547 Onkruidbestrijding S5!5 AAGLOTYL (MCPA) IN GRANEN EN GRASLAND ïSSS (-4, -supra, -poeder) iÜi AAPROPION - 4 mcpp, VRIJDAG 8 JUNI 1962 Het verdronken Land van Saeftinge (Vervolg van pagina 545) gehele polder kosten, en nog wel een polder die belangrijk duurder van aanleg is, dan de inpolde ring van het Land van Saeftinge. Het verwerven van prima landbouwgronden, als die welke Saef tinge kan verschaffen, is dan ook aan te bevelen al zou het alleen zijn ter compensatie van prijs te geven agrarisch terrein. WAT ZEGT MEN ER IN ZEEUWS-VLAANDEREN VAN REGIONAAL beschouwd komen nog een aantal punten naar voren die, onder een loupe ge zien, veel sterker spreken. Hoe eerder ingedijkt hoe liever, zegt men aan de overkant. Alles ligt er klaar voor en. men zou bij wijze van spreken morgen al kunnen beginnen. In deskundige kringen wijst men er op dat collega's en kinderen in de afgelopen jaren naar elders (N. O. P. of buitenland) zijn vertrokken, omdat ze hier geen bedrijf konden ver groten of stichten. Dat zou niet nodig zijn geweest als het Land van Saeftinge toen beschikbaar ge weest zou zijn. 'Daarbij komt dat deze gronden van betere kwa liteit en structuur zijn dan in de N. O. P. Ze zijn humusrijk en liggen veel hoger en zijn met veel minder kosten in cultuur te brengen. Tevens zijn ze gevarieerd van samenstelling en zouden plaats bieden aan fruitteeltbedrijven en tuinderijen zowel als aan gemengde, en akkerbouwbedrijven. Nog tal van jonge boeren staan in Zeeuws- Vlaanderen gereed om daar een bedrijf op te bouwen, terwijl uit de grote ruilverkavelin gen, welke in Zeeuws-Vlaanderen op stapel staan, velen naar de nieuwe polder zouden kunnen over gaan om in het oude gebied de mogelijkheden tot sanering gemakkelijk te kunnen doen slagen. Werkgelegenheid voor enkele honderden agra riërs zal worden geschapen, terwijl ook de inpol dering zelf, de ontginning, de boerderij- en woning, bouw veel werk zal scheppen en later de verzor gende bedrijven er een taak zullen hebben. Ook in Zeeuws-Vlaanderen zelf wordt door stads uitbreiding en industrievestiging (Kanaalzone Ter- neuzenSas van Gent) veel terrein aan land- en tuinbouw ontnomen. Het Land van Saeftinge zou aan alle verdrevenen voldoende en graag aanvaar de compensatie kunnen bieden. Deze opvattingen kunnen nog aangevuld wor. den met enkele opmerkingen» welke eveneens pleiten voor indijking, b.v. dat de bestaande pol ders aan de zuidkant van Saeftinge dan geen last meer van verzilting zullen hebben. Verder zullen dus bij inpoldering veel goede gronden gewonnen worden, terwijl het verhogen der oude dijken alleen een niet te berekenen voor deel van betere bescherming tegen mogelijke ram pen in de toekomst zal opleveren. Hierbij zij op gemerkt dat deze dijken vanaf De Paal tot de uiter ste oostpunt van de Hedwigspolder bij de ramp in 3953 niet zijn bezweken. Wat de koster.' betreft, tonen berekeningen aan dat het brengen op Deltahoogte der oude dijken circa 1400,per strekkende meter zal vergen, hetgeen voor ongeveer 10 kilometer circa 14 mil joen gulden is. Men neemt aan dat de kosten van de inpoldering ƒ10.000,per ha nieuw gewonnen land niet zal overschrijden, hetgeen in totaal neerkomt op circa 25 miljoen gulden (excl. boerderijbouw) Voor dit laatste bedrag krijgt men dan 2500 ha prima bouwland plus ongeveer 10 kilometer dijken, welke geacht worden tegen de zwaarste storm vloeden bestand te zijn. Ontsluiting van Zeeuws.Vlaanderen is steeds een facet geweest, dat bij de denkbeelden over het Land van Saeftinge een rol heeft gespeeld. Een korte (1 Vz km) oeververbinding (tunnel of brug) naar de Brabantse wal leek zeer aantrekkelijk om dat daarmede goede aansluiting op de weg Rotter damAntwerpen zou worden verkregen. Nu evenwel de goedkeuring tot de spoedige bouw van de Oosterscheldebrug is verkregen, zijn de kaarten wat dit betreft anders komen te liggen, hetgeen ook zeer wel in Zeeuws-Vlaanderen wordt ingezien. De verbinding van midden-Zeeland met de Randstad-Holland zal nu via Grevelingendam en genoemde brug tot stand komen en de juiste oplossing voor toekomstige doorverbinding met Zeeuws-Vlaanderen zal dan ook de middenweg zijn, welke dwars door Zuid-Beveland naar het centrale en meest vitale deel van Zeeuws-Vlaanderen zal moeten worden geprojecteerd. Het oude denkbeeld van een vaste verbinding Land van Saeftinge Brabant zal dus op logische gronden moeten wor den prijsgegeven, al acht men desondanks een boot verbinding in die oostelijke hoek in de toe komst ook niet van practisch nut ontbloot. RECREATIEVE MOGELIJKHEDEN IIOE vreemd dit ook moge klinken: in de huidige tijd is het nauwelijks meer mogelijk over de bestemming van landbouwgronden te spreken zon der over recreatie op zijn minst genomen te denken. Ook in Zeeland zijn dat twee begrippen die steeds dichter bijeen komen te liggen. Ook in Zeeland zijn dat twee begrippen die steeds dichter bijeen komen te liggen, en voor het Land van Saeftinge geldt in dit opzicht geen uitzondering. Hoewel dit uitgestrekte gebied, zoals we reeds zagen, als vogelparadijs naam heeft, is het in de huidige staat zeer moeilijk begaanbaar en bereik baar voor hen die er rust en ontspanning zouden willen zoeken. Behalve jagers en vissers, de herder met zijn schapen en enkele volbloed natuurlief hebbers, ontmoet men er zelden iemand, uitge zonderd bij de haventjes langs de dijk, die in de zomer enige aantrekkingskracht hebben. In het algemeen achten we dan ook recreatiemogelijk heden voor de massa niet aanwezig. Alleen door grote investeringen zou daar iets van gemaakt kunnen worden, doch ook dan moet betwijfeld worden of de ligging zodanig is, dat naar deze uithoek vakantiegangers in groten getale uit de bevolkingscentra zouden kunnen worden aange. trokken. Een plan, zoals een natuurvriend dat in één der Zeeuwse dagbladen ontwierp, kwam ons dan ook nogal onwezenlijk voor en was bovendien kennelijk in eerste instantie bedoeld voor de betrekkelijk kleine groep echte natuurvorsers. Schrijver ging uit van het feit dat aan landbouwgronden geen verdere behoefte bestaat, maar wilde Saeftinge wel inpolderen, doch uitsluitend ten behoeve van een natuurreservaat, parkaanleg, een (niet te.ont. gaan) ontspanningsgedeelte met kampeerterrei nen, sportvelden, jachthaven, e.d. om daarmee dan de bewoners der steden Gent, Terneuzen, Bergen op Zoom en Antwerpen recreatiemogelijkheid te bieden. Bedoeld plan gaat zonder meer aan alle land bouwbelangen voorbij terwijl men bovendien niet kan beweren dat in onze provincie de recreatie te weinig belangstelling heeft. Wel is voor Saeftinge 'n compromis tussen land bouw en recreatie mogelijk en wenselijk. Belang rijke, delen (zandplaten en kreken) vallen buiten een eventuele indijking en ook daarbinnen zullen waarschijnlijk de grootste kreken gespaard kun nen worden. Daar zal wellicht ten dele voor de vogelwereld voortbestaan mogelijk zijn en ook zal de mens die de stilte van de natuur zoekt nog be_ vrediging kunnen vinden. Een dergelijke tussen oplossing zouden wij zeker toejuichen en de moeite waard achten in studie te worden genomen. Ons rest nu nog alleen de vraag te beantwoor den: (Advertentie) Voor selectieve doodt naast de vele bekende zaad- en wortelkruiden ook MUUR en KLEEFKRUID GRONINGEN urn. WAAROM INPOLDERING NOG NIET AAN DE ORDE MOG niet lang geleden gaf de Minister van Verkeer en Waterstaat op hem in de volksvertegenwoordiging te dien aanzien gestelde vragen als ant_ woord dat inpoldering van Saeftinge nog niet urgent was, doch dat het streven in die richting bestond. Niet urgent kan betrekking hebben op de zich wijzigen de landbouwstructuur en -politiek, tevens op af te wachten ontwikkelingen in verband met de Europese Samenwerking. Het mag als bekend worden verondersteld, dat omtrent zaken de Schelde betreffend een overeenkomst met België bestaat het zgn. „Schelde-Tractaafc van 1839". Er is op grond daarvan overeenstemming met en goedkeuring van België nodig, o.a. om de schorren van Saeftinge in te dijken. België aarzelt reeds lang deze accoordverklaring te geven, omdat het totnutoe vreesde, dat bij indijking, wanneer de waterbergende functie van dit gebied verloren zal gaan, daar door het Scheldewater bij vloed hoger opgestuwd zal worden, hetgeen aan de kaden van Antwerpen en de dijken der Schelde stroomopwaarts schade zou kunnen berokkenen. Uitgebreide onderzoekingen, verricht in het Waterloopkundig Laborato rium te Delft hebben echter uitgewezen, dat voor die vrees geen gronden bestaan. Het ziet er thans naar uit, dat bepaalde Belgische instanties hun standpunt op grond daarvan niet meer zo star handhaven, doch algehele in stemming is er nog niet. Wij kunnen slechts hopen, dat bij het streven naar overeenstemming met België inzake andere kwesties (Rijn-Scheldekanaal, Kreekrakplan) ook voor de inpoldering van Saeftinge een accoord zal" worden bereikt. Het komt ons n.l. voor, dat tegenover de grote tegemoetkomendheid, welke onze regering toont ten aanzien van voor België in het Scheldegebied belang rijke kwesties, ook van Belgische zijde voldoende begrip voor onze belangen mag worden verwacht. Het laatste woord over de toekomst van liet Verdronken Land van Saeftinge is dus nog niet gesproken en gezien de vele problemen, welke er mede ver_- bonden zijn, zal het ook nog wel enige tijd kosten voor een beslissing zal vallen. V. Y.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 19