T
U
Onkruidbestrijding door grondbewerking
I
B
DE VERZORGING VAN BRAMEN
DINGEN VAN DE WEEK
V R IJ D A G S MAART 1 9 C« 3
DE laatste tijd wordt herhaaldelijk de vraag gesteld op welke manier de
onkruidbestrijding het beste kan worden uitgevoerd. Bedoeld wordt daar
mee de chemische of mechanische bestrijding. Op deze vraag is geen alge
meen geldend antwoord te geven. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen
beide methoden goed zijn. Het gaat dus niet zozeer om de vraag of we de ene
of de andere methode zullen toepassen, maar veel meer gaat het er om hoe V-/
men beide het beste naast elkaar kan gebruiken.
Zowel aan de ene als aan de andere kleven voor- en nadelen. Er moet al
leen getracht worden een zodanige combinatie te vinden, dat een redelijke
kans op succes aanwezig is. Een volledige chemische onkruidbestrijding in de
boomgaard moet echter nog worden ontraden. Dit mede omdat van de invloed
op het bodemleven van sommige middelen nog weinig of niets bekend is. En
op dit bodemleven moet iedere land- en tuinbouwer zuinig zijn. Vergeet niet
dat de gehele voedingsopname plaats vindt met behulp van talloze micro or-
ganismen. Deze kunnen alleen in leven blijven bij een regelmatige aanvoer van /j
organische stof. De aanvoer vindt plaats door middel van stalmest, groenbe-
mesters en andere organische stof produkten. Wanneer nu de belangrijkste
daarvan worden weggenomen, zullen opname en omzetting van voedingsstoffen
niet regelmatig kunnen gebeuren. Storingen in de opname zullen het gevolg
zijn. In het verleden is dit in deangstvallig zwart gehouden boomgaarden Y\f
wel gebleken. Daar onkruidbestrijding door middel van grondbewerking nog T
steeds op vele bedrijven wordt toegepast, daarover het volgende.
GRONDBEWERKING in de fruitteelt kan tot op zekere hoogte beschouwd worden als een noodzakelijk
kwaad. Een te sterke verstoring van de grond brengt namelijk niet alleen het bodemleven, maar ook
de structuur in gevaar. De grond moet daarom zoveel mogelijk met rust worden gelaten. Het aantal malen
dat de grond bewerkt moet worden, kan van bedrijf tot bedrijf vrij sterk uiteenlopen. Belangrijk is echter
steeds, voornamelijk te letten op de structuurtoestand en op de beïnvloeding van de temperatuur in het
perceel door bewerking voor en tijdens de bloei.
STRUCTUUR
TOT nog toe heeft de grond niet veel geleden
van de winter. Slemp tengevolge van regen
komt momenteel niet voor. Wel kunnen straks be
paalde gronden onder bepaalde omstandigheden
last krijgen van structuurbederf. Dit zal o.a. het
geval kunnen zijn bij vóór de winter bewerkte
percelen. Vooral wanneer de dooi begint met regen,
kan de oppervlaktelaag geheel dichtslempen. Daar
waar een bodembedekking aanwezig is, hetzij van
gras, groenbemester of onkruid, zal structuurbe
derf sporadisch voorkomen. Getracht moet worden
de goede structuurtoestand van dergelijke gronden
zo lang mogelijk in stand te houden. Een be
groeiing heeft steeds een tweeledig doel, namelijk
voorzien van organische stof en bescherming tegen
ongunstige invloeden. In verband daarmee dienen
we de grond zo weinig mogelijk te bewerken. Ook
het te fijn maken kan nadelige gevolgen hebben.
Vooral dit laatste moet zoveel mogelijk vermeden
worden.
GRONDBEWERKING
IN VERBAND MET NACHTVORSTSCHADE
AL is in het Z.-W. fruitteeltgebied het nacht
vorstgevaar minder groot, in de toekomst zal
men er meer aandacht aan moeten schenken. Dit
vooral, nu op vele bedrijven grasstroken zijn in
gezaaid. De kans op nachtvorstschade zal daardoor
ongetwijfeld toenemen. Het al of niet voorkomen
van nachtvorstschade is een kwestie van kleine
verschillen.
In het verleden is dit reeds meerdere malen
aangetoond. Zo kan het uitvoeren van een grond
bewerking kort voor of tijdens de bloei het nacht
vorstgevaar doen toenemen. Grondbewerking in
deze periode moet daarom zoveel mogelijk ver
meden worden. Daarnaast kan gras, hetzij volvelds
of in stroken, eveneens het gevaar voor nachtvorst
schade vergroten. Kort maaien is te allen tijde
gewenst. Is de grasgroei echter van dien aard, dat
nog niet gemaaid kan worden, dan zal men op
andere wijze moeten trachten de schadekansen te
verminderen. Dit is mogelijk door het gras opper
vlakkig te bewerken met een iets scherp staande
schijvenegge. Met een kettingegge kan vermoede
lijk hetzelfde effect worden bereikt. Door deze be
werking zal de grasmat zodanig gekneusd worden
dat het zogenaamde „wollen deken effect" verloren
gaat.
Eerst na de bloei kan het geheel zonodig weer
gelijk worden gemaakt.
GRONDBEWERKING
("GRONDBEWERKING in de fruitteelt kan op
verschillende manieren worden uitgevoerd.
Naast ploeg en schijvenegge zijn frees en cultivator
de laatste jaren sterker naar voren gekomen.
Achtereenvolgens zal de werking van deze ma
chines aan een nadere beschouwing onderworpen
worden.
De ploeg. Elders in ons land maakt men voor de
eerste bewerking wel gebruik van de ploeg. Onder
bepaalde omstandigheden kan dit inderdaad nood
zakelijk zijn, indien in het voorgaande seizoen,
door het gebruik van andere werktuigen, de grond
teveel van. de bomen is weggehaald. Het zoge
naamde opploegen is dan zeker aan te bevelen.
Ook bij een overmatige gras- of onkruidbedekking
kan de ploeg waardevollediensten bewijzen. In ver
band met vorstschade aan de wortels dient het
opploegen bij peren op kweek vóór de winter te
worden uitgevoerd. Bij appels kan gewacht wor
den tot na het opruimen van het snoeihout. Een
groot voordeel van ploegen is, dat de grond langere
tijd, tot zelfs na de blóei, ongestoord kan blijven
liggen.
De schijvenegge. De voor velen oude vertrouwde
schijvenegge is nog niet zo een heel verkeerd
werktuig. Zeker niet wanneer men in verband met
vochtconcurrentie de gehele oppervlakte tussen de
bomen moet bewerken. De werking ervan is snel
en goed. Door een juiste instelling kan op elke
.grond de meest gewenste structuur verkregen
worden. Het gebruik vele malen achtereen kan
evenwel bezwaarlijk zijn. De daardoor verkregen
losse grond is vrij structuurgevoelig en in natte
perioden moeilijk met andere machines te berijden.
Voor de eerste bewerking kan de schijvenegge
zeker nog worden aangeraden.
De frees. In het begin van dit artikel is betoogd dat
grondbewerking min of meer als een noodzakelijk
kwaad beschouwd kan worden. Dit geldt vooral
wanneer de grond gefreesd wordt. Al is de werking
van de frees de laatste jaren wel verbeterd,toch
heeft de structuur daarvan nog veel te lijden. Het
is voldoende bekend dat een regenbui op gefreesde
grend funeste gevolgen kan hebben. Zwaardere
gronden verdragen een bewerking met de frees wel
wat beter dan lichtere, maar toch moet gewaar
schuwd worden tegen het te veelvuldig frezen.
De cultivator. Met de cultivator kan alleen goed
werk geleverd worden op niet te vuile grond. Een
begroeiing van gras of onkruid kan men meestal
niet direct de baas. Zelden zal dan ook vanaf het
begin met de cultivator gewerkt kunnen worden.
De triltandcultivator biedt in dit opzicht meer
mogelijkheden. Dit apparaat verstopt namelijk
minder vlug dan een cultivator met vaste tanden.
Het grote voordeel van grondbewerking met de
cultivator is, dat de structuur van de grond veel
beter in stand blijft. Een nevenvoordeel is dat in
een zelfde tijdseenheid een aanzienlijk groter op
pervlakte bewerkt kan worden dan met een frees.
P. MEEUWSE,
Hoofdass. R.T.C. „Goes".
TIJDENS de vorstperiode vanaf december 1962
lagen er in Zeeland heel wat percelen bra
men welke niet afgedekt waren voor de vorst. Er
zijn in die tijd vrij lage temperaturen gemeten.
Het heeft lang geduurd met de vorst en een felle
oostenwindtwas er ook vaak bij zódat de verwach
ting, dat het mee zal vallen met de vorstschade
bij bramen, niet gewettigd is. Ondertussen waren
er gelukkig ook zorgzame kwekers, die tijdig de
nodige voorzorgsmaatregelen hadden genomen.
Zij hadden de stengels keurig op de rij gelegd en
het afdekmateriaal gereed dat direkt bij de vorst-
verschijnselen werd aangebracht. Hoe of het in de
komende weken met het weer zal gaan weten we
niet, maar waarschijnlijk zal er nog wel vorst van
betekenis te verwachten zijn. Wel mogen we re
kenen op stijgende temperaturen en dat wil zeg
gen dat dan de vorstbedekking van de bramen
verwijderd dient te worden en wel zodra de vorst
voorbij is. Wanneer deze namelijk te lang blijft
liggen gaan de knoppen, voortijdig uitlopen, er
treedt reeds broei op en kan grote schade het ge
volg zijn. Wel kan de bedekking reeds verwijderd
worden aan de westzijde.
Niet te vroeg een begin maken met het aanbin
den van de stengels. Alvorens hiertoe wordt over
gegaan dient eerst het steunmateriaal grondig na
gekeken te worden. Palen die niet best meer zijn
dienen verwijderd en door steviger exemplaren
vervangen te worden. De draden dienen van goede
kwaliteit te zijn en goed strak gespannen te wor
den. Wanneer men het hiermee niet zo nauw
neemt zullen moeilijkheden in de oogsttijd niet
uitblijven. De braam ontwikkelt zich tot een
zwaar gewas dat veel steun nodig heeft voor de
zware last die de stengels moeten torsen. Het aan
binden van de stengels is een werk dat niet alleen
gedaan kan worden. Het handigst werkt men wan
neer één man de stengels bij de draad houd en 'n
HET zal de lezers van deze rubriek bekend zijn
dat de presentatie van ons kwaliteitsfruit op
de buitenlandse markten voor verbetering vatbaar
is. Reeds verschillende keren hebben we gewezen
op de onhoudbare situatie in dezen en de hoop uit
gesproken dat er wat terecht zou komen van de
pogingen om hierin verbetering te brengen. Dat
er niets te verwachten viel van een vrjjwillige op
lossing van dit vraagstuk was reeds duidelijk ge
worden.
Hoewel vrijwer iedereen die betrokken is bij
de Nederlandse fruitteelt en de fruithandel, er van
overtuigd is dat de meermalige Nederlandse fruit-
kist op den duur schade zal toebrengen aan de
exportpositie van de Nederlandse fruitteelt, bleken
er toch bindend voorgeschreven maatregelen nood
zakelijk om tot een oplossing te komen. In verband
met het vrijmaken van de kwaliteitsklasse „extra"
in het grensoverschrijdend verkeer tussen de E.E.G.-
landcn werd met ingang van het vorig seizoen het
gebruik van eenmalig fust voor deze kwaliteits
klasse verplicht gesteld.
Om al te grote moeilijkheden te voorkomen be
sloot het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen
de aanvoer in eenmalig fust verplicht te stellen
voor fruit van de kwaliteitsklasse „extra". Het was
het begin van een pogen om te komen tot een
betere presentatie. In de praktijk is er niets van
terecht gekomen. De teler zag geen aanwijsbaar
voordeel en hjj voerde geen kwaliteit „extra" aan.
Inmiddels heeft het bestuur van het Produkt-
scliap voor Groenten en Fruit besloten om met in
gang van 1 juli a.s. ook voor de kwaliteitsklasse 1
het gebruik van eenmalig fust verplicht te stellen
bij export naar alle landen, dus ook naar België
en Luxemburg.
De uitvoeringsbeschikking van dit besluit is nog
niet verschenen en moet in de komende week wor
den vastgesteld door het Produktschap zodat wc
nog even moeten afwachten hoe deze er uit zal zien.
Zeker is wel dat het een ernstige ingreep betekent
in de bestaande toestand en dat het grote conse
quenties zal meebrengen voor de veilingen en de
exporthandel.
Hoe het allemaal zal lopen valt op dit ogenblik
nog niet te zeggen. We hebben er geen deskundigen
over gesproken, we hebben er enkel onze gedachten
over laten gaan en dan moeten we voorop stellen
dat we dit besluit toejuichen en de hoop willen
uitspreken dat de export er door bevorderd zal
worden.
Alleen kennen we maar al te goed onszelf en
daardoor ook de tuinders mentaliteit.
Op grond hiervan zouden we eigenlijk wel graag
zien dat al het exportfruit onder deze eenmalig-
fustverplichting werd gesteld, dus ook klasse 11.
Hierdoor wordt voorkomen dat we het komende
seizoen enkel maar klasse 11 op de veilingen zullen
vinden.
In de tweede plaats zouden we dan maar radicaal
willen zqn en ook tegelijk besluiten om al het
fruit op de veilingen in de kwaliteitsklasse 11 en
op, aan te voeren In eenmalig fust. In de eerste
plaats wordt hierdoor het grote bezwaar van over
leggen en dus kwaliteitsvermindering voorkomen
en voor verschillende rassen weegt dat toch wel erg
zwaar. In de tweede plaats hebben we het altijd
over de presentatie van ons fruit op de buiten
landse markten maar het is juist de binnenlandse
markt die voor onze afzet van enorme grote be
tekenis is.
We kunnen wel stellen dat de binnenlandse
consument en handelaar het niet erg vindt dat hy
het fruit krijgt aangeboden in de meermalige
veilingkisten maar dat betekent nog niet dat aan
het vraagstuk van de presentatie op de binnen
landse markt zonder meer voorbij gegaan mag
worden.
Ook de Nederlandse consument wordt verwend
met aantrekkelijke verpakkingen van alle moge
lijke produkten en de fruittelers dienen daar zeker
aandacht aan te besteden.
Het zijn zo maar enkele gedachten die bij ons
op komen naar aanleiding van dit Produktschap-
besluit. We zijn er echter van overtuigd dat het
hier gaat om een zeer belangrijke aangelegenheid.
We weten niet hoe het staat met de mogelijk
heden om voldoende eenmalig fust aan te maken.
De fabrieken zullen zich hierop moeten voorbe
reiden cn wel op korte termijn, opdat er straks
geen moeilijkheden komen.
Er is in Zeeuwse veiling- en handelarenkringen
nog al wat kritiek op het feit dat ook het gebruik
van eenmalig fust voor België wordt voorgeschreven.
Dit is bewust gedaan omdat anders nog de moge
lijkheid zou blijven bestaan om via België in meer-
malig fust naar West-Duitsland te exporteren.
Er zullen veel moeilijkbeden overwonnen moeten
worden. Er zal nog heel wat gepraat en georgani
seerd moeten worden voor we zijn ingespeeld op
de nieuwe situatie. Het is echter een aangelegen
heid die waard is om serieus aangepakt en uitge
voerd te worden. Tot de volgende week.
ander ze er aan vast maakt. De man die ze er bij
moet houden kan dan zorgen voor een goede be
scherming van de handen want dat is wel nood
zakelijk. Bij het aanbinden moet met overleg ge
werkt worden. Er dienen ook niet te veel stengels
aangebonden te worden want dat geeft maar een
wirwar in de zomermaanden. Bij een plantafstand
van 2m op de rij worden 5 tot 6 stengels per
struik aangebonden.