BROUWGERSTMARKT Dynamische ontwikkeling 990 Verzekeringszaken VOORSCHOTUITKERING MELK BROUWGERSTNIEUWS INVENTARISATIEVERORDENING LANDBOUWSCHAP Niet aangetast door arrest Hoge Raad WIJZIGING ONTWERP BEGROTING 1963 LANDBOUWSCHAP ZEEUWS LANDBOUWBLAD De N.V. Gebr. Van den Akker Agenturen, tel. 010-13.46.55, bericht ons De belangstelling voor Nederlandse brouwgerst is de laatste dagen zeer beperkt geweest. Er werden dan ook totaal geen zaken afgesloten. Van een prijsdaling is echter geen sprake, aangezien de voergerst- prij/.en aanzienlijk gestegen zijn en derhalve de premie voor brouwgerst zeer gering is. Over het algemeen schijnt men over de Hollandse Balder dit seizoen niet bijzonder tevreden te zijn, mede gezien het lage extractgehalte. Daarentegen schijnt de kwaliteit van de Franse brouwgerst beter te zijn dan aanvankelijk verwacht werd. De heffing voor Franse gerst is aanzienlijk verlaagd in Duits land en ligt momenteel zelfs beduidend onder de heffing voor Hollandse gerst. Wij citeren het volgende uit een marktbericht van een van onze Duitse relaties van 12 november j.l. „Nadat het uiterlijk beeld van alle gerstsoorten van dit jaar, in het bijzonder ook de Zuidduitse gerst, als uitstekend te beoordelen was, zijn de moutingsresultaten tot nu toe eigenlijk zeer teleur stellend. De Duitse gerstsoorten zijn, zelfs binnen de verschillende produktiegebiedcn, zeer uiteen lopend. Wat buitenlandse gerst betreft, zijn de eerste beoordelingen over de Hollandse Baldergerst niet zo goed als de vorige jaren. Dat de kwaliteit van deze gerst, als enige gerstsoort in de 11. E. G. ten opzichte van het uiterlijk beeld tegenviel, werd, met het oog op de vroegere goede ervaringen aan vankelijk op de koop toe genomen. De klachten over laag extract-gehalte en slechte oplosbaar heid vermeerderen zich nu echter. De belangstelling voor deze kwaliteit van de zijde der mout- industrie is daarom tegenwoordig zeer gering. De positieve verrassing van dit jaar vormen de vermoutingsresultaten van Franse gerst. De op vatting, dat Franse gerst van oogst 1962 beslist goed te vermouten is, vindt steeds meer ingang. De laatste tijd is de vraag aanzienlijk toegenomen; de prijzen zijn vooral in latere termijnen zeer opmerkelijk gestegen. Deze belangstelling wordt zeker gedeeltelijk veroorzaakt door het gemis aan aanbod van andere buitenlandse soorten, afgezien van Holland kwalitatief blijkbaar on bevredigend en Engeland, dat door de verhoogde invoerheffingen op het ogenblik niet lcon- kurrerend is. Desalniettemin hebben enige bedrijven Engelse Proctorgerst tegen buitenwoon hoge prijzen gekocht." Invoerheffing België t.o.v. deze week vorige week Invoerheffing Duitsland deze week vorige week Frankrijk Bfrs. Bfrs. 7 DM 90,42 DM 100.86 Holland 97,65 97,65 Derde landen 150 155 209,40 213,40 DE Onderlinge Verzekerings-Maatschappij voor Motorvoertuigen der Z. L. M. mag zich in een zeer bijzondere belangstelling blijven verheugen. V ooral dit jaar is het aantal nieuwe posten groot. "Waaraan dit ligt laat zich gemakkelijk raden. Enerzijds neemt het aantal motorvoertuigen in Zeeland en daarbuiten sterk toe en anderzijds zijn onze premietarieven om van te watertanden. De, tarieven lig gen niet alleen gunstig voor een auto maar evenzeer voor een tractor en bromfiets. De dynamische ont wikkeling is ongetwijfeld aan deze gunstige premieregeling te danken. Verwacht mag worden, dat 1962 een netto-toename van rond 1700 voertuigen zal opleveren, waardoor de totale portefeuille op rond 10.000 verzekerde voertuigen komt te staan. TOENEMENDE SCHADE ALS de voortekenen niet bedriegen zal het financiële resultaat over 1902 eveneens rede lijk zijn. Hierbij moet evenwel worden opgemerkt, dat het schadeverloop enige stijging te zien geeft. Om goed te zijn zou het schadeverloop echter moeten afnemen, omdat de kosten per schade geval toch al in stijgende lijn gaan. Een vraag, welke ons dan ook ernstig bezighoudt is, hoe het aantal schadegevallen is te beperken. Dit is beslist fgeen eenvoudige zaak hoewei er o.i. wel enkele mogelijkheden zijn. Men zou b.v. het eigen risico of de no-clain-korting kunnen verhogen. In beide gevallen wordt bereikt, dat de kleinere schades 'achterwege blijven. Tegen beide mogelijkheden zijn bezwaren aan te voeren. Immers er wordt zel fden of nooit met opzet schade veroorzaakt. Wel komen er een aantal schades voor als gevolg van onachtzaamheid of pure nonchalance. Voor onze >categorie zou een verhoogd eigen risico ongetwij feld effect sorteren. Daartegenover staan echter een aantal schadegevallen waaraan betrokkene totaal niets kan doen. KAPOTTE VOORRUITEN rj denken in dit verband aan het euvel van springende voorruiten. Rijk en provincie doen hun best de wegen te verbeteren. Ieder stuk geasfalteerde weg eist evenwel tientallen kapotte voorruiten. Ondanks waarschuwingsborden met '„veilige snelheid 20 km", crost een ieder met een .veelal grotere snelheid over zo'n stuk weg met het 'gevolg, dat tientallen, ja zelfs honderden voorrui ten sneuvelen. Verhaal is in praktisch alle geval len uitgesloten; ook al omdat de dader, onwetend van z n daad, geen naamkaartje achterlaat. Toch schreèuwt deze kwestie om een oplossing. Wij zouden ons kunnen voorstellen dat, wanneer .een maximale snelheid werd aangegeven en ook werkelijk controle werd uitgeoefend, het aantal te sneuvelen voorruiten sterk zou afnemen. Het is bovendien al te zot, dat men een stuk weg met een laag grind overdekt in de wetenschap, dat daaruit IIET Bestuur van het Produktschap voor Zuivel heeft in zijn besloten vergadering cl.d. 14 no vember 1962 besloten uit Zuivelfonds XIV een Voorschotuitkering aan de veehouders te doen ten bedrage van ƒ2,50 per 100 kg melk. Dit betekent een continuering van de voorschotregeling zoals deze ook ten aanzien van Zuivelfonds XIII heeft 'gegolden. weer voor duizenden guldens schades zullen voort vloeien. Hieraan moet toch iets te doen zijn. DE OPLOSSING EEN dezer dagen vertelde ons een reiziger dat hij met zijn auto over zo'n vers geasfalteerde weg reed. Uit tegenovergestelde richting naderde met grote snelheid (ruimschoots boven de 20 knj) een vrachtauto. De reiziger dacht aan de voorruit van zijn auto en reageerde bliksemsnel door zijn auto dwars op de weg te zetten. De vrachtwagen werd daardoor gedwongen tot stoppen. De vracht wagenchauffeur riep de autochauffeur toe wat dat had te betekenen, waarop deze met zijn vinger in de richting van het bordje „veilige snelheid 20 km" wees, zijn auto even achteruit zette en daarna rus tig de gestopte vrachtwagen passeerde. Wij vroe gen ons af of dit soms de oplossing moet worden! de L. IVE brouwgerstmarkt bleef in de afgelopen week goed prijs houden. De oorzaak hiervan was in de eerste plaats dekkingsvraag van expor teurs die op lagere basis hadden verkocht. De prijzen die nu en dan geboden werden waren moei lijk in het buitenland te realiseren. Daarnaast bleef er een beperkte doch regelmatige vraag naar kwaliteitsbrouwgerst, waarvan de prijzen zich goed konden handhaven. Het ziet er naar uit dat zich zo langzamerhand een regelmatige export gaat ontwikkelen. De grote moeilijkheid blijft dat de kwaliteit van de Nederlandse gerst, die door be paalde afladers verladen is, niet van te beste kwa liteit was met betrekking tot de kïemkracht. Een voordeel is dat de Nederlandse brouwgerst de goed koopste kwaliteitsgerst is. Denemarken en Enge land zijn niet zo konkurrerend. Daar de import- gerst o.a. in Duitsland aanzienlijk hoger in prijs ijs komen te liggen dan tot vóór enkele weken voor de inlandse betaald werd, kunnen de mouters slechts aarzelend besluiten om importgerst op dat hogere niveau aan te kopen. MAAR aanleiding van de berichten omtrent de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 23 oktober 1962 inzake overtreding van inventarisatie voor schriften van het Landbouwschap door G. W. Voortman te Eefde deelt het Landbouwschap het volgende mede Het arrest van de Hoge Raad handelt o.m. over de vraag, welk karakter het Uitvoeringsbesluit 1961 Inventarisatieverordening Landbouwschap heeft. Dit uitvoeringsbesluit is door het dagelijks Bestuur van het Landbouwschap vastgesteld op grond van de Inventarisatieverordening. Bij dit besluit heeft het dagelijks Bestuur bepaalde gegevens gevraagd aan de landbouwondernemers ten behoeve van de vaststelling en berekening der over 1961 door het Landbouwschap op te leggen heffingen. Het dage lijks bestuur heeft daarbij o.m. bepaald, dat deze gegevens uiterlijk 3 juni 1961 moesten zijn ver strekt. Naar het oordeel van de Hoge Raad kan dit be sluit van het Dagelijks Bestuur niet worden be schouwd als een wet of wettelijke regeling. Daar om achtte.de Hoge Raad de tenlastelegging van de betrokken officier van Justitie niet volledig. Deze tenlastelegging had zoals in werkelijkheid was geschied niet slechts moeten inhouden, dat de heer Voortman de gevraagde gegevens niet vóór 4 juni 1961 had verstrekt, maar bovendien, dat hij die gegevens niet had verstrekt binnen de door het Dagelijks Bestuur bepaalde termijn. De Hoge Raad is derhalve van oordeel, dat de tenlastelegging onvolledig is en dat het daarop aansluitende bewezen verklaarde geen strafbaar feit opleverde. Daarom heeft de Hoge Raad de heer Voortman van rechtsvervolging ontslagen. Uit bovenstaande blijkt, dat er dus geen sprake van is dat de Hoge Rami zou hebben uitgemaakt, dat de Inventarisatieverordening Landbouwschap of enig daarop gegrond besluit onwettig zou zijn. Ten overvloede moge. erop worden gewezen dat de heffingsverordeningen van het Landbouwschap formeel geheel los staan van de Inventarisatiever ordening. Daarom heeft de uitspraak van de Hoge Raad ook geen enkele Invloed op de geldigheid van de heffingen, die door het Landbouwschap zijn op gelegd. MAAR aanleiding van de bezwaren, die na de tervisielegging van de ontwerp-begroting 1963 naar voren zijn gekomen, heeft het bestuur van het Landbouwschap in zijn openbare vergadering van 17 oktober besloten de behandeling van de begroting uit te stellen. In de openbare vergade ring van 14 november is de ontwerp-begroting waarin het dagelijks bestuur enkele wijzigingen heeft aangebracht, goedgekeurd. Men heeft be sloten, dat de percentages voor de contributie aftrek voor 1963 ongewijzigd zullen blijven. Dus 70 van de betaalde contributie met een maxi mum van 50 van het te betalen heffingsbedrag. Aanvankelijk, hacl men deze percentages willen stellen op respectievelijk 70 en 40. Ook tegen de voorgestelde verhoging van het basisheffingsbedrag van ƒ3,50 tot ƒ4,per hec tare bouwland bestonden bezwaren. Het dagelijks bestuur heeft de noodzaak om de heffing te ver hogen zorgvuldig afgewogen tegen de achter grond van de moeilijke en precaire toestand van een groot aantal bedrijven in de landbouw. Reke ning houdend met deze overwegingen, meende het dagelijks bestuur echter het voorstel tot verhoging te moeten handhaven. Het bestuur deelde deze mening. Uitgaande van een basisheffing van 3,50 per hectare bouwland zou men namelijk gecon fronteerd worden met een begrotingstekort van 967.000,over 1963. Daarbij zou dan nog komen het te verwachten tekort van ƒ400.000— over het jaar 1962. in totaal dus 1.367.000,Het bestuur heeft nu besloten het tekort over 1962 ten laste van de algemene reserve te brengen. De belang rijke aantasting van de algemene reserve, die het gevolg zou zijn van het geraamde tekort van 967.000,— over 1963, wil het bestuur zoveel mo gelijk beperken, door verhoging van de inkom sten uit de heffingen. Dit besluit heeft het bestuur van het Landbouw schap slechts node genomen. Het was op korte termijn echter niet mogelijk de inkomsten en uit gaven voor het jaar 1963 op andere wijze in even wicht te brengen. De ontwikkeling van het financiële beleid in 1963 en voor de volgende jaren zal echter nader bestudeerd worden. Er zal een commissie worden ingesteld, die het begrotingsbeleid en in het bij zonder het subsidiebeleid aan een diepgaande be schouwing zal onderwerpen. Voorts zal deze com missie zich beraden over andere vormen van en maatregelen tot bezuiniging. De verwachting is, dat de resultaten van de besprekingen van deze commissie in de eerste maanden van 1963 in han den van het dagelijks bestuur van het Landbouw schap kunnen worden gesteld. De gevolgen van de maatregelen, die eventueel zullen voortvloeien uit de bevindingen van de commissie kunnen dan vóór de aanvang van het begrotingsjaar 1964 ter kennis worden gebracht van de instellingen en instituten, die door het Landbouwschap worden gesubsidieerd. Voorts kunnen deze maatregelen dan tijdig worden be sproken in de kringen van de georganiseerde landbouw.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 10