MAU RITS PLEIN 23
Het K. N. L. C.
en de Gemengde bedrijven
Uitbreiding volksverzekerngen
896
jPHIlillSPil
MOEILIJKE
LOONBESPREKINCEN
ALGEMENE
VERGADERING
K. N. L. C.
REGERING WERKT AAN
MAATREGELEN
SPOEDEISENDE
VERGADERING K. N. L. C.
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
':>-<^ï::-yïv:ï::y-::\ï>>jï\ï:&;-yï
i-'i'ï
0AT de gemengde bedrijven, en daarin meegerekend de kleine gemengde
bedrijven, numeriek nog altijd een belangrijke plaats innemen temid
den van de totaliteit van het landbouworganisatieleven, is bekend. Het is dan
ook begrijpelijk dat het K. N. L. C. naast enkele gespecialiseerde afdelin
gen en commissies ook een dienst heeft ingesteld, die zich met de uiteen
lopende zaken, waarmee het gemengd bedrijf in aanraking komt, gaat bezig
houden. Het mag bekend worden geacht, dat de Afdeling Kleine Boeren, die
zich meer speciaal bezighield met kleine boeren-aangelegenheden, onlangs
is uitgebreid tot een Afdeling Gemengde en Kleine Bedrijven.
Iets minder bekend is wellicht de samenstelling en de werkwijze van deze
Afdeling. De bestuursleden van deze Afdeling worden aangewezen door de
verschillende provinciale Landbouwmaatschappijen in de vorm van een voor
dracht aan het Hoofdbestuur, waarna het Hoofdbestuur formeel benoemt.
DE SAMENSTELLING i
VERTEGENWOORDIGERS van
alle provinciale landbouwmaat
schappijen die deel uitmaken van
het K. N. L. C., hebben zitting in het
bestuur der afdeling. Voor de Gro
ninger Mij. voor Landbouw is dat de
heer B. Venema te Opende; voor de
Friese Mij. voor Landbouw is dat de
heer M. Hoekstra te Oosterwolde;
voor de Veenkoloniale Boerenbond
de heer K. Nomdei te Vlagtwedde;
voor het Drents Genootschap de
heren L. de Groot te Zuidwolde en
A. Popping te Beilen; voor de Over
ijsselse Landbouw Mij de heren H.
Mansier te Staphorst en H. J. Roe
rink te Enschedévoor de Landbouw
Mij. IJsselmeerpolders de heer A.
Koemans te Rutten; voor de Gel
derse Mij. voor Landbouw de heer
T. Slijkhuis te Epe; voor 't Utrechts
Landbouw Genootschap de heer W.
Lokhorst te Langbroek; voor de
H. M. v. Landbouw de heer L. Kruik
te Oostvoorne; voor de Noordbra
bantse Mij. de heer A. de Vos te Hel
mond, en voor de Zeeuwse Land
bouw Mij. de heer P. Wielemaker te
Koudekerke.
De heer W. Lokhorst te Langbroek
is voorzitter, de heer H. J. Roerink te
Enschedé is tweede voorzitter, ter
wijl ondergetekende fungeert als
secretaris.
DE WERKWIJZE
UET is te begrijpen dat een af-
deling Gemengde en Kleine Be
drijven aanrakingspunten heeft met
de andere organen van het K. N. L. C.
Zo komt het uiteraard nogal eens
voor, dat de adviezen die de afdeling
Gemengde en Kleine Bedrijven door
geeft voor de agenda van het Hoofd
bestuur, onderwerpen bevatten die
ook in andere organen aan de orde
komen. Dit kan moeilijk anders, om
dat het gemengd bedrijf nu eenmaal
een veelzijdiger bouwplan heeft en
moet hebben dan een gespecialiseerd
veehouderij of akkerbouwbedrijf.
Men dient hierbij te bedenken dat
het gemengd bedrijf niet alléén
voortbrenger is (in de meeste ge
vallen) van akkerbouwprodukten,
maar tevens verwerker van die ak
kerbouwprodukten tot veredelings-
produkten. Het maakt dus enig ver
schil, of men deze produkten voor de
markt voortbrengt of grotendeels
voor de verwerking in het eigen be
drijf. Terwijl ook de aankoop van
voedermiddelen weer een enigszins
ander accent legt op de gemengde
bedrijven dan pp de gespecialiseerde
akkërbbuwbedrijven.
Hoewel de belangen met de ge
specialiseerde veehouderijbedrijven
ook voor een deel parallel lopen ligt
het accent ook enigszins anders, om
dat het zwaartepunt iets meer ver
legd is naar de varkenshouderij en
pluimveehouderij. Vanzelfsprekend
hebben de moeilijkheden van thans
in de gemengde bedrijven de volle
aandacht en zijn er concrete voor
stellen voor het verstrekken van
toeslagen ter leniging van de nood
toestand die er momenteel heerst.
De afdeling vergadert maandelijks
en geeft adviezen door aan het
Hoofdbestuur, die in de vorm van
besluitenlijsten aan de hoofdbe
stuursagenda worden toegevoegd.
Met deze eerste korte uiteenzetting
moge deze keer worden volstaan.
Hopelijk is er t.z.t. nog wel eens ge
legenheid om nog nader op de werk
zaamheden en op de indirecte relaties
van de afdeling met Landbouw
schapsorganen nader in te gaan.
H. DEKKER.
VOLGENS berichten in de N. R. C.
en „Het Vrije Volk" ontmoeten
de besprekingen in de S. E. R. inzake
de mogelijkheden met betrekking tot
een loonsverhoging in 1963 nogal wat
moeilijkheden. Waar het in feite op
neerkomt is wel dat economisch ge
zien voor 1963 slechts zeer weinig
ruimte voor loonsverhogingen be
schikbaar is. Er wordt voor 1963 wel
rekening gehouden met een verdere
stijging van de produktiviteit. Maar
voor zover de hieruit voortvloeiende
ruimte reeds niet door incidentele
loonsverhogingen in de z.g. verloop
van de C.A.O.'s van 1962 op 1963 is
verbruikt, is het restant van de ruim
te voor een zeer groot deel nodig
voor aanvullende sociale maatrege
len en de verdere gelijktrekking van
de beloning voor mannen en vrou-
Ven.
Zoals uit de dagbladen blijkt schij
nen de vakbonden toch aan te sturen
op een loonsverhoging. In dit ver
band werd 2 °/b genoemd.
Het is duidelijk dat, wanneer wij
in ons land de richting opgaan van
lonen die hoger zijn dan overeen
komt met de economische mogelijk
heden, wij onherroepelijk in de in
flatie-spiraal verzeilen. Het is als het
ware je rijk rekenen met geld dat je
niet hebt. Het is begrijpelijk dat het
voor de S. E. R. en nog meer voor de
Overheid verre van eenvoudig is om
op dit punt beslissingen te nemen.
Daar komt nog bij dat voor volgend
jaar ernstig rekening moet worden
gehouden met een stijging van de
kosten van levensonderhoud als ge
volg van een verhoging van de
levensmiddelenprijzen uit hoofde van
hogere agrarische prijzen en een ver
dere stijging van de huren.
Het zit al met al verre van gemak
kelijk. Het zal veel wijsheid en vooral
ook veel zelfbeheersing kosten om in
deze de noodzakelijke matiging te
betrachten.
ZELFSTANDIGEN werken sedert enige jaren onder verzekeringswetten.
Iedere Nederlander ontvangt na het bereiken van de 65-jarige leeftijd
een A.O.W.-uitkering. De praktijk heeft reeds uitgewezen dat deze uitkering
voor de financieel weinig draagkrachtige agrariërs van grote betekenis is.
Niet alleen wordt menigmaal het gat tussen het „net niet" en het „net wel"
opgevuld, maar bovendien heeft het de mogelijkheid geopend dat oudere
boeren hun bedrijf dan gemakkelijker aan hun kinderen konden overdoen
(A.W.W.) Ook de Algemene Weduwen- en Wezenwet is voor de landbouwende
bevolking van grote betekenis. Onder de werking van de A.W.W. worden de
gevolgen van het overlijden van de ondernemer-kostwinner althans in mate
riële zin verzacht. Bij de Sociaal-Economische Raad heeft de Regering advies
gevraagd over een nieuwe wettelijke geregelde volksverzekering, n.l. een ver
zekering tegen zware geneeskundie risico's. Voorts is een verzekering in voor
bereiding, die in de gevolgen wil tegemoetkomen van langdurige arbeids
ongeschiktheid. Eerstgenoemde verzekering is bedoeld om tegemoet te komen
in de zeer zware lasten welke het gevolg zijn van langdurige ziekten. Het is
nog niet te zeggen in welke, richting deze verzekering zich in de.praktijk zal
gaan ontwikkelen maar van belang is dat deze verzekering tevens de zelf
standigen zou gaan omvatten.
A LHOEWEL de arbeidsongeschiktheidsverzekering zich waarschijnlijk in
eerste aanleg tot de loontrekkenden zal uitstrekken, is het toch wel van
groot belang dat het agrarische bedrijfsleven zich afvraagt in hoeverre het
noodzakelijk is dat de zelfstandigen er ook onder vallen. Er zitten aan dit
vraagstuk naast principiële ook de nodige praktische kanten, met name de
hoogte van de premies. Het is duidelijk dat van de zelfstandigen, op dezelfde
wijze als bij de A.O.W. en de A.W.W. via de belastingdienst premies zullen
worden geheven. In het K.N.L.C. zullen wij ons in de komende tijd deze nieuwe
gedachte moeten beraden. Op het eerste gezicht zit er ongetwijfeld veel aan
trekkelijks in. Daar staat teg'enover dat wij in de landbouw van oudsher
gewoon geweest zijn om tegenslagen als bovenbedoeld zelf op te vangen of
zelf te dragen. Als men aan de andere kant ziet dat loontrekkenden met
inkomens waaraan vele agrarische ondernemers niet (meer) toekomen, met
een groeiend aantal sociale voorzieningen wordt omgeven, dan heeft het zeker
zin om deze althans voor een deel tot de zelfstandigen uit te breiden. T.
IN tegenstelling tot het bericht
in het nummer van vorige
week wordt medegedeeld dat ook
de morgenvergadering van de
op dinsdag 20 november te hou
den algemene vergadering van
het K. N. L. C. géén besloten ka
rakter draagt. Belangstellenden
zijn van harte welkom. In ver
band hiermede kan nog de na
volgende aanvulling op de agen
da worden gegeven.
Tijdens de morgenvergadering
zal na de behandeling van een
aantal huishoudelijke zaken bij
zondere aandacht worden ge
schonken aan de ontwikkeling
van het Landbouwbeleid in de
E. E. G. Tot dit doel zullen een
viertal korte inleidingen worden
gehouden over de navolgende
onderwerpen
1. Granen, groenten en fruit,
door mr. J. F. G. Schlinge-
mann.
2. Zuivel, vee en vlees, door ir.
G. D. J. Struikenkamp.
3. Eieren en slachtpiuimvee, door
ir. W. J. Kneppelhout.
4. Financiering, door ir. J. Son-
neveld.
Hierna zal gelegenheid tot dis
cussie worden gegeven.
De vergadering wordt gehou
den in de Buitensoeiëteit te
Zwolle (schuin tegenover het
station N. S.).
Aanvang 10 uur.
VOLGENS berichten uit door
gaans goed ingelichte bron
werkt de regering hard aan een aan
tal maatregelen die gericht zijn op
hulpverlening aan de in moeilijk
heden verkerende boeren. In welke
richting hierbij de gedachten van de
Overheid gaan valt op dit ogenblik
nog moeilijk tc beoordelen. Alhoewel
het in dit stadium nog gewenst is om
van landbouwzijde enige reserve te
betrachten, bestaat toch de indruk
dat de vertogen van de georganiseer
de landbouw en met name ook de
stappen van het Landbouwschap wel
enig begrip bij de Overheid ontmoet
hebben. Het is evenwel duidelijk dat
hierbij veel, zo niet alles afhangt van
de wijze waarop en de mate waarin
de Overheid bereid is hulp te bieden.
Naar verluidt zou het kabinet deze
week een speciale vergadering aan
de hiermede samenhangende vraag
stukken v/ijden.
IN verband met de jongste ont-
wikkelingen op het gebied van
het landbouwbeleid is het Hoofdbe
stuur van het K.N.L.C. op donder
dag 25 oktober 1962 in spoedeisende
vergadering bijeengeroepen. Aan de
orde zou komen de' bespreking van
de wijze waarop de diverse maat
regelen ten behoeve van de land
bouw kunnen worden uitgevoerd.