Eerst en Laatst"
VRIJDAG 4 JANUARI 1963
ff
het jaar staat op het punt te veranderen van oud naar nieuw. Net zoals
bij de kilometerteller van de auto verschuift er één cijfertje, het laatste
van de vier in dit geval, de twee wordt een drie, 1962 wordt 1963. Met onze
jaartelling zitten we nog niet als de meeste kilometertellers in de tienduizen
den, nog niet in de vijf cijfers. Maar de snelheid van de veranderingen om ons
heen lijkt en is ook groter dan ooit, zeker ook op ons platteland, zeker ook in
ons agrarische leven.
Frankering Mj abonnement; Terneuzea
•Jwi.
No.2663
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland91
Voor de A. V. R. O.-microfoon sprak
,ir. M. A. Geuze op oudejaarsdag een
radiorede uit waaraan wij gaarne in
ons eerste nummer van het nieuwe
jaar het onderstaande ontlenen.
jJE begrippen eerst en laatst liggen zelden zo dicht bij elkaar
als omstreeks Oud- en Nieuwjaar. Van de zakelijke kant
bezien zijn er velen in de bedrijfssfeer die het boekjaar afsluiten
en eerst de laatste regel willen vaststellen.
Wanneer zij dit voor de agrarische sector zouden moeten doen
over 1962, zou een gemiddelde uitkomst niets zeggen. De resul
taten vgp de verschillende bedrijfsvormen en -typen lopen daar
voor te zeer uiteen en voor een deel zou men zelfs moeten spre
ken van schrijnende tegenstellingen.
En toch, het bedrijf, uw bedrijf, vroeg uw dagelijkse zorg en
moeite, het droeg uw bestaan met voordeel of tegenslag. Het was
een menselijk bedrijf van zelfhandhaving, van ploegen, zaaien en
oogsten, van goede opbrengsten naast misgewassen, van stijgende
kosten en meevallende óf dalende prijzen, van plussen en minnen
en tenslotte het zo verschillende eindcijfer op Oudjaar.
JJE mens richt zijn blik niet alleen vooruit, maar zijn arbeid zoekt ook het
pad dat in de verte voert. Veei tijdgenoten schijnen het gemakkelijk te
vinden bij de dag te leven en ieder geval voor de directe toekomst uit het
naaste verleden te putten. Zij leven wel niet van de hand in de tand, maar
meer van vandaag op morgen. Op het platteland en in de boerenstand is het
begrip voor de betekenis der jaren nog niet zo weggewist als wij ergens
anders wel menen te zien, waar het jaar soms alleen de leeftijd of de vakan
tie markeert.
Er zijn overigens allerlei mogelijkheden om 1962 te karakteriseren en het
is de vraag welke kenschetsing zal overheersen. 1962 is dan in de eerste plaats
het jaar, waarin Koningin Wilhelmina Wilhelmina de Grote, is zij genoemd
stierf. Het is ook het jaar, waarin de band met Nieuw-Guinea werd afge
sneden. De boer en tuinder zullen over 1962 spreken als over een koud -en
zeer laat jaar, eén van de meest late jaren dat men sinds mensengeheugenis
kan herinneren. Het jaarrythme heeft toch voor ons een allesbepalende in
vloed op de gang in ons bedrijf en als het goed is Ieren de jaren ons veel,
wat de dagen niet wisten. Trouwens een man, die op 40-jarige leeftijd stierf,
George Herbert, schreef een kleine 3% eeuw geleden: „Jaren weten meer
dan boeken".
Het valt haast moeilijk te beseffen, dat er tijden geweest zijn, dat verande
ring nauwelijks opgemerkt werd. Trouwens er hebben zich altijd veranderin
gen voorgedaan: de wisseling der seizoenen, de gang der jaren, geboorte en
dood, oorlog en vrede.
Maar deze altijd bekende veranderingen zijn niet zozeer de veranderingen,
die ik bedoel. Het gaat om heel andere dingen: om nieuwe wegen en verbin
dingen, om televisie-antennes en pendelen, om hoogconjunctuur en recreatie,
om E. E, G. en vernietigende dreigingen, In onze bedrijven om vergroting,
specialisatie, arbeidstekorten, steeds verdergaande mechanisatie, inkomens
vraagstukken, financieringsvraagstukken, welvaartvergelijking, opvolgings-
problematiek en wat al niet meer. Het gaat om steeds hoger tempo en om een
veranderde gesteldheid van de geest van de plattelandsmens. En wij komen
er daarbij niet met te proberen ons .op eigen stellingen terug te trekken en
een gordijn te fantaseren tussen ons en de buitenwereld, die ons toch meest
vijandig gezind zou zijn en waarvan wij het tempo te weinig denken te kun
nen volgen.
yjjlJ hebben Kerstmis gevierd. Dan moeten wij weten dat Kerstmis geen
feest van terugtrekken is, geen feest van afzondering. Het is een feest
van „Zie ik maak alle dingen nieuw". Blijkbaar hoeven wij in dat gloren niet
bang te zijn wanneer de dingen veranderen. Op Kerstmis gaat het om de daad.
de daad van de liefde. Elk jaar, bijna 2000 jaren lang nu, hoeft Kerstmis er
aan herinnerd, dat alle begin, dat het eerste, de .liefde is.
Zo zullen wij uit de liefde, die noodzaak van ons geloof en handelen, alle
veranderingen tegemoet moeten treden. En dan is de wereld van nu wel
veranderd vergeleken met de wereld van vroeger, maar het is daarom nog
geen andere wereld.
Zelf bent U in de maalstroom van alle jachtige gebeuren van nu en deze
snelwijzigende tijd, nog geen ander mens. De „mens", die in de mensen van
alle tijden woont, is in wezen steeds dezelfde. Jezus Christus is naar ons
geloof gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. De kloof tussen de
mens en God is van Gods zijde in het geven van het Kerstkind overbrugd.
En deze overbrugging, zijnde het ware heilsgoed, doorstaat alle tijden van
verandering. Bij deze vastheid heeft niemand te wankelen.
De veranderingen, die ons in 1963 te wachten staan, zijn nog onbekend.
Maar het platteland zal dit alles straks niet alleen door anderen moeten
laten verwerken, maar dit zelf ook 'moeten aankunnen, in de wet en
schap van de overbrugging van de klooi', waarvoor ieder mens komt te
staan. In de wetenschap en in het geloof, dat eerst en laatst zal blijven
gelden
„Hoogte, diepte, vreugd of rotiw
niets ontrooft ons aan Gods trouw".