VORSTSCHADE VOGELSCHRIKDRAAD 144 TUINBOUW DINGEN VAN DE WEEK T I P S VOOR TUINDERS HOEWEL niemand in staat is de schade te becijferen, die de strenge vorst van de barre winter van 1962/63 heeft veroorzaakt aan de tuinbouw, willen wij toch de gevolgen ervan eens nader bezien. Onder vorstschade kan zowel directe als indirecte vorstschade worden verstaan. DIRECTE SCHADEPOSTEN: 1. Het verloren gaan van te velde of onder glas staande gewassen. 2. Schade door vorst aan partijen groenten en fruit gedurende opslag of transport. 3. Schade toegebracht aan glasopstanden door te zware belasting' met sneeuw. INDIRECTE SCHADEPOSTEN Het uitermate hoge gebruik van olie of kolen door de tuinders om de kassen op temperatuur te houden. Het verbruik van kolen en olie voor verwarming van veilinghallen en van loodsen of schuren waai fruit en groenten wordt gesorteerd en klaargemaakt voor de veiling en voor verdere afzet. Wildvraat aan fruitaanplantingen en aan te velde staande gewassen zoals veelal is voorgekomen, kunnen hiertoe worden gerekend. De hoge kosten van de handel voor extra verpakking om het produkt vorstvrij naar de consument te brengen. HERDERE gevolgen van de vorst zijn dat verschillende produkten pas later dan normaal kunnen worden aangevoerd. Onze winterbloemkool moet nu praktisch als verloren worden beschouwd. Bovendien heeft de kwaliteit van de sla geleden ondanks alle moeiten en kosten terwijl ook het pro dukt nog verlaat is. De stooktomaten hebben een achterstand opgelopen die waarschijnlijk niet meer kan worden ingehaald en de stand van het gewas is wisselvallig. Ook de koude kastomaten zullen later komen dan normaal. Bij de komkommers heeft men met groei-moeilijkheden te kampen, waardoor deze later zullen afkomen dan verleden jaar. De prei heeft aan de vorst een zware tol moeten be talen. Daarnaast schijnt de schade aan spruiten tot dusver wel mee te vallen, maar veel planten zijn reeds gekapt om ze in schuren of stallen te ontdooien en te plukken. Dit betekent een heel wat klei nere kilogram-opbrengst dan wanneer op de gebruikelijke wijze kan worden doorgeplukt. De aanvoer- përiode zal dan ook wel korter zijn dan in andere jaren, waardoor wij in maart niet veel spruiten meer verwachten. Andijvie heeft ook te lijden gehad, maar het gewas zal zich waarschijnlijk nog wel herstellen. In verscheidene teeltgebieden hebben zich echter moeilijkheden voorgedaan met het gietwater, om dat hier en daar de sloten tot de bodem zijn bevroren geweest. Bij de bewaarprodukten zal de schade in het algemeen wel meevallen. De in schuren opgeslagen groenten zullen op alle mogelijke manie ren tegen de kou zijn beschermd. Hier zal dus niet zoveel verloren gaan. Van de ingekuilde produkten verwacht men, dat maximaal 20 zal bevriezen. Maar de nog niet getrokken waspeen zal in voch tige percelen de winter wel niet geheel overleven. Bewaarziekten bij opgeslagen fruit. In de lang durige koudeperiode is het ventileren bij het op geslagen fruit niet altijd ideaal geweest. Zodra de ^*orst over is meet daarom rekening worden gehouden met een snelle achteruitgang in kwa liteit van het bewaarfrui'. Zodra zich verschijn selen voordoen van ouderdombederf dient zo spoedig mogelijk te worden geruimd. Een andere bewaarziekte waarmee in de komende weken rekening gehouden moet wor den is het Jonathan-bederf (lage temperatuur- bederf). In sommige LcWaarruimten is de tem peratuur lager geweest dan 2 graden Celsius. Voor bepaalde partijen Jonathan is deze lage temperatuur beslist te laag geweest, zodat op ...zachte" vruchten gerekend moet worden. In be waarruimten, waar de temperatuur kunst matig omhoog is gebracht is het „zacht" reeds waargenomen. Daarom doen we goed regel matig het opgeslagen fruit te controleren. Nieuwe of schone filters bij trekkers. Verschil lende kostbare en kwetsbare onderdelen worden beschermd door filters bij onze trekkers. Deze dienen dan ook prima ir. orde te zijn bij het weer in gebruik nemen van deze werktuigen. Sommige kunnen nog een poosje hun werk doen als ze zijn schoon gemaakt, andere zullen moe ten worden vernieuwd. Nalatigheid kan straks veel tijd en geld kosten. Schade door muizen en ratten. Door de lang durige koudeperiode gaat dc schade die door muizen en ratten wordt veroorzaakt, steeds grotere vormen aannemen. Bij de groentetelers is het vooral da, koolplanten eh de opgekuilde produkten die het moeten ontgelden. Bij de bloemisterijen zijn het vooral veldmuzien die schade veroorzaken aan anjers en freesia's. Ook ratten zijn op zoek naar voedsel, vooral op wor telgewassen hebben ze het voorzien. Hoewel de fruittelers de meeste schade ondervinden van hazen en ander groot wild, komt er ook schade voor veroorzaakt door ratten en muizen. Zolang de koudeperiode duurt moet men rekening hou den met een toenemende schade door ratten en muizen. Tracht zoveel mogelijk de schade te beperken door gebruik te maken van de beken de middelen (uitzetten van klemmen, strooien van gifkorrels, het uitleggen van bestreken wit- lofpennen met thalliumsulfaat, voor fruittelers Endrin). Een overbemesting bij prei. Zodra de weersom standigheden gunstig zijn gaan we prei een overbemesting geven met een snel werkende stikstof. Hiermee kan de produktie aanzienlijk worden verhoogd. ïtE trouwe lezer van deze rubriek zal weten dat we het jammer vinden dat de Zeeuwtfe tuinbouw in de achter ons liggende jaren geen grotere ontwikkeling te zien heeft gegeven. En kele keren hebben we hierover in de afgelopen maanden geschreven en dat we er nog een keer op terug komen vindt zijn oorzaak in het feit dat hierover ook heel wat is gezegd op de groentedag in Middelburg. Daar is ons gebleken dat velen het eveneens betreuren dat het in Zeeland niet wat vlotter is gelopen. We hebben reeds eerder gesteld dat het op papier gemakkelijk geschreven kan worden hoe het moet, maar dat het uitvoeren een ander punt is, dat zich minder eenvoudig laat oplossen. Toch blijven we er van overtuigd dat er wat zal moeten gebeuren en in dit verband komen er voor de telers op Walcheren meer mogelijkheden wan neer de streekverbetering binnenkort een aanvang zal nemen. Menige tuinder zal voor de beslissing komen te staan dat hij geld zal moeten lenen om zijn bedrjjl te verbeteren, het groter te maken. Over de finan ciering van het tuinbouwbedrijf hebt U enkèle weken geleden in dit blad een voortreffelijk artikel kunnen lezen. Er zijn genoeg mogelijkheden, alleen is het noodzakelijk ze te benutten. Op de groentedag in Middelburg heeft o.a. Ir. Van Hennik de tuinders gevraagd om aandacht te schen ken aan mogelijke bedryfsverbelcringcn en dan vooral niet uit te gaan van een te kleine opzet, een fout waaraan veel Zeeuwse tuinders zich schul dig maken. Er zullen juist in de Zeeuwse tuinbouw grotere eenheden moeten komen. Over het ontbreken van ondernemersgeest is op die dag in Middelburg heel wat te doen geweest. Naar ons gevoel werd het soms wel wat erg scherp gesteld, want er zijn toch ook wel vele positieve dingen aan te wijzen. Eén ding is ons echter ook opgevallen en wel dat er nu eens niemand opstond die inging tegen het verwijt dat er eigenlijk te weinig is gedaan door de Zeeuwse groentetelers. Juist in deze streek, waar men zich op vergaderin gen nog al eens graag Iaat horen en waar ook veei goede geluiden naar voren gebracht kunnen wor den, was dat toch een opmerkelijk verschijnsel. Het was voor ons een bew'„s dat de tninders. die er waren, toch eigenlijk wel overtuigd waren, dat degenen die het zo stelden, gelijk hadden. Voor al dr. De Galan heeft het duidelijk gesteld, hoewel Ook Ir. Van Hennik geen twijfel liet bestaan aan hetgeen hij bedoelde. We hopen dat we voorlopig over deze dingen niet meer behoeven te schrijven, maar dat de ont wikkeling In de komende tijd zodanig zal zijn dal Zeeland een waardige plaats in de Nederlandse tuinbouw zal gaan innemen. Dat cr daarbij wel licht andere afzetmethoden gebruikt zullen moeten worden, komt steeds meer naar voren. Degenen die reeds jaren terug hebben gepleit voor meer een heid en samenwerking bij de afzet der produkten van de Zeeuwse tuinbouw staan niet meer alleen. Nee, we zijn nog niet waar we zijn moeten. Er zal nog heel wat water door de Schelde moeten vloeien vóór we een idale toestand hebben. Plaat selijk en regionaal chauvinisme speelt nog altijd een grote rol. We gaan er niet diep op in, maar constateren toch met vreugde dat er tekenen komen die op verbetering wijzen. Zeker, als tuinders zijn we zo graag koninkjes in ons eigen rijk, spelen zo graag „De Gaulle" in het klein. Alleen mogen we niet vergeten dat we in de wereld van 1963 leven, een wereld die is ge baseerd op samenwerking, op het zoeken naar een heid. In het groot gaat dat niet gemakkelijk. Ook in het klein als tuinbouw ligt het niet eenvoudig, maar zo goed als we overtuigd zijn van de eenheid der volkeren die zich verder zal ontplooien, zo goed zijn we overtuigd van de eenheid die er zal komen in het belang van de ontwikkeling van de Zeeuwse tunibouw. Helpt U er waar mogelijk aan mee? Tot de vol gende week. CINDS een jaar wordt in Engeland en in West-Duitsland oen nieuw middel op de markt gebracht, de vogelschrikdraad. Het produkt bestaat uit een streng van tienduizenden ultrafijne rayon- of viscosevezels. Om een struik of zaadbed te beschermen snijdt men een lengte van de streng af en pluist de streng open tot de vezeltjes als een spinneweb of sluier vormen dat de struik of het bed overdekt. Het web is glanzend wit en schittert in de zon. De vogels worden afgeschrikt door de fijne draden, die zich vasthechten aan ieder voor werp waar zij mee in aanraking komen; zij voelen zich als een vlieg die ver strikt geraakt is in een spinneweb. Daar de webben goed zichtbaar zijn, schu wen de vogels voortaan de beschermde planten en zaaibedden, zodat dit af schrikmiddel werkelijk efficiënt is. Zowel het Engelse als het Duitse produkt bleken in België even doelmatig te zijn. Het produkt uit Engeland heeft de handelsnaam Scaraweb, wordt ge leverd in strengen van 972 of 250 voet lang, en kan uitgerafeld worden cot een breedte van 75 voet. In Duitsland komt het produkt als Starex op de markt, vervaardigd door de B. A. S. F. Het wordt verpakt in strengen van 275, 75 of 7,5 m lang die kunnen uitgepluisd worden tot 12,8 en 8 m breedte zodat een beschermd oppervlak verkregen wordt van respectievelijk 2.700 m2, 600 m2 en 60 m2. Het is niet nodig de hele oppervlakte te overdekken als de sluier maar zowat overal zichtbaar is. Bespuitingen met fytofarmaseutische produkten blijven altijd mogelijk. Het web rot weg na twee, drie maanden. De verschillende proeven die dit jaar met deze vogelschrikdraad ondernomen werden, hebben de doelmatigheid van dit produkt aangetoond. Op aalbessenstruiken waar vorig jaar bijna de volledige oogst door vogels werd geroofd, vond men dit jaar geen beschadiging. Het ziet er naar uit, dat vogelschrikdraad een doel matige bescherming zal geven tegen vogelvraat.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 8