APPELS 642 FRUITTEELT ZEEUWS LANDBOUWBLAD ROND HETF Golden Delicious Aantrekkelijk ras. 11EZINT EER GE BEGINT De laatste jaren zien we vele nieuwe fruitteeMeedrijven tot stand komen. Menigeen wordt door de fruitteelt aangetrokken door de overwegend gunstige financiële resultaten. Ook andere factoren als b.v. de onmogelijkheid om in verband met grondgebrek voor meerdere - zoons een akkerbouwbedrijf te stichten, stuwen de landbouwers in de richting van de fruitteelt. Om in de fruitteelt een bestaan te vinden kan namelijk met een geringere oppervlakte worden volstaan dan in de landbouw. Het stichten van een fruitteeltbedrijf vergt de investering van zeer aanzienlijke geldsbedragen. Een van de eerste problemen die zich vóór de stichting aandienen is clan ook het vraagstuk van de financiering. Men dient zich er terdege van bewust te zijn dat over grote bedragen beschikt moet kunnen worden. Voorts moet een positief antwoord gegeven kunnen worden op de vraag of de ondernemer en/of zijn personeel over voldoende vakkennis beschikken of deze kunnen verkrijgen. Vanzelf sprekend moet ook na onderzoek zijn gebleken dat de grond geschikt is voor de teelt van fruit. Als voor deze vraagstukken een bevredigende oplossing is gevonden komt men vervolgens voor de vraag te staan wat er geplant moet worden. Een uitermate belangrijke beslissing, die naast de verzorging, van zeer grote invloed is op de rentabiliteit van de aanplant. Om deze vraag af doende te kunnen beantwoorden zou men in de toekomst moeten kunnen zien. Dit kan niemand. Wel kunnen en moeten we rekening houden met de omstandigheden zoals die thans zijn. Wanneer we hier enige richtlijnen geven voor de aanplant is het niet de bedoeling een voor ieder geschikt plantschema te adviseren. Er zijn meerdere faktoren die kunnen noodzaken tot bepaalde afwijkingen van de algemene richtlijnen. Zo zullen van invloed zijn de ge schiktheid van de bodem voor de diverse fruitsoorten, rassen en onderstam men, de beschikbaar zijnde of beschikbaar komende arbeidskrachten en niet te vergeten de hoeveelheid vermogen waarover beschikt kan worden. Bij de te nemen beslissingen zal iedere ondernemer daarom rekening moeten hou den met zijn eigen omstandigheden. WELKE FRUITSOORTEN EN IN WELKE VERHOUDING? UOORAL uit een oogpunt van risicoverdeling en arbeidsspreiding is het van belang meer dan één fruitsoort aan te planten. Er zal dus een zekere verdeling moeten plaatsvinden. De appel is nog steeds de belangrijkste fruitsoort. Vooral de vroege pro- duktie met daarnaast de ruime keuze in onderstammen, goede bewaarmoge- lijkheden en het veelal geschikt zijn voor zowel verse consumptie als fabriek matige verwerking maken deze fruitsoort aantrekkelijk voor aanplant. De laatste jaren is er een overwegend goede vraag en zijn de prijzen gemiddeld goed geweest. Blijkens de uitspraken van bevoegde personen, die zich op Europees niveau hebben georiënteerd, mag bij de toenemende welvaart ver wacht worden dat voor een kwaliteitsprodukt zeker afzet te vinden zal zijn. Wel zal alles er op gericht moeten zijn een kwaliteitsprodukt te telen en aan de consument aan te bieden. De ervaring heeft geleerd dat de appel over het algemeen vrij snel aan veroudering onderhevig is. Vrij regelmatig komen er nieuwe rassen naar voren, waardoor de teelt van oudere minder winst of zelfs verlies oplevert. Daardoor wordt de teler die bij wil blijven gedwon gen de appelbomen sneller af te schrijven dan op grond van de technische levensduur van de bomen noodzakelijk zou zijn. Enerzijds moet dus rekening worden gehouden met de economische slijtage, an derzijds willen we waarschuwen voor beslissingen gebaseerd op de uitkomsten van slechts één jaar. VOOR de aanplant van peren is wel belangstel ling, echter veel minder dan voor appels. Vooral voor vele beginnende telers is het later; vruchtbaar zijn van de peer een groot bezwaar. Daar staat tegenover dat de ziektebestrijding bij de peer wat goedkoper is dan bij de appel, omdat bepaalde ziekten als bloedluis, meeldauw en spint bij de peer in mindere mate voorkomen. Voorts kunnen perebomen zeer oud worden en dan nog kwaliteitsvruchten voortbrengen. Ook is de eco nomische slijtage tot op heden geringer, daar het sortiment de laatste jaren zeer weinig is veran derd. Of dit zo zal blijven is moeilijk te voorzien, al zijn er wel aanwijzingen dat er in de toekomst veranderingen zullen komen. Het vinden van grootvruchtige mutanten van bepaalde rassen wijst reeds enigszins in die rich ting. Volgens recente gegevens zou men in Italië op grote schaal bezig zijn met de aanplant van peren. Daardoor is in de toekomst een groter aan bod te verwachten. Op zichzelf niet zo erg, als de vraag maar evenredig met het groter aanbod toe neemt. Dit zal afgewacht moeten worden. Voorts is het een bekend feit dat peren na nieuwjaar min of meer „uit de mond gaan". De consument eet dan blijkbaar liever appels of sinaasappels. Niette min lijkt het alleszins verantwoord voor de peren JA tot van de te beplanten oppervlakte in te ruimen. Dit temeer waar de ervaring heeft geleerd dat het klimaat in de kustgebieden gunstig is voor deze teelt. PEREN OP OUDE BOOMGAARD-GROND Voor telers die appelpercelen moeten rooien en weer op dezelfde grond moeten terugplanten zit er perspectief in de teelt van peren. Peren geplant in oude „appelgrond" vertonen meestal een goede groei. De start van daarin geplante appels is meestal zeer slecht. In dergelijke gevallen is het reeds vaak voorgekomen dat peren eerder een be hoorlijke kg-opbrengst geven dan appels. Dit niet omdat de appels niet vruchtbaar waren, maar om dat er geen voldoende groei was en daardoor te weinig hout om 'n voldoende hoeveelheid vruchten te kunnen produceren. PRUIMEN NIET VERGETEN Aan de teelt van pruimen zijn enkele grote bezwa ren verbonden. Dunnen en plukken veroorzaken 'n arbeidstop. Loodglans en bacterieziekte maken nog steeds slachtoffers, zodat met een kortere levensduur van de aanplant reke ning gehouden moet worden. Toch verdient, vooral in die bedrijven waar merf kans ziet losse arbeidskrachten aan te trekken, de teelt van pruimen belang stelling. De prijzen zijn de laatste jaren goed en daar weinig pruimen geplant worden zijn de verwachtingen voor de komende jaren gunstig. Aanplant van een beperkte oppervlakte lijkt wel verantwoord. WELKE RASSEN EN IN WELKE VERHOUDING? DE ervaring heeft geleerd, dat voor het Zeeuws-West Brabantse fruitteelt gebied de variatie in de grond te groot is om met één schema te kunnen volstaan. Zo zal de teler wiens grond geschikt is voor M IX een andere, meestal aantrekkelijker rassenkeuze kunnen doen dan hij wiens grond niet of minder geschikt is. Voorts zal het van de kwaliteit van de grond en de afwa tering afhangen of het ras Cox's Orange Pippin al dan niet met succes kan worden geteeld. Voor een goede grond, geschikt voor de aanplant op M IX, tevens geschikt voor Cox's Orange Pippin, zag het enkele jaren geleden door ons samengestelde plantschema er als volgt uit. 1. Stark Earliest 10 2. James Grieve 10 3. Cox's Orange Pippin 30 4. Golden Delicious 30 5. Winston 10 c/o Totaal 90 10 gereserveerd voor nieuwe of andere rassen. Dit schema is vandaag de dag nog steeds bruikbaar. We zien echter in de praktijk dat onder invloed van de goede resultaten met de teelt van Golden Delicious de oppervlakte van dit ras toeneemt. Dit gaat ten koste van de Cox's Orange Pippin en soms van Winston. Thans komen de volgende rassen met ongeveer de daarbij genoemde per centages in aanmerking voor aanplant. 1. Stark Earliest 10 2. James Grieve 10 3. Cox's Orange Pippin 25 4. Golden Delicious 40 5. Winston 5 Totaal 00 10 gereserveerd voor nieuwe of andere rassen. VAN de nieuwe rassen noemen we Tydemans Early Worcester en Melrose. Op zeer bescheiden schaal zou ook Benoni nog eens geprobeerd kunnen worden. Voorts is er nog enige belangstelling voor rode Gov.dreinette en rode Jonathan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 10