UIT DE PRAKTIJK I Wist U dat ■Mi VRIJDAG 5 OKTOBER 1963 .84? |\EZE week beginnen we met THOLEN EN ST. PHILIPS LAND, waar in de afgelopen week, dank zij het goede weer, heel veel aardappelen op prachtige wijze geoogst konden worden. De op THOLEN werkzame arbeidsrationalisatiekern grotere akkerbouwbedrijven heeft de beschik king over een 2-rijige aardappelrooimachine die de aardappelen op een meerijdende wagen levert. Toen wij daar deze week een kijkje zijn wezen nemen hebben we kunnen constateren dat deze manier van aardappelrooien prachtig rationeel werkt, alleen wordt aan de organisatie van het gehele arbeidspro ces hoge eisen gsteld. Bovendien is een dergelijke rooimethode per individueel bedrijf zonder meer niet rond te zetten. Een harmonische samenwerking tussen diverse boeren onderling en de loonwerker is een gebiedende eis. Het pleit voor het goede inzicht van de deelnemende boeren dat zij er in geslaagd zijn deze harmonische samenwerking feilloos tot stand te brengen waardoor het geheel op voorbeeldige wijze heeft gefunctioneerd. Reeds meermalen hebben wij een lans gebroken voor een goede samen werking tussen buurbedrijven. Velen staan nog enigermate huiverig tegenover deze samenwerking, doch de kernbedrijven die helemaal niet dicht bij eikaar liggen, o.i. voor een efficiënte werkmethode veel te ver uit elkaar, hebben duidelijk het bewijs geleverd wal *cr mogelijk is als men elkaar wil ver staan. En als U de boeren straks zult vragen wat het rooi err per ha heeft gekost, dan zult U zichzelf kun nen overtuigen van de aantrekkelijkheid ook op financieel gebied van deze werkmethode. Bovendien behoort het toch altijd zware werk van het zakken laden en lossen tot het verleden. De uienoogst komt op gang. Ook hier heeft de mechanisatie niet stilgestaan. Reeds meerdere uienoogstmachines rijden op Tholen rond. Het ge leverde werk is goed. Straks komen de aardappel rooiers die uitgerust worden met een speciale uien opneemschaar om de uien op te zakken. Er bestaat een goede vraag naar uien, doch vele partijen kunnen nog niet geleverd worden omdat ze nog niet rijp genoeg zijn. Op vele bedrijven is men begonnen met het op zaaivoorploegen. Eindelijk zijn de opbrengsten van de proefvelden bekend. Wij zouden het wel op prijs stellen wanneer deze berichten iets vroeger konden worden gepubliceerd. O.i. gaat de belangstelling van de Thoolse en Fllplandse boer nog in vrij sterke mate uit naar de rassen Felix en Cleo, met de an dere rassen vooral als aanvulling en tevens ook een beetje als werkverdeling i.v.m. het tijdstip van af rijpen van het gewas. Bovendien achten wij een ze kere risïcospreiding zeker gewenst. DE graanoogst op SCHOTJWEN-DUIVELAND is nu vrijwel binnen. Enkele percelen zomertar- we hebben het hier lang uitgehouden en gelukkig was het weer gunstig, omdat een ras als Carpo nogal schotgevoelig is. Interessante gegevens zagen we over de investeringen welke op dit eiland in de granen zijn gedaan. Er zijn op dit moment 167 combines aanwezig, waarvan er 35 in gebruik zijn bij loonwerkers. Deze laatste zijn bijna alle grote zelfrijdende machines. Stellen we de gemiddelde nieuwwaarde op ƒ30.000 en de overige 132 bij de boeren in gebruik zijnde machines op gemiddeld 15.000,dan blijkt er alleen al in maaidorsers voor bijna 3.000.000,— geïnvesteerd te zijn. Dit komt op 500,— per ha graan, peulvruchten en graszaad, wat er deze zo mer hier werd verbouwd. Een vreselijk groot be drag en dan hierbij nog te bedenken, dat een grote oppervlakte tarwe niet wordt gecombined. De eerste wintertarwe is intussen alweer ge zaaid. De structuur is nu goed en over 4 éi 5 weken lukt het misschien niet meer. Het aardappelrooien gaat bijzonder vlot. Alles komt vrij schoon uit de grond en de knollen zijn dit jaar eveneens goed gezond. Een probleem is ook hier het groen worden van de aardappelen. Op sommige percelen is het erg. Nu we de aardappel ondieper zijn gaan poten zal een bredere rijafstand beslist noodzakelijk worden. Alleen op deze manier moet het mogelijk zijn meer grond op het bed te houden. Vooral na het dood spuiten neemt het aantal groene knollen toe. Het is weliswaar een schoonheidsgebrek en alleen de handel neemt de groene knollen niet maar de boer krijgt ze als tarra terug. Enkele percelen hier met een rijafstand van 70 en 75 cm komen beslist beter uit de bus. Voor het zover is, zal ook de spoor breedte van heel wat werktuigen opnieuw moeten worden aangepast. OP WALCHEREN is het rooien van de aardap pelen als gevolg van de gunstige weersom standigheden flink gevorderd. Naar schatting zijn 80 van de aardappelen gerooid. De opbrengst is goed, 30—37 1/s ton per ha. Er zijn er veel verkocht vanaf het land, hetzij per kg-veldgewas of per oppervlakte. Beide mogelijkheden hebben voor zowel als nadelen. De oogsttijd van de snijmais nadert. Verschillen de bedrijven hebben proefsgewijs een perceel van dit voedergewas geteeld. Snijmais zal de voeder bieten geheel of gedeeltelijk in het ruwvoeder- rantsoen moeten vervangen. Aanleiding hiertoe is arbeidsbesparing bij de oogst. Het rooien en de verdere verwerking van voederbieten vraagt veel tijd, 85-105 manuren/ha. Snijmais met de maai- kneuzer geoogst en vervoerd met zelflossende wa gens, kan veel vlugger gebeuren. De oogst van 1 ha vraagt 35-50 manuren. Vermoedelijk zal de oogsttijd half oktober zijn. De arbeidsrationali satiekern Walcheren zal in samenwerking met de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting „Walcheren" op twee plaatsen een demonstratie organiseren wat betreft het oogsten en inkuilen van snijmais met de maaikneuzer voorzien van een maisbek. Plaats en datum zullen nog nader worden bekend gemaakt. Het rooien en afleveren van de suikerbieten is weer begonnen. Degenen die vroeg begonnen de den dit onder gunstige weersomstandigheden. Hoe wel het nog veel te vroeg is om een gefundeerd oordeel te vellen is de eerste indruk wat betreft de grootte van de „peeën" niet ongunstig. Wat dat betreft delen we niet de mening van sommige pessimisten, dat de opbrengst beslist laag zou zijn. We hebben bieten gerooid gezien die rond de 45 ton/ha opbrengst geven. Dit is voor eind september beslist niet onaardig. Over drie maan den zullen we zekerheid hebben. Intussen moeten ook de voederbieten nog ge oogst worden en de wintertarwe worden gezaaid. Al met al nog een drukke tijd waarbij gunstige of ongunstige weersomstandigheden bepalend zijn omtrent een meer of minder vlot verloop van de werkzaamheden Met het oogsten van de bieten worden de velden kaler. Dit geldt zowel voor de landbouwgronden als voor de recreatiepercelen. Ook de caravans worden opgeruimd en de kampeerterreinen zijn kaal. Vroeger had de boer zijn tassen volgestouwd met geurig hooi en goudgeel graan. Nu zien we op verschillende bedrijven dat de schuur dienst doet als opslagruimte voor caravans. Meer en meer boeren komen in aanraking met het steeds uit breidende bedrijf dat recreatie heet. Dat ook de agrarische sector een graantje hiervan heeft mee gepikt is meegenomen. De verschillende mogelijk heden die er nog zijn op dit gebied kunnen zeker nog verdre benut worden. AOK op ZUID-BEVELAND is het oogsten van v de aardappelen tot op dit moment zeer gun stig verlopen. Goed weer blijkt hierbij toch steeds de voornaamste factor te zijn. Er is vrij veelvul dig gebruik gemaakt van zakkenrooiers. Op zeer enkele bedrijven is men ertoe overgegaan de aard appelen reeds los op de wagen te rooien en verder direkt via transporteur in de koelcellen te brengen. De opbrengst is zeer goed. In de meeste gevallen heeft men de aardappelen vrij laat doodgespoten. Het blijkt nu dat hier en daar de aardappelen nog niet geheel velvast zijn, waardoor ze bij het rooie» nog wat vervellen. De uien zijn thans allemaal wel geplukt. Ze zijn dit jaar buitengewoon lang groen gebleven. Het zal niet gemakkelijk zijn om ze goed droog in de uienren of in de koelcellen te brengen. Er worden; regelmatig vrij veel uien afgeleverd, de prijs is zeer goed. De idee is wel dat er dit jaar meer kroef in de uien voorkomt dan in voorgaande jaren. Hel is dan ook nu de tijd om grondmonsters te laten nemen voor onderzoek op het uienstengeJaaltje. Het begin van de suikerbietenoogst wordt op dit moment nog afgeremd door het feit dat nog niet alle aardappelen zijn gerooid. Als de voortekenen niet bedriegen zal het machinaal rooien dit jaar weer toenemen. Het aantal bietenrooiers blijkt weer sterk te zijn uitgebreid. Naast de machines die de bieten in langs- of dwarszaad rooien, gaat men er steeds meer toe over om de bieten direkt op de wagen te rooien. De weersomstandigheden spelen hierbij de grootste rol. Reeds verschillen de jaren is het gebleken dat tot 20 a 25 oktober heel wat bieten machinaal gerooid kunnen wor den, na die datum nemen de kansen snel af. Op sommige bedrijven hebben de suikerbieten koppen en bladeren geen waarde en worden on- dergeploegd, op andere bedrijven hebben ze een »vrij grote waarde" als veevoeder. Het is wel ge wenst dat met deze „vrjj grote waarde" goed wordt omgegaan. Het is niet gewenst om grote hoeveel heden inééns tegelijk op het weiland te brengen. Beter is dit in kleine hoeveelheden te doen. Nog beter is het om koppen en blad op de stal te ver voeren. Vermorsen van deze „vrij grote waarde" en kapottrappen van de zode wordt hierdoor voor komen. AOK in OOST ZEEUWS-VLAANDEREN zijn dank zij het gunstige weer de aardappels een heel eind gerooid. De opbrengsten zijn boven alle verwachtingen met als gevolg een dalende prijs. De bruine bonen staan vrijwel op de ruiter. Met nog wat zonnig weer zullen ze gauw dorsbaar zijn. Zo hier en daar schijnt vooral de Bataaf in op brengst tegen te vallen. Met het bietenrooien is men begonnen zodat verwacht kan worden dat de suikerfabrieken tegen het eind van de week met de verwerking zullen starten. Verschillenden zijn gaan rooien omdat ze de bietenkoppen nodig hebben voor het vee. De veevoedervoorziening gaat overigens een probleem worden. Een bekend verschijnsel is dat wanneer het veevoer schaars is de verkoopprijs van het slachtvee minimaal is. Momenteel kan het slacht rijpe vee alleen tegen verlies worden verkocht. Er rest niet veel anders dan toch maar dure veevoe ders aan te kopen. Er komt dan nog bij dat de suikerfabrieken door de mindere bietenopbrengst zeer krap zitten met de droge- en natte pulp. De boerenzaak schijnt nu eenmaal niet zonder mi neurs te kunnen verlopen. DE economie soms veel overeenkomst vertoont met de natuur? Wellicht is het mede hierdoor te verklaren dat de „klassieke" economen reeds spraken van natuurwetten ook op economisch terrein. Tot deze gedachten kwam ik enkele dagen geleden toen ik een Zeeuwse boer de horizon zag bestuderen, blijkbaar met de vraag of het wat twijfelachtige luchtjegoed of minder goed weer brengen zou. Op dezelfde wijze bestuderen thans de economen de economische horizon. We leven nog steeds in een periode van ongekende welvaart en allerwege hoort men de vraag stellen: „zal dit (nog) blijven duren, of zal na de golf der hoogconjunctuur weer een periode van laagconjunctuur aanbreken? Niemand die het weet. Zelfs voor de knapste economen ligt de toekomst in „windselen". De één meent te moeten voorspellen dat het zo niet blijven kan", de ander beweert „dat de conjunctuurbeheersing thans zover, is voortgeschreden dat we geen crisis en laagconjunctuur behoeven te verwachten". Optimisten en pessimisten en daartussen de realisten. De realisten willen ook dit vraagstuk met volle werkelijkheidszin onder de ogen zien. Reeds vorige week wees ik in mijn stukje op een symptoom dat enige kentering zou kunnen betekenen. Ontslag van een aantal werknemers tegen 1 november bij één onzer Nederlandse industriële ondernemingen. Ik noemde dat „een teken aan de wand". Eén onzer, lezers heeft mij op grond hiervan bij de pessimisten ingedeeld. Beslist ten onrechte. Ik signaleerde slechts de realiteit en wilde alleen te kennen geven dat de economische barometer neiging vertoont zich in de richting naar „veranderlijk" te bewegen. DE week die nu weer achter ons ligt, vertoonde de barometer wéér soortgelijke neigingen. Wall Street, de Amerikaanse effectenbeurs, tobnde weer een verloop in neerwaartse richting, hoewel er geen bepaalde tekenen zijn die dit volledig kunnen verklaren of rechtvaardigen. Toch moeten wij eens op een bepaald punt de aandacht vestigen. De president van het Internationale Monetaire Fonds, de bekende Amerikaan Per Jacobson, sprak de volgende woorden: „Het spook van de inflatie is op de vlucht geslagen, maar dat van de deflatie is om de hoek komen gluren. De deflatie n.l. die uitgaat van de winstmarge als gevolg van de voortdurende loondruk. De strijd tussen arbeid en kapitaal voltrekt zich nog steeds ten voordele van de eerste groep, die een toenemend aandeel van de koek, die nationaal produkt heet, in beslag neemt." Geleerde woorden van een geleerd man, waaraan we, geen breed betoog zullen wijden. WAT we er wel uit willen overnemen is het aangeven van het gevaar dat schuilt in een situatie waarin de looneisen zó hoog zouden worden, dat ze een gevaar gaan vormen voor de rentabiliteit der, ondernemingen. De loontrekkenden moeten begrijpen dat looneisen die de draagkracht der ondernemingen te boven gaan, tenslotte voor hen, en lang niet in de laatste plaats, een groot gevaar betekenen. Een gezonde onderneming steunt op een economische basis en een redelijke rentabiliteit der ondernemingen is een maatschappelijk belang van de eerste orde. Daarom moet men begrijpen dat de winstcapaciteit der ondernemingen niet moet worden opgeofferd aan ongemotiveerde looneisen. We zouden dan het tragisch verschijnsel kunnen krijgen, dat het spoolc van de werkloosheid mede in het leven werd geroepen door hen die daarvan het meest hebben te lijden Laten de werknemers in industrie en handel, die nu in de Ver. Staten weer met een staking dreigen, dit wel bedenken. Werkloosheid is een olievlek die het gehele maatschappelijk herstel aantast en die oofc

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 5