De teelt van winterbloembool TUINBÜUW Pluk rijp fruit DINGEN VAN DE WEEK In een speciaal nummer heeft de Zeeuwse Groentetelers vereniging aandacht geschonken aan de teelt van winterbloemkool in het afgelopen teeltseizoen. Op uitvoerige wijze schrijft de heer M. Wattel van de Rijkstumbouwvoorlichtingsdienst over deze teelt welke dit jaar voor heel wat telers teleurstelling bracht. Op de oorzaken hiervan gaat de heer Wattel in en hij geeft vele waardevolle adviezen voor de teelt in de toekomst. Eén van de conclusies is dat de teeltwijze van winterbloemkool nog veel verbeterd moet worden om tot meer zekere oogstresultaten te komen. Als oorzaak voor de belangrijke oogstderving in het afgelo pen seizoen noemt de heer Wattel onvoldoende kennis van de eigenschappen en gedragingen van de plant en een te gemakkelijke opvatting van de teelt door de teler. Het weertype was het vorig seizoen erg afwisselend en vaak zeer ongunstig. Door een juiste teelt methode zal er echter naar gestreefd moeten worden de planten daartegen bestand te doen zijn. Een aan het klimaat aangepast ras noemt de heer Wattel belangrijk maar van nog grotere betekenis acht hij de wijze waarop de teler zijn planten verzorgt. Onder meer wordt gewezen op: Waterschade: Gefreesde grond slempt gemakke lijk dicht. Op een grof bewerkte grond is de schade door water veel minder. Goede drainage, hoge lig ging, diepe grondbewerking en goede doorlatend- heid zijn eerste vereisten. Onkruidbestrijding met hakfrezen voor winterbloemkool zeer riskant! Vorstschade in het merg: Deze kan voor een groot deel voorkomen worden door te zorgen voor een ruime belichting, een korte „poot", kalme groei en harde plant. De beste plantafstand is afhankelijk van de grond, tijd van uitpoten en het geplante ras of type. Geadviseerd wordt om ruimer te poten waar bij o.m. de volgende cijfers worden gegeven: Afstand tussen Afstand Oogstpad 2 rijen in de rij Aantal Veiling- in cm in cm in cm per are prijs 120 80 80 125 60 120 80 60 166 45 120 60 60 185 40 100 80 80 138 54 100 80 60 185 40 100 75 75 152 48 100 75 60 190 39 100 60 60 208 36 By laat poten of op arme grond waar men geen goede groei kan verwachten, kan men de pootaf- stand van 75 bij 60 wijzigen in 100 x 60 x 60 208 planten, 36 cent). De pootafstand van 75 bij 75 kan gewijzigd worden in 120 x 60 x 60 of, wat waar schijnlijk beter is, in 100 x 80 x 60 (185 planten, 40 cent). Het ruime oogstpad zal ongetwijfeld de werkzaarriheden vergemakkelijken, waardoor de kostprijs wordt verlaagd. Vorstschade aan de bloemknop. Voor zover be kend kan deze schade niet door cultuurmaatrege len voorkomen worden. Het afdekken is bij open- grondteelt economisch niet verantwoord en prak tisch onuitvoerbaar. Er zijn waarnemingen die er op wijzen dat de jonge bloemknop in een bepaald stadium zeer vorstgevoelig is. Wanneer bijna oogst- bare kool bevriest, zal weinig schade ontstaan mits de kool niet aangeraakt wordt. Oogst niet te laat oogsten. Goed afdekken, goed uitsnijden, goed verpakken en goede sortering brengt zijn geld op! BINNENKORT zal het planten van de winter bloemkool de aandacht vragen. We lezen in bedoeld overzicht dat er in 1961 de dubbele hoe veelheid zaad van 1960 werd verkocht. Dit seizoen is er weer meer zaad verkocht dan in 1961 zodat de animo van de Zeeuwse telers om winterbloem kool te planten niet verminderd is door de minder gunstige gang van zaken in het afgelopen teelt seizoen. Dat het inderdaad niet zo best zat bewijzen de aanvoercijfers van de Zeeuwse veilingen. Terwijl er een dubbele hoeveelheid planten van het vorig seizoen was uitgezet, bedroeg de aanvoer op de Zeeuwse veilingen dit voorjaar slechts 589.277 stuks winterbloemkool tegen het vorig seizoen 973.512. De gemiddelde prijs was met 36cent per stuk iets hoger dan het vorig jaar toen ze 30,4 cent per stuk bedroeg maar dat kon de geldelijke opbrengst toch niet goed maken. Deze bedroeg in 1961 295.782.70 en dit jaar 215.089.55. De topaanvoer vigl dit jaar een maand later dan het vorig jaar. Toen was het namelijk rond 14 april en dit jaar was het in de week van 14—19 mei. Een dergelijk laat jaar is niet eerder voorge komen. PLANTAFSTAND EN GROND Omdat menige Zeeuwse tuinder in de komende tijd winterbloemkool zal gaan planten leek het ons wel nuttig hier nog iets te vermelden over de plantafstand en de grond. Wat het laatste betreft kunnen we vrij kort zijn: de grond voor winterbloemkool moet goed doore tend en niet slempig zijn. Liefst kalkrijk. De lich tere gronden zijn meer geschikt voor deze teelt dan de zwaardere. Aardbeien, plantuien en erwten zijn geschikte voorvruchten. Aardappelland is vaak te rijk aan voedingsstoffen. Op grond waarvan men kan ver wachten dat de planten kalm zullen groeien, is be gin augustus de beste poottijd. Wanneer men een grote en ruim opgekweekte plant gebruikt, zal ook zonder bezwaar wat later gepoot kunnen worden. Op zeer groeikrachtige grond is het laat uitpoten van een forse plant zelfs aan te bevelen. Tenslotte vermelden we nog dat winterbloem- kool valt onder het erkenningsbesluit groenteteelt zodat men voor liet uitoefenen van deze teelt in het bezit moet zyn van een erkenning als groen teteler. Dat is niet het geval voor het gewas „Broc coli" dat vrij geteeld mag worden. In de afgelopen week hebben we onze pruimen geplukt, het onkruid hebben we bestreden want dat was ook liard nodig! Misschien zijn we er nog wel eens een dagje met vrouw en kinderen op uit getrokken omdat de jeugd nog vakantie had en ze er toch ook nog eens even uit moesten. Wel licht hebben we ook nog wat bonen gepinkt of laten plukken op ons bedrijf en waarschijnlijk hebben we ook de eerste appels van de nieuwe oogst naar de veiling kunnen brengen. We hadden onze kleine en soms grote zorgen, we vonden er soms een ojilossing voor cn soms bleven ze onop gelost. Terwijl we bezig waren met de dagelijkse zor gen rond ons bedrijf gingen majoor Nikolajew en luitenant kolonel Popowitsj „de ruimte" in en ble ven daar enkele dagen met hun Wostok ÏII en IV. Het was feest in Moskou toen ze na 64 en 48 ron den rond de aarde gemaakt te hebben weer gezond en wel beneden kwamen op de vooraf vastgestelde plaats. We worden er stil onder als we op ons laten inwerken waartoe het menselijk vernuft in staat is. We hebben in de naaste toekomst nog niet de mogelijkheid gezien dat de mens naar de maan zou kunnen gaan althans dan in de zin zoals de ruimtevaart het bedoeld! We zijn daar nu niet zo Keker meer van want de afstand die majoor Nikolajew begin vorige week heeft afgelegd met zijn ruimteschip staat gelijk aan drie retourvluch ten naar de maan. We kunnen maar één ding hopen en wel dat al die gew eldige ontwikkelingen er toe mogen bijdragen om steeds meer mensen wat levensgeluk en blijdschap te geven. Vooral wij mensen van het Westen hebben hier in een grote taak. We mogen rustig vaststellen dat we het goed hebben. Ook als tuinders delen we in de welvaart die er is in ons land en daar mogen we dankbaar voor zijn. Maar zijn we ook werkelijk dankbaar voor alles wat we hebben. We hebben altijd veel gevoeld voor het vak economie en één van de eerste regels die we daarbij leerden was dat elke bevrediging van behoeften nieuwe behoeften schept. Dat is één van de grondregels van de economie en als u er goed over nadenkt zult u moeten toegeven dat het werkelijk zo is. Er is eigenlijk nooit een eind aan ons verlangen. Onze kinderen vinden het vanzelfsprekend dat we elke zaterdag er met de auto vandoor gaan. En steeds verder weg liggen de ontspanningsgele genheden waar ze naar toe willen. Zelf waren we tien jaar toen we voor de eerste beer met de trein mee mochten en een dagje naar Middelburg gin gen met een oom die „bereisd" was. Nu gaan kin deren van tien jaar enkele weken kamperen met „de club" of wat het ook mag zijn. We waren ook tien jaar toen we voor het eerst een flets kregen. Het was wel een tweede handse maar hij deed het toch maar best en met vader hebben we verschil lende avonden geoefend en na een keer in de sloot gezeten te hebben lukte het. Kom daar nu eens om. Onze kleine meid die drie jaar is kan al goed weg op de fiets van haar een paar jaar ouder zijnd broertje en niemand heeft het haar geleerd. We gaan nu met vakantie naar Italië en Oosten rijk, terwijl we vroeger niet eens dachten aan vakantie. We willen hiermee maar zeggen «lat alles geweldig is veranderd. Maar zijn we met al «lie veranderingen ook gelukkiger geworden? Natuurlijk verlangen we niet terug naar de tijd van voor 1940 toen het veelal armoede was wat «Ie klok sloeg. Natuurlijk hopen we dat het nog steeds beter mag worden voor iedereen maar ook hopen we dat we dan ook mogen Ieren die wel vaart goed t^ gebruiken. Haast vanzelf komen we dan ook tot het vraag stuk van de verdeling van de welvaart. Daarbij denken we dan niet aan het feit dat er wel eens geklaagd wordt dat liet daarmee ook in ons land nog niet zo best zit. We geloven dat het wel mee valt. We zijn van mening dat de ondernemer soms wel wat onredelijk zwaar wordt belast voor zijn initiatieven. Dat is echter een onderwerp apart dat buiten het bestek van „de dingen van de week" valt. Waar we wei aan denken is het feit dat er in zoveel delen van de wereld armoede wordt ge leden. Wanneer we horen dat tweederde van de mensheid sterft door gebrek aan eten dan is dat meer een reden om stil onder te worden dan van het feit van de Russische ruimte vlucht en. Terwijl wij hier in Nederland moeite hebben om toch maar niet al te veel te eten en niet te dik te worden, sterven er overal in de wereld duizenden mensen omdat ze geen eten hebben. Dat is ten hemel schreiend. Dat is een aanklacht die mede tegen ons is gericht. En tegelijk wanneer we dat schrij ven beseffen we dat het een erg moeilijk punt is. We weten ook niet hoe dat opgelost zou kunnen worden. Politici hebben er hun mening over ge zegd. We zijn daar veel ideeën in tegen gekomen waarvan we zeggen die nooit uit te voeren zijn. We weten ook niet hoe het moet, maar ten hemel schreiend is het en we mogen daar niet zonder meer aan voorbij leven. Misschien vindt U dat we wat zwaar op de hand waren in dit stukje dat verschijnt in een zomer- krant. Het is best mogelijk maar {iet zijn feiten die gebeuren in onze wereld van vandaag. In onze wereld waarin we het zo goed hebben, beter dan we het ooit hebben gehad. Het is goed daar af en toe b?i siil te staan. Wanneer we dat doen zullen we zeker geen oplossing vinden voor de moeilijk heden die er liggen op dat terrein maar misschien worden we wat dankbaarder voor hetgeen we zelf hebbenden dat op zichzelf zou reeds erg belangrijk zijn. Denkt U er nog eens over na? Tot de volgende week. VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1962 IN samenwerking met de Prov. Org. van de Veilingverenigingen in Zeeland werd door het R. T. C. Zeeland en W. N. Brabant een keurig verzorgde folder samengesteld betreffende het tè vroeg plukken van fruit. De vorige week is in deze kolommen reeds op e.e.a. gewezen. Nu de oogst later dan normaal valt en nog in sterkere mate dan anders verwacht kan worden dat sommige telers tot te vroeg plukken zullen overgaan (waardoor onrijp en smakeloos fruit op de markt komt fnet alle bezwaren van dien) is het goed dat door middel van deze folder hier nog eens de aandacht op wordt gevestigd. De folder wijst a.m. op het volgende Het tijdstip van plukken. Het tijdstip van plukken is niet op de kalender af te lezen. Dit is elk jaar verschillend. Dit is zelfs nog verschillend voor de diverse bedrijven. Grondsoort, onderstam, alge mene toestand van de boom spelen een grote rol. De rijpingstoestand van de vruchten bepaalt wanneer geplukt moet worden. Het is in de eerste plaats de. taak van de teler om dit tijdstip vast te stellen. Door de Afzetcom- missie van de Veilingen wordt voor de diverse rassen een aanvoerdatum vastgesteld. Door verscheidene telers wordt de mededeling van de aanvoerdatum als een plukgebod voor de diverse rassen gezien. Dit is echter niet juist. Trou wens, bij goed lezen van de mededelingen blijkt dit ook wel, daar er steeds bij vermeld wordt, dat de vruchten voldoende rijp moeten worden aan gevoerd. NADELEN VAN VROEG PLUKKEN. TE vroeg plukken geeft bovendien een lagare kg-opbrengst. Dit geldt nog meer voor het vroege fruit dan voor het bewaarfruit. De vruch ten kunnen niet voldoende uitgroeien, men oogst kleinere vruchten, terwijl de grotere vruchten vooral bij de vroege rassen het best betaald wor den. Onrijp fruit zal altijd op de binnenlandse markt terecht komen. Immers, het U. C. B., dat belast is met de controle op de kwaliteit van het fruit, zal onrijp fruit voor export weren. Het fruit komt dan op de binnenlandse markt. Daar 60 °/o van ons fruit voor deze binnenlandse markt wordt afgenomen, is deze grote groep van consumenten voor de prijsvorming zeer belangrijk. Aanvoer van onrijp fruit kan daardoor snel leiden tot een prijsdaling. Verder is bewezen dat bij te vroeg geplukte James Grieve stip in erge mate kan optreden, waardoor de smaak en daarmee de waardering van deze zo voortreffelijke appel sterk achteruit gaat. Dit laatste geldt ook voor de Cox's Orange Pippin. Doorplukken gewenst. Een regelmatige aanvoer bevordert een goede prijsvorming, vooral in jaren met een grote oogst. Bij regelmatig doorplukken groeien de appels beter uit, worden beter ge kleurd en zijn smakelijker. De consument weet dit te waarderen zodat de vraag toeneemt. Hei afleveren van „kwaliteitsvruchten" de kroon op het werk van «Ie teler. Weer staat men aan het begin van de oogstperiode van fruit. Na de vele zorgen die de teler in de loop van het seizoen aan het produkt besteed heeft, dient de pluk en verdere verwerking van het produkt met de mees te zorg te geschieden. Het tè vroeg plukken van fruit vermindert de kwaliteit, maakt de consument afkerig, met voor de teler het gevolg dat er minder geld voor het produkt wordt ontvangen. Op tijd geplukt fruit geeft de meeste voldoening, zowel bij consument als fruitteler. Het is daarom de plicht van iedere fruitteler on* hieraan mee te werken. -

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 13