MAU RITS PLEIN 23
Dwergjes tussen reuzen
Welkome inwoning
274
ZEEUWS f AVnnOUWBLAD
Een studiebijeenkomst van de IFAP
Onvermijdelijke ont
wikkelingen
Waarom?
Taak van boer en zijn
organisaties
D'
(a. M. L.van ACKER In.
A. D. RIENENS.
EIND FEBRUARI j.l. werd te Parijs door de Europese regionale commissie
van'de internationale boerenorganisatie, de IFAP, een studiebijeen
komst georganiseerd over de verticale integratie in de Europese landbouw.
De woorden verticale integratie zullen niet door iedereen direct zonder blik
ken of blozen worden uitgesproken. Omdat de kans groot is, dat hier een
modewoord ontstaat, dat te pas en te onpas zal worden gebruikt, zal het geen
kwaad kunnen om even te schetsen wat onder dit begrip wordt verstaan.
Er werken verschillende soorten ondernemers mee om een bepaald artikel
te produceren en tenslotte bij de consument te brengen. Ten aanzien van
landbouwproducten en voedingsmiddelen zijn dat b.v. de leveranciers van vee
voeder en andere produktiemiddelen, de boer, de verwerker van het produkt,
de groothandelaar en de winkelier; op zijn weg naar de huisvrouw passeert
het produkt van boven naar beneden (of van beneden naar boven, zo u wilt)
al die verschillende bedrijven („geledingen van de verticale bedrijfs
kolom"'). Als nu een gehele of gedeeltelijke eenmaking of eenwording (inte
gratie) plaats heeft tussen twee of meer van die soort bedrijven, spreekt men
van verticale integratie. Ook aldus te zeggenhet geheel of gedeeltelijk onder
één leiding of beheer brengen van verschillende werkzaamheden aan een pro
dukt, die meestal in gescheiden bedrijven werden verricht.
Dat kan op allerlei manieren gebeuren. De bekendste vorm is wel de con-
tractmesterij in de veehouderij en de pluimveehouderij, een verschijnsel, dat
enige jaren geleden nogal opschudding veroorzaakte. Hier wordt van buiten
het landbouwbedrijf enigszins ingegrepen in de zelfstandige beslissingsmacht
van de boeren en dus valt dit onder het begrip verticale integratie. Maar die
contractmesterij (soms met looncontracten), die vaak op initiatief van de
veevoederhandelaar ontstond en die de coöperaties noopte om zich ook op dit
pad te begeven, lijkt al weer onderwets te worden. Naderhand bleken mach
tige verwerkende bedrijven of andere afnemers hier ook wat in te zien. Het
blijkt nog doller te kunnen: de naam Homburg hoeft slechts genoemd te wor
den om een verdergaande ontwikkeling aan te duiden. Grote ondernemingen
buiten de eigenlijke landbouw gaan zich op een stuk landbouwproduktie weiv
pen. Waar gaat dat heen? Naar het einde van een zelfstandige boerenstand?
HE contractmesterij kwam niet
alleen in Nederland, ook in an
dere landen, en het is begrijpelijk, dat
deze mogelijke bedreiging van de
boerenstand ook in de internationale
landbouworganisatie aan de orde
kwam. Overigens gelieve men te be
denken dat produktie op contract in
de landbouw al langer bekend was,
n.l. in de akkerbouw, en tuinbouw
sector (zaaizaad, suikerbieten).
Maar ook in deze sector is er spra
ke van enige beroering omtrent con
tractteelt en wel bij de graszaden.
Hier geldt het ook net als in die an
dere sector met veel contractproduk-
tie, t.w. het slachtpluimvee, een pro-
duktietak, die opeens grote afzet- en
dus uitbreidingsmogelijkheden kreeg.
De conclusies en andere werkstuk
ken van de genoemde IFAP studie
bijeenkomst geven veel om over na
te denken. Daardoor heeft deze bij
eenkomst al haar grote nut bewezen.
Die conclusies zullen hier niet een
voor een worden geëtaleerd. Het
lijkt nuttiger om daar in volgende
artikelen in deze kolommen op terug
te komen. Dit zal trouwens hard no
dig zijn. Het is n.l. de grote verdien
ste van degenen, die de genoemde
bijeenkomst voorbereidden geweest,
dat zij het volle licht hebben laten
vallen op de onvermijdelijke ontwik
keling waarmee de landbouw nu en
in de naaste toekomst te maken
heeft en waar hij niet onderuit zal
kunnen. Om te beginnen zullen in dit
artikel kort het algemene beeld van
die ontwikkeling en de consequen
ties daarvan worden geschetst.
Buiten de landbouw heeft voortdu
rend een concentratieproces plaats.
Fusies tussen ondernemingen (soms
heel grote) zijn aan de orde van de
dag. Kleine zelfstandige ondernemers
verdwijnen als zodanig; ze blijven
wel, maar in een of andere afhanke
lijke positie; zie de bakkers, de krui
deniers, de molenaars in uw omge
ving. Men kan zich vleien met de
hoop, dat de landbouw niet met zul
ke dingen te maken krijgt. De verti
cale integratie in zijn verschillende
nieuwere vormen is er echter om aan
te tonen dat die hoop niet alleen ijdel,
maar bovendien gevaarlijk is, omdat
PJGN NAAR DEN HAAG VERHUISD
IIET KNLC heeft in zijn kantoor op het Prins Mauritsplein 23 te Den Haag
inwoning gekregen. Meestal is inwoning niet zo aangenaam, maar in
dit geval gaat het met warme instemming van beide kanten. Sedert kort
immers is het landelijk secretariaat van de Plattelands Jongeren Gemeen
schap Nederland in Den Haag gevestigd en wel in het nieuwe kantoor van
het KNLC.
Ongetwijfeld heeft dit belangrijke voordelen. Voor een grote landelijke
organisatie als de PJGN, die door haar werk nu eenmaal vele contacten
moet onderhouden met te Den Haag gevestigde instellingen en instanties, is
de vestiging in de residentie zeker bevorderlijk voor vluggere en gemakke
lijkere regeling van vele zaken. Met name zal het intensieve contact met het
KNLC vele voordelen hebben. Tot goed begrip moge hier met enige nadruk
gesteld worden dat de PJGN een zelfstandige tot volle wasdom gekomen
organisatie is die in volle vrijheid haar zaken moet kunnen regelen.
Wij wensen de PJGN in haar nieuwe omgeving veel succes.
hij de ogen kan doen sluiten voor
noodzakelijk te benutten mogelijkhe*-
den om met de ontwikkeling mee te
spelen op straffe van ondergang.
Buiten de landbouw, dat niet alleen
maar ook vlak naast de landbouw,
ontstaan economische reuzen, waar
bij vergeleken de individuele zelf
standige boer, ook die met tientallen
bunders of duizenden kippen, maar
een dwergje is.
IIET is heel nuttig om zich te ver-
diepen in de oorzaken van de
geschetste ontwikkeling, al was het
alleen maar om te beseffen, hoe on
afwendbaar deze is. Ze zullen hier
niet uitputtend worden opgesomd.
Dat is wel gebeurd in de voortreffe
lijke brochure „Samenwerking en be
drijfsvorm in de landbouw" van de
Commissie Nieuwe Bedrijfssystemen
en daarnaar moge worden verwezen.
Hier zij volstaan met te wijzen op
dezelfde technische vooruitgang, die
ook in de landbouw werkt, op de
grote specialisatie in de arbeid en de
leiding van de onderneming, op de
toenemende kapitaalsinvesteringen.
Deze dingen houden uiteraard ver
band met elkaar. Zij bewerkstelligen
o.a. een groter aandeel van de vaste
kosten in het produktieproces en dus
de noodzaak van een geregelde be
zetting en aanvoer.
Maar niet minder belangrijk is de
concentratie in de detailhandel door
het optreden van grootwinkelbedrij
ven met zelfbedieningswinkels en
supermarkets en van inkoopcombi
naties van zelfstandige winkeliers.
Dit alles om een steeds welvarender
wordende consument te bedienen,
een consument, die bereid is steeds
meer te betalen voor de handige aan
trekkelijke verpakking en voor het
„panklaar" maken, ook al vanwege
gebrek aan tijd. De voedingsmidde
len zijn in dit proces wel in de eerste
plaats betrokken en dus blijft de
landbouw er niet buiten.
IFAP-eonferentie heeft duide
lijk een taak gewezen voor de
standsorganisaties en de coöperatie
in de landbouw. Zoals gezegd, zal
daar nog wel op teruggekomen wor
den. Hier zij voorlopig volstaan met
een dringend beroep op de Neder
landse boer van vandaag en van mor-
gen om toch een open oog te hebben
voor de ontwikkeling die gaande is.
Laat hij beseffen, dat hij inderdaad
een dwergje tussen reuzen gaat wor
den. En die reuzen vragen vooral
twee dingen: kwaliteit in de ruimste
zin van het woord (dus inclusief ver
dere bereiding, verpakking) en kwan
titeit, d.w.z. geregeld afgepaste hoe
veelheden en niet afwisselend te veel
en te weinig; dat laatste is duidelijk
wat betreft de moderne kleinhandel,
maar het geldt ook voor de verwer
king: het is de belangrijke reden
waarom Homburg zelf varkens gaat
mesten.
Veel is in het verleden gefiloso
feerd over het verschil tussen land
bouw en industrie. Inderdaad zijn en
blijven er grote verschillen, zodanig
zelfs, dat een aparte landbouwpoli
tiek nodig zal blijven. Maar de huidi
ge ontwikkeling eist, dat de land
bouw zich het een en ander eigen
maakt, wat de industrie al lang ge
bruikelijk is te doen ter versterking
van zijn positie op de markt, dus
tegenover de consumenten.
In het licht van de hier geschet
ste ontwikkeling komen trouwens
meer geliefkoosde thema's en
strijdpunten uit het verleden in
een ander licht te staan. In de
eerste plaats de veelgeprezen on
afhankelijkheid en vrijheid van de
boer: vrije dwergjes tussen reu
zen met alle kans om verpletterd
te worden! Dan de vrije of de ge
leide economie: er zal in de toe
komst steeds meer leiding wor
den gegeven en gevoeld, zo niet
van de overheid dan wel vanuit
het bedrijfsleven. Als uit het
voorgaande begrepen kan worden
dat doelmatige samenwerking op
allerlei terrein nodig is zou zelfs
het verschil tussen kleine en gro
te boer (zonder werknemers) wel
eens kunnen vervagen. Omdat de
ontwikkeling ook de coöperatieve
handel en industrie niet zal ont
wijken en een ander soort coöpe
ratie zal vereisen, zal ook het ver
schil tussen coöperatie en „vrije"
handel anders komen te liggen.
Als dit artikel alleen maar wat
gedachten zou kunnen losmaken,
was al wat bereikt, want voor
vele boeren gaat het om een ver
andering van mentaliteit en in
stelling, die nodig moet beginnen.
Ir. G. D. J. STRUIKENKAMP.
(Adv.)
EEN LELY KUNSTMESTSTROOIER
GRATIS
Als U vorig jaar een demonstratie gevraagd
had, had U nu uw LELY Kunstmeststrooier
er al uit
Zó groot is de besparing op tijd en werk. VrMfl nag vand„g
Met de LELY Kunstmeststrooier presteert U inlichtingen of demon-
in een uur, waarvoor U vroeger een gehele »tratie; bekijk w«t u
dag nodig had. En het gaat bovendien veel kunt be.paren met *©n
gemakkelijker en beter prachtige strooi
Waterlandkerkje
Tel. 01170-2163
Hoek
Tel. 01154-298
Kloetinge
Te». 01100-6606