EEN VADER ÜIT HET NOORDEN VAN ONS LAND
EEN DOCHTER ÜIT HET OOSTEN VAN ONS LAND
WIJ VROEGEN DE MENING VAN EEN VADER IN HET NOORDEN,
EEN DOCHTER IN HET OOSTEN, EEN MOEDER IN HET WESTEN
EN EEN ZOON IN HET ZUIDEN VAN ONS LAND OVER HET
GEZINSLEVEN OP HET PLATTELAND EN IN HET BOERENBEDRIJF
NU EN IN DE TOEKOMST. IN EEN OMLIJSTING VAN EEN „DIA
PROGRAMMA VAN ACTIVITEITEN DOOR JONGEREN PRESEN
TEREN WIJ DEZE MENINGEN.
Door de snelle ontwikkeling van wetenschap en techniek, die deze tijd kenmerkt, vol
trekken zich grote veranderingen, zowel op economisch als op maatschappelijk terrein.
De vraag is in hoeverre deze veranderingen invloed hebben op het gezinsleven; waarbij
in dit verband in het bijzonder aan het plattelandsgezin wordt gedacht.
Laten we ons in ieder geval hoeden voor overdrijving. Inderdaad heeit onze samenle
ving zich in de laatste halve eeuw enorm gewijzigd, maar wij kunnen vaststellen dat
op geen enkel onderdeel de ontwikkeling minder vat heeft gekregen dan op het ge
zinsleven, dat nog steeds een centrumfunctie in de maatschappij blijft vervullen.
Een gezin vormen wil niet zeggen, de dag jaar in jaar uit op een geijkte wijze door t«
brengen. Een gezin vormen betekent als ouders en kinderen in goede harmonie samen
te leven, elkaar te steunen en elkaar te respecteren, zich verbonden weten en daarnaar
te handelen. Dit is een recept dat geldt voor alle tijden, want het is het wezen van 't ge
zin. Invloeden van buiten, zowel als van binnenuit kunnen gezinsmoeilijkheden ver
oorzaken, maar het is niet iets specifieks van deze tijd.
„Onbegrepen" kinderen en „niet begrijpende" ouders zijn er altijd al geweest; even
goed als andersom. Waar het op aan komt is de sfeer, de welwillendheid over en weer,
de wil vooral om begrip voor eikaars wensen en moeilijkheden te kunnen opbrengen.
Dat bij dit alles de ouders de stuwende kracht moeten zijn en de grootste verantwoor
delijkheid dragen is vanzelfsprekend. Zij immers moeten in eerste instantie de sfeer in
het gezin gestalte geven en daarvoor het begip opwekken bij de kinderen.
Ook in deze tijd is dit goed mogelijk, evengoed als in welke tijd ook. Het eist echter
van de ouders de erkenning van veranderende inzichten en gebruiken bij de jeugd,
zonder dat echter een kritische beoordeling daarbij achterwege mag worden gelaten.
Het eist ook, en dit geldt wel speciaal voor het boerengezin, aanpassing aan de huidige
bedrijfs-economische eisen en mogelijkheden.
Geen oudere kinderen in het gezin die thuis geen dagtaak kunnen vinden en zo mo
gelijk ieder kind de gelegenheid geven om elders praktische kennis en levenservaring
op te doen. En wat nog belangrijker is; het kind zijn eigen toekomstig beroep laten
kiezen. Het boer worden uit traditie heeft afgedaan. De jonge boer van nu moet over
een enthousiaste vakbekwaamheid beschikken om het economisch te kunnen bolwerken.
Eén van de voorwaarden om ook weer aan zijn eigen gezinsleven die gestalte te kun
nen geven, die door zijn kinderén op prijs zal worden gesteld.
Dij het lezen van het verzoek om een artikeltje te schrijven over bovengenoemd on
derwerp bedenk ik dat het verre van gemakkelijk is en 't doet me denken aan kijken in
het koffiedik. Is het niet vaak zo dat, zoals we de dingen op het ogenblik zien. deze
over enkele jaren weer geheel anders kunnen liggen. Daarbij komt dat de verschillen
landelijk erg groot zijn. Zelfs binnen eigen provincie komen vaak grote tegenstellingen
voor. 4
Ik zou me dan ook in dit artikel willen beperken tot Overijssel, waar we voor het
overgrote deel de gemengde bedrijven op de zandgrond vinden. Die bedrijven waar
over op het ogenblik zoveel gesproken en geschreven wordt.
Hoe staat het met de verhouding tussen ouderen en jongeren? Sinds eeuwen her
heerste hier de traditie dat bij een huwelijk de jongelui bij de ouders „introuwden".
De ouders bleven de leiding van het bedrijf houden tot agn hun dood en dan pas kwam
het jonge geslacht aan bod. Het was één potje koken, één vuurtje stoken.
Waarom was dit zo? Wellicht voor een deel traditie maar vooral ook een economische
noodzaak. De grote gehechtheid aan familie, streek en bedrijf maakten dat slechts wei
nigen een andere weg gingen bewandelen. Tegenwoordig horen we vaak „het platteland
is in beweging, het platteland wordt ontsloten". Dit brengt ook met zich mee dat tradi
ties gaan wankelen en dat de verhouding ouderen—jongeren anders wordt.
Het is niet meer zo dat alle kinderen boer of boerin worden. Velen zoeken een beroep
buiten de landbouw. Dat is gezond. Een goede beroepenvoorlichting op het platteland
is echter dringend nodig. Wordt dit door de ouders wel altijd begrepen, zodat de jon
gere het beroep kan kiezen dat hem of haar het beste ligt.
Zij die wel boer of boerin worden willen ook graag op eigen benen staan en onafhan
kelijk zijn van de ouderen. De jongeren hebben vaak een andere leef- en denkwijze. Het
jonge echtpaar van nu wil graag een eigen huis, eigen gezinsleven, bedrijfsvoering en
besteding van het inkomen. Volkomen logisch zegt u. Jawel maar de theorie is eenvou
diger dan de praktijk. Vooral bij de tegenwoordige bedrijfsuitkomsten is lang met allot
uitvoerbaar. De meeste ouderen zullen niet zoveel hebben kunnen sparen dat ze sieh
terug kunnen trekken uit het bedrijf bij huwelijk van de zoon. Omgekeerd zal een jong
echtpaar zich niet kunnen redden zonder de hulp van de ouders. Meer mechaniseren
vraagt veel kapitaal en is lang niet altijd verantwoord. Loonwerk is duur. Het zal vaak
zo zijn dat ouderen én jongeren elkaar nodig hebben.
Wanneer beide partijen dit goed begrijpen zal een goede verstandhouding mogelijk zijn.
Dit wil niet zeggen dat we op de oude weg door moeten gaan. Daar waar mogelijk
heden liggen zullen we ze met beide handen aan moeten grijpen, willen we In de toe
komst nog mensen houden die boer willen zijn.
Vele jongeren zouden met hun verstand een ander beroep kiezen (hogere verdiensten,
vast salaris, kortere werktijden, meer vrije tijd, minder risico's). Maar, naar ik meen,
gelukkig voor de Nederlandse samenleving dat er nog plattelandsjongeren zijn die on
danks alle bezwaren toch nog het zware boerenleven verkiezen boven een leven in de
Wij zullen echter, ouderen én jongeren sémen, moeten vechten voor een goed bestaan
op het platteland. Daarvoor is idealisme nodig. Het zal vaak vallen en opstaan zijn
maar Albert Schweitzer heeft eens gezegd: „Groei zo in uw idealen in dat het leven
U niet meer ontnemen kan".
Durven we het aan samen, ouderen én jongeren?
Jongeren werken met hun handen
zij luisteren samen
Zij praten samen en
houden wedstrijden voor meisjes
frechtsen voor jongens (daarboven) die
4e nodige insponuïng kosten (boven)
f>e winnaar krijgt de prjjf. Qp nationaal niveau oj