Handhaving Bloembollenteelt? Proefstation voor de fruitteelt in de volle grond 97 T I P S VOOR TUINDERS Winterbloemkool heeft het zwaar te verduren Het planten van vruchtbomen na de vorst VRIJDAG 1 FEBRUARI 1963 ZAL? de Nederlandse bloembollenteelt zich op in ternationaal niveau kunnen handhaven? Ziedaar 4© vraag, die gesteld wordt en waar men zeker Cöe-komt als men een open oog heeft voor wat zich Op internationaal niveau afspeelt. De behoefte aan bloemen en daardoor ook aan bloembollen is groter aan ooit en zal in de komende jaren zeker toene men. Dat wil echter nog helemaal niet zeggen, dat ne Nederlandse bloembollenkweker op de eenzame (hoogte, waarop hij zich thans bevindt, bij de pro- djiktie en handel de toon zal blijven aangeven. {Iet zal er helemaal van af hangen of de Neder landse bloembollenteelt de produktie en de kwali teit zo zal weten op te voeren, dat deze moeilijk elders te overtreffen zyn. Oppervlakkig bezien staan we er gunstig voor. We Hebben prima land met een goede waterhuishou- we hebben vakkennis en goede organisaties, (Re zeer veel nuttig werk verrichten. Tot nu toe hebben alleen de grenzen bij de export moeilijk- heden opgeleverd. Welnu, als deze wijd opengaan, fefim de bloembollenteelt en export er alleen wel bil varen. Zo zou men kunnen redeneren. Doet men Cjöt echter dan is men al een flink eind op weg om cfé gunstige positie te verliezen. Kieinfruit. Bij aardbeien werd in een cultuurproef nagegaan, in hoeverre een bodembedekking met i4A'art plastic van invloed is op de vroegheid van Qpn aardbeigewas. Toegepast op het ras Regina, Wftren de kg-opbrengsten bij plastic bedekking i55 kg per are en bij onbedekt 146 kg per are. Be- Halve deze opbrengstvermeerdering was er ook een oogstvervroeging van 5 dagen, terwijl de onkruid- bbstrijding achterwege kon blijven. Verbetering van plaatgronden. In Zeeland komen Cflkele honderden hectaren fruit voor op plaat senden. Wanneer het grondwater in de loop van ftfefc voorjaar en in de zomer diep wegzakt, laat de Coctitvoorziening sterk te wensen over, mede door- aai de beworteling beperkt blijft tot het zaveldek. fliet als gevolg een strek achterblijvende groei en produktie van fruit. Verbetering van deze plaat seenden voordat hierop fruit wordt ingeplant, ziet men vooral in de toepassing van diepe grondbe- jterkingen, zoals diepploegen of mengwoelen. Hier- rr neemt de bewortelbare diepte toe en daarmee vochtvoorziening vanuit het grondwater. Reeds in 1951 werd dit in een proef op de proeftuin toege past. De 55 cm dikke zavelige bovengrond werd §terbij door spitten tot ca 1 meter naar beneden Op de bewerkte grond bracht Golden Delicious op Sft IX over de drie jaren 1957 t/m 1959 gemiddeld ton per ha op, en die op de niet bewerkte grond 14*0 ton per ha. Over het effect van mengwoelen zgMÈten in de toekomst uitgebreider gegevens kun- ften worden verkregen van het in het seizoen 1962/63 in te planten proefveld, waarvan de helft tot 90 cm toepte met een mengwoeler werd bewerkt. Chemische onkruidbestrijding. Bij vrijwel alle fruit- tbeltgewassen kunnen met het middel simazin goede resultaten worden bereikt tegen éénjarige Onkruiden. Ook bij bessestekken bleek simazih een gerede werking te hebben en geen schade aan het gewas te veroorzaken. Bij de bestrijding van meer- jarige onkruiden is de situatie wel wat moeilij ker. Bestrijding hiervan is vaak wel mogelijk, maar <Je gehele situatie is wat minder overzichtelijk. Zo werden in proeven bij bramen en frambozen goede resultaten verkregen met een combinatie van da- fjipon en atrazin. Gloeospormmbestrtfdlng. Bij het onderzoek hier naar werd o.m. nagegaan of er tussen de in som- njïge jhren optredende rode lenticelvlekjes bij dolden Delicious en Gloeosporiumrot verband be staat. Voor dit onderzoek werden in het najaar 1960 uit één partij vruchten met en vruchten zonder rpde lenticelvlekjes afzonderlijk bewaard. Beide gfeepen in twee kisten. In de partij met vlekjes fewfem rêsp. 93 en 92 Gloeosporiumrot voor, in dié zonder vlekjes waren deze percentages 52.5 en 77.8 °/o. Dit wijst op verband tussen de aanwezig heid van rode lenticelvlekjes en het later optredend Oflóeosporiumrot. BESTRIJDING RESISTENTE FRUITSPINT. Op Vrijwel geen enkel intensief bespoten fruitteeltbe- flryf kan met organische fosforverbindingen nog een afdoende spintbestrijding worden verkregen. Hoewel resistentie tegen ovolarviciden voorkomt, is dit in Zeeland r.og veel minder algemeen. Resi stentie tegen Keltfaane is In de praktijk nog piet waargenomen VOORSPRONG BEHOUDEN. WE hebben wel een voorsprong, maar in de reeks van jaren is het maar een kleine. Om deze te behouden zal het bloembollenvak drastisch wijzigingen in het produlctie-apparaat moeten brengen, waar dat nodig is. Om reeds nu de pro duktie op te voeren is het noodzakelijk wijzigingen in de gehele bedrijf sopzet aan te brengen. DIT KAN EN HET MOET Mogelijkheden liggen ongetwijfeld voor de hand, we denken hierbij alleen maar eens aan de bollenschuren met een goede droog- en verwar mingsinstallatie. Financiering van deze investerin gen is thans in veler bereik gekomen. Gaan we zelf deze bollenschuren met dure instal laties op eigen bedrijf aanbrengen of is ook hier een samenwerking mogelijk Vele gladiolen worden in het Zuidwesten, Zeeland geteeld en volgens de handel Is de kwaliteit goed. Door de uitbreiding en de belangstelling zorgen reeds twee vakscholen voor de bloembollenteelt voor de opleiding. Het wordt tijd dat men over bovenstaande vraag ten aanzien van bollenschuren de gedachten eens laat gaan. Met het telen alleen komt men er niet, nazorg en afzet zijn zeer belangrijk. In verband met deze resistentieproblcmen wordt in het jaarverslag het volgende basisschema voor de bestrijding van fruitspint geadviseerd: in het voorjaar: toepassing van ovolarviciden tegen de eerste generatie. Indien resi stentie tegen deze middelen aan wezig is, dan toepassing van orga nische fosforverbindingen; in de zomer: toepassing van meeldauwfnngiciden met acarcide werking; in de nazomer: zodra de bespuitingen met meel- dauwmiddelen beëindigd worden, een behandeling met Kelthane om uitbreiding van de restpopulatie te verhinderen en om te voorkomen dat veel win tereieren worden af gezet. Tenslotte. Mocht U (nog) geen begunstiger van het Proefstation zijn, dan kunt U in het bezit komen van dit jaarverslag door f 2,50 te storten op post-»" giro 495017 t.n.v. Proefstation voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp. 0 Enkele opmerkingen over de snoei van vrucht bomen. De aanhoudende vorst is oorzaak dat op vele bedrijven een achterstand is ontstaan bij Ste snoei van vruchtbomen. Deze achterstand is moeilijk in te halen. Benut daarom elke werk bare of gedeelte van een werkbare dag. De snoei is een cultuurzorg die beslist niet met de Franse slag mag worden uitgevoerd; andere cultuurzorgen komen hierdoor in gedrang. Bij wat sneeuw en enkele graden vorst kan en mag gerust worden gesnoeid. Oudere bomen zowel van appels als peren worden het eerst gesnoeid. 0 Moeilijkheden met een dieseltrekker na een vorstperiode. Wanneer een dieseltrekker in een vorstperiode niet is gebruikt en niet vorstvrij heeft binnen gestaan kunnen moeilijkheden ont staan bij het weer in gebruik nemen. Bij zeer lage temperaturen gaat n.l. de paraffine die in de dieselolie voorkomt stollen, waardoor het z.g. vlokken ontstaat en brandstofleidingen en filters verstopt raken. De enige mogelijkheid om de trekker weer op gang te krijgen is eerst alle leidingen en filters schoonmaken. 0 Temperatuur en luchtvochtigheid by stookaard- belen. Bij de opkweek van stookaardbeien die nen we een juiste temperatuur én luchtvochtig heid aan te houden. Overdag streven naar een temperatuur van ongeveer 18 graden C. terwijl we de nachttemperatuur trachten te houden op 10 graden C. De luchtvochtigheid houden we aan de lage kant, dit met het oog op het optre den van botrytis. Door middel van luchten kun nen we zowel de luchtvochtigheid als de tempe ratuur verlagen. De teelt van stookaardbeien is een mooie teelt, ze eist echter een goede ver zorging. 0 Schade door worteiduizemlpoot by aardbeien. De groeipuntjes bij de jonge aardbeienwortels kunnen door wortelduizendpoten worden be schadigd. Hierdoor ontstaat een groeistoring die moeilijk meer is te herstellen. Zodra enkele planten in groei achterblijven, dient een onder zoek te worden ingesteld naar de oorzaak hier van. Is de wortelduizendpoot de veroorzaker, dan dient zo spoedig mogelijk een bestrijding te worden uitgevoerd. We nemen hiervoor een op lossing van 0,1 parathion en gieten dit bij de planten; dus niet spuiten daar dit beslist niet helpt. Voor 10 planten hebben we een hoeveel heid nodig van 2}a liter. 0 Virusziekten in tomaten. Tydens de opkweek van jonge tomatenplanten gaan we regelmatig controleren op het voorkomen van virusziekten. Dit kan het beste gebeuren in de morgenuren of op zonloze dagen. IJOE komt de winterbloemkool door deze barre winter? Deze vraag is bij iedere winterbloemkool- teler waarschijnlijk al diverse malen opgekomen. Wat er van overblijft, het is nog moeilijk te zeggen Vast staat, dat de planten het zeer zwaar te verduren hebben. Allereerst natuurlijk door de langdurige strenge vorst. Daarbij komt, dat na de sneeuwval de vogels, met name de duiven, een aanval op de winterbloemkool hebben gedaan. Het lijkt verstandig, er nu reeds rekening mee te houden, dat de teelt van winterbloemkool als ver loren moet worden beschouwd. Het is misschien wel erg pessimistisch gesteld, maar gezien de omstan digheden, kunnen we niet anders verwachten. Naar ons werd medegedeeld, waren alleen op Walcheren al 2,5 miljoen planten uitgezet. Na de gunstige resultaten van vorig jaar volgt nu voor de telers van winterbloemkool een behoorlijke strop. Het risico-dragende karakter van de land- en tuinbouw wordt weer eens duidelijk gevoeld. i /"YVER het planten van onze vruchtbomen is al meermalen het een en ander vermeld. Echter zal een en ander deze winter nogal eens moeilijkheden geven. De boomkwekers kunnen niet alle aanvragen gelijk behandelen (wie het eerst komt, wie het eerst maalt). Daarom werd de raad gegeven om vroeg te bestellen. Echter kan het gebeuren, dat het bestelde plantgoed aankomt tijdens een vorstperiode, zodat niet geplant kan worden. Ook kan het zijn, dat bij plotseling invallende strenge vorst het plant- materiaal, al is het goed verpakt, toch min of meer van de vorst geleden heeft. Wat moet er dan gedaan worden? Breng deze pakken nooit in een verwarmde rnimte om ze vlug te laten ontdooien. Dit is het slechtste wat U doen kunt, want dan heeft U alle kans, dat de boompjes onherstelbaar verloren zijn. Breng ze onuitgepakt in een koele vorstvrije ruimte, b.v. in 'n kelder en laat ze daar langzaam ontdooien. Is de vorst uit de grond en de grond is voldoende opgedroogd, dan moeten de pakken losgemaakt wor den en de bomen geïnspekteerd op eventuele dode en gescheurde wortels. Deze moeten dan glad afge knipt of afgesneden worden. Daarna kan op de bekende manier geplant worden. Om eventuele kansen op bevriezing te voorkomen, moet de grond na bet planten met ruige stalmest, blad of turfmolm bedekt worden. Ook wanneer er sneeuw ligt of de grond erg nat is, mag niet geplant worden. Beteugel uw ongeduld en wacht tot de grond weer sneeuwvrij en voldoende opgedroogd is. Planten in te natte of bevroren grond als er sneeuw op ligt, geeft vertraging in de hergroei. Wacht dus liever tot de omstandigheden gunstig zünl Begin januari verscheen het jaarverslag 1961 van het Proefstation te Wilhelminadorp. In het hierna volgende wordt door de heer H. J. Mandersloot op datgene gewezen, dat voor de Zeeuwse omstandig heden van belang kan zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 9