Let op de structuur van het bouwland INTERNATIONALE GRONDBEWERKINGS-CONFERENTIE van de Landbouwhogeschool «8A ZEEUWS LANDBOUWBLAD VERWAARLOZING KOST HONDERDEN GULDENS TER HA De cultuurtoestand van de bouwlandpercelen is Van grote betekenis voor het verkrijgen van een £oede opbrengst van de gewassen. Het is niet al tijd even gemakkelijk om dit in cijfers concreet wit te drukken, hoeveel dit wel kan betekenen. HET DEMONSTRATJEBEDRIJF ZEEUWSCH VLAANDEREN JN DE BRAAKMAN AP dit bedrijf dat bij velen bekend is, deed zich v een ongezochte gelegenheid voor, dit in 1962 vast te stellen. Op de percelen 2 en 7 werd in I960 en in 1962 wintertarwe verbouwd. Door de droge weersomstandigheden in 1959 was de structuur Van' de grond in een goede conditie voor de groei van de gewassen in 1960. Zo waren de tarwe- ©pbrengsten in dit jaar dan ook in het algemeen goed te noemen. Het zeer natte najaar I960 en de zware regenval in voorjaar 1961 waren zeer on gunstig voor de structuur van de bouwvoor. Toen de wintertarwe in najaar 1961 gezaaid was, heeft de zware regenval in de tweede helft van de maan den oktober en november een nadelige invloed ge had op de jonge wintertarweplanten, waar de structuur van de bouwvoor niet voldoende sterk was. Op perceel 7 bevat de bouwvoor 20 af- slibbare delen en deze is nogal structuurgevoelig. De bouwvoor van perceel 2 bevat 35 afslib- foare delen en deze is in mindere mate structuur- gevoelig. Oogstjaar 1961 groeiden op perceel 7 aardappe len, op perceel 2 werd op de helft suikerbieten en op de andere helft aardappelen verbouwd. In 1962 stond op perceel 2 een mooi gelijkmatig tarwe- gewas en de opbrengst was behoorlijk goed. In 1962 zijn de tarwe opbrengsten globaal ook goed te noemen. De tarwe op perceel 7 was heel wat min der door de winter gekomen; er kwamen plaatse lijk vrij grote holle plekken in voor. Toen voorjaar 1962 het land met schoffelmachine en onkruidegge bewerkt kon worden, is dit gebeurd. Om het struc- tuurverval hier tegen te gaan, werd meteen (eind april) rode klaver als ondervrucht gezaaid. Deze klaver heeft zich voorspoedig ontwikkeld en wel het beste op de holle plekken, waar de tarwe ver dwenen was. De tarwe opbrengst was echter laag. Tarwe opbrengst per ha oogstjaar 1961 1962 perceel 2 Mado 5642 kg Stella 5672 kg perceel 7 Felix 5349 kg Felix 3613 kg Uit deze gegevens komt naar voren, dat de nade lige invloed van de structuur op perceel 7 neer komt op 1736 53493613) kg tarwe per ha. Dit vertegenwoordigt bij een prijs van 30 cent per kg een bedrag van ƒ521,—, dus ruim ƒ500, per ha. HET BODEMVRUC HTBAARHEIDSPROEFVELD JjlT proefveld ligt op het bedrijf van de heer A.. Buijsse te Aardenburg. Het werd aangelegd In 1950; de bouwvoor bevat 30% afslibbare dr'en. Het proefveld bestaat uit drie stroken. Strook I wordt uitsluitend bemest met kunst mest en krijgt derhalve nooit een organische be mesting. Strook II krijgt naast de kunstmestbe- m Struetmirverval voorjaar 1962 in een perceel wintertarwe. mesting een normale praktijkbemesting met groenbemesting en/of' stalmest. Strook III krijgt naast de kunstmestbemesting een intensieve orga nische bemesting met groenbemesting en/of stal mest. Vanzelfsprekend wordt de intensieve organische bemesting gecompenseerd met stikstofmeststof op de stroken I en II waar respectievelijk geen en minder organische bemesting wordt gegeven. Aanvankelijk kwamen er tussen de stroken on derling slechts geringe verschillen in de opbreng sten van de gewassen voor. In 1960, 1961 en 1962 was dit echter anders. Tussen het opbrengstniveau en de structuurgevoeligheid waren op de stroken onderling vrij grote verschillen aanwezig. Strook III stak in dezen gunstig af bij de stroken I en II. De onbvengsten van de gewassen in deze jaren waren als volgt: Gewasopbrengsten per ha oogstjaar I960 1961 1962 gewas vlas aardappelen erwten Strook I geen organische bemesting 9067 kg 45570 kg- 4122 kg Strook II normale organische bemesting 9867 kg 45800 kg 4730 kg Strook III intensieve organische bemest. 10667 kg 53560 kg 4861 kg Na 12 jaar onderzoek is het humusgehalte van de bouwvoor op strook I 1,6 v>p strook II 1,8 en op strook III 2,3 De daling van het op brengstniveau en de grotere structuurgevoeligheid belopen hier een bedrag van ettelijke honderden guldens per ha. STRUCTUURTOESTAND VAN DE GROND ZEER BELANGRIJK Het op peil houden van het opbrengstniveau en het verbeteren van een ongunstige structuurtoe stand van de bouwiandpercelen zijn wei zeer be langrijk voor de rentabiliteit van onze bedrijven. Zonder overdrijving mogen we zeggen, dat onze grote zorg is, de bodemvruchtbaarheid van onze cultuurgrond in stand te houden, en waar nodig, deze te verbeteren. Voor een goede organi sche bemesting (naast groenbemesters als stoppel klavers. vooral ook luzerne als hoofdgewas) moet nauwlettend zorg gedragen worden. De waterhuishouding speelt hierbij ook een grote rol. Een goede drainage en een regelmatige con trole en onderhoud hiervan, zijn dringend gebo den. Zware werktuigen en trekkers doen ook geen goed aan de structuur. Het is zoals een boer eens zei: „Je hebt soms het gevoel, dat je op beton staat te werken." Onder de bouwvoor komt hier een harde laag voor. Ook al is de drainage van een dergelijk perceel goed in orde, dan kan het opper vlaktewater toeh niet vlot genoeg naar beneden zakken, met alle nadelige gevolgen van dien. Het is in dergelijke gevallen zaak, de grond te woelen en wel zó diep, dat de/e harde laag gebroken wordt. Voorwaarde hierbij is natuurlijk, dat derge lijk woelen onder droge gróiid- en weersomstan digheden wordt uitgevoerd. De kosten, die U be steedt aan het in stand houden van een goede bo demstructuur cn het opvoeren hiervan zijn zeer rendabel. Voor het bedrijfsresultaat is een en an der van essentiële betekenis. Ir. J. A. H. HA ENEN. Aan de internationale grondbewei kings-conferentie, die de Landbouwhoge school voorafgaande aan de Wereldploegkampioenschappen organiseerde, namen in internationaal'verband een 50 specialisten deel. De belangstelling voor de grondbewerking neemt de' laatste jaren toe. Te recht, want er staan grote economische belangen op het spel. Of iedereen en vooral de instanties die het geld moeten Verschaffen daarvan voldoende doordrongen zijn, werd op het congres in twijfel getrokken. Wat ons land betreft is er echter in de laatste jaren nogal wat gedaan. Sinds 1959 heeft de Landbouwhogeschool een afdeling Grondbewerking, die de organisatie van het congres dan ook in de hand had. Ook aan het Instituut voor Bodemvrucht baarheid in Groningen wordt sinds een aantal jaren aan onderzoekingen op dit gebied gewerkt. Verder zijn er werkgroepen voor de grondbewerking in de openluct en onder glas. Dan heeft het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wa- geningen een grote grondbak onderdak in aanbouw, waar grondbewer kingswerktuigen kunnen worden doorgetrokken. Daarbij kunnen dan allerlei metingen worden verricht. Bij de Landbouwhogeschool is zoiets op zeer kleine schaaal in ontwerp en ook heeft men er een railbaan waarmede bak ken gevuld met grond onder vaststaande werktuigen kunnen worden door getrokken. Uit de gehouden lezingen werd duidelijk, dat de omstandigheden elders Hogal eens sterk van de onze afwijken. De Amerikaanse prof. Blake vertelde van onderzoekingen op het gebied van de „minimum tillage", d.w.z. dat naar *o weinig mogelijk bewerkingen wordt gestreefd. Als men alleen ploegde, zou dat voor de plant misschien wel het beste zijn, afgezien van het zaaibed. Want elke verdere bewerking verdicht de grond. Niet alleen omdat een vol gend werktuig de holten in de bodem verkleint, maar ook door de trekkerspo ren. En die zijn de moeite waard. Prof. Blake berekende, dat een trekker op 1 ha aardappelland 80 km rijdt. Dat betekent dat er op deze hectare gemid deld ongeveer 5 ha sporen worden gelegd. Helaas kan men niet volstaan met alleen ploegen. Immers, de onkruidbe- strijding stelt ook haar eisen en niet te vergeten de mechanisatie. Vele ge mechaniseerde oogstwerkzaamheden beginnen bij de grondbewerking. Het zaaien van bieten met een precisiezaaimachine en het mechanisch dunnen stel len hoge eisen. Met het verdichtingseffect voor ogen doet men er evenwel goed aan, aldus prof. Blake, het aantal bewerkingen zoveel mogelijk te beperken. Verdere onderzoekingen op dit gebied zijn dan ook gewenst. Ook uit econo misch oogpunt, want iedere bewerking méér verhoogt de onkosten. De Hongaar Dr. Egerszegi vertelde van zijn onderzoekingen met diep onderploegen van organische stof op droogtegevoelige gronden. Deze zouden daardoor beter water gaan vasthouden, wat tot 15 jaar lang zijn gunstig effect op de opbengsten zou hebben. Bovendien komt de stikstof uit de organische stof hierbij over langere tijd vrij. Voor onze droogtegevoelige gronden zou men ook eens moeten nagaan, of er met dit systeem iets te bereiken valt. In 1964 zal waarschijnlijk wederom een internationale bijeenkomst van deskundigen in de grondbewerking worden gehouden, hetzij tegelijk met een internationaal bodemkundig congres te Boekarest (Roemenië) of bij gelegen heid van de Wereldploegwedstrijden in Oostenrijk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 8