TECHNISCH ONDERWIJS
538
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Er wordt een contrakt gesloten tussen leer
lingstelsel, ouders en patroon, waardoor een goede
opleiding gewaarborgd wordt en waarbij de
ouders en leerlingen verplichtingen aangaan op
de technische school aanvullend en op het vak
gericht onderwijs te ontvangen.
Vroeger geschiedde dit gedurende 4 avonden
in de week, maar ook hierin is verandering
gekomen.
Men streeft n.l. naar een halve dag onderwijs en
slechts 2 avonden daarbij. Men noemt dit
parttime-onderwijs.
Twee jaar na het verlaten van de technische
school doet de leerling examen en kan hij een
diploma behalen, dat recht geeft op salaris
verhoging.
De weg staat dan open voor studie voor gezel en
patroon. De betrokkene kan patroon worden maar
ook bedrijfsleider.
Hij kan overschakelen op tekenaar, opzichter,
uitvoerder, calculator enz. enz. Het zou te ver
voeren alle mogelijkheden te noemen, die de
verschillende vakken bieden.
UTE kunnen ons ternauwernood voorstellen, dat
100 jaar geleden het snelste vervoermiddel een
paard was. Nu „reist" een astronaut in enkele
uren tijds om de aarde. Wie zich bovenstaande
realiseert, wordt zich enigermate bewust welk een
stormachtige ontwikkeling de techniek heeft
ondergaan.
Verwonderd ziet de mens naar de resultaten van
zijn werk. Resultaat van zijn denken en zijn
technisch handelen. En nog zet de ontwikkeling
zich voort. Waarheen en waartoe? Het is moeilijk
het antwoord op deze vraag te formuleren.
Het schijnt of de mens naar een dreigend einde
werkt en toch ontkomt de mens er niet aan door
te gaan de aarde en de natuurkrachten aan zich
te onderwerpen of wel te gebruiken. Hij kan niet
anders. In het Scheppingsverhaal heeft hij
opdracht gekregen cultureel bezig te 'zijn. Dit
betekent, dat hij zichzelf en de geschapen wereld
tot ontwikkeling en tot rendement moet brengen.
Het woord cultuur is in de geschiedenis vaak
verkeerd verstaan. Prof. Huizinga heeft in „Herfst
tij der Middeleeuwen" een uitvoerig exposé
gegeven van het cultuurleven uit die dagen en
toch vertoont dit werk een tekort. Hij spreekt wel
over de Ridderstand, de Geestelijkheid, Beeldende Kunsten enz., maar over het Gildewezen, dat toch
ZO'n belangrijk aandeel had in het levenspatroon van die dagen wordt nagenoeg niet gerept.
Cultuur bedrijven is bezig zijn met de geschapen werkelijkheid. Het denken en het'handelen en het
gevoel gaan hier samen en ieder, die met hoofd, hart en hand werkt, bedrijft cultuurongeacht of't de
kunstschilder, de huisschilder of beeldhouwer, de timmerman, de boer is in de uitoefening van zijn
bedrijf; in wezen is elk handelen een ambachtelijk handelen en het is goed dit te bedenken in een
wereld, waar de techniek een overheersende rol gaat spelen. De invloed van de techniek is groot en zal
steeds groter worden, zelfs zodanig, dat het gehele levenspatroon er door beheerst wordt.
Ambachts
school
te
Goes.
Door de toenemende mechanisatie en automatisering zal een steeds groter aantal mensen werkzaam
zjjn in de technische bedrijven. Uitgesproken ambachtelijke bedrijven als de bouwbedrijven, het boeren
bedrijf enz. ondergaan de sterke invloed van de mechanisering. Toenemende mechanisatie en automa
tisering is slechts mogelijk wanneer er goed technisch onderwijs gegeven wordt. Goed technisch onder,
wijs en ruime opleidingsmogelijkheden zijn een bewijs van een- gezond leven ener natie. Omgekeerd
bevordert goed technisch onderwijs de vooruitgang van een volk.
In achtergebleven gebieden is het met de vakopleiding vaak droevig gesteld. Als voorbeeld kunnen
we Italië nemen.
In Noord-Italië, waar men cultureel op een hoog niveau leeft, zijn zeer goede opleidingsmogelijk
heden, terwijl in Zuid-Italië hiervan geen sprake is.
West-Europa en in het bijzonder Nederland hebben goede opleidingen op het gebied van de tech
niek. Al wordt dit onderwijs niet overal op gelijke wijze gegeven, in het algemeen kan men stellen, dat
de vakman vaktechnisch een hoog niveau heeft bereikt.
HET zijn in Nederland met name de Technische
11 Scholen (Ambachtsschool of Technische
School), die een belangrijke bijdrage hebben
geleverd in de opleiding en de vorming van de
vakman. Niet alleen dus opleiding maar ook
vorming.
Het is ruim 100 jaar geleden, dat de eerste
Ambachtsschool werd opgericht in Nederland. Dat
Zeeland daarbij niet achterbleef wordt bewezen
door het feit, dat de Ambachtsschool te Goes de
zesde was in de volgorde van oprichting. Ze vierde
dan ook vorig jaar haar 85ste verjaardag.
Welk een ontwikkeling heeft het technisch
onderwijs beleefd? 85 jaar geleden werkten leer
lingen 10 uur per dag in de werkplaatsen van de
school zonder machines en 's avonds ontvingen ze
het theoretisch onderwijs.
Vandaag is het aantal algemeen vormende
vakken uitgebreid, het aantal schooluren inge
krompen, de leermethoden verbeterd en staat
voor een waarde van tienduizenden guldens aan
machines in de school.
De inventaris van een Ambachtsschool als te
Goes kost met elkaar ongeveer 1.000.000,—.
Wie 85 jaar geleden voorspeld zou hebben, dat
de technische school ingericht zou worden zoals
nu is geschied zou het verhaal naar het rijk der
fabelen hebben verwezen en nog zet de ontwikke
ling zich voort, plaatselijk, nationaal en ook
internationaal.
WELKE MOGELIJKHEDEN
WELKE mogelijkheden zijn er nu voor een
jonge man op een technische school, zoals
te Goes?
Laten we beginnen met de ambachtelijke vakken
te noemen, die gegeven worden.
Deze zijn: Timmeren, metselen, schilderen,
elektrotechniek, gawalo (koper-, lood- en zink-
bewerken), machine-bankwerken, plaatwerken,
lassen, traktoren- en landbouwwerktuigen her-
stegen, autotechniek, brood-banketbanken, én dan
nog banketbakken.
Leerlingen, die 6 jaar van de lagere school door
lopen hebben, worden toegelaten tot de technische
school. Ze worden geplaatst in het Algemeen
Leerjaar. In dit Algemeen Leerjaar ontvangen de
leerlingen onderwijs in de algemeen vormende
vakken: nederlands, engels, geschiedenis, aard
rijkskunde, biologie, maatschappijleer, muziek,
gymnastiek, en in de exacte vakken rekenen, alge
bra, meetkunde, natuur- en werktuigkunde. Verder
ontvangt hij onderwijs in het bewerken van hout,
metaal, hij leert wat schilderen, boetseren, voor
bereidend vaktekenen, expressief tekenen enz.
In dit eerste jaar kan de leerling zich dus
oriënteren ten aanzien van de onderscheiden
materialen en kan hij definitief zijn beroepskeuze
bepalen.
Hij komt dan in het 2e leerjaar.
Leerlingen, die na de lagere school de U. L. O.
of H. B. S. hebben bezocht en daar bevorderd zijn
naar de 2e klas kunnen ook in het 2e leerjaar
worden geplaatst.
In het 2e leerjaar zijn de volgende afdelingen:
Timmeren, algemeen metaal, schilderen, gawalo-
koper-, lood- en zinkbewerken), brood-banket-
bakken.
De timmerlui volgen dan 2 jaar de cursus tim
meren en kunnen daarna nog de 1-jarige cursus
metselen volgen.
De cursus schilderen duurt nog 2 jaar, de gawalo
duurt eveneens nog 2 jaar en de afdeling bakken
nog 3 jaar, omdat het laatste (4e) jaar* bestaat uit
een speciale banketbakkersopleiding.
DE leerlingen, die in de 2e klas Algemeen
Metaal zitten doen aan het einde van het 2e
jaar een nadere beroepskeuze. Ze kunnen dan n.l.
nog 1 jaar blijven in de afdeling Machine-Bank-
werken, waarna ze e getuigschrift kunnen
behalen.
De totale duur van deze opleiding is dan dus 3
jaar geweest, vanaf het ogenblik, dat de leerling
zijn entree in de school heeft gemaakt.
Het is echter ook mogelijk, dat de leerlingen na
het 2e jaar Algemeen Metaal de volgende vakken
kiezen: Elektrotechniek, traktoren- en lanbouw-
werktuigen herstellen, auto-herstellen.
De opleiding in deze drie branches duurt na
het 2e leerjaar Algemeen Metaal nog 2 jaar. De
totale duur van de opleiding in deze vakken is dus
4 jaar.
Na het beëindigen van de cursus ontvangen de
leerlingen, indien ze de lessen met goed resultaat
hebben gevolgd een getuigschrift.
Is dit getuigschrift behaald, dan staan verschil
lende wegen open. De leerling kan doorstuderen
voor U. T. S. of H. T. S.; zelfs is er 'n doorstroom
mogelijkheid om van de H. T. S. de Technische
Hogeschool te bezoeken. Uiteraard gebeurt dit laat
ste niet veel, maar toch zijn er voorbeelden van
een geslaagde studie, waarbij het diploma inge
nieur werd gehaald. Een andere mogelijkheid is,
dat de leerling doorstudeert voor leraar bij het
N. O.
DOET de leerling direkt na zijn opleiding op de
technische school zijn intrede in het bedrijfs
leven, dan staan ook daar nog talrijke mogelijk
heden open.
Hij wordt dan opgevangen door het zgn. leer
lingstelsel. Dit is een instituut, dat door middel van
consulenten zorgt, dat de leerling in het bedrijf
waar hij werkt een goede opleiding krijgt. Niet al
leen wordt gekeken naar de technische opleiding,
maar daar is ook een sociaal-paedagogische bege
leiding.
Helaas weten nog slechts weinig mensen van
deze mogelijkheden af en worden leerlingen vaak
klakkeloos naar andere inrichtingen van onderwijs
gestuurd, waar vele kinderen niet thuishoren.
Vroeg of laat struikelen ze dan. Vele van deze
slachtoffers zouden prettig studeren op de tech
nische school en zich zeker een goed bestaan ver
werven.
BOVEN zeiden we dat het technisch onderwijs
in ontwikkeling is. Veel is er reeds gedaan.
De leerling, die thans de school verlaat, is een
geheel andere dan die 85 jaar geleden en zelfs 10
jaar geleden de school verliet.
Hij heeft niet alleen iets geleerd van zijn vak,
maar hij heeft een brede culture vorming
gekregen.
Hij weet niet alleen hoe de maatschappij in
grote trekken reilt en zeilt, maar hij weet ook
iets af van Chopin en Bach. Hij weet wat expres
sief tekenen is en heeft dit zelf beoefend. Hij is
zodanig gevormd, dat hij zich thuisvoelt tussen
de leerlingen van andere scholen, die eveneens
een brede culturele vorming hebben ontvangen.
Dit is ook nodig, want hij blijft niet in zijn dorp
of stad, waar hij woont.
De wereld ontsluit zich en het is niet alleen, dat
hij zich in de vacanties ver over de Nederlandse
grenzen zal begeven, hij zal straks misschien zelfs
in een ander werelddeel zijn werk zoeken.
Op het gebied van de harmonisering van de
vakopleiding en de diploma's is de E. E. G. reeds
gevorderd. De arbeidsvoorwaarden worden steeds
beter en de toekomstige vakman zal ook het
comfort genieten van de producten, die de
industrie voortbrengt. Zijn loon zal beter worden
en hij zal straks wonen in dezelfde straat, waar
ook de ingenieur en de predikant gevestigd is. Dit
is geen droombeeld, maar is zich nu reeds bezig
te realiseren en wanneer ik deze dingen bev/eer
dan bevind ik mij in het gezelschap van Prof.
Idenburg, Prof. Polak en anderen.
Het uitoefenen van een technisch beroep be
tekent deelnemen aan de cultuurontwikkeling
van de natie en van de wereld. Technicus te zjjn
betekent voor nu en voor de toekomst in toe
nemende mate een zeer gewaardeerde status te
bezitten in de maatschappij, waar mensen bezig
zijn hun opdracht te vervullen, een ieder op zijn
plaats werkend naar de mate van de gaven, die
hij ontvangen heeft.
».v
Goes, C.J. BUURMAN.