op het Zeeuwse Landbouwbedrijf 307 VRIJDAG 6 APRIL 1963 besparing van 200 manuren per ha. Na ontsmetting met thiram tegen kiemschimmels dient zaad be stemd voor zaaiuien, behandeld te worden tegen, de uievlieg. Hiervoor gebruikt men per kg zaad 100 gram dieldrin 50 °/o. Bij de teelt van plant uitjes le jaar, zilveruien en uienzaad met een lagere kiemkracht wordt het perceel voordat de laatste grondbewerking voor het zaaien heeft plaats ge had, bespoten met 10 1. aldrin of heptachloor 26 per ha. Voorkomen is hier de enige bestrijdingsmoge- lijkheid. Bij de chemische onkruidbestrijding moet on derscheid worden gemaakt tussen aanwending vóór en na opkomst. Toepassing hiervan geeft een grote arbeidsbesparing. Voor opkomst kunnen de midde len TriPE, AAxantyl of Reglone gebruikt worden. Het gebruik van zwavelzuur is van weinig beteke nis meer en PCP in olie is voor dit doel minder geschikt. TriPE en AAxantyl kunnen tot 3 dagen en Reglone tot 1 dag voor opkomst aangewend worden. Om het juiste tijdstip van opkomst te bepalen, is regelmatige controle gewenst. Spuiten op droge on kruiden en droge grond geeft de beste resultaten. De lichtintensiteit is van gfoot belang voor de wer king van Reglone. Dit middel moet niet tegen de avond worden gespoten. Overdosering en over waaien naar belendende percelen moet voorkomen worden. Na opkomst wordt chloor-IPC gebruikt. Het moet aangewend worden op onkruidvrije en voch tige grond. De beste resultaten worden behaald wanneer voor opkomst een chemische onkruidbe strijding heeft plaats gevonden. Direct na het planten van plant- en zaaduien kan ook chloor-IPC gespoten worden. Wegens kans op schade o.a. in vlas en augurken, moet chloor-IPC niet binnen 200 m van deze ge wassen worden toegepast. Schade is zelfs voorge komen op een afstand van 300 m. De bespuiting van verschillende middelen na opkomst en de mogelijk heden zullen dit jaar hoofdzakelijk in de maand mei plaats vinden, zodat hierop later wordt terug gekomen. Beperk de stikstofbemesting, maar strooi ruim kali op het uiengewas. De opbrengst en de kwaliteit worden hierdoor gunstig beïnvloed. AARDAPPELEN met goed resultaat aardappelen mechanisch te oogsten, moet aan de grondbewerking, het poten en de verzorging veel aandacht besteed wor den. Bij een goede teelttechniek is het mogelijk om op de zwaarste gronden de aardappelteelt volgens nieuwe methoden toe te passen. Hoewel in een vorig artikel de teelt reeds is beschreven, zullen we en kele punten behandelen. De grondbewerking dient plaats te vinden op voldoende droge grond op een diepte van 10 a 12 cm. Een goed verkruimeld, ge lijkmatig, diep, los en vlakliggend plantbed is nood zakelijk. De kromtandegge met korte tanden en de duizendpootegge zijn hiervoor geschikte werktuigen. Ook met de boxereg kunnen goede resultaten wor den behaald. Het poten volgt zo vlug mogelijk na de grond bewerking. Uitdroging van de grond remt de ont wikkeling en moet dus voorkomen worden. De pootdiepte is goed als de bovenkant van de poter gelijk ligt met het grondoppervlak. Enige centimeters losse grond onder de poter is gewenst. Op gronden die bij het rooien minder bezwaren op leveren kan iets dieper gepoot worden. De pootmachine moet goed afgesteld zijn. Ge lijke diepte-afstelling bij meerrijige machines is zeer belangrijk De vorentrekkers mogen geen geul tjes door de vaste ondergrond trekken. Er dient niet gepoot te worden op de trekkersporen. Bij on derstaande spoorbreedte wordt dit voorkomen. 2- en 4-rijige pootmachine 3-rijige pootmachine Rij en- afstand 66 cm 75 cm 66 cm 75 cm Spoor breedte 1.32 m 1.50 m 1.98 m 2.25 m Vergroting van de rijenafstand naar 75 cm is voor de mechanisatie van de aardappelteelt zeer aantrekkelijk en als hetzelfde plantenaantal wordt gehandhaafd, wordt de opbrengst niet lager. Voor het opbouwen van de ruggen en een kleiner per centage groene knollen, is het verruimen van de rijenafstand zeer gunstig. De bewerkingen voor het vormen van de rug dienen grotendeels voor de opkomst van het gewas plaats te vinden. Afhankelijk van de grondsoort zijn een vijftal bewerkingen met schoffels of Flier-egjes nodig. In de voor moet altijd enige losse grond liggen. Door deze bewerkingen is het zeer goed mogelijk, zoals de praktijk heeft bewezen, om een kluitvrije aard appelrug te vormen. Ook worden hiervoor wel rij en- frezen gebruikt. De resultaten hangen sterk af van de weersomstandigheden. De fijne losse grond kan bij veel regen afspoelen (groene knollen) en op zware grond sterk verdichtend gaan optreden. BIETEN BIJ toepassing van precisiezaaimachine en de bietendunner worden hoge eisen gesteld aan het zaaibed. Ook hierbij moet het zaaibed ondiep losgemaakt en voldoende fijn zijn en tevens goed vlak liggen. Goede werktuigen hiervoor zijn de duizendpootegge, kromtandegge, tandensleep, on- kruidegge en cambridgerol. De eggen met korte tanden zijn hiervoor bij uitstek geschikt. Op alle grondsoorten kan men met een of meer werktuigen een goed zaaibed vormen. Het aantal bewerkingen moet zo klein mogelijk zjjn en combinatie moet worden nagestreefd. Zaaien zo spoedig mogelijk na de grondbewerking geeft minder risico. Bij zaaien door collega's of loonwerkers dienen goede afspraken te worden gemaakt. De afstand in de rij moet voor machinaal dunnen 4 a 5 cm zijn en voor normaal handwerk 5 a 6 cm. Een grotere afstand geeft kans op een onregelmatige stand."De rijsnelheid moet niet hoger zijn dan 3V2 km per uur en bij het zaaien moet de bovengrond droog zijn om aanladen te voorkomen. Ook met normale zaaimachines kunnen met 5 a 8 kg mono- -germzaad goede resultaten bereikt worden. Deze methode wordt alleen toegepast als het dunnen in handwerk uitgevoerd wordt. Gebruik van dit zaad kan ook een grote arbeidsbesparing geven. De chemische onkruidbestrijding staat in het middelpunt van de belangstelling. Naast de reeds jaren bestaande kortwerkende middelen zijn er ook langwerkende. Met de kortwerkende middelen TriPE en AAxantyl zijn voor opkomst op reeds bovenstaand onkruid, goede resultaten te behalen. De toepassing is reeds eerder beschreven. Het is opvallend dat deze middelen in bieten niet méér toegepast worden. Het al of niet toepassen van een chemische on kruidbestrijding is afhankelijk van de gehele be drijfsvoering en of een bespuiting verantwoord is, is niet gemakkelijk te zeggen. Bovendien zijn de resultaten sterk afhankelijk van de grond en van de weersomstandigheden tijdens en na de toepas sing. Dit voorjaar kan een bespuiting echter vlugger verantwoord zijn in verband met een te verwach ten arbeidstop. Immers de voorjaarswerkzaamheden moeten in een korte periode verricht worden. Het langewerkende middel Prebetox doodt uit stekend kamille en tuintjesgras. Tegen melde en muur werkt het minder goed. Het wordt direct na het zaaien gespoten. De concentratie is afhankelijk van de zwaarte van de grond. De middelen op basis van endothal IPC zijn Bisana en Tribetol. Door deze middelen worden muur en duist beter bestreden De prijs van deze middelen is hoog en ze zijn r tisch alleen bij rijenbespuiting verantwoord. Be l Jon en Trixabon bestaan uit een mengsel van OMU/BiPC DMXD. Aabitoxan bestaat uit OMU/BiPC DEXD Deze middelen worden 2a 3 dagen voor opkomst toegepast. Door het aanwezige DMXD en DEXD wordt het aanwezige onkruid op het moment van spuiten gedood. Het langwerkende deel geeft een zekere nawerking. De ervaringen met deze middelen zijn vrij gun stig. Het risico bestaat dat er, wanneer er enkele dagen vóór opkomst regen valt, niet meer gespoten kan worden, terwijl voor de nawerking de grond niet te sterk mag uitdrogen. Bij alle middelen kan enige groeiremming optreden. Ook mechanisch kan in bieten het onkruid be streden worden, n.l. met een onkruidegge. Een week voor opkomst en voor en na het dunnen kan veel kiemend onkruid worden bestreden. Deze bewerking moet echter niet kort voor en tijdens de opkomst worden toegepast. In de praktijk wordt van deze bewerking nog te weinig gebruik gemaakt. Bij het machinaal dunnen wordt direct na opkomst gewerkt met de verende pennen. Af hankelijk van de stand van het gewas wordt daar na gewerkt met mesjes en/of pennen. Bij een regel matige stand zijn meer bewerkingen mogelijk en uit een oogpunt van onkruidbestrijding nood zakelijk. Voordat met het dunnen wordt begonnen, moeten de bieten bevattende duimen (b.b.d.) worden vast gesteld. Het gebruik van deze machine geeft een besparing en een arbeidsspreiding. Door het toepassen van de arbeidsextensieve teeltwijze kan ook bij minder personeel de opper vlakte bieten gehandhaafd blijven. TREKKERBEVEILIGING NU de tijd van voorjaarsbëwerkingen is aange broken, is het noodzakelijk om aandacht te schenken aan de trekkerbeveiliging. Immers ieder jaar gebeuren er ongelukken met dodelijke afloop bij het achteroverslaan van trekkers. Door eenvoudige en goedkope steigerbegrenzers kan veel onheil worden voorkomen. De prijs van een goede steigerbegrenzer speelt geen rol tegenover de waarde van een mensenleven. Bezit u geen trek kerbeveiliging, schaf die dan zo spoedig mogelijk aan BEWEIDING EN BEMESTING TANNEER de N-bemesting nog niet is gegeven, wordt het nu de hoogste tijd. Voor beweiding geeft men 40 kg N/ha, voor hooien 70-100 kg zuivere N/ha. Bij inkuilen wordt niet beneden 100 kg N per ha gegaan. Moet het gras ingekuild worden door middel van maaikneuzen, dan is een tijdige afspraak maken met de loonwerker gewenst. Een góede vee bezetting is 1 stuks grootvee per 40 are; de per ceelsindeling is max. 5 are per stuks grootvee. Voor een goede graslandexploitatie is regelmatig om- weiden en bemesten naast een goede verzorging noodzakelijk. Door aan melkvee vanaf enkele dagen voor de inschaardatum tot 4 weken hierna magnesium- houdende koekjes te voeren, wordt het gevaar van kopziekte kleiner. Er moet gestreefd worden naar een geleidelijke overgang. Bijvoeren van hooi, pulp en eiwit- en kaliarme produkten (geen voederbieten) bevordert de overgang. De elektrische weide-af rastering dient elk jaar door een deskundige ge controleerd te worden. Is dit nog niet gebeurd, laat het dan zo spoedig mogelijk doen, \frant het is wettelijk verplicht. Vorig jaar kwam er op ver schillende percelen emeltenschade voor. Op deze percelen kan dit ook nu weer verwacht worden. Controle op het optreden van emelten is moge lijk door een stukje zode van 10 x 10 cm in een zoutoplossing te leggen (1 kg keukenzout oplossen in 5 liter water). Op 10 tot 15 plaatsen per perceel worden deze onderzoekingen verricht. Bij gemiddeld meer dan één emelt per stukje zode kan schade worden verwacht en moet een bestrijding worden uitgevoerd met 25 kg zemelen gemengd met: 1. Lindaan 25 0.6 1. of enkele middelen op lin- daanbasis b.v. AAmeltex vloeibaar, Hexamelt, Vetira, emelt vloeibaar. 2. Heptachloor 25 1. 3. Dieldrin 25 0.6 1. Bij gebruik van lindaan niet eerder beweiden dan 14 dagen na toepassing. Voor heptachloor en dieldrin is dit resp. 4 en 6 weken. Lindaan verdient dan ook de voorkeur. Behandeling vindt plaats tegen de avond wanneer een zachte nacht wordt verwacht OPRUIMEN VOEDERBIETEN EN AARDAPPELAFVALHOPEN Voederbieten dienen na 13 april ontdaan te zijn van spuiten Zijn de bieten nog niet gekopt, doe het dan zo spoedig mogelijk. De koppen moeten dan eerst vervoederd worden. Ook is het noodzakelijk om op aardappel afval hopen het uitlopen van de knollen te voorkomeb. Immers, aardappelafvalhopen zijn infectiebronne» voor de aardappelziekte. Door vroegtijdige ver nietiging worden verliezen en kosten voorkomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 11