Engeland en de E.E.G.
A
In dit nummer o.m.
j
Frankering by abonnement: Terneuzen
VRIJDAG 10 AUGUSTUS 1962
«0e Jaargang No. 264 J
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland"
DE LANDBOUWPROBLEMEN
DE vorige week heeft ons blad een beschouwing gegeven over de graanregeling, zoals die in E. E. G.-
verband ook voor onze telers geldt. In ons volgend nummer hopen wij een artikel op te nemen
over de regeling voor groenten en fruit. Thans willen wijzelve iéts mededelen over Engeland en. de
E. E. G. 4
De laatste weken hebben in alle dagbladen verslagen en beschouwingen gestaan over de onder-
1 handelingen, die te Brussel werden gevoerd tussen de regeringen van de zes E. E. G.-landen en de
Engelse regering over toetreding van het Britse koninkrijk tot de Europese Economische Gemeenschap.
Deze onderhandelingen waren moeilijk en moeizaam en zij hebben uiteindelijk niet tot het resultaat
geleid dat over alle punten van verschil overeenstemming is bereikt. Daardoor is de weg voor toe
treding van Engeland nog niet volledig geëffend en zal men in de herfst opnieuw proberen tot elkander
tc komen.
HANDEL IN LANDBOUWPRODUKTEN
HET STRUIKELBLOK
HET is onze lezers wellicht opgevallen, dat de
problemen rond de landbouw het grootst wa
ren. Zonder in te gaan op de politieke kanten van
deze onderhandelingen, willen wij trachten enkele
van de typisch agrarische vraagstukken wat na
der te bezien en wij hopen aldus enig inzicht te
verschaffen in de tegenstellingen in belangen, die
er zijn en waarvoor het moeilijk is een voor alle
partijen bevredigende oplossing te verkrijgen. Het
is nodig, dat ook de Nederlandse boeren van deze
zaken iets afweten, omdat het hierbij gaat om hun
toekomstige positie, om hun mogelijkheden voor de
afzet en prijsvorming van hun produkten, kortom
om hun bestaan.
VERTRAAGD TOETREDEN
WELNU, eerst iets over de geschiedenis. Toen
de zes West-Europese landen in 1957 be
sloten van hun economieën één gemeenschap te
gaan maken en deze wilden vastleggen in het Ver
drag van Rome, deed Engeland niet mee. De rede
nen hiervoor waren velerlei en het zou te ver voe
ren deze thans op te sommen. Vastgesteld kan
slechts worden, dat de economische ontwikkeling
in de wereld en in de E. E. G. en ook de politieke
ontwikkeling de Engelse geesten hebben rijpge-
maakt hun toenmaals afwijzende standpunt te
wijzigen. Het valt achteraf zeker te betreuren, dat
pas vier jaar later, namelijk in de zomer van ver
leden jaar. de Engelse regering aan de zes samen
werkende landen het verzoek richtte alsnog als
lid te mogen toetreden. Immers hierdoor heeft
Engeland geen invloed kunnen uitoefenen op de
in die .vier jaar genomen besluiten, waaronder de
in januari 1962 aanvaarde regelingen voor een
gemeenschappelijk landbouwbeleid. De aanpassing
is nu natuurlijk moeilijker geworden.
BIÏITSE LAND- EN TUINBOUWBELANGEN
DIJ de aanvraag voor het lidmaatschap van de
E. E. G. heeft Engeland onmiddellijk laten
weten, dat aansluiting slechts mogelijk zou zijn,
wanneer de belangen van de Britse land- en tuin
bouw en van de Gemenebestlanden veilig gesteld
zouden worden. Zoals men weet vormt Engeland
met vele van zijn vroegere overzeese gebiedsdelen
het Britse Gemenebest. Economisch komt dit neer
op het voorkeur geven van goederen uit die ge
menebestlanden op de Engelse markt en van En
gelse goederen op de markten dier landen. Hier
proeft men dadelijk al de tegenstelling met som
mige E. E. G.-belangen. Want de bedoeling van
deze E. E. G. is immers één groot marktgebied te
vormen, waarbij de produktie van het ene land
aanvullend moet en kan werken ten opzichte van
die in een ander E. E. G.-land en omgekeerd. Hoe
wel de E. E. G. niet de handel met niet aange
sloten landen wil gaan belemmeren, wil zij toch
een voorkeur scheppen voor de onderlinge handel.
Bij toetreding van Engeland kunnen de twee
hierboven genoemde voorkeursstelsels gemakke
lijk botsen. Wanneer immers aan Engeland werd
toegestaan Canadese tarwe, Australisch vlees en
Nieuw-Zeelandse boter bij voorkeur tegen lage in
voertarieven binnen te laten, zouden deze produk
ten binnen de E.E.G. zijn, daar alle handelsbe
lemmeringen als invoerrechten, heffingen en con-
tingenteringen afgeschaft worden binnen de ge
meenschap. Zij zouden daar dan sterk concurrerend
tegenover de Franse granen, de Nederlandse boter
enz. optreden en van een onderlinge voorkeur tus
sen de E. E. G.-landen zou dan weinig sprake meer
zijn. Bovendien zou één van de doelstellingen van
het E. E. G.-landbouwbeleid geweld worden aan
gedaan. In art. 39 sub. b. van het verdrag van
Rome staat namelijk, dat aan de landbouwbevol
king een redelijke levensstandaard verzekerd dient
te worden, met name door verhoging van het
hoofdelijk inkomen van hen die in de landbouw
werkzaam zijn.
Het is met name Frankrijk, dat zich sterk ver
zet tegen het voortzetten van deze voorkeursrech
ten van de Gemenebestlanden op de Engelse markt.
Daartegenover is het voor de Engelsen uiterst
moeilijk, pijnlijk, ja bijna onmogelijk aan deze rech
ten een plotseling einde te maken. Ziehier dus stof
voor voldoende meningsverschillen.
DE zes regeringen hebben een systeem aange
boden, waarbij deze voorkeursrechten een af
lopend karakter krijgen en tevens toegezegd de
handel in deze voor de drie genoemde Gemene
bestlanden zo enorm belangrijke agrarische pro
dukten, in wereldverband te willen bespreken met
ook Amerika, Argentinië en anderen erbij. De
Engelsen willen nader omschreven garanties heb
ben ook voor het geval zulke besprekingen op het
wereldvlak mislukken. Hel is met name dit punt,
waar men. ondanks eindeloze onderhandelingen,
niet uit is kunnen komen, vooral omdat de Franse
regering van geen toegeven wilde weten.
Het standpunt van de Fransen komt er in het
kort op neer, dat de Engelsen toch moeten toe
treden en dat zij dan ook de reeds bestaande rege
lingen in E. E. G.-verband maar moeten aanvaar
den.
DE ANDERE LANDBOUWKYVESTIES
GOLD het hierboven aangehaalde probleem de
invoer van landbouwprodukten in Engeland
uit de Gemenebestlanden, die in de gematigde kli-
maatszön^ liggen, ook de binnenlandse landbouw
politiek van Groot-Brittannië zal moeten worden
aangepast aan het E. E. G.-landbouwbeleid. Het
staat gelukkig vast, dat de gesprekspartners elkan
der in Brussel op dit terrein beter hebben kunnen
vinden.
De Engelse onderhandelaar, de Lord-Grootzegel-
bewaarder Heath, heeft hier het E. E. G.-beleid in
grote lijnen aanvaard. Er zijn van zijn kant wel
enkele wensen. Zo wil Engeland de in zijn Land-
bouwwetten van 1947 en 1957 vastgelegde jaar
lijkse rapporten (Annual Reviews) over de toe
stand in de landbouw voortaan in het vergrote
E. E. G.-gebied laten uitbrengen. Hierover is over
eenstemming bereikt en wij zijn van mening, dat
dit voor onze eigen landbouw een verbetering zal
zijn.
Ook acht Engeland de prijsgaranties voor var
kens en eieren, zoals die in de E. E. G.-reglementen
vast liggen, onvoldoende voor zijn boeren. Dit punt
ligt moeilijker, omdat de zes landen het toch al
met veel moeite over de huidige teksten zijn eens
geworden. Wij denken maar aan de langdurige on
derhandelingen in december en januari.
TUINBOUW PRODUKTEN
|\AN is er het Engelse tuinbouwbeleid, dat een
grote bescherming biedt aan de eigen tuin
ders. Engeland verhoogde in 1958 de invoerrechten
op tuinbouwprodukten aanzienlijk en wenst thans
een langere overgangsperiode om tot een werke
lijke vrijhandel te komen.
Ook hier liggen de standpunten uiteen, want de
zes zijn van mening, dat de Engelsen hun bescher
ming binnen de ook voor henzelf geldende over
gangstermijn zullen moeten afbreken. Ook zal En
geland de verhoging van 1958 ongedaan moeten
maken. Daartegenover zijn de zes wel bereid En
gelse tuinbouwgebieden, die in moeilijkheden drei
gen te geraken, financieel te steunen.
Deze laatste kwesties zijn bij de besprekingen
van de laatste weken nog niet opgelost, daar het
probleem van de Gemenebestlanden alle beschik
bare tijd opslokte.
TENSLOTTE is er nog het vraagstuk van de
financiering van de maatregelen om over
tollige produkten uit de E. E. G.-markt op te kopen
en van de restituties bij verliesgevende exporten.
Hoewel de heer Heath de door de zes aanvaarde
verordening accepteerde (een genereus gebaar)
was Frankrijk hiermede niet tevreden, daar het
de Franse uitleg door de Engelsen aanvaard wilde
zien. Een uitleg volgens welke Frankrijk bijna
niets betaalt en de importlanden, zoals Duitsland,
Nederland (voergraanimport) en straks ook En
geland zeer veel. Deze eis ging Duitsland en Ne
derlandse ver en daar strandden de besprekingen
op.
Ondanks het feit dus, dat er nog een aantal
meningsverschillen zijn blijven bestaan, toonden
èn Duitsers èn Engelsen zich optimistisch over
de uiteindelijke uitslag. Deze zal echter pas in
oktober kunnen vallen.
Bij alle kritiek, die men leest en hoort over de
moeizaamheid van de onderhandelingen en het
soms weinig willen toegeven van sommige zijden,
diene men te bedenken, dat het hier gaat om
levenskwesties voor hele groepen mensen in de
betreffende landen. En tevens, dat wij al dankbaar
mogen zijn, dat wij in Europa toch op weg zijn
naar een samenwerking, die, hoewel moeizaam tot
stand komende, verre te verkiezen is hoven het
geweld der wapenen, waarmede men elkander nog
niet lang geleden naar het leven stond.
S.
Benut uw stoppel voor on-
kruidbestrijding en de prijzen
contrac t zaadteelt
pag. 707
Het conditioneren van granen
en de behandeling van over
jarige graszaadpercelen
pag. 709
Over plastic bindtouw voor de
tuinbouw-fruitteelt vindt u
o.m. in de tuinbouwrubriek
bijzonderheden
pag. 710
Drogen en bewaren in kisten
en het vervolg van De maand
augustus op het Zeeuwse land
bouwbedrijf pag
712/713
EN
"j| ZITDAGEN
lL Boekhoudburcau Z. L. M.
pag. 706