De volautomatische „Zudovoederbak" De slachtveesector nog steeds van slag af BEWARING VAN VOEDERBIETEN BIGGENEXPORT ZEEUWS LANDBOUWBLAD J»LU 1M'VEETEELT DE thans in de handel zijnde halfautomatische metalen voederbakken zijn vrijwel alle van het ronde model. Het grote voordeel van deze bak ken is, dat ze maar eens per week behoeven te worden gevuld. Als nadeel kan worden genoemd, dat deze voedertrommels gedraaid moeten worden om het voeder in de pikruimte te doen toestromen. In de practijk kunnen wij nogal eens constateren, dat deze pikruimte voor meer dan de helft met .voeder wordt gevuld, waardoor gemakkelijk voe- derverliezen ontstaan. Deze voederverliezen kun nen per jaar per kip meer dan 2 kg bedragen, een Vemes dat vooral onder de huidige omstandighe den niet mag voorkomen. i->at ook de pluimveehouders zich met dit pro bleem bezig houden blijkt wei uit de activiteiten van een Zeeuwse pluimveehouder, die in samen werking met een plaatselijke smid een volautoma- tiSCiie voederbak heeft ontworpen. De heer Van de Does uit Heinkenszand heeft deze voederbak een half jaar op eigen bedrijf tot volle tevreden heid beproefd. Ook op ons proefbedrijf te Wissen- keiKe blijkt deze voederbak zeer goed te voldoen. -Je uitvinding heeft betrekking op een droog- voeherinrichting, welke kan worden gebruikt voor kippen en mestkuikens. Uit een hoger gelegen voorraadbak kan steeds voldoende voedsel in de vorm van meel e.d. worden aangevoerd in een lager gelegen voedergoot. Deze langwerpige „Zudovoe derbak" heeft vele voordelen. In de eerste plaats noem ik de toevoer van het voeder. Deze kan al leen toestromen wanneer een kip op de springlat plaats neemt. Van de voedergoot wordt alleen de bodem met voeder bedekt. Het voordeel van deze zeer nauwkeurige afstelling is, dat er vrijwel geen voederverliezen optreden, terwijl de kippen toch steeds voldoende voeder kunnen opnemen. Een zeer groot voordeer van deze „Zudovoederbak" is, dat het geheel op stalen poten rust, waardoor er geen kostbare vierkante meters vloeroppervlakte voor de kippen verloren gaan. Als nevenvoordelen van deze voederbak kunnen worden genoemd, dat er geen bodemstrooisel in de voedergoot terecht kan komen, terwijl er minder gauw roestvorming zal optreden. Deze bak heeft een lengte van 1.80 m, de totale voedergootlengte is dus 3.60 m en kan 80 kg meel bevatten. De prijs van deze voederbak zal echter wel hoger zijn dan die van de bestaan de halfautomatische bakken. Ook in grotere pluimveehokken kan deze voeder bak gemakkelijk worden gebruikt. Het onderstel is er namelijk op gemaakt dat ook één lange voederbak kan worden verkregen, waardoor de aanschaffingskosten per stuk lager komen te lig gen. Afgaande op de thans beschikbare gegevens, mogen wij verwachten dat deze „Zudovoederbak" in de practijk zal voldoen. F. EDZERS, Ass. Rijkspluimveeteeltconsulentschap. >KE EN VLEES U/AT er van de kant van het P. V. V. ook aan gedaan wordt het schijnt totaal niets te helpen want *"de slachtveemarkt blijft van slag. We kunnen onder de hand wel spreken van een algemeen ma- Jaiseverschijnsel. De eieren, kippen en piepkuikens, slacht- en gebruiksvee, zeugen en biggen, alles gaat voor af in aakprijzen weg. De prijzen van de slachtvarkens schijnen een uitzondering te gaan worden want flier spreekt men over het gepasseerd zijn van het dieptepunt. Inderdaad blijft de markt wat vriende lijker al is er nog geen sprake van een vlotte handel. De varkensbeurs te Utrecht liep tot ƒ2,16 voor .Varkens tot 85 kg gesl. gew.; de klasse van 100 kg gesl. gew. noteerde een dubbeltje lager. Een gunstig Symptoom is intussen dat de baeonmarkt met 14 sh. steeg tot 242 sh. Het is hierbij zeer opvallend tiat de Denen in staat blijken te zijn 10 tot zelfs 15 boven deze notering te blijven. Een knap Btukje werk. Overigens spelen wij in het Engelse baconspel eigenlijk maar voor spek en bonen mee, met, fcoals in de laatste paar weken, 150 ton in de week. De overnameprijs voor bacon werd ook voor de eerstvolgende twee weken op 2,20 gehandhaafd. De enige sector waaraan gelukkig de algemene ma- fa iseverschijnselen voorbij gegaan zijn, is de slachtlammerensector, en blijkbaar ook het paardevlees wat hier en daar zelfs hoger op de prijslijst van de slager prijkt dan vroeger ooit voor mogelijk werd gehouden. Jong blank paardevlees k06t tegenwoordig meer dan goede runderlappen. BET PRODUCTSCHAP IN .VOLLE BEZETTING 1 aNDER leiding van de heer De Veer was de directie van het P. V. Y. met de heron Bakker, Bikker en Koch in volle bezetting aanwezig. Een Van de redenen was dat de begroting voor het jaar H963 in behandeling kwam wat over het alge- fneen een zaak is die vlot afgedaan wordt. Ook nu '{weer. Het P. V. V. is een gefortuneerde zaak gezien de Indrukwekkende post interest die onder de hand op 825.000 begroot is voor 1963. De helft van de net tokosten die het P. V.V* en alles wat er aan vast zit, jaarlijks maakt voor de vee- en vleessec tor wordt uit deze post gedekt. De andere helft komt binnen via een heffing ©ver het factuurbedrag bij import en export tegen het geringe tarief van 1 De andere reden voor jle volle bezetting van de directie was gelegen in de moeilijke positie waarin de slachtveemarkt ver keert. MAATREGELEN HADDEN NOG GEEN EFFECT. De urenlange discussie over de gang van zaken en het beleid in de slachtveesector werd in hoofd taak gevoerd door de heer Loonen namens de boe ren en de heer Homburg namens de vleeswaren- industrie met als stopperspil de heer De Veer, De heer Loonen werd vaderlijk bijgestaan door de heer Visser; de heer Homburg knapte het voor namelijk alleen op, al werd hij door de heer Douma L(de vleesgroothandel) gedekt. Het punt van discussie was de genomen maat regelen, die nog niet het beoogde resultaat bereik ten, n.l. het'geven van een bodem in de slachtvee- fnarkt. Jeze maatregelen zijn bekend, n.l. het verdub- be ;en van de heffing op de invoer van Argentijns griees benevens de tweevoudige uitvoer verplichting Foor hetgeen wordt ingevoerd, ook slachtvee, alles ©nder een cautie. D.w.z. dat men de heffing niet terug krijgt wanneer men niet aan deze uitvoer regeling voldoet. Daarnaast de invriesregeling van binnenlands slachtvee. Inderdaad kunnen we con stateren dat de innvoer van buitenlands levend slachtvee tot stilstand is gebracht. Maar de import ran Argentijns vlees gaat nog gewoon door. Hier Staat wel tegenover dat een deel van dit vlees in de vorm van vleeswaren de grens over gaat maar bet opvallende is dat deze Argentijnse import gaande blijft, en de aankoop uit binnenlands aan bod minimaal is. De heer Homburg gaf hiervoor een hele rjj ver klaringen als soortgelijke „mager kwaliteit" is niet in ons land voorhanden, de industrie is er op ingesteld bevroren vlees zonder meer in gevroren toestand te verwerken, met ingevroren Nederland se koeien gaat dit niet, deze moeten eerst van vet ontdaan worden (geeft extra kosten). De heer Homburg ging zelfs zo ver dat hij de vleeswarenindustrie als het stiefkind in 't P. V. V.- beleid noemde. PLEIDOOI Van boer en zijde werd een pleidooi gevoerd voor voldoende ondersteuning van de markt. De markt- noteringen die de veemarktdirecties geven klop pen op geen stukken na met de werkelijkheid. Grossierskoeien zijn in belangrijke aantallen dooi de veehouders yerkocht voor 1,75 per kg gesl. gew. Beste slagerskoeien doen niet meer dan 2,50. Gewezen werd op het grote contrast die de prijzen vertonen tussen die welke de boer voor zijn vee ontvangt en de prijs die op zeer veel plaatsen door de consument worden lietaaid. In vele gevallen wordt een koe aan 'een koe verdient. De heer De Veer onderschreef het pleidooi van boerenzijde dat alles gedaan moet worden om de boer meer voor de koeien te laten uitbetalen en steunde het voorstel om de subsidie op het invrie zen met 10 cent per kg te verhogen. Onder felle tegenstand van de industrie en vleesgroothandel werd bepaald dat de bekende heffingsregeling bij import tot 1 maart zal worden gehandhaafd. Ho pelijk zal nu wat meer belangstelling voor dit invriezen ontstaan nu duidelijk wordt dat deze maatregelen niet voor een blauwe maandag geno men zijn. Meerdere maatregelen waren volgens de heer De Veer niet mogelijk daar de gelegenheid tot uitvoer met subsidie naar Spanje alleen mogelijk zou zyn voor slachtvee van 3 en 4 jaar oud. Deze kwaliteit is in ons land niet in voldoende omvang voorhanden. Wat we teveel hebben is uitstoot vee van oudere leeftijd. Dit vlees ondervindt concur rentie van het Argentijnse vlees en vlees van Franse voorvoeten. Zonder dat de vleeswarenfa- brieken manoeuvres willen uithalen moeten deze de markt verlossen van een overaanbod van deze kwaliteiten. We willen van de heer Homburg aan nemen dat de kwaliteit van dit vlees hun niet ge heel ligt, we zien aan de andere kant dat de vlees- warenfabrieken een sterke inkooppositie innemen. Als men van deze kant meer vertrouwen aan de markt wil toekennen en van goede wil wenst te zijn door niet te wachten tot de markt nog verder inzakt, wat door het wachten met inslaan op dit moment gebeurt, kunnen de kansen gaan keren. IEDER jaar komt verspreid door heel Nederland I kuilrot voor. In het algemeen zijn de optre dende verliezen klein, doch bij tijd en wijle kan het rotverlies enorme afmetingen aannemen. Dr. ir. W. A. P. Bakermans, die op 12 oktober j.l. promoveerde aan de Landbouwhogeschool te Wageningen op het onderwerp: „Bewaring van voederbieten", heeft in zijn proefschrift dan ook het zwaartepunt gelegd op de weerstand van bie ten tegen kuilrot en de maatregelen die men daar tegen treffen kan. Zo bevordert vroeg zaaien de houdbaarheid, waarschijnlijk doordat het de afrijping bevordert. Laat oogsten is gunstig, omdat dan rijpere bieten worden geoogst en tevens de bewaarperiode wordt verkort. Verder wordt bij laat oogsten meestal tijdens koeler en vochtiger weer gewerkt. Teelt- en oogstmethoden, die tot een hoge pro-» duktie leiden, leveren in het algemeen ook de bes te kwaliteit met het oog op de bewaring. Vroeg zaaien, een dichte stand en niet oogsten voor ein de oktober bleken een gunstige invloed op de houdbaarheid te hebben. Ten aanzien van de be mesting waren de resultaten iets ingewikkelder. Een bemesting die de opbrengst verhoogde, gaf in het algemeen ook een betere houdbaarheid. Hier naast bleek echter, dat een evenwichtige verhou ding tussen de meststoffen onderling van veel be tekenis is voor de houdbaarheid. Een overmatige bemesting met een bepaald element, beïnvloedde de opbrengst niet, wel leverde dit echter een min der goed houdbaar produkt op, zodat tijdens de be waring meer rot optrad. Dit bleek zowel voor stikstof als voor fosfaat en kali te gelden. Stalmest bleek een gunstige invloed op de houdbaarheid te hebben. Het rotverlies wordt aanzienlijk vergroot door bij het oogsten diep te koppen. Het beste is het loof af te draaien of boven de biet af te snijden, doch ondiep koppen wordt nog goed verdragen. Het rotten begint meestal op plaatsen waar de biet verwond is. Beschadigde bieten rotten daarom eerder. In overeenstemming met verschillende praktijk ervaringen blijkt het weer tijdens het oogsten een belangrijke invloed te hebben. Evenals droog be waren is ook het uitdrogen op het land bijzonder nadelig voor de houdbaarheid. Het beste kan men oogsten met regenachtig weer en daarna de bie ten zo spoedig mogelijk aan de hoop zetten. VOOR het eerst sinds zeer vele jaren heeft er export plaats gehad van ongeregistreerde biggen. De afgelopen week vond namelijk een export plaats van 250 stuks naar Italië. Er is ook sprake van export van levende zeugen naar Italië. Dit is het gevolg van de regelingen binnen de E. E. G. Vroeger werd export van ongeregistreerd materiaal niet toegestaan. Voor kort was dit ook het geval voor een aanvraag voor uitvoer van big gen naar een IJzeren Gordijn-land. Dit zal dus wel zo blijven wanneer het een niet-E. E. G.-land be treft. Men kan er over twisten of de uitvoer van dit ongeregistreerde materiaal nu wel gewenst is of niet. Men kan betogen dat dit verkopen van grond stof is waar de mesters door gedupeerd worden of wat niet stimulerend werkt voor de geregistreerde fokkerij. Wij zijn van mening dat de eerste tijd zeker nog niet gesproken kan worden van te wei nig varkens die de industrie ter beschikking zullen komen. De fokkerij van biggen is overigens een activiteit waar ook vele boeren een deel van hun inkomen mee verdienen. Veel en goedkope biggen geeft op den duur weer lage varkensprijzen door overaanbod, want er wordt nooit een big de nek om gedraaid. Exportmogelijkheid van ongeregistreerde biggen kan een prijsstabiliserend effect hebben op de dekkingen en ga zo maar door. Wij staan zeker niet afwijzend tegenover de ex port van biggen. Als we op dit punt, wat de pro ductie betreft, meer kunnen of beter kunnen dan onze collega's in de andere E. E. G.-landen zit er zelfs nog wel perspectief in. Of de varkenshouders nu van varkens mesten of van biggenfokken hun verdienste hebben is niet belangrijk; het gaat er maar om of ze redelijk de kost kunnen verdienen. D. Anders zou de noodmaatregel genomen moeien worden een totaal invoerverbod voor het Ar gentijnse vlees in te stellen tot de prijzen weer op normaal niveau zijn. Dit zou allerlei verwikkelin gen geven en consequenties kunnen hebben voor de afzet van varkens bestemd voor de vleeswaren. Effect zou er echter wel van uitgaan, want wan neer de aanwezige voorraad Argentijns vlees op zou zijn, moet er toch wat anders komen. De vlees warenindustrie zou de deur bij Economische Zaken wel plat lopen en zich ontpoppen als duurtebedrij- ven, nota bene in een vleesmalaisetijd, van de vlees- warenprijzen. Niet draaien is voor de industrie al tijd nog onvoordeliger dan minder winst maken. We gunnen iedereen een redelijke winst en zien heus wel het grote belang van een goed functione rende Industrie. Voorkomen moet echter worden dat de veehouder met zijn koeien „uitgebeend" wordt. D.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 6