MAURITSPLEIN Nr. 23
De publiciteit van
het K.N.L.C.
M
844
TUINBOUWTEELTEN OP LANDBOUWBEDRIJVEN
KORTE WENK
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
HET Hoofdbestuur van het K.N.L.C. heeft besloten
over te gaan tot meer systematische voorlichting
aan de individuele leden van de landbouwmaatsehappijen,
zowel over zijn werkzaamheden als over zijn visie op de
landbouwproblemen.
Als onderdeel hiervan zal voortaan het K.N.L.C. iedere
week, op een pagina van dit landbouwblad, mededeling
doen over belangrijke landbouw- en internationale pro
blemen en al wat daaraan vastzit, terwijl tevens naar
voren zal worden gebracht wat het K.N.L.C. in verband
met die zaken zoal heeft gedaan.
Er heerst ontstemming in de landbouw, een gevoel van
ongerustheid, die vooral het gevolg is van het feit dat de
landbouw niet meedeelt in de huidige welvaart, (lat de
inkomsten in plaats van beter slechter worden, een ge
tal dat misschien ook wordt gevoed door de omstandig
heid dat men niet behoorlijk op de hoogte is van wat er
gedaan zou kunnen worden en van wat er aan gedaan
wordt. Zelfs de rol die de eigen organisatie hierbij kan
spelen of zou moeten vervullen staat de meesten niet
behoorlijk voor de geest. Onder deze omstandigheden kan
een gevoel van verlatenheid, ja zelfs van wanhoop, ont
staan.
DE remedie hiertegen is, een goede voorlichting over
al datgene dat door de organisaties wordt verricht
en het duidelijk maken aan alle leden welke middelen men
denkt aan te wenden. Daardoor wordt het mogelijk dat
duidelijk de verantwoordelijkheid van iedere instantie
voor de dag komt.
Natuurlijk zal, om volledig succes te hebben, het op
treden van de organisatie gericht moeten zijn op een
betere positie van de landbouw en een beter inkomen
van diegenen, die in de landbouw werkzaam zijn. Van
zelfsprekend zal voor het volledig wegnemen van het
gevoel van onbehagen dit optreden met succes moeten
worden bekroond. Toch is het zo, dat ook reeds het goed
duidelijk zien dat diegenen waarvan u dat verwacht, uw
positie begrijpen en voor u op de bres staan, reeds een
zekere geruststelling geeft, waardoor het mogelijk wordt
meer vertrouwen in de toekomst te hebben. Vooral in een
tijd als deze, waarin de waarheden van eeuwen in korte
tijd aan het wankelen worden gebracht en soms geheel
verdwijnen, kan het niet anders of een ieder is nieuws
gierig naar de komende ontwikkeling en wenst zoveel
mogelijk de visie van specialisten op «leze ontwikkeling
te vernemen. Met name lijkt het mij «tal men wil weten
hoe de eigen organisatie over dit alles denkt.
HET is dan ook om deze retlen dat het hoofdbestuur
van liet K.N.L.C. tot bovengenoemd besluit is ge
komen. Wij hopen nu, al doende, «le juiste weg te vinden
en u datgene te brengen wat u notlig heeft. Hierbij zal er
op moeten worden gelet dat de provinciale en' landelijke
organisaties elkaar niet in de wielen rijden. Dit is m.i.
heel best te voorkomen omdat deze, naar mijn opvatting,
ieder hun speciale taak hebben.
Ik zie hef zó, dat de provinciale organisatie vooral «le
behoefte aan individuele voorlichting van haar leden zal
moeten verzorgen. Haar activiteit is «lus vooral op deze
leden gericht.
De landelijke organisatie daarentegen dient zich vooral
bezig te houden met de algemene problemen van de land
bouwpolitiek, dus vooral met de vraag, welke maatrege
len zullen worden genomen, hoe de verschillende rege
lingen zullen worden uitgevoerd en «lit zo langzamerhand
niet alleen meer op nationaal maar ook op internationaal
niveau.
Natuurlijk behoort deze landelijke organisatie volledig
te steunen op en de mening van «le boeren aangevoerd
te krijgen via de provinciale organisaties, maar dit is een
interne aangelegenheid. Dit behoort te geschieden in het
hoofdbestuur van het landelijk comité waar men tot een
landelijke werkwijze en een landelijk standpunt zal moe
ten komen op straffe van het falen van deze pogingen.
Uzult dus ook op deze bladzijde regelmatig kunnen
lezen, wat er in «le grote politiek voor problemen
aan «1e orde zijn, welke inzichten er zoal bestaan en op
welke wijze het Landbouwcomité meent zijn standpunt
te moeten bepalen en eventueel te moeten optreden.
Over vele voor u meer dagelijkse belangrijke zaken, die
veel dichter bij uw bedrijf staan, zult u op «leze pagina
niet moeten zijn. Daarover kunt u terecht elders in dit
blad.
Naar ik hoop zult u de moeite nemen ons te lezen. Wij
hopen erin te slagen u een duidelijk beeld te geven van
wat er zoal omgaat in de wereld waarin het Landbouw
comité werkzaam is.
DE TIJDEN VERANDEREN
I\E tijd ligt nog niet zo ver achter
ons dat wij als landbouworgani
saties ons in hoofdzaak bezig hiel
den met economische en technische
zaken. Het ging om de prijzen en de
afzet, wij zaten er achter heen dat
het landbouwkundig onderzoek en
de voorlichting werden uitgebreid.
Wij bevorderden het onderwijs en
wij werkten nog wat mee aan be
paalde sociale maatregelen. Zeker,
wij deden wel eens een stap buiten
de directe bedrijfsaangelegenheden,
maar veel stappen waren dat niet.
Diegenen die enige aandacht vroe
gen voor culturele zaken stonden
doorgaans maar erg alleen.
Het is inmiddels allemaal wel sterk
veranderd. Wij zijn gaan inzien, dat
de zorg voor het bedrijf niet vol
doende is. Meer en meer is het in
zicht gerijpt dat het in het bijzonder
ook gaat om de functie van onze leef
ruimte, de plaats van ons platteland
in onze volksgemeenschap. Naast
veel goeds is er ook veel dat ver
betering behoeft. Wij zien in dit laat
ste een grote taak. Het K.N.L.C. is
voor de algemene landbouworganisa
ties een belangrijke gesprekscentrum
geworden. Het is bij praten alléén
niet gebleven, de resultaten wijzen
dit uit. Maar naarmate het platte
land met de nieuwe ontwikkelingen
bekend en vertrouwd raakte, groeit
het verlangen naar het openen van
nieuwe mogelijkheden; vooral bij de
jongeren.
Met de agrarisch-sociale voorlich
ting zijn wij bewust de weg opge
gaan van een geheel nieuwe aanpak.
De sociaal-economische voorlichting
IR. C. S. KNOTTNERUS.
zal een volgende stap zijn. Ondertus
sen vraagt de E. E. G. in toenemende
mate onze aandacht en de werk
kracht van onze bestuurs- en com
missieleden. Het is zeker geen schan
de als menige praktische boer en
tuinder het spoor wel eens kwijt
raakt. Toch liggen hier voor hem
grote belangen in de toenemende be
moeienissen van de landbouworga
nisaties. Al deze nieuwe terreinen
zijn dan ook geen vorm van vrije
tijdsbesteding maar bittere nood
zaak.
T.
WIE, WAT, WAAR.
70ALS de voorzitter van het K.N.
L.C. u op deze pagina al heeft
uiteengezet is het nodig dat het
K.N.L.C. meer over zichzelf en meer
EEN KWESTIE VAN NAAM
Deze pagina de eerste K.N.L.C.-
pagina moest een eigen naam heb
ben. Dat is gemakkelijk voor de lezers
en ook gemakkelijk in de omgang.
„Van onze centrale organisatie"
vonden wij weinig zeggend want er
zijn in ons land wel duizend Cen
trale „Dinges".
„Van het K.N.L.C." is wel duidelijk
maar in zijn vanzelfsprekendheid saai.
„Het K.N.L.C. van 1884" leek ons
te assurantie-achtig.
Enfin, het werd Mauritsplein nr.
23. Het Prins Mauritsplein ligt in het
Statenkwartier in Den Haag, zo'n
beetje tegen Scheveningen aan. Bin
nenkort verhuist het kantoor van het
K.N.L.C. naar Prins Mauritsplein nr.
23. U begrijpt waar wij heen willen.
Wij hopen dat „Mauritsplein 23"
waar vele draden van onze algemene
organisatie samen zullen komen, een
begrip zal worden. Een goed begrip
uiteraard.
(Wellicht ten overvloede zij mede
gedeeld dat elke relatie met Beurs
plein 5 ontbreekt.)
van zijn werk ter kennis van de leden
van de standsorganisaties gaat bren
gen. Het K.N.L.C. rust op de pro
vinciale organisaties, in het K.N.L.C.
werken de organisaties samen. De
provinciale organisatie is de leden
vertrouwd, het K.N.L.C. behoort de
leden vertrouwd te zijn, maar dat is
nog in onvoldoende mate.
In de komende maanden gaan wij
u actuele dingen vertellen over het
K.N.L.C. Hoe het werkt, wat 't doet,
en ook wie in het K.N.L.C. werken.
Daarnaast hopen wij u van de lopen
de zaken op de hoogte te houden.
Daaronder zullen er ongetwijfeld
velen zijn die u al uit uw eigen maat
schappij hebt leren kennen. Maar u
moet het dan toch zó zien, dat u op
deze pagina weer een volgende fase
van ontwikkeling ziet: de mening
zoals deze uit het overleg tussen alle
provinciale maatschappijen tenslotte
is geworden.
T.
DE 3 C.L.O.
I\EZE tijd is er een van afkorlin-
gen. Er komen er elke dag een
stuk of wat bij en menigeen weet in
de verste verte niet wat ermee be
doeld wordt. 3 C.L.O. is de afkorting
van 3 centrale landbouworganisaties
het Koninklijk Nederlands Land
bouw Comité (K.N.L.C.), de Katho
lieke Nederlandse Boeren en Tuin
ders Bond (K.N.B.T.B.) en de Neder
landse Christelijke Boeren en Tuin
ders Bond (N.C.B.T.B.).
Ten behoeve van de algemene be
langenbehartiging bestaat er een ge
regeld overleg en samenwerking tus
sen de 3 C.L.O. Vooral omdat wij als
landbouworganisaties meer en meer
betrokken raken in internationale
agrarische vraagstukken, neemt de
noodzaak tot samenwerking belang
rijk toe.
U zult ongetwijfeld in de toekomst
dan ook steeds vaker van de activi
teiten van de 3 C.L.O. gaan ver
nemen.
T.
(Vervolg van pag. 847)
ECONOMISCH ONDERZOEK.
[ET allerlei verschuivingen van groenteteelt
naar extensievere bedrijfstypen, dient een
opgezet bedrijfseconomisch onderzoek gelijke tred
te houden. Om de afzet te bevorderen lijkt méér
marktonderzoek vooral in kwalitatieve zin, drin
gend gewenst.
Betreffende het onderzoek zou men kunnen zeg
gen, dat vooral door resultaten van veredeling en
mechanisatie, bepaalde gewassen min of meer plot
seling voor extensieve teeltwijzen geschikt worden
gemaakt.
Bij de grote mate van contractteelt-vrijheid kan
dit leiden tot schoksgewijze uitbreidingen van
het vollegronds-groenteteelt areaal.
Voor een goed opgezet onderzoek met het doel
om allerlei problemen die zich bij verschuivin
gen van de groenteteelt voordoen te ontmas
keren, is een vérgaande coördinatie tussen aller
lei instellingen dringend noodzakelijk.
Vanzelfsprekend dienen alle praktisch bruik
bare resultaten van dit onderzoek zo snel mo
gelijk en op zo efficiënt mogelijke wijze, via de
voorlichtingsdienst, aan de praktijk te wor
den doorgegeven.
In dit opzicht is de recente reorganisatie van de
Nu de oppervlakte wintertarwe toeneemt dient
het risico te worden verdeeld. Zet niet alles op één
kaart, maar zaai b.v. twee rassen. Let vooral op
winter vastheid en vroegrijpheid. Een vroegrijpend
ras afgewisseld met een ras dat later rijpt, verdeelt
in augustus het oogstrisico.
land- en tuinbouwvoorlichting waarschijnlijk
een belangrijke stap in de goede richting!
Wij ontlenen deze gegevens aan een beschou
wing, gehouden door Ir. J. van Kampen voor de
Contactcommissie voor Tuinbouwteelten op Land
bouwbedrijven. Het leek ons gewenst deze gege
vens te vermelden gezien de belangstelling in
i onze provincie voor deze tuinbouwteelten.