Wist L dat
HET IS HOG NIET TE LAAT!
THOWiAS§¥iEEL óók in het voorjaar!
201
Actuele punten rond de aardappelteelt in het voorjaar
Vkt E.\ VLEES
Positie bepalen en
keur kritiek
NU NOG HEEL GOED
THOMASÜEEL STROOIEN
VB IJ DAG 2 2 MAART 1963
(Vervolg van le pag.)
De diepte van poten is mede afhankelijk van de
grond. De poters zullen in ieder geval in de losse
grond moeten liggen.
Dikwijls staan de vorentrekkers te diep waar
door in de vaste ondergrond een geultje wordt ge
trokken waarin de poters terecht komen.
Dit geeft bij het rooien veel moeilijkheden, o.a.
aanleiding tot beschadiging en veel kapaciteitsver-
lies.
Gewenst is om niet op de trekkersporen te po
ten. Door aanpassing van de spoorbreedte van de
trekker is dit te bereiken.
2 en 4-rijige pootmachine
3-rijige pootmachine
ryenafst.
66 cm
75 cm
66 cm
75 cm
spoorbr.
1.32 m
1.50 m
1.98 m
2.25 m
DE varkensmarkt is vrij stabiel tegenwoordig.
Sinds veertien dagen terug is het prijspeil
weer hersteld met een cent of zes. De Utrechtse
beurs liep zodoende tot ƒ2,27 per kg geslacht ge
wicht. Onbevredigend is dit niet vooral niet wan
neer men de notering van precies een jaar terug
vergelijkt met nu. Dit is een verschil van 17 a 18
ct per kg.
Nu lijkt dit meer dan het is want de voederkos-
ten zijn intussen niet onbelangrijk gestegen. Iedere
gulden hogere voederkosten per 100 kg voeder
maakt per kg geslacht gewicht ca. 4 ct uit. Wan
neer we stellen mogen dat het eiwitrijk varkens-
meel 2,50 duurder is, dienen we dus 10 ct van het
verschil af te trekken, waardoor het gunstige ver
schil wat de notering betreft wel iets anders wordt,
ongeacht het hoger voederverbruik per kg wat
plaats vindt vanwege de strenge winter.
DE VAK KENSMESTERS
V ATTEN WEER MOED
DE winter is vergangen, het voorjaar is in zicht.
Dit geeft de boer weer moed blijkbaar want
de biggen zijn in veertien dagen tijd ongeveer 15
duurder geworden. Men krijgt wel eens de indruk
dat een en ander veelal gevoelsmatig verloopt en
men wel eens onvoldoende in de berekening van
de mesterij betrekt dat iedere gulden op een big
ca. 1,1 ct per kg geslacht gewicht uitmaakt, 15
is derhalve zo maar 17 ct per kg gesl. gew.
In ieder geval zullen de fokkers wel weer moed
vatten en de zeugen ook weer moed in gaan spre
ken zodat het aantal dekkingen, die de heer Joh.
de Veer de vorige keer wat aan de lage kant vond
wel weer wat omhoog zullen gaan. Of het allemaal
winst zal zijn dienen we zoals altijd maar weer af
te wachten. Zeker is intussen dat de voederkosten
zodanig gestegen zijn dat er eigenlijk een dubbel
tje extra boVen water móet komen willen we niet
achterop geraken.
HOOP OP HET VOORJAAR?
WE hebben gelukkig een droge dooi gehad. Het
land ziet er al weer beter uit, de greppels zijn
schoon. Maar er is nog veel te veel vee. Er is vol
gens de telling zelfs nog meer vee dan men dacht.
We moeten nog zien of we met minder vee in het
land gaan dan vorig jaar. In ieder geval wordt het
water weer weggemalen, en is er weer hoop op
een betere tijd na de winter die achter ons ligt en
waar nog velen mee aan het worstelen zijn, speci
aal in de lage gebieden. Het ziet er nog niet naar
uit dat het aanbod van slachtkoeien krap gaat wor
den. Al lopen de prijzen een heel klein beetje op
dan wil dit nog niet zeggen dat we binnenkort uit
de narigheid zijn. We zitten in alle klassen altijd
nog 40 ct onder het prijspeil van vorig jaar. Er
moet nog heel wat veranderen voordat we van
goede prijzen kunnen spreken. Zij die nog voer
hebben zuilen nu nog een gokje kunnen doen want
er staat nog geen gras in het land. Verwacht wordt
dat het aanbod van slachtvee in een groot deel van
Europa krap zal worden wanneer het vee in de
weide loopt.
NUCHTERE KALVEREN VOOR ITALIË
DE kalveren zullen wel een dag of veertien oud
moeten zijn voordat ze voor export geschikt
zulleh zijn. Wat is n.l. het geval: Italië wil weer
wat van deze kalveren toelaten. Vorig jaar voelden
wij hier niet voor toen waren de nuchtere kalveren
duur. Nu ligt dit wel even anders vandaar dat het
bestuur van het PVV ermee accoord ging om ex
port vergunningen voor jonge kalveren af te ge
ven die naar Italië gaan. Uit alle E. E. G.-landen zal
Italië er voorlopig niet meer dan 10.000 toelaten.
Deze kalfjes zullen per vliegtuig vervoerd moeten
worden. Er komen dus nog al wat kosten op. In
ieder geval willen wij die kalfjes wel kwijt want
men weet ze toch niet geslacht en niet gebeend te
krijgen. Het is nog geen voorjaar in de polder al
is het ijs bijna uit de sloten.
D.
Steeds meer worden volautomatische pootma-
chines gebruikt. Voor normale konsumptiegewas-
sen bieden deze machines uit een oogpunt van ka-
paciteit en arbeidsbesparing het meeste perspek-
tief. Het afbreken van spruiten bij goed voor-
gekiemde poters blijkt veelal mee te vallen.
Voor bepaalde bedrijven (b.v. pootgoedtelers)
kunnen andere motieven aanleiding zijn tot het
prefereren van halfautomatische machines.
Belangrijk is dat, vooral op zwaardere grond,
onmiddellijk na het poten met de opbouw van de
ruggen en de verkruimeling van de grond wordt
begonnen. De kluiten dus niet eerst hard laten
worden.
DE RIJENAFSTAND
IN verband met de steeds verdergaande mecha
nisatie bij de teelt en de vele aspekten die
hiermee gepaard gaan, zijn verschillende bedrijven
er toe overgegaan om de rijenafstand te vergroten
tot 75 cm. Aanvankelijk min of meer schoorvoe
tend, doch naarmate de ervaring daarmee groter
wordt, neemt het entoesiasme toe.
Door vergroting van de rijena«fstand naar 75 cm
is gebleken dat:
de opbrengst niet lager werd, indien hetzelfde
aantal planten wordt gehandhaafd als bij ca.
65 cm rijenafstand
de sortering gunstig werd beïnvloed;
de ontwikkelingssnelheid van het gewas gelijk
is;
meer grond beschikbaar is voor het opbouwen
van de ruggen; in kombinatie met ondiep po
ten is dit belangrijk;
het percentage groene knollen vermindert door
betere bedekking;
het aantal werkgangen vermindert, zowel bij
het poten, de verzorging als het oogsten.
Samenvattend kan worden gezegd dat op nor
male kleigrond een rijenafstand van 75 cm om
verschillende redenen zeer aantrekkelijk is.
Praktische bezwaren zijn er voor aardappelen
niet aan verbonden of liet zou moeten zijn dat
de aanaarders vervangen moeten worden door
breder werkende typen. Voor gemakkelijk wer
ken met wiedmacliines, trekkers (spoorbreedte)
en andere werktuigen is het zeer gewenst om te
normaliseren op 12,5 em.
R;l. V. D. Goes. J. T. ANDRINGA.
1 N de laatste weken veel gesproken wordt over ons landbouwcrediet Eén van de voornaamste oor-
1 zaken daartoe is de stijging van de grondprijzen sedert 1 januari 1963 vanaf welke datum de Wet
Vervreemding Landbouwgronden buiten werking is gesteld. Echter ook reeds voor deze datum stond het
vraagstuk van het landbouwcrediet in het middelpunt der belangstelling.
In verband met enkele mij gestelde vragen wil ik hierover enkele opmerkingen maken.
Een lezer vraagt me, wat ik denk van de betekenis van de gestegen grondprijzen te dezer zake.
Ik wil hierover enkele opmerkingen maken.
Men hoort wel de opmerking maken dat door de hogere grondprijs de credietmogelijkheid is ver-
ruimd. De redenering die men daarbij volgt is eenvoudig, maar meermalen al te simplistisch en onjuist.
Men redeneert als volgt: De ivaarde van de grond is gestegen en dus ook de waarde ervan als on
derpand voor een geldlening, in dit geval als regel de hypothecaire geldlening. Nu is deze redenering op
zichzelf niet onjuist, maar men moet niet vergeten dat het risico voor de geldgever veel groter is als
hij b.v. 60°/o van de koopsom van een H.A. grond* ver strekt die voor f 10.000,—- is gekocht, dan wanneer
hij 60 op dezelfde H.A. verstrekt als die voor f5.000,wordt gekocht.
Immers naarmate de prijs hoger is, is de kans op en het risico van prijsdaling groter.
De geldgever zal dus voorzichtiger worden en hoewel hij met de gestegen grondprijzen stellig reke
ning zal houden, toch maar een lager percentage van de verkoopprijs als hypotheek willen verstrekken.
De koper van grond zal met dit volkomen verklaarbare feit rekening moeten houden.
Koopt iemand b.v. 10 H.A. grond d f5.000,per H.A. en kan hij hierop 60°I« als le hypotheek lenen,
dan zal hij kunnen lenen 60 °!n van f 50.000,30.000,en f 20.000,uit eigen vermogen moeten
hebben of op andere wijze moeten lenen.
Koopt hij nu deze 10 H.A. echter voor f 100.000,en zou een geldgever hierop maar 50°/o als hypo
theek willen verstrekken, dan zou hij f 50.000,zelf moeten financieren of op andere wijze moeten lenen.
Een tweede gevolg KAN zijn dat de geldgever vanwege zijn meerdere risico of althans ondersteld
meerder risico de rentevoet zal verhogen en eventueel ook een hogere aflossing zal vragen.
Voor de kopers van gronden zijn dit enkele punten die hun volle aandacht verdienen.
Het meer benodigde vermogen stelt andere en hogere eisen aan de financiering, de eventueel hogere
rente over een reeds hoger bedrag is van eminent belang voor de rentabiliteit en rente-aflossingsver
plichting en hebben ook invloed op de liquiditeit.
Genoeg om ernstig te overwegen.
ME1JERS.
Wanneer de lange winter de bemesting van
uw land heeft verhinderd, kunt u ook
en daarmee
VOORTREFFELIJKE
RESULTATEN BEREIKEN!
Proefnemingen hebben'overduidelijk aangetoond,.dat
op gronden met geen al te laag fosfaatgehalte (dus op
vrijwel alle Nederlandse gronden!) de uitstrooi óók
zeer goed in de lente plaats kan vinden. Op ijzerhouden
de gronden dient de fosfaatbemesting zelfs nu te
geschieden!
S.v.p. invullen met blokletters, uitknippen, opplakken op briefkaart, gefrankeerd
met postzegel van 8ct. en opzenden naar het: LANDBOUWKUNDIG BUREAU
VOORTHOMASSLAKKENMEEL, AFD.7L Hamelakkerlaan 40,WAGENINGEN
Ik interesseer mij voor bemes
ting in het algemeen en word
hierbij gaarne gratis abonné
van het geïllustreerde tijdschrift
"HET FOSFORZUUR".
NAAM:
STRAAT:
WOONPLAATS: