Het K.N.L.C besprak de moeilijke situatie in de landbouw Frankering tój abonnement; Terneuzea VRIJDAG 2 NOVEMBER 1962 50e Jaargang No. 2654 „Officieel orgaan van de MaatschappU tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland'* OVERZICHT zeer moeilijke positie van de gemengde bedrijven, welke ook reeds be sproken werd op de laatste vergadering van het Dagelijks Bestuur der Z. L. M., heeft er toe geleid, dat het Hoofdbestuur van het K. N. L. C. in een extra spoedvergadering te Utrecht bijeenkwam. Dit gebeurde mede om de resultaten te bespreken van het onderhoud, dat het Dagelijks Bestuur van het Landbouwschap had met een vertegenwoordiging uit de gehele Minister raad, bestaande uit de Ministers van Financiën, Economische Zaken, Sociale Zaken ën Landbouw. Een stortplaats voor bieten maakt het mogelijk meer bieten van het land te rijden dan er geleverd mogen worden. DIT onderhoud was aangevraagd, omdat in een bespreking met Minister Marijnen was ge-- bleken dat deze alleen niet over de kwesties der prijzen en lonen kon beslissen in verband met de gevolgen voor het gehele Nederlandse prijs- en ïoonbeleid. Wij achten deze gang van zaken op zichzelve al een veeg teken. Enige weken geleden schreven wij reeds als commentaar op de Begroting van Land bouw, dat het prijsbeleid van deze Minister van Landbouw ten zeerste teleurstelde en wij vroegen ons toen af of deze bewindsman van mening was dat dit geen gevolgen zou hebben, gezien de wei nig rooskleurige financiële toestand, waarin tal van agrarische bedrijven zich bevinden. Wanneer wij deze situatie nog eens kort om schrijven, dan kunnen wij niet beter doen, dan de bewoordingen gebruiken van het secretariaat van het Landbouwschap, die in een nota aan het Be stuur van dit lichaam het volgende schrijft; doelstellingen landbouwbeleid UET Landbouwschap staat op het standpunt dat het landbouwbeleid, naast verbetering van de agrarische structuur, een zodanige rentabili teit in de landbouw moet trachten te bewerkstel ligen dat: a. de werkers in de landbouw een redelijke be loning voor hun arbeid ontvangen; b de agrarische ondernemingen financieel in staat zijn de bedrijfsvoering aan te passen aan de snelle wijzigingen in het technisch-econo- misch klimaat (versterking concurrentiepositie, o.a. met het oog op de E. E. G.). de toestand IN de achterliggende jaren DE rentabiliteit van de landbouw was in de af-, gelopen jaren niet toereikend om bovenge noemde doelstellingen te verwezenlijken, a. inkomensontwikkeling van de werkers in de landbouw. Uit gegevens van het L. E. I. over de bedrijfs- uitkomsten op weide- en gemengde bedrijven in de achterliggende jaren is de volgende con clusie te trekken; de inkomensontwikkeling op de L. E. L- bedrijven, die voldoen aan de eisen met be trekking tot de efficiency der bedrijfsvoering, heeft geen gelijke tred gehouden met de in komensontwikkeling buiten de landbouw; integendeel, terwijl nationaal gezien het in komen per hoofd is gestegen, is het in komen van de landbouwondernemers ge daald. Uit een studie van de Hoofdafdeling Sociale Zaken van het Landbouwschap is het volgende gebleken het gemiddeld verdiende uurloon van land arbeiders vertoonde in 1960 een achterstand van 16 ten opzichte van de beloning van vergelijkbare arbeid buiten de landbouw. b. noodzakelijke aanpassing van de landbouw. Bedrijfsuitkomsten die op vele bedrijf stypen resulteren in een zeer laag of zelfs negatief netto-overschot bieden de ondernemers geen mogelijkheid om de middelen te verwerven, nodig om de noodzakelijke investeringen te doen ter modernisering van de bedrijfsvoering. De onbevredigende bedrijfsresultaten in de achterliggende jaren belemmeren de ook i.v.m. de E. E. G. zo noodzakelijke verster king van de concurrentiepositie van de Neder landse landbouw. de voor 1962-1963 verwachte bedrijfsuitkomsten DIJ continuering van het prijsbeleid 1961 62 voor het prijsjaar 1962/63 zal de rentabiliteit nog verder teruglopen en zullen de doelstellingen van het landbouwbeleid dus nog minder bereikt wor den. Deze conclusie is te trekken uit de volgende ver gelijking van de voorcalculatie 1962/63 (die wat de gegarandeerde produkten betreft uitgaat van de garantieprijzen 1961 62) met de voorcalculatie 1961/62: Voorgecalculeerde financiële resultaten in 1961/62 en 1962/63 in guldens per bedrijf weide- bedrijven gemengde bedrijven '61/62 '62 63 '61/62 '62/63 netto-overschot 2410 410 635 -1110 arb.inkomen boer (incl. overuren) 10180 8490 7690 6495 arb.inkomen boer (excl. overuren) 8720 6980 6915 5120 Wij willen hier nog aan toevoegen, dat de si tuatie op de akkerbouwbedrijven wel iets beter is, maar dat ook op deze bedrijven de door het Land bouwschap genoemde tweede doelstelling niet ver wezenlijkt is kunnen worden. Door de krappe ga rantieprijsregelingen voor de enkele nog gegaran deerde produkten is de akkerbouwsector voor het grootste deel afhankelijk geworden van de op brengsten van de vrije produkten. De prijzen dezer produkten schommelen zeer sterk, waarbij dan nog de funeste belastingpolitiek ervoor zorgt dat goede uitkomsten progressief worden afgeroomd. UET Bestuur van het Landbouwschap heeft aan de Ministers gevraagd op korte termijn maat regelen te treffen om de slechte toestand op de gemengde zandbedrijven te verbeteren o.a. door bijzondere toeslagen tot een totaalbedrag van 70 miljoen en door Jhet verlenen van bijzondere kre dietfaciliteiten. Het schijnt dat deze voorstellen niet ongunstig zijn ontvangen, al zal het de vraag zijn of er weer niet van afgeknabbeld zal worden. Wij beschouwen dit echter als noodmaatregelen op korte termijn. Daarnaast moet het gesprek over het landbouw prijs- en Ïoonbeleid op lange termijn met de Minis ter van Landbouw nog tot bevredigende resul taten leiden. Er is een flinke loonachterstand, welke, wanneer zij wordt ingehaald, tot hogere garantieprijzen zal moeten leiden, zowel voor de akkerbouwprodukten als voor de melk. De melk prijs zal in ieder geval omhoog moeten, daar de vleesprijzen dit jaar in elkaar gestort zijn en de situatie op de veebedrijven ook al niet gunstig is. AVER al deze zaken sprak men in de extra Hoofdbestuursvergadering van het K. N. L. C-, waarbij bleek, dat men eventueel voelde voor een grote vergadering van bestuursleden of anderszins. Besloten werd, dat afgewacht zal worden, wat de regering op korte termijn beslist. In ieder geval kan geconstateerd worden, dat het Bestuur van onze landelijke organisatie op zijn qui vive is, waar het gaat om de belangen der boeren te verdedigen. S. (Inmiddels heeft de regering een beslissing genomen. De maatregelen die de overheid zal nemen vindt l' vermeld op pag, 915.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 1