Nieuwe organisatie van de landbouw voorlichting maakt vorderingen 895 't „VOORUITZICHTEN VOOR DE VLASTELERS IN NEDERLAND HET KOMEND JAAR NIET BIJZONDER GUNSTIG" VERHOGING SUIKERPRIJS MET 1 CENT PER KILO Veiligheid in de landbouw J\E laatste tijd worden wij herhaaldelijk opge schrikt door ernstige ongevallen met tractoren en andere machines. Het komt ons derhalve ge wenst voor een ernstige waarschuwing te richten aan al diegenen, die vrjjwel dagelijks met machi nes omgaan. Wist U dat VRIJDAG 2 6 OKTOBER 1962 UANAF 22 oktober is voor de suiker van de oogst 1962 de door de minister van Landbouw en Visserij eerder vastgestelde af-fabrieksprijs van 62,20 per 100 kg (exclusief accijns en omzet belasting) ingegaan, nu de gegarandeerde hoe veelheid van de oogst 1961 is geruimd. Dit resul teert in de reeds aangekondigde verhoging van de consumentenprijs voor suiker met 1 cent per kilo. Het is zaak de machines, waarmede gewerkt moet worden, voorat' te ontroleren. Een groot gevaar is o.m. dat men bij veelvuldig gebruik nonchalant gaat worden. Blijf met de tractor op voldoende afstand van slootkanten, welke niet betrouwbaar zijn. De ondernemer dient er op toe te zien, dat geen onbevoegde met de tractor rijdt. Ingevolge het Landbouwveiligheidsbesluit moet de bestuurder van een landbouwmotorrijtuig (tractor) n.l. niet alleen op de wegen maar ook buiten de wegen Overdag tenminste 16 jaar oud zjjn en des nachts 16 jaar. Tenslotte doen wij een dringend verzoek alle veiligheidsmaatrgelen in acht te nemen welke maar enigszins gewenst zijn. Bedenk dat er mensenlevens yan afhankelijk kunnen zya. voor de vlastelers in Nederland voor het volgend jaar niet bijzonder gunstig. Natuurlijk is er dit jaar om te bewijzen, dat het allemaal wel mee kan vallen, maar toch meen ik dat er voldoende aanleiding bestaat om bij de Minister aan te dringen op verhoging van de huidi ge hulp, terwijl overwogen zou moeten worden of deze niet voor heel West-Europa gelijk moet wor den geregeld, omdat anders zoals ik zo juist al aantoonde er altijd bevoordeling of benadeling van sommige producenten of verwerkers ontstaat." VLASVEZEL OF KUNSTMATIGE VEZEL „IN de laatste tijd hoort men regelmatig men- sen die menen, dat de natuurlijke vezels en vooral ook de duurdere vlasvezels door kunstmati ge vezels zullen worden vervangen, aldus de heer Knottnerus. „Natuurlijk kan men niet in de verre toekomst kijken en het is ook vrijwel uitgesloten om te zeggen dat de huidige chemische industrie tot het maken van een of ander product niet in staat zou zijn. Toch ziet de ontwikkeling er op dit moment niet zodanig uit, dat met het totaal ver* dwijnen van de vlasteelt rekening moet worden gehouden. In de textiel ziet men overal meer en meer de menggarens en de mengweefsels hun in trede doen en hun goede kwaliteit bewijzen. Dat duidt ei' dus op, dat er voor een zeker gedeelte van het verbruik toch steeds natuurlijke vezels nodig zullen zijn en daar het totale verbruik van textiel- goederen aanzienlijk stijgt, lijkt liet op zijn minst gezegd zeer voorbarig aan het volledig verdwijnen van de natuurlijke vezel te geloven. Bovendien moet men bedenken dat ook voor het fabriceren van kunstmatige vezels grondstoffen nodig zijn, welke ook niet zo maar voor het opscheppen lig gen. Om deze grondstoffen naar de fabriek te krijgen is ook arbeid en kapitaal nodig. Een der gelijk zwaar pessimisme treft U dus bij het bestuur van de coöperatie niet aan. Wij zijn van mening dat de teelt van vlas nog lange jaren zal voortduren. Het probleem waarmee wij ons menen bezig te moeten houden is de plaats welke de coöperatieve vlasfabriek „Dinteloord" in deze vlasteelt in West- Europa zou moeten innemen. Wij zijn van mening dat wij er naar moeten streven, dat dit een voor aanstaande plaats moet zijn." (Vervolg van eerste pagina.) door ziet men nu de prijzen aantrekken. Of deze hogere lintprijzen zich het volgende voorjaar kun- pen handhaven is de grote vraag, want dan komt eigenlijk pas de gehele oogst 1962 ter beschikking. VERWERKINGSPREMIE VOORAL omdat de situatie in de vlasstrohandel op dit moment weer wat rooskleuriger is, is het zeer verleidelijk om de uitbetalingsprijs van de fabriek met de huidige verkoopsmogelijkheden op de markt te vergelijken. Dit is natuurlijk niet juist. Wij moeten ons goed bewust zijn, dat deze uitbe talingsprijs meer moet worden vergeleken met de prijs die voor de vorige oogst werd gemaakt. Deze was zodanig dat eindelijk ook de regering inzag dat in de vlassector iets moest gebeuren. Na her haaldelijke besprekingen, waaraan ook van de zijde van de vlasfabriek regelmatig werd deelge nomen, bleek de regering bereid wederom een ver werkingspremie voor het vlas in te stellen. Hoewel wij van mening zijn, dat de hoogte van (leze premie niet in overeenstemming is met de achterstand die de Nederlandse vlassers hebben ten opzichte van de Belgische, zijn wij toch erken- lelijk voor het feit, dat de regering tot de erken ning is gekomen, dat in de vlaswereld grote moei lijkheden bestaan. i' Daar echter in België een teeltpremïe wordt ge geven voor alle vlas, beschouwen de Belgische ver- Werkers onze verwerkingspremie als discrimine rend. Immers zij moeten de bonnen inleveren om een exportvergunning te krijgen zonder dat zij daarvoor het premiebedrag kunnen ontvangen, terwijl de Nederlandse vlasser op deze bonnen wel fle premie krijgt uitgekeerd, die hij dan aan de Vlastelers kan doorbetalen. Daardoor kan dus de Nederlandse vlasser goed koper aan zijn vlas komen, dan zijn Belgische col lega, althans voor zover het Nederlands vlas be treft. Dat de Nederlandse teler die aan een Belgi sche vlasser kan verkopen er dit jaar van profi teert staat wel vast, maar het is natuurlijk niet ïeker dat dit altijd zo zal zijn, omdat dit jaar de bereidheid van de Belgen om in Nederland tegen een hogere prijs te kopen vooral het gevolg is van een slechte vlasoogst in Frankrijk. Wanneer de Franse vlasoogst een volgend jaar weer eens normaal is, zal dit waarschijnlijk wel afgelopen zijn. De Franse regering heeft n.l. de contingentering Van vlasuitvoer afgeschaft en de teelt- en root- premies welke vroeger alleen werden gegeven wanneer het vlas in Frankrijk werd verwerkt uit gebreid tot alle vlas. De Belgische verwerkers heb ben daardoor op de Franse markt een veel gun stiger aankoopmogelijkheid gekregen dan tot nu tee." VOORUITZICHTEN HE heer Knottnerus wees er voorts op dat met het voortduren van de huidige prijzen op de 'Hntmarkt niet mag worden gerekend. „Voegt men hierbjj de vooruitzichten voor het volgend jaar van de Franse strovlasmarkt dan zijn de vooruitzichten UOEWEL naar de Minister van Landbouw en Visserij in de memorie van toelichting op de land bouwbegroting 1963 heeft medegedeeld de geleidelijk in te voeren reorganisatie van de land bouwvoorlichting nog de nodige tijd zal vergen, maakt de voorbereiding van de nieuwe organisatie van van dienst goede vorderingen. De nieuwe afdeling van de Directie van de Landbouw ten departemente voor de centrale gecoördineerde behandeling van alle aangelegenheden van de landbouwvoorlichting en het landbouwkundig onderzoek komt onder leiding te staan van een algemeen directeur. Als zoda nig zal naar in de bedoeling ligt de tegenwoordige directeur van de tuinbouw, de heer dr. ir. G. de Bakker, gaan optreden. De algemeen directeur zal worden bijgestaan door de directeuren van de tot stafafdelingen te reorganiseren directies van Akker- en Weidebouw, Tuinbouw, Veeteelt en Zuivel en nieuw te benoemen directeuren voor algemene voorlichtingsaangelegenheden en beheerszaken. Voor de beide laatste, nieuwe, functies komen in aanmerking, respectievelijk, de heer ir. J. M. A. Penders, thans nog inspecteur voor de landbouwvoorlichting en de heer J. Melse, thans nog verbonden aan de afdeling Algemene Zaken van de Directie van de Landbouw. Voor de vervulling van de komende vacature van directeur van de Tuinbouw zal worden voorgedragen de heer ir. A de Zeeuw, hoofd van de afdeling Tuinbouw van het Landbouw-Economisch Instituut. DINNEN afzienbare tijd zal verder voorzien kunnen worden in de leiding van de landbouwvoorlich- ting in de provincies. In elke provincie komt n.l. een hoofdingenieur-directeur aan het hoofd van de dienst. Het ligt in de bedoeling dat als hoofdingenieur-directeur voor de voorlichting zullen gaan optreden: voor de provincies Groningen: ir. M. Sanders, rijkslandbouwconsulent te Groningen; Friesland: ir. G. Velthuizen, rijksveeteeltconsulent te Groningen; Drente: ir. L. Hartman, rijkslandbouwconsulent te Emmeloord; Overijssel: ir. J. Jepma, rijksveeteeltconsulent te Zwolle; Gelderland: ir. J. Achterstraat, rijkslandbouwconsulent te Arnhem; Utrecht: ir. J. M. H Zeguers, rijkslandbouwconsulent te Roermond; Noordholland: ir. F. L. A. Maandag, inspecteur in algemene dienst te Den Haag; ZuidhollandA. van den Hoek, provinciaal voedselcommissaris te Den Haag; Zeeland: dr. ir. C. W. C. van Beekom, rijkslandbouwconsulent te Goes; Noord-Brabant: ir. A. H. Crijns, rijkslandbouwconsulent te Tilburg; Limburg: ir. C. A. M A. van Gils, rijkstuinbouwconsulent te Zutphen. De hoofdingenieur-directeur krijgt in de provincie de algemene leiding, met de nadruk op de beoog de coördinatie van de arbeid der in zijn ambtsgebied werkende consulenten voor de onderscheiden© bedrijfstakken en de opbouw van de samenwerking met het agrarische bedrijfsleven, zowel op het ge bied van de voorlichting als van het regionale onderzoek. lOlJ het bestuderen van de economische verschijnselen veelvuldig gebruik wordt gemaakt van z.g. indexcijfers? Men kan hiervan gedurig kennis nemen en deze indexcijfers zijn zeer nuttig en kunnen zeer verhelderend werken en onze kijk op het economisch leven vergemakkelijken en verhelderen. Hoewel vermoedelijk voor de meesten onzer lezers wel overbodig, stellen we hier nog even vast, dat een indexcijfer een verhoudingsgetal is, waarmee we aangeven in welke verhouding een bepaald waar- genomen verschijnsel in enige periode staat tegenover eenzelfde verschijnsel in een andere (meestal vroe- gere) periode. Dit verschijnsel wordt dan in die eerste periode, de z.g. basisperiode, gesteld op 100 en in de tweede periode weer uitgedrukt in procenten van die basisperiode. Als dus de eierenprijs in 1955 b.v. 15 cent bedroeg en in 1962 12 cent, dan stellen we de prijs in 1952 op 100 en dus is de eierprijs in 1962 V2/ió X 100 80. Deze 80 noemen we dan het indexcijfer. (Dat er zeer veel soorten verhoudingsgetallen en indexcijfers bestaan, worde hier slechts in het voorbijgaan gememo- reerd.) l/IU las ik juist deze week één en ander over indexcijfers over de periode 19501960. Ik wil er U enkele V van noemen. Zo is het indexcijfer voor de kosten van levensonderhoud in deze periode voor Neder land gestegen van 91 tot 126, de index voor de loonkosten van 83 tot 198, de index voor de prijzen van afgewerkte industrieprodukten van 116 tot 139. Deze indexcijfers geven duidelijk grote verschillen aan. Maar nu gaan we nog even verder. Over de periode 19501960 is het indexcijfer voor onze landbouw- produkten gestegen van 9 8 1 0 0. Dit moet ik toch wel nadrukkelijk onderstrepen. Hoewel ik zeer goed weet dat men soortgelijke cijfers steeds met de nodige voorzichtigheid moet bekijken, is de zaak hier toch wel duidelijk. De loonkosten stijgen van 83 tot 198 en de produktieprijzen van 98 tot 100. Het is zelfs zeer goed mogelijk dat de loonindex voor de landbouwlonen nog meer is gestegen dan de algemene loonindex, maar dat heb ik nu niet nader onderzocht. JDLS we nu in aanmerking nemen dat ook de overige kosten sterk gestegen zijn, behoeft het geen verwondering te wekken, dat men in agrarische kringen met grote bezorgdheid de economische horizon bestudeert. We denken hier aan de sterk gedaalde vlees- en eierprijzen, samenvallende met de gestegen loon- en voederkosten en het is dan wel duidelijk dat ons gemengde landbouwbedrijf zeer, ernstig in de knel dreigt te komen. Het is daarom een gelukkig verschijnsel dat onze land- en tuinbouw- organisaties en het landbouwschap aan deze ernstige situatie volle aandacht schenken. Onze Zeeuwse boeren en tuinders die niet bij een standsorganisatie zijn aangesloten, moeten maar bedenken, dat hun afzijdig blijven de positie van land- en tuinbouw verzwakt, terwijl hen, die nooit anders dan kritiek op standsorganisatie en/of landbouwschap hebben, in overweging wordt gegeven ook eens aan het bovenstaande te denken. MEIJERS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 3