Het oogsten van snijmais 933 AFSCHEID PROF. DR. J. C. DORST HET ONBEKENDE SPANJE V K y DA G 9 NOVEMBER 19 6 3 DINSDAG 30 OKTOBER j.l. heeft prof. Dorst, de hoogleraar in de Plantenveredeling, als zodanig afscheid genomen van Wageningen. Vele sprekers, de heer Van Bommel van Vloten voorop en verder o.a. ir. Wellen, de directeur- generaal van de Landbouw en één van zijn vroe gere werkgevers ir. Oosterbaan, oud-voorzitter van de Friese Mij van Landbouw, hebben bij die ge legenheid Dorst's verdiensten geschetst en het Zeeuws Landbouwblad mag daaraan niet voorbij gaan. Immers wij vleien ons met de gedachte dat de grote belangstelling voor de akkerbouwgewas sen deze Sint Annalandse molenaarszoon daar al vroeg aangewaaid, zo niet aangeboren,, is. We willen het alleen hebben over prof. Dorst als kweker. Er zijn veel mensen die zich kweker noemen, doch slechts weinigen hebben datgene waar het op aankomt: het kwekersoog. Dit had Dorst in hoge mate. Hij heeft de Bintje, toen deze schepping van K. L. de Vries praktisch verloren was, weer boven water gehaald en letterlijk de wereld in en door geschopt. Op zijn naam staan nog de rassen Alpha, Furore, Saskia, Sirtema en Urgenta. Met de schepping van het ras Concur rent heeft hij de legende van de prioriteit van het blauwbloeivlas uit de wereld geholpen en enige tientallen jaren het Westeuropese vlasareaal beheerst. Ook op tal van andere terreinen, zoals de in richting en organisatie van het keuringswezen, als oprichter van de Stichting voor Plantenverede ling en op internationaal gebied heeft prof. Dorst grote praktische en direkte verdiensten voor onze landbouw. Sympathiek en bescheiden, doch in hoge mate inspirerend door zijn kundigheden en resultaten is zijn levensweg tot nog toe geweest. Moge zijn levensacond nog lang zo blijven. De eerdergenoemde onteigening geschiedde op basis van 20 ha behoud voor de eigenaar plus 20 ha voor ieder kind, ofwel op basis van 20 van de totale eigendom voor hemzelf, een en ander met een maximum van 125 ha. Wat reeds geïrrigeerd was telde niet mee. De schadevergoeding bedroeg voor deze minderwaardige gronden ongeveer ƒ700,tot ƒ900,per ha. De pio nier die op een nieuw bedrijf komt, werkt de eerste vijf jaren op een con tract samen met de kolonisatiedienst. Hij moet in die periode o.a. de kosten van de levende inventaris welke hem verstrekt wordt, opbrengen. In de praktijk wordt deze periode trouwens wel langer. Verder moet hij zich ver plicht houden aan een voorgeschreven bouwplan, dat er ongeveer als volgt kan uitzien: 1 ha katoen, 1 ha tarwe, 1 ha mais, 0,5 ha luzerne, 0,5 ha fruit, verder asperges, tomaten, groenten e.d. In beginsel is de kostenverdeling 40 °<i staatssubsidie en 60 voor betrokkene. Voor gebouwen en machines geldt een andere regeling en daar is de subsidie in het algemeen 25 u, te betalen over 15 a 25 jaar. Slechts één opvolger mag een kolonisatiebedrijf overnemen. Het erfrecht is echter niet in die zin geregeld. NIEUWE DORPEN WE bezichtigden o.a, een totaal nieuw dorp en we waren volkomen vrij ons daar te oriënteren. De indruk was zeer gunstig en zeer verzorgd. De coöperatieve aankoop- en machinevereniging werd eveneens bezocht. Aan coöperatieve afzet is men niet begonnen; dit zou bij zo revolutionaire ver anderingen ook ongetwijfeld in dit stadium een te grote opgave worden. De dorpen liggen ongeveer 6 km uit elkaar, terwijl verspreide bewoning op het land nog schaars is. Men treft dan meestal groepjes van 3 tot 4 bedrijven bij elkaar aan. De cultures zijn zeer gevarieerd. De katoen- en maispluk en af levering was in volle gang, terwijl de rijst net gedorsen was. Men verbouwt er ook tabak en men ziet er dan ook de nodige droogschuren. Verder o.a. ook hennep en medicinale gewassen. Er was verschil in welvarendheid tus sen de dorpen; volgens onze gidsen toe te schrijven aan de kwaliteit van de grond. Men toonde ons een proefbedrijf, waarop o.a. 102 koeien van Neder landse afkomst waren gestald, verzorgd door 8 mensen plus een bedrijfs leider. De kalveren van deze dieren worden op de saneringsbedrijven ge plaatst. In het algemeen is er op een dergelijk 4 a 5 ha-bedrijf plaats voor twee melkkoeien. Midden in het gebied ligt de stad Mérida, in het begin van onze jaartel ling de hoofdstad van Lusetania, van geheel Zuid-Spanje, waar nog de bouwvallen van twee enorme, door de Romeinen gebouwde aquaducten weer te vinden zijn. Nu, na zoveel eeuwen van verwaarlozing, is men bezig om nieuwe aquaducten en betonnen water aanvoerkanalen te bouwen en bijna 50.000 ha land is reeds in bloeiende produktie gekomen. Met de nodige reserve i.v.m. onze beperkte kennis van de Spaanse omstandigheden en de taal, zijn we er echter, na wat we gezien hebben, van overtuigd dat een arm land als Spanje met een sterk groeiende bevolking hier bezig is een belangrijke con structieve bijdrage te leveren tot het verkrijgen van betere omstandigheden en meerdere welvaart. Vervolg van le pagina. Men rekent uiteindelijk op een meerdere produktie van 1.260.000 ton en met het oog op o.a. het transport ervan heeft men reeds 130 km nieuwe wegen aangelegd. Bovendien verbindt een nieuwe spoorweg dit gebied zowel met Madrid als straks via een verbeterde spoorweg met de dichtstbijzijnde haven, Huelva. De vestiging van nieuwe particuliere industrie wordt aangemoedigd. Het betreft hier conserven-, textiel-, katoen-, mengvoeder-, zuivel- (melk), hout- spiritus-, superfosfaat-, kalk-, cement- en aardewerkindustrie, benevens het stichten van slachthuizen en silo's. Verder moest vroeger de gehele pro vincie van buitenaf van electriciteit voorzien worden, hetgeen nu via de stuw meren op eigen kracht zal kunnen geschieden. Vele kale onvruchtbare gebieden. W. JANSE. Goes, nov. 1962. VOOR de teelt van snijmais is meer belang stelling gekomen doordat dit gewas met mo derne machines vlug en voor inkuilen geschikt geoogst kan worden. Ingekuilde snijmais kan voederbieten vervangen. Het winnen van ruwvocr in de vorm van snijmais vraagt weinig arbeid in vergelijking met voederbieten. Om de praktijk in de gelegenheid te stellen deze oogstmethode nader te bekijken, werden in samenwerking met de vereniging voor bedrijfs voorlichting ..Walcheren", de arbeidsrationalisa- tiekern op Walcheren en de R. L. V. D. een twee tal demonstraties georganiseerd. De gehele oogst tot en met het vervoer naar de kuil werd verzorgd door de loonwerkerskombina- tie Brasser te Koudekerke en Markusse te Nieuw en St. Joosland. Deze kombinatie beschikt over een Gehl-maaikneuzer uitgerust met een Harder- Gehl voorzetstuk een z.g. maismond voor het inbrengen van de mais in het kneusapparaat. Verder beschikt zij over drie zelflossende J. F.- wagens en bijbehorende trekkers. OP deze demonstratie is wel gebleken dat de mate waarin het gewas gekneusd wordt, zeer goed is. Er ontstond nog enig verlies door het wegspringen van kolven. Het beste resultaat werd bereikt bij een rijsnelheid van 6 km per uur. In 4 a 5 uren is het mogelijk 1 ha snijmais te oogsten. Dat is een hoeveelheid van 60.000 kg. Het is wel gebleken dat aan enkele voorwaarden voldaan moét worden om vlot te kunnen werken. Er moet een ruimte van 3 m zijn waarlangs trek ker en maaikneuzer kunnen rijden; op de kop- akkers 8 m. Bij het zaaien kan hiermee reeds rekening worden gehouden door langs de zijkan ten en op de kopeinden een vroegerruimend ge was te telen. Ook het maaien van geren warkt storend door dat bij het rondrijden niet over de gehele werk- gang geoogst kan worden. Zaaien op een strook zonder geren is gewenst. Op één bedrijf was de rijenafstand 50 cm. Dit geeft moeilijkheden doordat het voorzetstuk van een zodanige bouw is dat bij het oogsten van één rij een volgende rij zijdelings wordt weggedrukt. Bij een rijenafstand van 67 cm komt dit niet meer voor. Deze demonstraties hadden plaats bij zeer gun stige omstandigheden. Doordat er rij voor rij wordt geoogst, komen er veel sporen op het land. Het is wenselijk dat de grond voldoende droog is. Op de bedrijven waar de demonstraties plaats vonden, werd op de grond ingekuild. Met een trekker al of niet voorzien van kooiwielen werd de kuil flink vastgereden. Op één bedrijf werd voorzover mogelijk ook met de zelflossende wagen en de trekker over de kuil gereden. Onder droge omstandigheden is dit goed mogelijk omdat geen aanhangende grond in de kuil wordt gebracht. De demonstraties heb ben aangetoond dat met een vanouds bekend voedergewas deze nieu we oogstmethode zeer goed uitvoerbaar is. Ar- beidstechnisch is deze methode zeer aantrek kelijk. In de komende stalperiode zal blijken of dit voedergewas ook voedertechnisch aan de verwachtingen voldoet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 5