Een glastuinder als „specialist"
1081
VB IJ DAG 21 DECEMBER 196 2
HET was niet eens gemakkelijk om hem te vinden. In zijn warenhuis aan het landweggetje terzijde van de Rijksweg >vas niemand te zien. De kas lag
klaar voor de aardbeiplanten, maar het was nog wat vroeg en het winterweer van begin december hield het werk ook tegen.
Ook thuis, in de voormiddag, geen spoor van de man te bekennen. Tenslotte de volgende dag, spoorden we hem op En nog wel hard spittend in andermans
pas gebouwd warenhuis, met nog enkele collega's, om de bezitter van dat warenhuis te helpen zijn grond voor het eerste aard bei-gewas gereed te maken.
De winterzon scheen laag door de kas en de damp steeg op uit de vers omgezette grond Laten we hem eindelijk aan u voorstellen. Tuinder A. J. Bcrman
te Kapelle-Biezelinge, die ons in de daarop volgende dagen letterlijk en figuurlijk meenam naar en dwars door zijn bedrijf. Dat bedrijf is niet groot. Eén
hectare en veertig are in totaal, waarvan 1 ha pacht op lange termijn en ca. 0.40 ha eigen.
SPECIALIST IN ZACHT FRUIT
ZO kan men tuinder Berman wel noemen. Sedert hij in 1946 voor zich zelf
begon, waren aardbeien, bramen en frambozen zijn belangrijkste teelten.
Op het perceel van 1 ha vindt men van elk dezer drie gewassen ongeveer
20 are. De bramen zijn het laatste jaar gehalveerd en in de plaats kwamen
rode bessen.
De heer Berman legde precies uit, waarom hij dat deed. „Bramen", zo zei
hij, „is een arbeidsintensief gewas, niet het minst in de oogsttijd. Minstens
8 weken lang moet ik er door, eer de laatste geplukt zijn. De rode bessen
kosten me een week en ik ben er af. Dit spaart vele arbeidsuren, die ik op
andere punten van het bedrijf goed kan gebruiken". We zullen straks zien waar
en hoe.
Want naast de teelt van dit zachte fruit houdt Berman zich ook bezig met
de vermeerdering van goedgekeurd plantmateriaal en wel in het bijzonder
van aardbeiplanten. Hij doet dit reeds meer dan 5 jaar.
Aanvankelijk waren het de rassen Jucunda, Mad. Moutot en nu Red Gauntlet
en Talisman. Ook de vermeerdering van bramen- en frambozenplanten behoort
tot de bezigheden van tuinder Berman. Dit werk, dat grote vakkennis en
nauwgezetheid vergt, tekent hem reeds ten dele. Wat hij doet, gebeurt na
grondig overwegen van voor en tegen en dan ook zeer serieus en hardnekkig.
De kas gereed voor het planten der aardbeien.
Platglas en staand glas.
GEEN groot bedrijf, zoals we zagen. Maar 1.40 ha is groot genoeg, zegt
Berman zelf, vooral wanneer men elke m2 benut en wanneer het glas
zijn intrede in het bedrijf doet. En dat hij elke meter benut, blijkt wel hieruit,
dat een verloren hoekje van misschien een halve are met winterbloemkool
is beplant en dat hij ergens anders een klein perceeltje uien had voor zaad
winning.
Platglas wordt door tuinder Berman ook in ere gehouden, ondanks het
warenhuis dat er vlak bij staat. Dit platglas omvat 200 ramen en in dit jaar
is er voor de eerste maal knolselderij in gezaaid, met de bedoeling de plantjes
te verkopen. „Ik geloof", zegt Berman, „dat ik het allemaal goed heb gedaan.
Goed zaad gekocht, dat verdeeld in porties voor 20 ramen, yermend met zand
en zo gelijkmatig gezaaid in februari.
Het zaad kwam slecht op; de weersomstandigheden in het voorjaar waren
daarvan wel in hoofdzaak de reden. Wat opkwam werd aan afnemers verkocht,
leverde daar goede resultaten op, maar mijn kosten kwamen er maar net uit".
Geen succes dus, maar de proef wordt begin 1963 opnieuw genomen.
Van mei tot augustus kwamen er bonen in de bak en thans houdt de andijvie
zich ondanks de vroege winter goed overeind. Tuinder Berman heeft het
platglas met stro afgedekt en het gewas ziet er goed uit. Na deze andijvie
komen er straks weer planten van een speciaal aardbei-ras in.
Naast het platglas ligt een perceeltje aardbeiplanten, di« straks als de
vorst even aflaat, in het warenhuis geplant zullen worden.
I-JET staand glas bestaat op het bedrijf van de heer Berman uit een Venlo-
A A kas met een oppervlakte van 550 m2. Toen hij deze kas liet zetten waren
er nog maar enkele nieuwere glasbedrijven in Kapelle-Biezelinge. Dat was in
januari 1961.
Op de vraag waarom niet ineens een warenhuis van 1000 of 1500 m2, zei
Berman, „ja, dat hebben ze me al meer gevraagd". En nu blijkt, dat hij be
halve tuinder ook rekenaar is.
„Op mijn bedrijf", zo ging hij verder, „ben ik maar alleen. Mijn vrouw helpt
mee in de oogsttijd en op enkele andere momenten van topdrukte, maar dat
is dus op wisselvallige tijden. In hoofdzaak moet ik het zelf doen. Daarom
is 1,40 ha aan intensieve teelten voor mij meer dan genoeg en daarop is de
grootte van dezfc kas ook afgestemd".
Zijn mening is, dat zodra hij meer staand glas heeft, bij gelijkblijvende
oppeiwlakten zacht fruit en enkele bijgewassen, er vreemd personeel bij moet
en het dan te betalen arbeidsloon voor een flink deel de extra baten weer teniet
zal doen.
Tuinder Berman steekt het niet onder stoelen of banken, dat naar zijn
opvatting ook te vaak en te gemakkelijk de kleine ondernemers wordt aange
raden zeer grote bedragen en daarvan een te hoog percentage vreemd geld
in nieuwe plannen te investeren.
Indien men hieraan zonder meer toegeeft, kan dat dikwijls betekenen, dat
men praktisch zijn gehele leven voor anderen werkt. Hij is van oordeel dat
men bij aantrekken van vreemd geld moet uitgaan van een voorzichtige ge
middelde raming der toekomstige opbrengsten en het te lenen bedrag afhan
kelijk moet stellen van wat men aan eigen gelden kan inbrengen.
Dus, voorlopig bij tuinder Berman nog geen uitbreiding van het staand glas,
hetgeen niet wil zeggen, dat hij over b.v. 5 jaar daartoe de tijd niet gekomen
acht.
U ET warenhuis van tuinder Berman is onverwarmd, voorzien van bertge~
ningsinstallatie en ondergrondse watertoevoer via plastic buizen. Het
water wordt geleverd door de waterleiding, omdat oppompen uit de bodem
geen zekerheid voor een goede kwaliteit biedt.
Over de teelten in zijn kas komt hij niet gauw uitgepraat. Hij heeft in die
twee jaar al hèel wat ervaring opgedaan.
Zoals vrijwel alle glastuinders in dit gebied dat hebben, heeft ook Berman
een voorliefde voor de aardbeiteelt.
Hij heeft de kistjescultuur toegepast en ziet er thans niet zulke grote voor
delen in. Zoveel vroeger dan de teelt op de grond zijn deze aardbeien niet, als
ze dat tenminste zijn. Bij verwarming zou dat misschien wat gunstiger kunnen
zijn. Er zit echter veel werk in en Berman zoekt juist op allerlei manieren tijd
te winnen. Dus stapt hij dit jaar van de kistjes af
Behalve aardbeien (de rassen Deutsch Evern en Glasa) heeft hij in de kas
totnutoe ook als tweede teelt tomaten, bonen en a"ndijvie gehad. Dit jaar waren
dat tomaten en hij zegt er het volgende van.
„Tomaten vragen veel arbeid en wanneer ik mijn arbeidsuren reken (hij
weet hoeveel uren aan elk gewas besteed zijn) tegen de kilo-opbrengst maal
de prijs, dan brengt dit vele werk niij te weinig op".
Wanneer hij ons dan voorrekent wat zijn aardbeien in 1962 (die minder
uren kosten) opgeleverd hebben, ziet dat er heel wat beter uit Per vierkante
meter ongeveer 1% kilo a ƒ7,50, dat loont en het is geen wonder, dat op dit
moment Berman geheel denkt in de richting van grotere aardbei-produktie
onder zijn staand glas.
Wat hem voor ogen staat is dit.
TN december worden de aardbeien geplant voor de eerste oogsü ie in mei
valt. Dat zijn de rassen DeutscK Evern en Glasa. Na deze oogst en nadat
deze planten zijn geruimd en de grond gereed gemaakt is komt het tweede
gewas aardbeien er in.
Hiervoor zijn de rassen Talisman en Regina gekozen en het plantmateriaal
daarvoor wordt van omstreeks eind januari tot juli in gekoelde toestand be
waard. De oogst van dit gewas valt ongeveer eind augustus.
En als tuinder Berman nu zijn zin krijgt, volgt er nog een derde gewas
aardbeien, waarvan hij de vruchten in december hoopt te plukken.
Dit laatste deel van de jaarrond-teelt van aardbeien hangt nog wat ir? de
lucht. Er wordt op de mogelijkheden nog gestudeerd, waarvoor dus ook nog
tijd is. Eén ding staat wel vast, dat in dat laatste stadium verwarming van de
kas noodzakelijk i£. Met warmelucht-apparaten zal daarin dan worden voorzien.
We legden de heer Berman het feit voor, dat dit plan nu toch wei sterk
afweek van wat de voorlichtingsmensen propageren, n.l. het aanpakken van
nieuwe teelten onder glas na de aardbeien, om maar eens te noemen, andijvie
meloenen, witlof, tomaten, etc.
„Inderdaad", zei hij, „voor dit komende jaar is dat wel zo, maar in de afge
lopen twee iaar heb ik wel degelijk andere teelten geprobeerd en het is nog
lang niet zeker, dat mijn opzet wat de aardbeien betreft zal slagen en dan zal
ik altijd terug moeten vallen op groenteteelt voor een deel van het iaar'.
Een goede grondbewerking is nummer één.
Collega's helpen een handje.
De andjjvie, goed toegedekt onder een laag stro.
Vallen en opstaan.
WE zeiden al, tuinder Berman is van huis uit voornamelijk een zachtfruit-
man en dat zijn vele van zijn collega's ook. Kapelle-Biezelinge is een
(Zie verder pag. 1083)