspunten." Naast het financieel-economisch aspect komt bij de opslag van landbouwprodukten de factor arbeid en de kwaliteit van het af te leveren produkt om de hoek te kijken. Door de heer Balkenende is de te volgen werkwijze en het meer technisch gedeelte voldoende belicht. DE FINANCIËLE CONSEQUENTIES "CEN belangrijke factor hebben we nog niet besproken, nl. wat de financiële consequenties zijn. Deze vraag stellen is gemakkelijker dan haar te beantwoorden. Toch willen we trachten aan de hand van de ons ter beschikking staande gegevens hierop een antwoord te geven. We zullen dan uitgaan van een paar objecten die zeer waarschijnlijk binnenkort gerealiseerd zullen worden. Ter vergelijking nemen wij een traditioneel object dat kort geleden in gebruik genomen is. Een traditioneel gebouwde coöperatieve bewaarplaats met een inhoud van circa 1500 ton aardappelen, verdeeld over 30 cellen en een middenpad yan 18 m, heeft in 1962 f 430.000,aan bouw- en inrich tingskosten gevraagd. Het architectenloon, grondkosten en transportmiddelen zijn hierbij niet inbegrepen. Rekenen we met 5 verhoogde bouwkosten voor 1963, dan komt dit object thans op 450.000, Wordt het middenpad teruggebracht tot een breedte die minimaal gewenst is bij het los aanvoeren van het produkt, dan zullen de bouwkosten circa 30.000,lager komen te liggen. De bouwkosten bedragen dan per kg aardappelen 28 cent. WELK BEDRAG MOET GEÏNVESTEERD WORDEN ALS TOT KISTENOPSLAG BESLOTEN WORDT? ZOALS door de heer Balkenende is beschreven, kan het gebouw constructief eenvoudiger zijn dan bij traditionele opslag. De isolatie en het beluchtingssysteem moeten uiteraard aan de hoogste eisen voldoen. Voor een gebouw met een afmeting buitenwerks van 48,5 x 26,5 m, een muurplaathoogte van 5,5 m en een netto inhoud van 1300 ton 2000 kisten aardappelen, zijn de totale kosten begroot op 330.000,exclusief de kosten aan architecten, grond en interne transportmiddelen. Per kg te bewaren aardappelen komt dit op 25-26 cent. Het tweede plan andere architect voor een opslag van 1500 ton aardappelen is begroot op 25 cent per kg. De aandachtige lezer zal ongetwijfeld opmerken dat hier over een begroting wordt gesproken, met andere woorden: dat het dus geen reële cijfers zijn. Dit in tegenstelling tot het traditionele gebouw. Ten dele is dit juist. Een derde van het totale bedrag, nl. het gebouw, is een begrotingscijfer, doch de rest of 2/3 is gebaseerd op de werkelijke kosten. INTERN TRANSPORT EEN volgend punt dat de aandacht vraagt, is het „intern transport" (zie ook artikel van de heer Balkenende). Gaan we er van uit dat het vullen en ledigen van de cellen en later het transport naar de sorteer- machine zo weinig mogelijk arbeidskrachten met zich moet brengen, dan is dit technisch gemakkelijk op te lossen. De investering is dan echter zeer aanzienlijk. Voor een traditionele bewaarplaats van b.v. 1500 ton zal die op 40.000 tot 50.000,komen. Hierbij wordt er dan van uitgegaan dat meer wagens gelijktijdig kunnen lossen en dat het produkt via ondergrondse transportmiddelen naar de centraal opgestelde sor- teermachine gebracht wordt. Dergelijke installaties zijn in het consulentschap voor de Zeeuwse eilanden te zien. Bij een kistenbewaring ligt het vullen van de kisten en het verdere intern transport eenvoudiger. Wordt het produkt aangevoerd met z.g. loswagens met dwarsafvoerbandje, dan zal het nodig zijn dat het einde van dit bandje iets naar boven verstelt kan worden. Bij aanvoer met wagens zonder dwars- afvoer zullen een of meer transportbandjes beschikbaar moeten zijn. Bij in zakken aangevoerd produkt brengt het vullen van de kisten geen problemen mee. Voor het verplaatsen van de kisten is een vork heftruck noodzakelijk en voor het ledigen een z.g. „kantelaar". Een bijkomstig voordeel van een vorkheftruck is nog dat met z.g. „pallets" gewerkt kan worden, het geen verder verwerken van zakken e.d. aanzienlijk gemakkelijker maakt. De totale investering wordt begroot op 35.000,tot 40.000, Voorzichtigheidshalve zou gezegd kunnen worden dat in beide objecten de investering aan hulpmiddelen ongeveer gelijk ligt. De benodigde arbeidskrachten zyn bij het werken met kisten echter te reduceren tot één man, nl. de chauffeur van de vorkheftruck.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 21