KLOPT HET NIET?
VRIJDAG 21 DECEMBER 1962
ZOEK de fouten." Zo lees je wel bij een
tekening in een tijdschrift. En in zo'n
tekening klopt er heel veel niet.
WIJ zouden de hemel wel op aarde wensen,
maar onze pogingen in die richting mis
lukken hopeloos: er is te veel in ons leven, in
onze wereld, dat niet klopt. En het is met geen
geld en geen welvaart, met geen energie en
geen geestdrift kloppend te maken.
Frankering hij abonnement: Terneuze»
50e Jaargang: No. 2001
.Officieel orgaan van de Maafsehapp|| tot bevordering van Land- en Tuinbouw en \eeteelt in Zeeland
^bC&rótmió 1962
„Ook Jozef trok op van Galiléa. uit de stad
Nazarethnaar Judéa. naar de stad van
Daviddie Bethlehem heetomdat hij uit
het huis en het geslacht van David was
om zich te laten inschrijven met Maria,
zijn ondertrouwde vrouwwelke zwanger
- was.
Lucas 2 4. 5.
Ook in de afbeelding hiernaast klopt er een
en ander niet. Deze knotwilgen en dit soort
woningen, Jozef en Maria hebben ze niet kun
nen zien op hun weg van Nazareth naar
Bethlehem. Maar is het een fout, een storende
fout? Bepaald niet. In dat dorpje op de achter
grond zouden wij zelf kunnen wonen. Het is
onze vertrouwde wereld. En door die ver
trouwde wereld- trekken een man, en een vrouw,
die op een ezeltje zit. De vrouw draagt het ge
heim van Gods Zoon met zich mee. Dat is geen
ver en vreemd gebeuren. Het is geschied in ónze
wereld. Dat wil deze kerstplaat zeggen.
Er klopt zo op het eerste gezicht nog meer
niet. De kerktoren met het kruis er op kan nog
niet bestaan hebben toen Jezus op de wereld
kwam. Maar hier staat de toren er, recht boven
het hoofd van Maria. Hij wijst naar de hemel,
en de spits moet zich buiten het kader van de
tekening rekken, om duidelijk te zeggen hoe
hoog die hemel verwijderd is van onze ver
trouwde wereld.
De toren draagt het kruis, en Maria draagt
haar kind, Gods Zoon. De toren hoort niet op
deze plaat, en de Zoon van God hoort niet in
deze wereld. Al voordat Jezus geboren wordt,
moet Hij zwerven, opgecommandeerd door het
hoofd dér wereld, de keizer. Jozef, afstamme
ling van het koninklijk huis van David, moet
zich laten registreren bij de bezettende macht.
De man. die de nationale verwachting van Israël
moest vertegenwoordigen, is wel diep ver
nederd. En straks is er na de barre tocht geen
plaats voor Maria, geen plaats voor Jezus.
De toren draagt niet voor niets een kruis:
voor Jezus is er geen plaats in deze wereld,
niet om geboren te worden, en straks niet
om te sterven. Hij sterft als verschoppeling aan
het kruis.
MAAR toch staat de kerktoren op de plaat, en toch heeft Gods Zoon onder ons ge
woond, en toch mogen wij kerstfeest vieren. Want het kruis op de toren zegt tegelijk
dat Gods Zoon uit de hemel op aarde is gekomen, en dat Hij Zijn werk heeft gedaan.
Juist omdat er zoveel niet klopt in ons leven en in de maatschappij, is Jezus geboren.
De man en de vrouw trekken door een onherbergzame wereld, maar zó verovert God
Zich een plaats op onze aarde, die Zijn aarde is. God gaat in de gestalte van een kind
midden in onze wereld staan. Daarom staan er kerktorens midden in de dorpen en
steden.
Fouten in de wereld? Wij hoeven ze niet te zoeken, ze dringen zich aan ons op, al in
ons eigen hart. Er klopt heel veel niet.
Maar wat er wèl klopt, dat is Gods hart. Gods hart klopt vol liefde voor ons mensen.
En God maakt onze fouten goed. Dat is het wonder, waarom wij Kerstmis vieren. Het
wonder dat niet meer weg te denken valt van de aarde, dat niet meer uitgewist kan worden
uit onze samenleving, dat niet meer weg te praten valt uit ons leven. Nu niet, in de
kerstdagen van het jaar onzes Heren 1962, en nooit meer.
Gods hart klopt voor ons. De hemel is op aarde gekomen. Jezus is geboren. Het kruis
is het teken van de overwinning van Gods liefde. Dat mag gezien worden, dat mag op de
toren staan.
Zien wij het? Dan is ons kerstfeest gezegend.
's-Heer Hendrikskinderen,
G. J. T. VAN DIJK.