Voorkiemen van Pootaardappelen
141
RASSENONDERZOEK Bij KNOLSELDERIJ
VB IJ DAG 15 FEBRUARI 196S
DEZE winter hebben waarschijnlijk sommige partijen pootaardappelen wel iets geleden van de
strenge vorst. Bij de ene partij zal het de lage temperatuur zijn geweest en bij een andere partij
misschien gebrek aan zuurstof. Door deze partijen zorgvuldig voor te kiemen en de slecht kiemende
poters te verwijderen, zal men in vele gevallen de schade kunnen beperken. Daar bovendien berichten
m de landbouvvpers hebben gestaan over een nieuwe voorkiemmethode in plastiek zakjes, worden U
enige overwegingen over het voorkiemen van aardappelen voorgelegd.
VOORKIEMEN VAN POTERS VOOR
POOT AARDAPPELTEELT EN
VROEGE AARDAPPELEN
ALS algemene regel geldt nog steeds dat poters,
bestemd voor deze teelten, goed moeten wor
den voorgekiemd. Bij de pootaardappelteelt wenst
men veel kiemen per knol om op deze wijze plan
ten te krijgen met tamelijk veel stengels. Hierdoor
wordt de opbrengst in de maat 28/45 mm gestimu
leerd. Men kan dit bereiken door tijdig een of twee
maal af te kiemen, als het aantal spruiten te wen
sen overlaat.
Bij de vroege aardappelteelt wordt vaak de
voorkeur gegeven aan betrekkelijk weinig sten
gels per plant. Men moet dan voorzichtig zijn met
het afkiemen.
Bij beide teelten is een vroege knolzetting van
betekenis. Een bewaring by niet te lage tempera
tuur en tamelijk oude kiemen (minstens 8 10
weken oud) stimuleren de knolzetting.
In verschillende streken wenst men het poten
verder te mechaniseren. Voor de pootaardappel
teelt moet het gebruik van volautomatische poot-
machines zo lang mogelijk worden uitgesteld.
Mocht men niet anders kunnen» dan moet nog
(Vervolg van pagina 139)
waardeerd op basis van de landelijke richtprijs van 27,per 100 kg bij 3,7% vet voor de periode
ilovember 1962 t/m oktober 1963. Voor de „vrije" produkten is een gemiddeld te verwachten prijspeil
ah rekening gebracht.
Een samenvatting van de in rekening gebrachte prijzen is in de volgende tabel vermeld.
OPBRENGSTPRIJZEN PER GEWAS IN GULDENS PEK KM) KG
Tarwe bij gemiddeld vochtgehalte
Gerst: Wieringermeer/Zuidw. kleigebied
overige gebieden
Haver
Rogge: veenkoloniën
Stro per 1000 kg
(geoogst met dorsmachine):
noordelijke gebieden
Noord-Hollandse droogmakerijen
Zuidwestelijk kleigebied
Voedergraan veenkoloniën
toeslag per ha
Suikerbieten per 1000 kg
(bij 16 suiker)
32,55
29,-
27,50
26,75
23,75
59,—
62,—
51,—
175,—
54,-
Fabrieksaardappelen
Erwten
Vlas: ongerepeld
gerepeld
Lijnzaad
Bietenzaad (nettoprijs)
Karwijzaad
Graszaad (gemiddeld)
Consumptieaardappelen
(herfst- en voorjaarsaflevering)
Pootaardappelen
(herfst- voorjaarsaflevering)
Friese kleibouwstreek
overige gebieden
7,—
40,—
18,—
23,—
60,—
140,—
100,—
160,—
11,50
23,—
22,—
In de volgende tabel wordt voor de belangrijkste gewassen een overzicht gegeven van de invloed van
een hoger of lager prijspeil op de financiële resultaten van het bedrijf.
INVLOED VAN PRIJSWIJZIGINGEN OP DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN HET BEDRIJF BIJ
ONVERANDERD BOUWPLAN ((Voorcalculatie 1963)
Wijzi
Noorde
Old-
Noord-Holland
Zuidw.
Veen
Friese
ging per
lijke
ambt
Wierin-
overige
klei
koloniën
klei-
100 kg
bouwstr.
germeer
droogm.
gebied
bouwstr.
gld
gld
gld
gld
gld
gld
gld
Tarwe
1,—
498
712
377
328
241
118
209
Gerst
1.—
150
192
83
113
254
35
Haver
1,—
275
318
88
45
10
169
31
Rogge
1,—
77
Erwten
1,—
29
42
42
68
125
16
Vlas
1,—
144
152
94
118
19
Bietenzaad
1,—
40
46
Karwijzaad
1,—
6
49
7
5
Graszaad
L—
12
9
19
18
14
Consumptie/
fabrieksaard.
1,—
195
54
446
568
1144
1734
276
Pootaardappelen
1.—
178
597
236
114
761
Suikerbieten
1»—
40
282
257
285
78
78
Graanstro
1,—
109
140
58
51
2»
48
10
Oogst 1957
Oogst 1958
Oogst 1959
Oogst 1960
Oogst 1961
Noorde
Old-
Noord-Holland
Zuidw.
Veen
Friese
lijke
ambt
Wierin-
overige
klei
koloniën
klei-
bouwstr.
germeer
droogm.
gebied
bpuwstr
6700
1000
10950
5800
10000
9750
9300
1700
3850
13550
12050
187P0
8250
8400
14950
20300
31300
23450
18700
12150
17400
7500
6750
17900
9250
11650
10950
16950
3800
1000
17400
8350
13600
8600
7100
Dr. Ir. D. E. VAN DER ZAAG
Rykslandbouwconsuïent voor Aardappelen
Per 1000 kg
Het arbeidsinkomen van de boer in de achterliggende jaren is eveneens in "het verslag opgenomen.
Deze uitkomsten staan onder invloed van de omstandigheden in deze jaren zoals de wisselende kg-
opbrengsten per ha gewas en de verkoopprijzen van de produkten.
NACALCULATIES
GEMIDDELD ARBEIDSINKOMEN VAN DE BOER IN GULDENS PER BEDRIJF
(nacalculaties volgens de bedrijfsboekhoudingen)
Voorlopige uitkomsten.
negatief.
Bij de bepaling van het arbeidsinkomen in de noordelijke kleigebieden en de Veenkoloniën is het stro
gewaardeerd tegen marktprijs. De stroprijs voor leden van coöperatieve strokartonfabrieken is buiten
beschouwing gelaten. De ongunstige resultaten voor oogst 1961 in de noordelijke gebieden zijn mede
veroorzaakt door de zeer lage kg-opbrengsten van de granen.
De gedetailleerde berekeningen over de rentabiliteit van de
akkerbouwbedrijven zijn vervat in Verslag N.° 9. Dit verslag
is verkrijgbaar bij het L. E. I. te Den Haag door overschrijving
van ƒ4,50 op giro N° 412235 (onder vermelding va» toezending
Verslag N° 9>.
meer zorg aan het voorkiemen worden besteed
dan anders. Door de poterbakjes voorzichtig enige
malen over te storten kan veel bereikt worden ons
korte, stevige kiemen te krygen. Dit is trouwens
ook aan te bevelen voor parcyen die met een halA-
automatische machine worden gepoot.
Ervaringen van het vorige jaar hebben aange
toond, dat gekiemde poters niet te lang aan een
zeer lage temperatuur (1—3° C) moeten worden
blootgesteld. In verschillende gevallen schijnt de
opkomst hierdoor sterk vertraagd te zijn.
In de praktijk blykt, dat vele telers er zich nog
onvoldoende bewust van zijn, dat door het voor
kiemen de gelegenheid ontstaat om alle niet ot
slecht gekiemde poters te verwijderen. Hierdoor
kan de regelmatigheid van het gewas worden be
vorderd, wat voor de pootaardappelteelt van bij
zonder veel belang is.
POTERS BESTEMD VOOR DE TEELT VAN
CONSUMPTIE- EN FABRIEKSAARDAPPELEN
VOOR aardappelen die een lang groeiseizoen
tot hun beschikking hebben is voorkiemen
niet zo urgent. Een uitzondering vormen rassen
die zeer vatbaar zijn voor de aardappelziekte
(Bintje en Eigenheimer) en rassen die vaak on
regelmatig boven komen (Libertas). Nooit mogen
de poters zo uit de koude bewaring worden gepoot.
Ze zullen altijd zodanig behandeld moeten worden»
dat de witte puntjes goed zichtbaar zijn.
Ook bij deze teelt wenst men het poten verder
te mechaniseren en dit is hier ook eerder verant
woord dan bij de poterteelt. Twee wegen kunnen
hierbij worden bewandeld, n.l. zorgvuldig voorkie
men zodat korte, stevige spruiten worden verkre
gen. of alleen maar een warmtestoot geven, zodat
alleen de kiempjes juist zichtbaar zijn. Wanneer
het laatste met zorg gebeurt, is uit genomen proe
ven gebleken dat zelfs bij Bintje en Eigenheimer
de opbrengst niet wordt geschaad. Naast de grote
voordelen die deze methode heeft moet men wel
bedenken dat het gewas ongeveer een week later
is dan bij goed voorkiemen. Dit is zowel voor de
bestrijding van de aardappelziekte in de vatbare
rassen als bij de arbeidsorganisatie bij het rooien
van belang.
Partijen die men niet helemaal vertrouwt (b.v.
bij vorstschade of zuurstofgebrek, zichtbaar aan
de zwarte plekken in de knol) zal men altijd zorg
vuldig moeten voorkomen en alle of slecht ge
kiemde poters uiteraard verwijderen. Hierdoor kan
veel narigheid worden voorkómen.
NIEUWE METHODE BIJ HET VOORKIEMEN
IN de landbouwpers hebben berichten gestaan
over het voorkiemen in plastiek zakjes. In
Duitsland zou men reeds enige jaren gunstige er
varingen met deze methode hebben. Inderdaad
heeft men dit kunnen lezen in „Der Kartoffelbau".
In de afgelopen zomer hebben we ons in Duits
land over deze methode laten inlichten. Op ver
schillende instituten had men wel van deze metho
de gehoord, maar men beschikte niet oVer nauw
keurige gegevens. Tijdens bezoeken aan verschil
lende poctaardappeltelers in Noord-Duitsland kre
gen we de volgende inlichtingen:
Deze methode biedt voor de grotere bedrijven,
die over kiembakjes beschikken, geen voordelen.
Voor kleine bedrijven, die niet kunnen voorkiemen
volgens de oude beproefde methoden, kan deze
methode echter wel iets betekenen.
Ondanks deze vrij negatieve gegevens zijn we
toch blij dat het I. B. V.L. en nog enige instanties
deze methode met plastiek zakjes dit voorjaar
gaan onderzoeken. Gelukkig schijnen ook enige
telers deze methode wel eens te willen proberen.
Op deze wijze kunnen dan in enkele jaren voldoen
de gegevens over deze methode worden verzameld.
Alle overige telers zou ik willen adviseren zich
voorlopig te houden aan die methoden, die bewe
zen hebben goed te zijn.
Een andere methode, n.l. het voorkiemen in bak
jes onder een plastiek kleed werd in Duitsland door
de telers geroemd. Ook in Nederland wordt dit hier
en daar als noodmaatregel toegepast. Ook deze
methode heeft het I. B. V. L. in haar onderzoek be
trokken. Telers die dit zouden willen toepassen,
omdat men in de gebouwen onvoldoende ruimte
heeft, moeten er wel op bedacht zijn dat een plas
tiek zeil maar zeer weinig vorst tegenhoudt.
CONCLUSIES
Kiem alle partijen, waarvan men niet hele
maal zeker is of ze goed zijn, zorgvuldig
voor.
Houdt U zich voorlopig aan die voorkiem®
methoden, die bewezen hebben goed to zijn»