Vorming in deze tijd noodzakelijk
WENSEN TEN AANZIEN
VAN HET ONDERWIJS
Om versnelling der historie' te verstaan:
Belangrijke laak
voor vormingsinstituten
HET CONGRES TE HOOFDDORP
Het is goed dat wij ons nu en dan schijnbaar vanzelfsprekende, het algemeen
aanvaarde als probleem stellen. Aldus prof. dr. Ph. J. ldenburg, algemeen direc
teur van het Nutsseminarium voor Pedagogiek aan de Universiteit van Amster
dam. Het tot vraag maken van het allergewoonste is een van de manieren, waar
door de kennis en het begrip van de mensheid in de loop der geschiedenis uiter
mate zijn gediend.
De mens is een stuk natuur, maar de
mens kan denken, kiezen en handelen.
iWij kunnen leren en ons zelf veranderen.
De vormbaarheid van de mens is gro
ter dan die van enig ander levend we
zen. Ons gedrag wordt niet door onze
"instincten bepaald.
1 Er is veel tijd nodig om de mens op
zijn volwassen bestaan voor te berei-
"den. Essentieel is het appèl, dat de
omgeving op de intelligentie doet; van
^overwegend belang zijn de methoden
Hvan denken en leren, die worden over
gedragen. De mens is voor zijn gees
telijke groei van de mensen om hem
(heen volstrekt afhankelijk. Daarom zijn
'opvoeding, onderwijs en vorming voor
"de mens onmisbaar.
Ziet hier, aldus prof. ldenburg, ons
antwoord op de vraag: waarom vor
ming? Omdat de mens en dat is zijn
.waardigheid door zijn natuurlijk
bestaan slechts ten dele bepaald wordt.
Hij wordt wat hij wezenlijk is in de
aanraking met anderen. Het cultuur
patroon meer dan het natuurlijk gege-
Lvene geeft richting aan het gebruik,
dat hij van zijn energieoverschot maakt.
INHOUD VAN DE VORMING
Prof. ldenburg stipte echter vier pun
ten als wezenlijk voor het vormings
proces aan. De mens moet in de eer
ste plaats leren zichzelf in zijn eigen
^gedragingen te aanvaarden; hij moet
de moed krijgen om zichzelf te zijn.
Het tweede, niet minder fundamen
tele element van het volwassen wor
gden, ligt in de betrekking tot de ander.
-De opgroeiende mens moet leren de
ander te ontmoeten.
Naast deze allesbeslissende facetten
rvan het mensworden noemde prof. lden
burg de betrekking van het ik tot de
dingen. De aanraking met de stoffelijke
,wereld kan in dit verband van enorme
gaarde zijn. De opgroeiende mens
Jmoet het materiaal leren kennen en
'(hanteren. Hier ligt de opvoedende
jjwaarde van de handenarbeid ente
gelijk het gevaar van radio en t.v., dat
'zij de jeugd aan deze heilzame omgang
dreigt te onttrekken.
Nog één ding voegde prof. ldenburg
aan deze schets der mensvorming toe.
ifn de ontmoeting met de werkelijkheid
,van mensen en dingen doorkruist het
onveranderlijke ons levenspad. Wij
kunnen het als een blind lot ervaren.
-Maar het is ook mogelijk dat ons in die
^werkelijkheid iets openbaar wordt van
jeen zin en een bestemming.
'Ons bestaan krijgt een religieus per
spectief. In de beleving en beschrijving
'daarvan verschillen wij. Maar misschien
kunnen wij ons verenigen met de ge
dachte, dat op de weg naar de volwas
senheid de vraag naar de zin van het
leven een antwoord behoeft, aldus prof.
ldenburg.
DE FACTOR TIJD
De noodzaak van vorming is alge
meen menselijk. Zij geldt voor alle tij
den. Maar de inhoud der vorming is
<!oor de tijd bepaald. Cultuur is niet in
'de eerste plaats bezit, maar bovenal
"dynamiek.
De taak der ouderen onze taak
.Is volgens prof. ldenburg veel moeilij-
:er dan wij vaak denken. Want het
aat er niet in de eerste plaats om jon-
;eren feiten voor te leggen, kunstwer
ken te presenteren, met dogma's bekend
fce maken, beginselen door te geven,
een morele code bij te brengen en
onze staatsorganisatie en wetgeving
over te dragen. Het gaat er om ze door
zorgvudige opvoeding in de kleine groep
zelf te wekken, in beweging te bren
gen, te stimuleren. Onze verworvenhe
den kunnen daarbij de gegevens zijn,
waarop zij voortbouwen, en een rijk
demonstratie-materiaal. Maar dit mate
riaal blijft dood, onbegrepen, onbeleefd
als het niet wordt opgenomen door het
eigen denken, doen, beslissen der jon
geren zelf en hun niet dient als uit
gangspunt voor een nieuwe vormgeving.
VERSNELDE HISTORIE
Onze tijd is er een van beweging als
geen andere. De mensheid maakt nu in
25 jaar een ontwikkeling door, waar zij
vroeger een eeuw voor nodig had. De
vaart der ontwikkeling manifesteert
zich op alle levensgebieden. Sinds de
Tweede Wereldoorlog is de helft van
de wereldbevolking van politieke sta
tus veranderd, in die zin dat zij haar
staatkundig lot in eigen handen heeft
genomen, het Chinese Rijk meegere
kend omdat het een radicaal nieuwe
fase van zijn geschiedenis is binnen
gegaan. In West-Europa betekent het
ontstaan der Europese Gemeenschap
pen een aanpak van de verhoudingen
tussen de natiën, die tegenover de tra
ditionele diplomatie een volstrekt nieu
we oriëntatie te zien geeft. Binnen de
nationale grenzen heeft het Overheids
beleid ten aanzien van de materiële
welvaart een nieuwe richting ingesla
gen toen men de volkshuishouding van
het land als één samenhangend geheel
is gaan beschouwen, dat vanuit bepaal
de strategische punten kan worden be-
in vloed.
Ten aanzien van de geestelijke wel
vaart leven minder stellige overtuigin
gen maar dat onderwijs en kunst te
genwoordig niet meer als een luxe goed
worden aangemerkt, doch als onmisbaar
voor ons volk, wordt door de geruis
loze aanvaarding van de enorme begro
ting van het Ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen erkend. Het
deel van de jonge mensen, dat voortge
zet onderwijs geniet, is sedert de Twee
de Wereldoorlog verdubbeld. In de
werkzaamheden der actieve bevolking
voltrekt zich reeds sedert vele decen
niën een verschuiving van beroepen.
WELVAART, OOK WELZIJN?
Een andere beweging gaat in dezelfde
richting. Er zijn weinig beroepen, die
niet aan een proces van verwetenschap
pelijking en vertechnisering zijn onder
worpen. Hetgeen voorheen in de weg
der traditie werd verricht, wordt thans
op zijn doelmatigheid onderzocht De
mechanisering en automatisering grij
pen om zich heen. De oude standen
structuren bestaan nog slechts als ru
diment. Een relatieve welvaart komt
binnen het bereik van velen, sociale
zekerheid strekt zich tot bijna allen
uit. Daarbij verlegt de aandacht zich
van produktie naar consumptie: de
aandacht, zowel van de werkgevers,
voor wie de afzet gewichtiger wordt
dan de voortbrenging, als van de werk
nemers, voor wie de arbeid een afge
perkt deel van het menselijk bestaan
wordt daarnaast het verbruik gelijk
waardige rechten verwerft. Dat komt
ook door de beperking van de arbeids
tijd en de vrije tijd-winst. die vooral
voor de massa der bevolking aanzien
lijk is. Het geven van richting aan con
sumptie en vrije tijd is erdoor tot pro
bleem geworden.
Het is de vraag hoe de welvaart tot
welzijn kan bijdragen. Wij zijn er na
tuurlijk niet met meer koelkasten, tele
visietoestellen en reizen over de gren
zen. Intussen komen de verworvenhe
den dei cultuur door middel van radio,
televisie en pocketboek binnen de aan
dacht van meer mensen dan ooit te
voren. Maar de wezenlijke vraag is of
de cultuur van tot-op-zekere-hoogte-
een-bezit tot een vormende kracht in
het leven vermag te worden.
GROOTSE TAAK
In al deze dingen en nog veel meer
komt een appèl tot de moderne mens.
Het is alsof hij een nieuwe, ongekende
wereld binnengaat. In enkele decenniën
Waar alles om draaide
voltrekt zich d£ze omzetting. De taak
der vorming is deze mens in zijn onze
kerheid te helpen op het appèl een cre-
actief antwoord te geven. Ik verneem in
onze tijd veel antwoorden, die van het
tegendeel getuigen, aldus prof. lden
burg. Zij zeggen „neen" tegen deze tijd
en klemmen zich vast aan verouderde
gezichtspunten. Onze na-oorlogse poli
tieke geschiedenis biedt voorbeelden
voor het grijpen. Ik maak mij zorgen
over de geringe mate, waarin ons volk
de tekenen der tijden blijkt te verstaan.
En over de vele onvruchtbare kanke
raars.
Vorming moet in deze tyd z\jn ge
richt op de vruchtdragende benadering
van de problemen, die de „versnelling
der historie" ons in het groot maar ook
iri klein verband ter oplossing voorlegt.
Aldus verstaan is zij vandaag in Ne
derland een dringende noodzaak.
Wil de bevolking stoffelijk en geestelijk niet verarmen, noch in de greep van cl
dictatuur of het anarchisme komen, dan zal er altijd een groeiende volksontwik
keling tussen het bestaan én het leven (zowel door het onderwijs als de jeugd,
jongeren en volwassenen-vorming verzorgd) nodig zijn. Aldus de landelijke leider
van het volkshogeschoolwerk in Nederland, dr. H. G. W. van der Wielen.
De mensen op ons platteland streven
naar een hergroepering of zij blijven
hardnekkig de oude bestaande verban
den verdedigen. Men vindt ze vlak
naast elkander, deze oude en nieuwe
vormen in Zeeland zowel als fn
Friesland; in het gereformeerde zowel
als in het onkerkelijke huisgezin.
Stap voor stap wordt men door de
technische veranderingen tot meer
openheid of tot meer aanvaarding
voor een tot dusver ongeweten en on
gekende wereld genoodzaakt, met alle
daaraan verbonden gevaren, welke een
te passieve aanvaarding ervan even-
Er zal nog wel eens aanleiding
zijn terug te komen op het be
sprokene op het congres te
Hoofddorp. Wij staan in dit
nummer uitvoerig stil bi j de voor
drachten van prof. dr. Ph. J.
ldenburg, dr. H. G. W. van der
Wielen en mej. M. Geertsema.
Dit waren degenen die alles op rolletjes lieten lopen bij de voorbereiding, de admi
nistratief de versterking der inwendige mens en al die zaken die welhaast onggj
pier kt nu senmaal altijd moeten y&rjj&r} gedaan
als een te steriel verzet daartegen,
met zich medebrengt.
'n Goede volksontwikkeling en voor
lichting, door welk een verscheiden
heid van beginselen ook gedragen, be
tekent een noodzakelijkheid in deze
tijd, wil men de uitersten vermijden;
wil men de schoksgewijze en snelle
zich voordoende wijzigingen kunnen
opvangen door het scheppen van in
zicht in dit proces, waardoor een
geleidelijke kritische aanvaarding mo
gelijk wordt.
In het onderwijs ligt het accent op
het lérende, bij de jeugd- en jongeren-
vorming op de geestelijke en cultureel
aanvullende persoonlijkheidsvorming.
Bij de volwassenen ontwikkeling komt
de nadruk te vallen op de uitwisseling
van ervaringen en gedachten, op de
onderlinge vergelijking van datgene,
wat men heeft gewonnen aan gevormd
inzicht en kennis.
Voor een gezonde volksontwikkeling
is voorwaarde, dat het bestaan van
alle groepen van de gehele bevolking
is gewaarborgd. Dit kan op het platte
land en voor de boerenstand worden
bevorderd door in de grote lijn soe
pele beschermende maatregelen, zowèl
voor het bestaan (waarborg van een
minimum bestaan) als voor het leven
(ontwikkeling, onderwijs, vrije tijd) in
één of meer wettelijke maatregelen
vast te leggen.
Afgewezen dient te worden die vrij
heid, welke voert tot ongebondenheid
en ontwrichting, ook door een te snelle
verandering in het economisch systeem
in te voeren. Afgewezen dient evenzo
de steriliteit, welke al datgene wil la
ten zoals het is óf van boven af een
$ysteem wil opleggen, waarbinnen het
leven bet menselijk bestaan zich
(YervQlg op yglgende pag.)