DOELSTELLINGEN VAN 1IET LANDBOUWBELEID OOK OP LANGERE TERMIJN ONGEWIJZIGD VERSTERKING VAN MARKTPOSITIE VAN AGRARISCHE PRODUKTEN: KERNVRAAGSTUK IACHTHUUR- OVEREENKOMSTEN C.B WERD CeBeCo VRIJDAG 11 JANUARI 1963 2$ VERSCHILLENDE takken van landbouw, aldus de Minister in de inleiding tot deze nota, maken ontwikkelingen door, die het bestaan bedreigen en waarop het agrarische bedrijfsleven, gesteund door een doelmatig overheidsbeleid, een passend antwoord moet trachten te vinden. Enerzijds ziet de landbouw zich geplaatst voor een ontwikkeling met dalende prijzen als gevolg van stagnatie in de afzet van zijn wassende produktie, en anderzijds tegenover een sterke kostenstijging, vooral wegens het stijgende loonpeil. Daarbij komt, dat het op gang komende gemeenschappelijke landbouwbeleid van de E. E. G. zowel het agrarische bedrijfsleven als de overheid voor een geheel nieuwe situatie plaatst. Deze omstandigheden hebben een hernieuwde bezinning op plaats, taak en richting van het Nederlandse landbouwbedrijf noodzakelijk gemaakt. IN de praktijk blijken bij controle nog al eens moeilijkheden te ontstaan betreffende de duur van fle gesloten jachthuurovereenkomsten. Daar willen wij u hier gaarne op wijzen dat overeen komstig een beschikking van de Minister van Landbouw ingegaan op 1 juni 1962 bepaald is, dat overeenkomsten van huur en verhuur van het genot van de jacht welke na 31 mei 1962 z\jn afgesloten, mogen uitsluitend voor de duur van ces jaren worden aangegaan. Zij mogen geen beding van optie of verlenging in welke vorm ook bevatten. Ten overvloede willen wij er tevens op wijzen dat het bepaald zeer noodzakelijk is dat over gel dige huurcontracten wordt beschikt. AP de jaarlijkse algemene ledenvergadering van de Nationale Coöperatieve Aan- en Verkoop vereniging voor de Landbouw eind vorige maand jdjn enkele Ingrijpende besluitengevallen. In de eerste plaats het met algemene stemmen aan vaardde voorstel tot naamsverandering In Natio nale Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging voor Land- en Tuinbouw G. A. afgekort tot Cebeco. Aan de naam Centraal-Bureau kleefden grote bezwa ren, omdat instellingen van de meest uiteenlopen de aard en doelstelling zich van deze naam be dienden. Aan de nieuwe naam Cebeco, opgebouwd uit de letters C.B. en Coöperatie, zal men eerst even moet wennen, doch dit zal in de praktijk zeker meevallen. Tevens werden op deze vergade ring een aantal voorsteden van wijziging in de statuten en huishoudelijk reglement aan de orde gesteld en zonder hoofdelijke stemming aangeno men. Door deze wijziging is de mogelijkheid ge opend dat de Cebeco naast de afzet van land- en tuinbouwpi'odukten ook de verwerking daarvan ter hand neemt. Inzake plannen tot deelneming in andere ondernemingen werd beslist dat het Bestuur in het vervolg alleen de toestemming van de Raad van Toezicht zal behoeven en de Alge mene Vergadering hierin niet eerst meer gekend behoeft te worden. Een belangrijk besluit voor al de leden De omzetcijfers van het C. B. over het afgelopen jaar vertonen wederom een record in de geschie denis van deze onderneming en overtreffen die van het vorige jaar met 80 miljoen gulden en o.a. 200.000 ton. Alle commerciële afdelingen hebben aan dit mooie resultaat bijgedragen. In het bijzon der de afdeling Voerartikelen, en relatief de af delingen aardolieprodukten zaaizaad en pootgoed. De financiële resultaten zijn over het afgelopen boekjaar dan ook gunstig, zodat een overschot van ca. 1.592.500,— kon worden behaald waarvan ca. ƒ1.470.500,uitgekeerd wordt aan de leden- coöperaties, een uitkering die bijna het dubbele bedraagt dan het vorige jaar kon worden ver rekend. De groei van het Fonds voor Prijsverschil len was eveneens aanzienlijk groter en bedroeg na aftrek van de vennootschapsbelasting 3.9 miljoen (v.j. ƒ1.7 miljoen). De „Mededelingen" van het C. B., reeds elf jaren In deze vorm verschenen, zal zowel een andere vorm als een andere naam krijgen. Het zal „Sa men Sterk" gaan heten, gelijk aan de naam die voor de jubileumuitgave in 1960 werd gebruikt. Daarnaast dient nog genoemd te worden de aan passing van het embleem, waarmee Cebeco voor het voetlicht treedt. Het nieuwe vignet met de C van Coöperatie zal zeker op den duur even be kend zyn als het oude, met de ploegende boer. Al met al veranderingen die tonen dat CeBeCo met de tijd meegaat, DOELMATIG EN SLAGVAARDIG INDIEN na de overgangsperiode van de E. E. G. een vrij onderling handelsverkeer der partner- landen tot stand zal zijn gekomen, zal de mate waarin het Nederlandse agrarische produktie- apparaat zich in doelmatigheid en slagvaardigheid van het agrarische bedrijfsleven in de partnerlan- den onderscheidt, bepalend zijn voor het aandeel van ons land in de markt van land- en tuinbouw- - produkten en in de uitbreiding van die markt. Op voering van de produktiviteit per man is hierbij een dringende noodzaak. Het bedrijfsleven zal veel aandacht moeten schenken aan een optimale capaciteitsbenutting van de produktiemiddelen, te verkrijgen door ver groting van de bedrijfsoppervlakte, door nauwere technische en economische samenwerking en door intensivering van het grondgebruik en/of uitbrei ding van de niet zozeer aan de grond gebonden produktierichtingen. Eveneens dient het agrarisch bedrijfsleven grote aandacht te schenken aan een goede valorisatie van zijn produkten. VERSTERKING MARKTPOSITIE ÜR ligt een belangrijke eigen verantwoordelijk- held bij het agrarische bedrijfsleven zelf; het zal in de sfeer van het aanbod een versterking van de marktpositie moeten nastreven. Grotere produktie-eenheden, intensieve markt verkenning en afzet langs goed georganiseerde kanalen van gerenommeerde Nederlandse merk artikelen moeten het mogelijk maken een groter aandeel van de Europese markt voor het Neder landse produkt te veroveren. Goede samenwer kingsvormen van handel en industrie onderling, zowel voor afzet op de binnenlandse markt, zullen daarbij van veel nut kunnen zijn. Het verwerven van afzetmogelijkheden voor de agrarische produkten op de buitenlandse markten brengt dikwijls zodanige risico's mede, dat een meer gecoördineerde activiteit van de exporthan- del noodzakelijk lijkt. SCHEPPEN VAN GUNSTIG KLIMAAT DIJ het aanpassingsproces In de landbouw op economische en sociaal verantwoorde wijze dat zich in een voldoende snel tempo kan voltrek ken, Is het uitgangspunt voor het overheidsbeleid, dat de primaire verantwoordelijkheid voor een af stemming van de produktie op de afzetmogelijk heden, verbetering van de kwaliteit der produkten, versterking van de onderhandelingspositie op de markt voor landbouwprodukten, het vinden van passende samenwerkingsvormen en een snelle aanpassing van de landbouw aan de wijzigingen in de economische en sociale omstandigheden bij het agrarische bedrijfsleven- zelf berust. De over heid rekent het zich tot haar taak voor deze aan passingen een gunstig klimaat te scheppen en daaraan ook actief bij te dragen met name ook op die terreinen, waar de individuele bedriifs- genoten en de bedrijfsgenoten als groep hiertoe niet zelf in staat zijn. BEPERKING PRODUKTIE JIET vraagstuk van de landbouwoverschotten laat zich niet op nationaal niveau zinvol op lossen. Hen regeling van dit overschottenvrn a g- stuk is slechts ln internationaal verband mogelök. Van Nederlandse zijde wordt ten deze het stand punt ingenomen, dat de agrarische produktie zich in de toekomst steeds meer zal moeten concen treren in die gebieden van de E. E. G., waar z'ch voor de agrarische produktie economisch gezien de gunstigste vestigingsplaatsen bevinden. DOELEINDEN EN MIDDELEN IIET binnenlandse landbouwbeleid zal gericht blijven op: a. het bevorderen van een zodanige netto bHdrage van de agrarische sector, dat het nationale rwo- dukt door een zo gunstig mogelijke aanwending van de nationaal beschikbare produktieve krachten zo goed mogelijk wordt en b. het bevorderen van een redelijk bestaan in de agrarische sector. Beide doelstellingen houden de wenselijkheid hl v&a een economisch efficiënt georganiseerde be drijfstak, die zich zo doelmatig mogelijk op de markt oriënteert. KWALITEIT AANGEZIEN de kwaliteitsconcurrentie steeds meer zal toenemen, verdient het vraagstuk van de verbetering van de kwaliteit der landbouw produkten de grootste aandacht. Ook hierbij is de verantwoordelijkheid voor een verdere uitbouw van kwaliteitsverbeterende maatregelen primair bij het bedrijfsleven gelegen. Mocht het ten aanzien van de melk gewenst blijken, dan zou overwogen kun nen worden een naar kwaliteit gedifferentieerde uitbetaling te introduceren. De bakwaarde van de binnenlandse tarwe ver dient grote aandacht, omdat het in hoge mate zal afhangen van de kwaliteit van de Nederlandse tarwe, in hoeverre deze op basis van het uni forme prijsniveau de concurrentie met de tarwe uit de Lid-staten het hoofd zal kunnen bieden. CULTUURTECHNISCHE VERBETERINGEN UET landbouwstructuurbeleid beoogt gunstige omstandigheden te helpen scjieppen voor ver groting van de produktiviteit en dat kan bevorderd worden door cultuurtechnische verbeteringen en gesteund door onderzoek en onderwijs de voorlichting, waarbij de taak van de overheid bij het inhoud en vorm geven, met name aan de agra- risch-sociale en de sociaal-economische voorlich ting, stimulerend, aanvullend en coördinerend is. Gezien de bestaande kredietmogelijkheden lijkt het niet aannemelijk, dat de financiering in het algemeen een knelpunt vormt voor de doorvoering van de noodzakelijke aanpassingsprocessen. ONTWIKKELINGS- EN SANERINGSFONDS IN dit gehele kader komt aan het op te richten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw een grote betekenis toe. Het spreekt vanzelf, dat eventuele bedrijfsbeëindiging op vol strekt vrijwillige basis dient plaats te hebben. Een doelmatig samenspel van ruilverkavelings- en voorlichtingsautoriteiten met het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw en de Stichting Beheer Landbouwgronden zal bedrijfsvergroting kunnen bevorderen, de afvloeiing uit de landbouw kunnen stimu leren, nationaal ongewenste produktie-uitbreidingen kunnen helpen indammen, - een harmonieus samengaan kunnen bevorderen van het landbouwbeleid met andere aspecten van het regeringsbeleid, welke zijn gericht op verbetering van de algemene, infra-struetuur, waarbij o.m. beschikbaarstelling van landbouw gronden voor recreatieve bestemming, aanleg van wegen en kanalen, woningbouw e.d. kun nen worden genoemd. Te zijner tijd zal kunnen worden overwogen, in hoeverre de werkingssfeer van het ontwikkelings - en saneringsfonds dient te worden uitgebreid tot ook andere bedrijfstypen dan gemengde bedrijven op zandgronden. 70ALS in het hoofdstuk „Elementen van het overheidsbeleid" nader is omschreven, zal in het nationale landbouwbeleid het accent die nen te worden verschoven van een markt- en prijsbeleid naar een structuurbeleid, dat gericht is op het stimuleren van een snelle fundamen tele aanpassing van de landbouw aan de zich wijzigende economische, technische en institu tionele omstandigheden. In samenhang met de met deze ontwikkeling verband houdende eisen, kenmerkt de Minister van Landbouw en Visserij het perspectief van de Nederlandse Land- en Tuinbouw op langere termijn in het algemeen als gunstig. Bij de organisatie, de samenstelling van de produktie, bij de verzorging van de kwaliteit en de presentatie van het produkt en bij de afzet zal evenwel in voldoende mate reke ning gehouden moeten worden met de ingrij pende wijzigingen, die zich gaan voltrekken. Dit vereist een slagvaardig en op moderne leest ge schoeid bedrijfsleven. De Overheid zal er naar streven hiervoor, mede in het kader van he£ structuurbeleid, de passende voorwaarden te scheppens

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 3