Het I09e Ned. Landhuishoudkundig Congres te MiddeSburg
BROUWGERSTMARKT
85]
WIJ ONTVINGEN:
V K IJ D A G 5 OKTOBER 1 9 G 2
DE vorige week besteedden wij aandacht aan de inleiding die ir. M. A. Geuze op het 109e Land-
huishoudkundig Congres op 20 september j.l. uitsprak. Deze week, wederom in 't kort, enige bij
zonderheden uit een tweetal andere inleidingen n.l. die van drs. M. C. Verburg en dr. C. de Galan.
PROBLEMEN VAN DE ECONOMISCHE
EXPANSIE IN ZUID-WEST NEDERLAND
DRS. M. C. Verburg, directeur van het Econo
misch Technologisch Instituut voor Zeeland,
wees in zijn inleiding op de op gang komende
industrialisatie in Zeeland. In de eerste helft van
de twintigste eeuw vestigden zich enige grote in
dustrieën, echter met weinig direkte gevolgen.
Eerst na 1960 volgt een tweede impuls, welke ver
der om zich heen zal grijpen- Deze is veroorzaakt
door de aanwijzing van Zeeland als probleemge
bied, de aanleg van grotere zeehavens Sloe-
haven .en Kanaal van Terneuzen de dalende
betekenis van de vervoerskosten in de kostprijs,
het aanboren van de regionale arbeidsmarkt en het
psychologische klimaat, geschapen door het Delta
plan. Zeeland wordt geleidelijk een verlengstuk
van de Randstad, qua geografische ligging en door
de tot standkoming van de Oosterscheldebrug
(1965). Tussen 1950 en 1960 werden 1000 indu
striële arbeidsplaatsen geschapen; van 1961 tot en
met 1963 zijn dit er 2000.
Eveneens in de tweede helft van deze eeuw is
het toerisme voor Zeeland een massaverschijnsel
geworden. In 1961 werden in Zeeland 1,7 miljoen
overnachtingen geboekt. Dit aantal zal zich in zes
a zeven jaar verdubbelen. Daarvoor is echter ruim
te genoeg.
Met name de tuinbouw, i.e. de fruitteelt, ontwik
kelt zich de laatste jaren zeer voorspoedig, o.a.
door een gunstig, meestal vorstvrij, klimaat.
Drs. Verburg zag bij een volgehouden hoger
groeitempo van het bedrijfsleven in Zeeland als de
arbeidsmarkt als het grootste knelpunt.
Naar zijn mening diende verdere aandacht te
worden besteed aan de infrastructuur. Zoals de
vaste oeververbinding over de Westerschelde, een
zeer snelle verdubbeling van de rijksweg Vlissin-
gen—Bergen op Zoom en faciliteiten aan diverse
openbare nutsvoorzieningen.
Ziekte en beschadigingen in groentegewassen,
door C. L. de Wilde. (2e druk, prijs ing. ƒ3,50.)
Van de cultuurmaatregelen in een modern
groenteteeltbedrijf is de ziektenbestrijding zeer
belangrijk. Verscheidene ziekten en beschadi
gingen kunnen in onze groentegewassen op
treden, soms in zo'n erge mate, dat grote oogst-
verliezen er het gevolg van zijn. De groente
teler dient dan ook een doelmatige ziektenbe
strijding uit te voeren.
Het terrein van de ziektenbestrijding is aan
velerlei veranderingen onderhevig. De auteur,
leraar in algemene dienst bij het Rijkstuin-
bouwconsulentschap te Goes, heeft hiermee
rekening gehouden.
De hoofdstukken over zwammen, virusziekten,
het dierenrijk, groeistoornissen, voedingsziek-
ten en biologische en chemische bestrijding
geven een duidelijk beeld van de inhoud. Het
boekje telt 96 pagina's, die met vele goede foto's,
een grote hoeveelheid stof geven.
Rassenlijst voor Groentegewassen 1963.
Meer dan ooit is het noodzakelijk dat de Neder
landse tuinder alleen de allerbeste rassen en
selecties gebruikt.
De noodzakelijkheid meer te weten te komen
over minder bekende en nieuwe rassen door ze
onder gelijke omstandigheden te beproeven,
heeft vele onderzoekers van proeftuinen, proef
stations en instituten ertoe gebracht uitge
breide rassenproeven op te zetten.
De Rassenlijst is er op gericht de ervaringen
van alle onderzoekers op het gebied van de
rassenkeuze samen te brengen. De Rassenlijst
is een brok objectieve voorlichting waaraan
temeer behoefte bestaat nu de reclame door
de bestudering van de achtergronden van de
koopgewoonten steeds dieper, en bijna steeds
onopgemerkt, ons gedrag gaat beïnvloeden.
Naar onze mening is de Rassenlijst voor groen
tegewassen voor de moderne tuinder even on
misbaar geworden als de Tuinbouwgids.
BROUWGERSTMARKT
NOG steeds staat de brouwgerstmarkt onder druk
daar ruimte bij vele handelaren niet voldoende
aanwezig is en er zodoende tegen praktisch elke prijs
wordt verkocht. De markt is zeer klein, daar zowel
Duitsland als België nog steeds niet als koper op de
markt verschijnen i.v.m. de onmogelijkheid de hef
fingen aan de grens vast te leggen. De handel beperkt
zich dan ook in hoofdzaak tot enkele partijen die,
zoals reeds vermeld, vanwege de beperkte opslag
ruimte noodgedwongen geliquideerd te worden. Ook
de aanbiedingen van de oktober contracten spelen
hierin een belangrijke rol. Het C. B. K. is koper voor
januari-afroep, hetgeen betekent dat de prijzen voor
geschoonde gerst met ca. 1,100/kg zijn verlaagd,
(3 maanden van ƒ0,35 per maand).
Zodra de mogelijkheid van hcffingfixatie aanwezig
zal zijn, zal dit een belangrijke steun aan de prijs
ontwikkeling verlenen.
Ten behoeve van het aanbod van recreatieruimte
zullen op het Deltaplan aanvullende werken moe
ten worden gefinancierd. De woningtoewijzing aan
Zeeland, die gericht is op de stagnerende economie
en niet op de nieuwe ontwikkeling, zal uitgebreid
moeten worden.
Een belangrijk element voor Zeeland zag drs.
Verburg in de samenwerking met de zeven Bel
gisch-Nederlandse grensgebieden, in midden-Bene-
lux. Er tekent zich van de Zeeuwse Delta tot aan
Marseille een nieuwe ontwikkelingsas af.
Hij was van mening dat in het algemeen vele
vestigingsfaetoren op lange termijn gezien in
liet voordeel van Zeeland zouden werken. Hiervan
is de ruimte plus het feit dat die in alle riehtingen
is of wordt ontsloten de belangrijkste. Een verstan
dig speculant zou deze ruimte daarom niet al te
vlug moeten uitverkopen. Na 1980 het heilige
jaar voor de streekplannen 1komen er hopelijk
nog vele eeuwen, aldus drs. Verburg.
IJIEROVER sprak dr. C. de Galari, adj.-di-
recteur van het E. T. I. voor Zeeland die er in
zijn inleiding o.m. op wees dat de structurele ver
anderingen in het Z. W. afwijkend zijn t.o. van het
overige platteland. Zij zullen sneller plaats vinden
en dus dieper ingrijpen. Gestreefd zal dan ook
moeten worden naar het vermijden van te grote
spanningen, naar een positieve instelling t.o.v. do
veranderingen en het optimaal benutten van ge
boden mogelijkheden.
De aanpassing kon naar de mening van dr. De
Galan, worden bevorderd door het bewust maken
van de problemen en mogelijkheden, dus door goe
de voorlichting. Ift de huidige voorlichting ligt de
nadruk nog te sterk op het technische vlak ter
wijl de economische cn sociale aspecten van zeker
evenveel betekenis zijn. Coördinatie in voorlich
tingsaspecten en tussen de uitvoerenden achtte
dr. De Galan vereist. De aanpassing op econo
misch, sociaal en bestuurlijk terrein in Z. W.-Ne
derland moet vooral liggen in de sfeer van de
leefbaarheid.
Het plattelandsbeleid op provinciaal en rijks
niveau achtte dr. De Galan nog onvoldoende om
vangrijk en te incidenteel van opzet. Er is behoefte
aan een bewust, gecoördineerd beleid. Van primair
belang voor plattelandsaanpassing is schaalver
groting mede uitgestrekt over de grote streekcen-
tra met als vereiste goede ontsluiting en vervoer.
De snelle en ingrijpende veranderingen ten plat-
telande eisen een intensieve aanpassingsactiviteit.
De problemen van het platteland moeten echter
niet overdreven worden. Het platteland moet geen
uitzonderingspositie worden aangepraat of op
gelegd. Vertrouwen in de plattelandsbewoners en
ruimte voor spontane natuurlijke ontwikkelingen
moet aanwezig blijven, aldus dr. De Galan.
(Wordt vervolgd.)
De N. V. Gebr. Van den Akker Agenturen, tel. 010-13.46.55 bericht ons over de brouwgerstmarkt het vol
gende
AANGEZIEN de internationale voergerstprijzen vorige week daalden, zijn de Duitse en Belgische heffin
gen voor invoer uit derde landen aanzienlijk gestegen. Dit betekent, dat de konkurrentie van de goed
kope Engelse, Deense, Zweedse en Poolse brouvvgerst minder hevig is. Wij hebben dan ook thans hoofdzake
lijk konkurrentie van Frankrijk.te duchten. Veel verbetering in de situatie is echter nog niet waar te
nemen. In de eerste plaats, omdat alle mouterijen hun opslagcapiteit praktisch volledig benut hebben. Wat
Duitsland betreft speelt de lage waterstand op de Rijn ons ook parten.
Gesteld kan worden, dat zij, die kort na het begin van de oogst brouwgerst verkochten, tot heden naar
verhouding de beste prijzen ontvingen, te meer, daar de kosten aan rente en opslag toen nog zeer gering
waren. Deze factoren worden vaak geheel of gedeeltelijk over het hoofd gezien, wat niet juist is. Het gaat
er niet alleen om welke prijs men maakt, maar ook wanneer men kan leveren en op welke condities. Wil
men een juist inzicht verkrijgen in de prijs, die men uiteindelijk per 100 kg gerst overhoudt, dan dient men
alle kosten te berekenen, dus b.v. aftrek voor hoger vochtgehalte, schoningskosten, minder waarde van uit
maalgerst, rente, opslag, rijloon enz. Veelal zijn deze factoren pas aan het eind van het seizoen bekend; pas
dan weet men eigenlijk, welke prijs men overgehouden heeft.
WIJ vragen ons af of een systeem waarbij getracht wordt de afnemers van brouwgerst bepaalde pryzen
voor dit produkt te laten betalen geen repercussies van de zijde van de kopers heeft uitgelokt. In Ne
derland is het C. B. K. pas zeer laat met kopen begonnen; wat het buitenland betreft, vernemen wij van
diverse zijden, dat Duitse mouters, door de hoge prijsindicaties, voor de Hollandse brouwgerst terugschrok
ken en zich zo snel mogelijk met Duitse brouwgerst indekten. Het is de taak van onze overheid ervoor zorg
te dragen, dat de teelt van brouwgerst renderend blijft, maar ook bjj de afzet dient men de ogen niet te
sluiten voor de werkelijkheid. Wij maken deel uit van de gemeenschappelijke markt (E. E. G.), waarbinnen
de Nederlandse brouwgerst in kwantitatief opzicht een betrekkelijk geringe rol speelt en moet konkurre-
ren met brouwgerst van andere oorsprong.
Naar wij vernemen schijnen er in Duitsland en België enige klachten te zijn over de kiemkracht van
Franse en Nederlandse brouwgerst. Wij raden de handelaren en telers van brouwgerst dan ook aan deze
factor regelmatig in het oog te houden en monsters in het laboratorium gratis op kiemkracht te laten on
derzoeken.
70LANG het niet mogelijk is de invoerheffingeri*voor import van granen uit de E. E. G.-Ianden te fixe-
ren, zullen de zaken voorlopig tot een minimum beperkt blijven. De Duitse en Belgische importeurs
zullen dan alleen voor spoedige verlading kopen, aangezien zij de invoerheffing voor latere termijnen on
mogelijk kunnen voorzien. Eerst, wanneer de voorraden in Duitsland en België uitgeput raken, zullen
Duitsland en België meer aandacht aan ons produkt gaan schenken, afgezien van beperkte hoeveelheden
Balder, waar men niet buiten kan.
Duitsland: De Duitse gerstoogst blijkt zeer groot te zijn: het areaal van 861.297 ha heeft ongeveer
2.519.000 ton zomergerst opgebracht. Met een gemiddeld percentage van 47^% geschikt voor moutdoelein-
den, zal Duitsland over ongeveer 1.190.000 ton brouwgerst beschikken, ongeveer het cijfer van seizoen '60
'61. De behoeften van het vorige seizoen aan brouwgerst bedroegen 1.649.000 ton. Nemen wij een stijging
van 3 voor dit jaar in aanmerking, dan zal de behoefte circa 1.700.000 ton zijn. Volgens deze schattingen
zal Duitsland dit seizoen ongeveer 500.000 tons brouwgerst importeren (vorig jaar 684.000 ton). Wij beschou
wen dit cijfer persoonlijk als te hoog.
Balans over dc brouwgerst-voorzienlng in de jaren 1959/60 tot 1961/62 (in 1000 ton),
I. Behoefte aan brouwgerst, waarvan
1. verbruik voor de produktie van bier
in het binnenland
2. uitvoer van brouwgerst
3. verbruik voor de produktie van exportmout
II. Opbrengst aan brouwgerst, waarvan
1. binnenlandse opbrengst
2. invoer van brouwgerst
3. invoer van mout (omgerekend in graanwaarde)
III. Opbrengst In het binnenland in
1. van de behoefte
2. van de zomergerstoogst
voorlopig.
De zelfverzorgingsgraad, d.w.z. de brouwgerstopbrengst in het binnenland in percentages van de be
hoefte, bereikte in 1961/62 zijn dieptepunt na de oorlog. Tot nu toe lag de zelfverzorgingsgraad steeds
boven 60% (uitgezonderd 1958/59 59 In 1961/62 was het slechts 48,7 In 1960/61 (in dit jaar be
reikte de binnenlandse oogst, zoals bekend, haar hoogtepunt) was er een zelfverzorgingsgraad van 78 in
het normale jaar 1959/60 bedroeg deze 61,5%. Het aandeel van de binnenlandse opbrengst aan brouwgerst
van de totale zomergerstoogst bewoog zich zoals bekend, gedurende de laatste jaren tussen 40 en 45
(uitgezonderd 1951/52 47 en had met 52,2% inl960/61 een hoogtepunt bereikt. In 1961/62 was het
weer 43,1
Dankzij een stijging in de Hollandse voergerstprij.zen is de maandelijkse verhoging met 0,36 per 100 kg
voor onze gerst in België en Duitsland resp. niet of slechts ten dele tot uitdrukking gekomen in de invoer
heffingen
Invoerheffing België t.o.v. Frankrijk Holland
deze week Bfrs. 19 9
vorige week 13 9
Invoerheffing Duitsland
deze week DM 111,69 106,47
vorige week 105,28 105,79
|4- kan dagelijks gewijzigd worden.
1959/60
1960/61
1961/62
1417
1517
1649
1381
1478
1590
1
1
0
35
38
59
1417
1517
1649
871
1183
803
414
189
684
132
145
162
61,5
78,0
48,7
43,9
52,2
43,1
Derde landen
149
136
215
202,40