Nederlands fruit in de Euromarkt wordt kampioen VRIJDAG 24 AUGUSTUS 196< Frankering bjj abonnement: Terneuzea 50e Jaargang' No. 2644 „Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland' Door G. OPSTELTEN Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen in Nederland Nu op 30 juli jongstleden een begin is ge maakt met de gemeenschappelijke ordening van de groenten- en fruitmarkt in de E.E.G., lijkt het wenselijk een «overzicht te geven van Ide maatregelen, die tot nu toe zijn genomen en na te gaan welke invloed deze zullen kunnen hebben op de teelt en de afzet van ons fruit. DE TEELT VAN FRUIT Op het gebied van de teelt van fruit hebben de E.E.G.-organen tot nu toe geen maatregelen ge nomen. Ook is niet te vervvachten dat op dit ter rein op direkte wijze zal worden ingegrepen. De Europese Commissie verwacht, dat een goede or dening van de fruitmarkt zal leiden tot een zeker evenwicht tussen vraag en aanbod. Op die manier zou dus een direkt ingrijpen in de teelt overbodig zijn. Zoals bekend is in april j.l. in Nederland de er kenningsregeling voor fruittelers opgeheven en daarmee is de laatste maatregel ter regulering van de fruitteelt hier te lande verdwenen. In alle landen van de Euromarkt mag de teelt van fruit vrij en onbeperkt worden uitgeoefend. In Italië en Frankrijk wordt de fruitteelt sterk uit gebreid. Het gevaar van overproduktie is derhalve bepaald niet denkbeeldig. Vooral in Frankrijk is de regeringspolitiek sterk gericht op de verove ring van de afzetmarkten binnen de E.E.G. DE AFZET VAN FRUIT Zoals reeds aangegeven is het beleid van de E.E.G.-organen in het bijzonder gericht op de or dening van de markt. Op dit punt zijn inmiddels enkele maatregelen genomen, die van grote be tekenis zijn voor de afzet van de Nederlandse fruit oogst. De belangrijkste maatregel in dit verband is zon der twijfel de NORMALISATIE. Hiermede wordt bedoeld de toepassing van ge meenschappelijke kwaliteits- en sortèringseisen in het onderlinge handelsverkeer tussen de zes E.E.G.-landen voor een aantal fruitsoorten, met name appelen, peren, perziken, pruimen, druiven, kersen en aardbeien. Bovendien zijn gemeen schappelijke eisen vastgesteld voor fruitsoorten die niet in ons land worden geteeld, namelijk abri kozen, sinaasappelen, mandarijnen en citroenen. Door het Produktschap voor Groenten en Fruit zijn op grond van deze E.E.G.-normen kwaliteits- en sorteringseisén vastgesteld, die bij de aanvoer in acht moeten worden genomen. Deze eisen zijn bij de fruitveilingen verkrijgbaar. De E.E.G.-normen maken over het algemeen onderscheid in drie kwaliteitsklassenExtra, I en II. Bij vele produkten zijn de eisen voor de kwali teitsklasse Extra zeer hoog gesteld, zodat door gaans slechts een klein percentage van de totale produktie in de klasse Extra zal kunnen worden ingedeeld. Om een voorbeeld te noemen: deskum digen schatten dat van onze totale appeloogst slechts ongeveer 10 in de klasse Extra zal vallen. Toch lijkt het van belang dat het fruit nauwkeu rig wordt gesorteerd, omdat indeling in de klasse Extra bepaalde voordelen kan bieden. Wij moeten echter onderstrepen, dat Extra ook inderdaad „extra" moet zyn en dat het bepaald niet de be doeling mag zijn zoveel mogelijk fruit in de klasse Extra onder te brengen. De voorgeschreven eisen moeten nauwkeurig worden toegepast, anders loopt men grote risico's! AFSCHAFFING VAN HANDELSBELEMMERINGEN TVE toepassing van gemeenschappelijke kwali- teitseisen zal naar het oordeel van de Euro pese Commissie belangrijk kunnen bijdragen tot de ordening van de groenten- en fruitmarkt en maakt het mogelijk een begin te maken met de afschaffing van de nog bestaande handelsbelemme ringen tussen de zes Euromarktlanden. Daarom is In dit nummer: De prijsvraag van de Kon. Ver. VV 1 „Het Ned. Trekpaard" MINIMUMIMPORTPRIJZEN Voor de kwaliteiten I en II blijft dus voorlopig nog de mogelijkheid van toepassing van minimum- importprijzen bestaan. De Ministerraad van de E.E.G. heeft 'n besluit genomen betreffende de mi nimumprijzen. Daarin wordt bepaald, dat de maxi mum hoogte daarvan 92 bedraagt van de ge middelde marktprijzen in de afgelopen drie jaar. Dit besluit is eveneens op 30 juli j.l. in werking getreden. Dit heeft tot gevolg gehad, dat de Bel gische minimumprijzen voor appelen enigszins zijn gedaald, die voor peren zijn wat gestegen. Nog niet geheel duidelijk wat er met de Duitse mini mumprijzen voor fruit gaat gebeuren. Er moet echter op worden gewezen, dat de mi nimumprijsregelingen van de verschillende lan den van aflopende betekenis zijn. Wanneer op 1 januari 1964 ook voor de kwaliteit I de minimum - importprijzen moeten worden afgeschaft zal een zeer belangrijk deel van onze fruitproduktie zon der belemmeringen binnen het E.E.G.-gebied kun nen worden afgezet. DE INVOER UIT DERDE LANDEN Inmiddels is ook een begin gemaakt met een gemeenschappelijke handelspolitiek voor groenten en fruit. Dit komt tot uitdrukking in het feit, dat bij -invoer uit derde (dus niet-E.E.G.) -landen de gemeenschappelijke E.E.G.-normen of ten minste gelijkwaardige normen op de ingevoerde produk ten van toepassing zijn. Voorts is voorzien in de mogelijkheid tot het leggen van compenserende heffingen op deze import, wanneer de invoerprij zen beneden een referentieprijs liggen. Deze refe- rentieprijzen zijn kortgeleden gepubliceerd vool* een aantal fruitsoorten, nl. peren, pruimen, drui ven, perziken, mandarijnen en citroenen. Binnen kort zijn ook referentieprijzen te verwachten voor appelen en sinaasappelen. Hiermede is dus de mogelijkheid geschapen de invoer van fruit uit derde landen in de E.E.G. te belemmeren. Of en in hoeverre van deze mogelijk heid gebruik zal worden gemaakt is mede afhan kelijk van de marktontwikkelingen. De desbetref fende verordeningen geven geen inzicht in de richtlijnen, die bij het invoerbeleid zullen worden gehanteerd. Het is daarom voor het bedrijfsleven onmogelijk te voorzien of onder bepaalde omstan digheden een belemmerende maatregel tegen de in voer uit derde landen moet worden verwacht. Dit maakt het voeren van een verantwoord afzetbe- leid wel bijzonder moeilijk! (Zie verder pag. 723) bepaald, dat met ingang van 30 juli 1962 geen minimumprijzen en geen andere invoerbelemme- ringen (uitgezonderd invoerrechten) meer mogen worden toegepast op de kwaliteit Extra van de genormaliseerde produkten. Met ingang van 1 januari 1964 geldt hetzelfde voor de kwaliteit I en met ingang van 1 januari 1966 voor kwaliteit II. Dat betekent dus, dat sinds 30 juli jongstleden een onbelemmerde handel in fruit van de klasse Extra kan plaats hebben. Het is dus mogelijk dat in bepaalde perioden de export van de kwaliteiten I en II naar een bepaald land onmogelijk zal zijn als gevolg van de toepassing van minimumimport- prijzen. Blaar de invoer van de kwaliteit Extra moet door dat land worden toegestaan. Vandaar onze opmerking dat sortering' in de kwaliteit Ex tra voordelen kan bieden. De onderlinge invoer rechten zijn inmiddels met ongeveer een derde verlaagd en spelen dus geen grote rol meer. Wel is er nog een z.g. „vrijwaringsclausule", die het mogelijk maakt de invoer van „Extra" te beper ken bij zeer ernstige marktstoringen, maar het is niet te verwachten, dat van die mogelijkheid veel vuldig' gebruik zal worden gemaakt. Trouwens dergelijke maatregelen kunnen pas worden geno men na voorafgaande toestemming van de Euro pese Commissie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 1