Een ernstige
waarschuwing
Zeeuwse Landbouw Maatschappij
ALGEMENE VERGADERING
VRIJDAG 23 NOVEMBER 196*
OVERZICHT
Ruim 5000 boeren in Den Haag
Frankering bij abonnement: Terneuzen
50e Jaargang No. 2659
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van LSfd- en Tuinbouw en eeteelt in Zeeland'
Het zit fout in grote delen van ons land met de landbouw en slechts het
zuid-westen en de tuinbouwsector vormen een uitzondering. Zij, die de cijfers
van de gemengde zandbedrijven bestuderen, zoals die o.a. door de Voorzitter
van het Drents Landbouwgenootschap, de heer Lambers, werden genoemd,
cijfers die men overigens ook uit officiële bronnen kan halen, zullen erken
nen, dat de inkomens van de ondernemers op dit soort bedrijven ver achter
blijven op de inkomens van de werknemers. Ook weten zij, die verstand heb
ben van de landbouw, dat veel dezer ondernemers hard en lang moeten wer
ken, waarbij van vrije tijd, laat staan van een vijfdaagse werkweek, geen
sprake is.
Het is begrijpelijk dat veel van deze mensen ongerust zijn over hun toe
komst. Terwijl voor steeds grotere groepen van onze bevolking de sociale
zekerheid groter wordt en de leuze ..van de wieg tot het graf" steeds meer
verwezenlijkt wordt, dreigt voor veel boerenondernemers op de gemengde
zandbedrijven de totale onzekerheid. Moeten en kunnen zij doorgaan met
hun bedrijf? Zo niet, wat dan? Ophouden en dan als ongeschoolde in de in
dustrie gaan werken? Voor velen, die niet zo jong meer zijn en die nog niet
oud genoeg zijn om op te houden met werken een angstigende toekomst-
gedachte.
Onder deze omstandigheden achten wij het gelukkig dat de buitengewone
vergadering van het K. N. L. C. in vier zalen in Den Haag op zeer waardige
wijze is verlopen. De toespraken van de vier inleiders weiden ernstig aango-
hoord, waarbij op duidelijke wijze hier en daar en na afloop van iedere rede
instemming van de duizenden met het gesprokene werd betoond.
De ongerustheid is nog niet gegroeid tot onrust, doch de regering zal nu
hopelijk begrijpen, dat het tot nu toe gevoerde landbouwbeleid onvoldoende is.
Er wordt door velen, waaronder buitenstaanders, op gewezen, dat deze tijd
van technische vooruitgang, geen kleine zelfstandige ondernemers meer toe*
staat. Alom hoort en leest men van concentratie en samenvoeging. Voorbeel
den hiervan zijn er in de industrie en in het grootwinkelbedrijf. Ook voor
de landbouw lijkt vergroting van de bedrijven en sanering een toverwoord.
Maar men dient te bedenken, dat zelf, als dit waar mocht zijn, dit proces in
een bedrijfstak als de landbouw tijd kost. Er- zuilen bijvoorbeeld jaren over
heen gaan voor de aangevraagde ruilverkavelingen met de daarbij behorende
saneringsplannen uitgevoerd kunnen zijn. En in die tussentijd moeten de on
dernemers leven en zelfs niet slechter leven dan de andere delen van het volk
waartoe zij behoren. Laat men hen in die overgangsperiode van jaren ver
kommeren, dart zijn er twee zeer kwade kansen. De eerste is, dat er niet
voldoende ondernemers overblijven om de landbouw nog op bevredigende
wijze uit te oefenen. De tweede is, dat er ernstige haarden van ontevreden
heid en onrust worden gesticht.
Bij dit alles komt rog de ontstellende zekerheid, dat deze, hetzij geordende,
hetzij koude en dus gedwongen sanering, geen oplossing zal geven voor het
economische vraagstuk waarvoor de landbouw zich geplaatst ziet. Dit is
namelijk, dat de produktie van voedingsmiddelen in West-Europa sneller
stijgt dan het verbruik. De verbetering van de structuur van de landbouw,
waarvan vele theoretici alles verwachten, veroorzaakt immers een aanzien
lijke produktiestijging! De afzetproblemen zullen dus eerder groter dan klei
ner worden. En het zijn de afzetproblemen van die produkten, waarvan over
schotten zijn of dreigen te komen, waarmee bijvoorbeeld onze veredelings-
sector te kampen heeft. De veredelingssector, clie de gemengde zandbedrijven
omvat, waar de ongerustheid het grootste is.
Wanneer men bovendien bedenkt, dat de landbouw ondanks de huidige
moeilijkheden, een onmisbaar element vormt van elke menselijke samen
leving, van elk volk en dus van elke staat, dat de tijden soms zeer snel ver
anderen kunnen wij denken maar aa*i een voor de geschiedenis zeer korte
periode van de laatste 20 jaar dan getuigt het landbouwbeleid van deze
regering van een ontstellend gebrek aan inzicht en aan vooruitzien. En dit
is dan ook het ernstigste aspect van de toestand van het ogenblik. De waar
dige en beheerste wijze waarop meer dan 5000 leden van bij het K. N. L. G.
aangesloten landbouwmaatschappijen in Den Haag vergaderden moge een
ernstige waarschuwing zijn voor de regering de landbouw niet verder te laten
wegzinken.
S.
op maandag 17 december 19C2 te 10.30 uur
in „De Prins van Oranje" te Goes.
AGENDA
10.30 uur: 1, Opening.
2. Notulen van de Algemene Vergadering van 26 mei
1962.
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Begroting 1963 en contributievaststelling 1963.
(De begroting werd aan de afdelingen toegezon
den.)
5. Rondvraag.
6. Inleiding door de Weledelzeergeleerde Heer Dr.
W. H. Kemmers, directeur van het Centraal Bu
reau van Tuinbouwveilingen, over het onderwerp
„DE AFZET VAN GROENTEN EN FRUIT
IN EEN VERGROOT EUROPA".
7. Gedachtenwisseling.
LUNCHPAUZE
13.30 uur: 8. Heropening door de Algemeen Voorzitter.
9. Openingsrede door de Algemeen Voorzitter.
10. Rede door de Hoogedelgestrenge Heer Ir. J. W.
Wellen, directeur-generaal van de Landbouw, over
het onderwerp:
..LANDBOUWVOORLICHTING
EN LANDBOUWPRAKTIJK".
11. Gedachtenwisseling.
12. Sluiting.
Namens het Hoofdbestuur der Z. L. M.,
M. A. GEUZE, Algemeen Voorzitter.
J. F. G. SCHLINGEMANN, Alg. Secretaris.
Als meer dan 5000 boeren, allen leden van een der bij
het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité aangesloten
provinciale Landbouwmaatschappijen, naar Den Haag trek
ken om hun misnoegen en ongerustheid over het landbouw
beleid op zeer waardige wijze te uiten, is er bepaald iets
mis met dit beleid. Als daarnaast de twee andere centrale
landbouworganisaties in persconferenties en verklaringen
van hun besturen van eenzelfde misnoegen en ongerust
heid blijk geven, dan bevestigt dit bovenstaande gevolg
trekking.
De zaal van de Haagse Dierentuin waar 1700 van de 5000 deelnemers aan de demon
stratieve vergadering van het K. N. L. C. bijeen waren.
Op de voorgrond ziet U o.m. de voorzitter der Z. L. M. ir. M. A. Geuze.