De Belgische vlassituatie en de E.E.G. Nieuw type spuit voor het fruitbedrijf TUINBOUW V. IJ IJ DAG 15 JUNI 1962 BELIGISCHE LANDBOUWERSBRIEF RUWERE VLASNUMMERS MOGEN FIJNERE NIET GEHEEL VERDRINGEN |>E heer Samoy, de economische redacteur met overigens gewaardeerde bekendheid van de Vlaamse krant „De Gids", heeft een reeks bijdragen gewijd aan „onze boeren en tuinders in de E. E. G." Het laatste artikel handelde over de situatie van het vlas, niet alleen in het land van de „Golden River" maar vanzelfsprekend ook op het internationale vlak. Ik meen dat in Zeeland nog behoorlijk wat vlas geteeld wordt. Ik heb dat goed kunnen constateren toen ik geregeld met mijn Simca Aronde van uit het Soete Waesland (grenzend aan het Land van Hulst die mooie stad van burgemeester en Vlaamse vriend Lockefeer!) naar Cadzand toog. Heerlijk om via Hulst of Koewacht die weg te doen... Het is nu nog geen weer geweest om ginds in de Zwarte Polder garnaal te gaan slepen, of eens een wandelingetje te maken naar Groede... Wij zijn met de kinderen steeds knusjes thuis gebleven en ik ben wel benieuwd hoe het in agrarisch Zeeuws-Vla anderen dit jaar zal zijn. Ik denk in ieder geval wel dat de Zeeuwse boeren vaneen Vlaamse „cronijcke' -schrijver eens graag willen vernemen wat wij hier over het vlasprobleem denken. De teelt van ruw vlas is ontegensprekelijk één der méést uitgesproken Belgische specialiteiten en men mag zeggen dat Kortryk als grootste wereldcentrum voor het vlas een ervaring heeft die andere centra niet hebben, ofschoon de vlasteelt in twee andere landen van de Gemeenschappelijke Markt grote vorderingen maakt, met name in Nederland en in Frankrijk. Er zijn dus drie landen in de Ge meenschappelijke Markt die belang hebben bij een uitgesproken actieve steunpolitiek voor liet vlas. Wanneer Engeland en Ierland tot de E. E. G. toetreden zal de Europese vlas-cyclus Volledig zijn want belde landen spelen, ofschoon op verschillende wijze, een grote rol op het gebied van het vlas. TEELTPREMIE OM het vlasareaal op 30.000 ha te brengen, heeft de minister van Landbouw, de heer Héger, de teeltpremie voor vlas van 1250 Bfr/ha verhoogd op 2.000 fr per ha voor de oogst van 1962. De helft van deze subsidie wordt gedragen door het Landbouwfonds, de andere helft door de begro ting van Landbouw. Er is echter een andere serie moeilijkheden waarmee de vlasteelt traditioneel, zo mag men wel zeggen, heeft af te rekenen. De Franse steunpolitiek aan de Noord- Franse vlasteelt is inderdaad steeds een gevaar geweest voor onze eigen vlasteelt van de oevers van de Leie, en die Franse politiek zal in het raam van de E. E. G. voor zeker moeten worden herzien. De Franse regering betaalt liefst drie soorten premies aan de Franse vlastelersa. een premie van 1,5 NF per 100 kg ongerepeld ruw vlas; b. 1 NF per 100 kg ongerepeld geroot vlas; c. een compensatievergoeding die 11 bedraagt van de verkoopprijs van het gezwingeld vlas en de klod den aan de spinnerij. De twee eerste subsidies bevoordelen dus onge twijfeld de Franse vlasboer. Tot vóór enkele jaren beperkte de Franse regering bovendien de export van de kwaliteitsvezels, maar het belang van deze maatregel verviel ingevolge het feit, dat de dure blauwe vlasvezel meer en meer het veld moest ruimen voor de gewone witte vlasvezel. DE RUSSISCHE DUMPING DE vlasteelt wordt beheerst door internationale factoren. Enkele jaren geleden was het de Russische dumping die zorgen baarde. In de Baltische staten is er nl. een belangrijke vlasteelt van verschillende honderdduizenden ha en de Russen exporteren af en toe massaal vlasvezels naar Engel :d en andere markten, ver onder de prijs van de continentale West-Europese produ centen. Vandaar dat de drie vlaslandenFrankrijk, Nederland en België met Engeland en Ierland een accoord trachtten te bereiken. Onder het voorzitterschap van de huidige Bel gische minister van Financiën, dr. Dries Dequae, kwam dat accoord te Napels tot stand. Engeland verbond er zich toe slechts 10 van zijn behoef ten in ruwe vlasvezels in Rusland te betrekken, wanneer de drie vlaslanden in Europa een teelt van 100.000 hectaren zouden garanderen, zo dat de bevoorrading van Engeland veilig zou worden gesteld. De drie landen aanvaardden dit voorstel en zo werd overeengekomen dat België en Nederland resp. 30.000 en 24.000 ha vlas zouden verbouwen, Frankrijk 46.000 ha. Op het ogenblik zijn de Russen niet aan de markt. BINNENLANDSE MOEILIJKHEDEN 0OK in het kleine België heeft de vlasteelt met moeilijkheden te kampen. Het departement van Economische Zaken steunt nl. de fabrikanten van de oliefabrieken in hun eis, om de export van binnenlands lijnzaad te beperken. In dit land waar de export zo vrij is als het enigszins mogelijk zou moeten zijn, is de export van die grondstof niet vrij, een toestand die strijdig is met het art. 34 van de E. E. G. De binnenlandse produktie van lijnzaad bedraagt ongeveer 21 miljoen kg. Daar deze contingentering de prijzen op de binnenlandse markt drukt, lijdt de vlasteelt in België hierdoor een verlies van ongeveer 1 fr per kg. of ca 10 miljoen Bfr per jaar. Voor de vlasboer is het verlies te stellen op 700 fr per ha. Het is tijd dat er aan het alleenbeslis singsrecht van het departement van Economische Zaken inzake export van landbouwprodukten een einde wordt gemaakt. Dat blijkt nu weer uit het voorbeeld van het lijnzaad. Een verbetering van de vlasteelt trad in toen de bekende textiel fabrikanten de hh. De Witte te Lauwe (bij Kort- rijk) het procédé uitvonden om van vlasafval bouwplaten te vervaardigen. Het gaf aanleiding tot de oprichting van een grote fabriek voor bouwplaten (Linex) en sedertdien zijn er een tien tal fabrieken in Kortrijk en omgeving die hetzelfde produkt vervaardigen. Die afval werd vroeger in ketels verbrand en brengt van laag een 4.00Ö fr per ha op, een niet te versmaden bedrag. RUMBEKE VOOR de vlasteelt, steeds als zuivere land- bouwteelt beschouwd, is de oprichting van het centrum van Rumbeke-Beitem een grote vooruitgang. In dit centrum van toegepast wetenschappelijk onderzoek worden studies onder nomen op proefvelden van verschillende vlas variëteiten en o.a. van de Sibra, Het centrum staat onder leiding van ing. L. Bockstaelc uit Bassevelde en de teeltoverste is de vlasser Grégoire De Meestere. Wij weten allen dat vlas een ingewikkelde teelt is met een lange periode van vruchtafwisseling. Dat stelde zijn problemen. De moderne tendens kan de vlasboer echter helpen. Meer en meer gaat de industrie goedkoper vlassoorten verwer ken en het .weer en de vruchtafwisseling spelen in die goedkoper soorten niet meer zo'n rol als bij de fijne en dure Normandische kwaliteitsvlas- soorten. De industrie zal meer breekvlas afnemen d.w.z. vlas dat niet meer grondig uitgezwingeld wordt en direct zonder veel bewerking in balen aan de spinnerij wordt geleverd. Het zal voor de boer tevens meebrengen dat hij minder kg zaad per ha zaait en meer kilo's per ha maakt. Die tendens naar de goedkopere soorten vloeit logisch voort uit de concurrentiestrijd welke de vlaswevers moeten voeren tegen de katoenen en synthetische weefsels. De grondstof moet voor de vlaswever goedkoper worden. Hier kan de techniek de boer nog ter hulp komen. Er wordt nl. in alle vlas landen gezocht naar het technisch procédé om de vlasvezel ter plaatse direct als groene plant nog, te zwingelen, zonder de kostbare en tijdrovende bewerldng van het roten. De labo's van prof. Raes 5M te,Gent, van de A. K. U. in Nederland en de Franse opzoekingsstations zoeken naar het procédé sedert jaren. Men is blijkbaar nog niet zo ver gevorderd, maar het is geen onoplosbaar probleem. De teelt van ruwer vlas maakt het vervaardigen van grovere vlasgarennummers mogelijk en het gunstige perspectief is, dat deze de jutevezel kun nen verdringen, o.a, als onderlaag voor de tapijten. In dit opzicht acht men het gewenst, dat de vlasteelt steeds nauwer zou gaan samenwerken met de vlasspinnerij en de wevers. Men zou samen heel wat meer middelen voor een grondiger wetenschappelijk onderzoek kunnen opbrengen en het is nogal treurig dat sommige takken van de vlasnijverheid en vlasteelt niet deelnemen aan de lofwaardige poging van het Propagandacomité voor het vlas dat in de U. S. A. zo'n goede resul taten heeft geboekt, o.a. door het verstandig bewerken van de dames-weekbladen en magazines voor interieur-decoratie, evenals door het kwali teitskenteken „pure Belgian linnen". Mag echter de tendens oip ruwe-re viasnummers te verwerken de industrie ertoe brengen de fijnere nummers geheel te verwaarlozen?, ao wordt gesteld. Het lijkt onvoorzichtig die weg op te gaan. Immers, de Kortrijkse machtspositie op de internationale vlasmarkt ligt precies in de ervaring, een ervaring die men best te nutte kan maken in het vervaar digen van dure produkten, dus fijne vlasweefsels waarvan de prijs niet de doorslaggevende factor bij de verkoop is. De stijgende levensstandaard in de landen van de E. E. G. zal het dure vlasweefsel overigens een kans geven om opnieuw in de ge wone linnenkast van het gemiddelde burgersgezin binnen te dringen. KANSEN IN de E. E. G., zo meent de heer Samoy, zijn de kansen van de Belgische vlasteelt wellicht veiliger gesteld dan in het kader van de enge nationale markt en ons uiteraard beperkt nationaal vlasbeleid. Het Europese vlasbeleid dat door de E. E. G. zal worden gevoerd zal noodzakelijkerwijs een compromis, een soort van synthese moeten wezen tussen de zeer actieve Franse steunpolitiek en protectionisme ten opzichte van derde landen en het veel vrijere Belgische beleid, met daarnaast de steun van het voortreffelijke wetenschappelijk beleid in centja zoals die van de Franse Atpul in Plessis Belleville, de A. K. U. te Breda en de Engelse centra die eveneens veel verdiensten hebben. Vooral ter verdediging van het vlasareaal tegen de dumping van de Oost-Europese landen zou de E. E. G. een groot winstpunt voor de Belgische vlasteelt betekenen. Normaal moet de E. E. G. de bevoorrading van de Belgische vlasindustric in strovlas vergemakkelijken en bij een uitbreiding van de vlasteelt kunnen Duitse landbouwgebieden een rol vervullen. De afzet van gezwingeld vlas is een van de be langrijkste, zo niet veruit de belangrijkste sector van het Belgische vlasbedrijf, maar deize interesseert de boer niet direct, het kan hem echter ook niet onverschillig laten. Wanneer er de stemming in vele vlaskringen allesbehalve op timistisch is, in zoverre dat een verweercomité werd opgericht is zulks het gevolg van het te groot aantal bedrijven of liever bedrijfjes, die tussen de boer en de spinnerij staan, in het algemeen dus de vlasvezelbereiding, waarvan de represen tatieve organisatie te Kortrijk, het Vlas verbond, wordt geleid door de bekende heer A. Delbeke. Meer dan 1.000 van die bedrijfjes werken zonder bezoldigd personeel, alleen met de eigen familiale hulp. Het is buitengewoon moedig en hard wer kend volk, dat weet ieder die Kortrijk en zijn mensen van dichterbij leert kennen. Maar onver mijdelijk gaat de tendens naar grotere bedrijven. CR was enorm veel te zien op de werktuigendag van de N.F.O. in Bunnik, vorige week woensdag. Een van de dingen die speciaal onze belangstelling had was een nieuwe machine van de K.W.H.- fabrieken, de machine die de naam Jumbo kreeg. Dit is een geheel nieuw type spuit dat we kunnen zien als een tussenvorm tussen de bekende nevelspuit en de snelspuit. Als VQornaamste punten van deze nieuwe machine kunnen we naar voren brengen dat de nieuwe Jumbo van de K.W.H.-fabrieken 2 ventilatoren heeft. Voor elke zijde staat een volledige ventilator ter1 beschikking en deze geven de lucht rechtstreeks door naar de boom. Dat wil zeggen dat de lucht geen wervelingen maakt en dus een hoog rendement heeft. Een ander voordeel van een luchtstroom zonder wervelingen is dat de lucht een grote snelheid heeft en een goed doordringingsvermogen. De Jumbo heeft doorstroomopeningen welke in het midden wat breder zijn en dit geeft in het hart en de top van de boom de grootste doordringing. De ventilatoren met de spuitmonden zijn draaibaar Voor elke boomvorm is het hierdoor mogelijk het sterkste gedeelte van de luchtstroom naar het belang rijkste deel van de boom te richten. Door het reeds genoemde hoge rendement van de Jumbo komt uit de brede uitstroomopeningen een massale luchtstroom die zelfs een krachtige tegenwind verdringt. Verder is het mogelijk beide ventilatoren naar dezelfde kant te richten. Dit verdubbelt de doordringing zodat ook bij veel wind automatisch kan worden gespoten. Op het terrein waar met deze nieuwe machine werd gedemonstreerd was het bijzonder druk en vedl fruitkwekers lieten zich terdege voorlichten omtrent deze nieuwe machine voor het fruitbedrijf. We willen dit graag een goede aanwinst noemen want we hebben wel de indruk gekregen dat deze machine voor vele doeleinden bruikbaar is en een zeer grote capaciteit heeft. De Jumbo kan worden uitgerust naar keuze met een lage-, middel- of hogedrukpomp.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 5