Het bedrijf van 25 ha in het Z.
DE TOEKOMST - EENMANSBEDF
286
7F F f\v 5 t n o r w
Enige tijd geleden verscheen een rapport over
de verschillende exploitatiemogelijkheden van het
50 ha grootte akkerbouwbedrijf. Nu heeft de werk
groep van de Rijkslandbouweonsulentschappen te
Axel, Dordrecht, Goes en Zevenbergen het bedrijf
van 25 ha oppervlakte onder de loupe genomen. In
dit zeer uitvoerige rapport is een toekomstvisie tot
stand gekomen, waarin een aantal mogelijkheden
zijn aangegeven, hoe een bedrijf van deze grootte
klasse zou kunnen reageren op de in de toekomst
te verwachten verschuivingen tussen de produktie-
factoren arbeid en kapitaal onderling.
>Ien heeft zich deze keer niet beperkt tot liet
zuivere akkerbouwbedrijf maar ook de rundvee
houderij in de berekeningen betrokken. Daar het
aantal exploitatiemogelijkheden hierdoor groter is
geworden werden in dit rapport een zestal bedrijfs
typen uitgewerkt. Uiteraard zijn er meer mogelijk
heden dan deze zes uitgewerkte typen. Voor de
overzichtelijkheid van het rapport heeft men ge
meend hiermede te moeten volstaan.
DIJ het opstellen van dit rapport kregen de samenstellers voor het eerst
te maken met de problemen van het éénmansbedrijf. Liefst 4 van de
zes opgenomen begrotingen zijn op deze éénmansbezetting gebaseerd Hoe
wel in de praktijk nog praktisch geen bedrijven van 25 ha voorkomen, waai
de boer de enige werkkracht is menen de samenstellers nadrukkelijk deze
mogelijkheid voor de toekomst te moeten aangeven. Door de steeds moeilijker
wordende arbeidsvoorziening en stijgende lonen zal naar hun mening deze
bedrijfsvorm op ruimere schaal toepassing (moeten) vinden. Het is dan ook
nuttig, om zich nü reeds van te voren op de problemen, die deze éénmans
bezetting met zich mee brengt, te bezinnen. De werkgroep is ervan over
tuigd dat de aangegeven bedrijfstypen in de praktijk realiseerbaar zijn.
UET rapport gaat uit van een aantal uitgangspunten. Deze hier uitvoerig
te vermelden is ons niet mogelijk. Evenmin kan dit met het overgrote
deel van het rapport van 39 pagina's met de vele uitvoerige bijlagen. Het onder
staande wil dus niet meer zijn dan enkele grepen uit deze publikatie. Belang
stellenden zouden wij adviseren een exemplaar bij de R. L. V. D. aan te vra
gen.
Men Is ervan uitgegaan, dat binnenkort geen losse landarl>eiders meer
beschikbaar zullen zijn. Al het werk zal door de eigen vaste arbeidskern
moeten worden uitgevoerd. Naast de rentabiliteitsbegroting is van elk be
drijfstype dan ook een arbeidsbegroting opgenomen. Door onderlinge verge
lijking kan daardoor worden vastgesteld in welke mate de arbeidskern wordt
belast. Wat betreft het bodemverbrujk werden de mogelijkheden van het
volledige akkerbouwbedrijf, het gemengde type en ter oriëntatie het volledig
graslandbedrijf opgenomen.
BOUWPLAN
UET bouwplan van de verschillende bedrijfstypen zoals deze in het verslag
11 nader zijn uitgewerkt is als volgt opgesteld.
Bouwplan in ha
Gewas
Bedrijf
A
B
C
D
E
F
Wintertarwe
7.50
8.34
4.—
2.50
4.24
Zomergerst
1.25
4.24
Erwten
4.17
-
Vlas
4.17
4—
1.25
2.12
Graszaad
2.09
4—
Aardappelen
7.50
4—
2.50
2.12
Suikerbieten
5.
4.17
4—
2.50
2.12
Uien
2.50
2.50
Luzerne
2.08
1225
2.12
M»
Spinazie -f- stamslabonen
2.50
Snrjmais
1.25
Grasland
5—
10—
8.04
25—
Totale oppervlakte
25—
25.02
25—
25—
25—
25—
Vervolgens wordt in het verslag voor elk van deze bedrijfstypen een ge
specificeerde begroting van kosten en opbrengsten gegeven, aangevuld met
algemene bijzonderheden over arbeid en trekkracht zowel in tabellen als in
grafieken weergegeven. Daarnaast wordt per bedrijfstype de vruchtopvolging
en organische stikstofvoorziening uitvoerig behandeld. Als derde punt voor
de veehouderijbedrijven de veebezetting, voederwinning en -behoefte enz.
KOSTEN, OPBRENGSTEN, NETTO-OVERSCHOT
VOMEND tot een vergelijking van de behandelde bedrijfstypen worden in
de hierna volgende tabel enkele kengetallen naast elkaar gezet.
Bedrijfstype
A
B
C
D
E
F
2 man
1 man
1 man
2 man
1 man
1 man
zuiver
zuiver
20 ha
15 ha
17 ha
zuiver
akker
akker
akker
akker
akker
gras
bouw
bouw
bouw
bouw
bouw
land
5 ha
10 ha
8 ha
30
grasland grasland grasland
koeien
met
22
12
kengetallen
mestvee
koeien
koeien
Gem. bruto opbrengst
in gld per ha
2547
1649
2020
2568
1806
1853
Gem. toegerekende
kosten in gld per ha
1147
604
984
1144
703
806
Gem. saldo in gld
per ha
1400
1045
1036
1424
1103
1047
Gerh. niet toegerekende
kosten in gld per ha
1205
849
927
1320
961
909
Netto-overschot in
gld per ha
195
196
109
104
142
138
Totale kosten in
gld per ha
2352
1453
1911
2464
1664
1715
Gem. saldo akkerbouw
gewassen in gld per ha
1400
1045
1168
1417
1040
Saldo voedergewassen
in gld per ha
509
1431
1237
1047
Arbeidsinkomen
van de boer
12387
12405
10236
10099
11061
10940
Aantal arbeidsuren
per bedrijf
2512
1327
1894
3862
2090
2732
Arbeidsinkomen p. uur
7.91
9,35
5,40
4,56
5,29
4,—
Bij een vergelijking van deze kengetallen tussen de bedrijven onderling,
trekken enkele punten de aandacht:
Het tweemans zuivere akkerbouwbedrijf (A) en het éénmansbedrijf van
dit zelfde type (B) hebben een even hoog netto-overschot. De kosten van de
tweede man kunnen bij een loonpeil van 7500,dus nog net worden goed
gemaakt door een zo sterk mogelijke intensivering van het bouwplan. Wan
neer de intensiteit om bepaalde redenen niet zo sterk kan worden opgevoerd,
zal het tweemans akkerbouwbedrijf minder winstgevend zijn dan het één
mansbedrijf.
Het éénmans gemengde bedrijf met mestvee (C) geeft een lager netto
overschot te zien dan het éénmans zuivere akker bouwbedrijf (B). De slechte
resultaten van de mestveehouderij maken het niet aantrekkelijk om grond,
die geschikt is voor het telen van akkerbouwgewassen te bestemmen voor
het houden van mestvee.
Het éénmans gemengde bedrijf met melkveehouderij CE) geeft een hoger
netto-overschot te zien dan het gemengde bedrijf met melkvee waarop twee
man werken (D).
De intensievere exploitatie van zowel het grasland als het bouwland kun
nen dus de kosten van de tweede man op bedrijf D niet goedmaken.
Het éénmans gemengde bedrijf met melkvee (E) behaalt ook een.hogere
winst dan het éénmans gemengde bedrijf met mestvee (C). Het saldo per ha
voedergewas op bedrijf E, waar gemolken wordt ligt belangrijk hoger dan
dat op het mestveebedrijf.
De bedrijfswinst op het volledige graslandbedrijf met één man (F) komt
overeen met die van het éénmans gemengde bedrijf met melkkoeien (E).
Het arbeidsinkomen van de boer ligt het hoogst op de akkerbouwbedrij
ven. Wanneer hierbij in aanmerking genomen wordt dat zuivere akkerbouw
bedrijven minder arbeidsuren vragen dan bedrijven met rundvee, dan betekent
dit, dat het arbeidsinkomen per arbeidsuur op deze laatste bedrijven veel
lager ligt dan op de akkerbouwbedrijven.