De maand SEPTEMBER 769 ROOIEN VAN AARDAPPELS GRONDBEWERKINGEN op liet KALI EN FOSFAAT NU OF IN HET VOOBJAAR STROOIEN MAAIEN VAN LUZERNE ZIEKTEBESTRIJDING Zeeuwse Landbouwbedrijf VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1932 NAARMATE de aardappeloogst meer wordt gemechaniseerd, neemt de kwetsbaarheid van deze teelt toe en wordt er ook meer dan vroeger organisatievermogen van de boer gevraagd. Loopt het mee met het weer dan zijn de aardappels in een minimum van tijd uit de grond. Maar o wee, als het tegenloopt en de voorraadrooier of zelfs de werpradrooier van stal ge haald moet worden. Dan blijkt het aantal mensen dat vroeger beschikbaar was, er niet meer te zijn Deze toenemende kwetsbaarheid kan ons elk jaar weer benauwen en het is dan ook niet zonder reden dat er b.v. verzamelrooiers zijn waarop verlich ting is aangebracht, opdat het aantal werkuren kan worden uitgebreid door 's avonds laat door te werken. Nu willen we dit niet direkt als navolgingswaardig propageren, maar wel het symptoom beklemtonen. Vaak onderkennen we de juiste waarde van een geschikte rooidag pas als door regenval niet meer met de verzamelrooier ge werkt kan worden. Dat wil wel eens aanleiding geven tot zelfverwijt wanneer de kansen van droog weer onvoldoende werden uitgebuit. Eigenlijk moesten we elke dag met zulk een voortvarendheid met rooien bezig zijn als zou het elke volgende dag regenen! IS dus enerzijds de aardappeloogst een kwets bare aangelegenheid geworden, het dagresul taat is meer en meer afhankelijk van de kwaliteit van de organisatie. Dit betreft het produkt, de mensen en de machines.Niettemin is te konsta teren dat aan het produkt in dit geval de aard appel niet de nodige zorg wordt besteed. Ik denk hierbij aan de veehouder die de mecha nisatie van het melken tot het uiterste had opge voerd. Een melkleiding in de (grote) stal zorgde ervoor dat het melken vlug opschoot en boven dien rustig verliepgeen gesjouw met emmers de lange stal langs. En toch had deze boer een klacht „Mijn melkknechten kennen alle onderdelen van de melkmachine op hun duimpje, maar ze ken nen de koe niet meer!" Zo kan het bij de aardappeloogst gebeuren dat we zozeer in beslag genomen worden door de or ganisatie daarvan en we willen deze zaak heus niet bagatelliseren dat we de aardappel uit het oog verliezen, dat we dus vervreemden van het produkt dat wordt geoogst en dat uiteindelijk niet alleen door kwantiteit maar ook doör kwaliteit het netto-overschot voor een groot deel wordt bepaald. Natuurlijk doelen we hier op de beschadiging die in ons gewest de landbouw elk jaar vele dui zenden guldens kost. Hoewel de zogenaamde rooierslag vaak pas valt op te merken wanneer de aardappels reeds voor een groot deel gerooid zijn, ligt een lager beschadigingspercentage toch volop binnen het bereik van de mogelijkheden. Wanneer er in dit verband met eenzelfde vast houdendheid naar het goede kwaliteitsprodukt zou worden gestreefd als er wordt getracht naar de hoogst mogelijke verkoopprijs, welaan, dan was het dik in orde! Geef de machine een rustige gang en zorg er voor dat zij de grond zo laat mogelijk kwijt is. Neem zo nodig wat grond tussen de aardappels voor lief; hoewel -niet aantrekkelijk, dit is toch beter dan beschadiging. Pas bijdroge grond op voor de rubbermat op de eerste ketting. Door een loshangende zak wordt het schadelijke springen van de aardappels tegengegaan. IN de loop van deze maand kan vooral op de zware grond, waar de onkruidontwikkeling dus minder hevig is *het op wintervoorploegen be- I ginnen. Wanneer er vroeg wordt geploegd, dan krijgt men de kans om later nog een korrigerende bewerking op ongelijke ligging toe te passen, met b.v. dé kultivator. Dit geldt niet voor de kalkarme gronden. En mocht men bij vroeg ploegen in de zware grond toch nog onkruid duchten, dan wordt dit door de nabewerking wel voldoende aangepakt. Ook zal er met 't op zaaivoor ploegen een begin worden gemaakt. De afgelopen winter heeft ons geleerd dat we voor wintertarwe geen voorjaars- bed moeten wensen en gerust wel iets dieper op zaaivoor mogen ploegen dan we tot nog toe ge wend waren. In het bijzonder geldt dit voor het aardappelland. Om dit zonder meer zaaiklaar te maken met de kultivator of de schijveneg, is daar om behalve op. de zeer zware grond in de regel uit de boze. Een grove ligging bemoeilijkt weliswaar het zaaien en het kan een heel gehob- bel zijn, maar dit duurt slechts enkele uren; kort in vergelijking tot een heel jaar dat men op het gewas moet kijken. Hoe kluiterig ook, de tarwe komt toch wel! Niet alleen geeft een grove ligging minder ver- slempingskansen, maar het volgend voorjaar heeft de eg ook meer vat op de grond met als gevolg een doelmatiger onkruidbestrijdinghet onkruid op de hoogten wordt afgeëgd, dat in de kuilen met grond bedekt i U/EEST wat de stoppelbewerkingen betreft kon- sekwent: wanneer dit voorjaar werd beslo ten geen stoppelklaver in te zaaien omdat het land een goede beurt nodig had, dan het nu .ook doen.' Het blijft er soms inderdaad gedwongen nogal eens bij, terwijl dit werk toch niet aan een bepaalde tijd gebonden is en men in één dag heel wat kan doen. Beschouw de randen van de percelen waar het gewas thans is geruimd, als een perceel dat stop pelen dubbel en dwars nodig heeft. Vooral in deze maand kan de kweek het land verder indringen. Kweekrieken met de kultivator is nu heel wat voordeliger dan in het voorjaar met de riek. Ook is het mogelijk om in plaats van te stop pelen, het onkruid terug, te dringen door een be spuiting in de stoppel. R.L. V. D. {N dit geval gaat het op wintervoor ploegen in een natte herfst belangrijk'beter en met min der struktuurbederf gepaard dan op gestoppeld land. Voor de juiste middelen verwijzen we naar een eerder in dit blad verschenen artikel. Geïnspireerd door de veel besproken toenemen de ondoorlatendheid van onze gronden komt het moren, woelen, ondergronden of hoe het verder ook mag heten, meer in de belangstelling. Deze bewerking heeft tot doel een meer of minder dik ke laag onder de ploegzool te breken. Wel blijkt het waterbergend vermogen van de grond inder daad hierdoor toe te nemen, maar eveneens dat dit slechts tijdelijk is. Na verloop van tijd moet men deze bewerking herhalen. Bovendien ver stoort men daarbij een stelsel van fijne kanaal tjes vaak vóór de inpoldering door de schor flora ontstaan dat tot de doorluchting van de grond bijdraagt. Wanneer er sprake is van een verstoord profiel, b.v. in herverkavelingsgebieden, dan kan het daarentegen zeer nuttig zijn om de ondergrond op deze wijze wat op te breken. Ook het woelen van de grond boven de drains daar hebben we immers ook te maken met een ver stoord profiel geeft vaak een waarborg voor een betere waterafvoer. Overigens bedenke men dat de zwaardere gron den zichzelf op natuurlijke wijze „moren" middels de bekende droogtescheuren. Ondoorlatendheid is maar al te vaak een gevolg van een sterk verdichte bovenlaag van de bouw- voor. Het is daarom niet zonder zin om na het rooien van de aardappels vooral bij verzamel- rooien niet lang te wachten met kultivateren, wat in verband met de ongelijke ligging van het perceel voor het ploegen toch vaak nodig is. TOEGEGEVEN dat door het meer populair wor- den van samengestelde meststoffen deze vraag aan betekenis verliest, komen toch velen ongetwijfeld weer voor deze vraag te staan. Uit onderzoek is gebleken dat op kali- resp. fos- faatbehoeftige grond een najaarsbemesting ten enen male moet worden afgeraden. Het merendeel van onze Zeeuwse grond kent gelukkig een goede fosfaat- en kalitoestand. Hoe daar dus te handelen Een najaarsgift is voor de behoeftige gewassen aanvaardbaar mits de kali en de super d.m.v. stop pelbewerkingen maar door de grond worden ge werkt. Doch de kali- en fosfaatbehoeftige gewas sen worden in de regel en terecht verbouwd Een groot gedeelte van de oogst is nu ge borgen: graszaad, vlas, erwten, gerst en vandaag I september wordt er een ware veldslag in de tarwe geleverd. Wanneer de eerste week van de komende maand even fraai mag zijn als de laatste dagen van augustus, dan is weldra de achterstand voor een groot deel ingelopen en kunnen we toch nog min oi' meer op tijd in de aardappels beginnen. na een groenbemester, wat de mogelijkheid tot een stoppelbewerking uitsluit. Het effekt van zonde; meer ondergeploegde (lees: begraven) meststof is gemiddeld minder dan bij voorjaarstoediening. Hoewel herfststrooien verleidelijk is omdat het immers zoveel vlugger gaat, de struktuur niet beschadigd wordt en er alvast een brok voorjaars- werk verricht wordt doet men goed ook hei bovenstaande in de overwegingen te betrekken. ï\E vraag of luzerne die dit jaar onder de dek- lJf vrucht vandaan kwam, deze herfst nog ge- J maaid kan worden en zo ja wanneer, is op het ogenblik aktueel. Dit temeer daar dit gewas denk aan de twee onlangs opgerichte groenvoeder- drogerijen aan belangstelling wint en er thans door voedselschaarste hoge prijzen voor luzerne- hooi worden betaald. Onderzoek hieromtrent wees uit dat zulk een voorsnede de opbrengst voor het volgend jaar geenszins nadelig behoeft te beïnvloeden, mits maar wordt voldaan aan het vblgende viertal voor waarden a. de ontwikkeling van de luzerne moet zó zijn, dat de okselknoppcn aan de voet zijn uitge lopen; b. het gewas moet minstens in het beginstadium van de bloei verkeren; c. 15 september is de uiterste datum van maaien; d. het land moet bij het maaien droog zijn. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan heeft de luzerneplant op het moment van afmaaien vol doende reserve gevormd voor een nieuwe uitloop, terwijl deze uitloop op zijn beurt de plant ver zekert van de nodige wiritervastheid en produktie- vemogen voor het volgende jaar. Ter bevestiging zijn hier nog vermeld de resulta ten van 'n door de R.L.V.D. in de Wilhelminapolder genomen proef, waarbij wel of niet een voorsnede werd gewonnen. De uitkomsten van deze proef liggen geheel in de lijn van die van gelijksoortige proeven. Opbrengsten in kg vers produkt per are objekt le snede 2e snede 3e snede 4e snede totaal A 223 214 156 61 654 B 212 215 165 61 652 A herfstsnede gewonnen (opbrengst 73 kg vers produkt per are). B niet in de herfst gemaaid. De veldslag tegen onkruid, schimmels en insek- ten is nu bijna afgelopen. Onkruidbestrijding in graszaad vraagt nog de nodige aandacht. Volgt de deskundige adviezen van de graszaadfirma's met de nodige akkuratesse op. De bonentelers kan nog worden gewezen op het belang om voor vlekkenziektegevoelige rassen (Bataaf) vlak voor het optrekken of afmaaien te spuiten met zinkcarbamaat. .Deze schimmelziekte kan in lol of ruiter het zaad n.l. nog aantasten, waartegen deze bespuiting is bedoeld. Zo is er in de septembermaand veel werk aan de winkel. Regen kan de plannen vertroebelen, maar wie daarop is voorbereid, springt het verst. Goes door O. HOEKS! RA

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 9