Algemene Vergadering van de Z.L.M. Nogmaals iets over Belastingen en Aardappelen VRIJDAG 25 MEI 1962 OVERZICHT Morgen wordt de in de „Prins van Oranje" te Goes gehouden (aanvang 1415 uur) 5s Avonds om 21ü0 uur begint de TAPTOE GOES Kaarten voor dit prachtige schouwspel zijn nog verkrijgbaar bij de A. M. Z., Boek handel De Jonge en op het „Landbouwhuis" te Goes. Indien nog niet uitverkocht zijn ze tevens nog verkrijgbaar vanaf 19.00 uur 's avonds aan de loketten rondom de Grote Markt. In verband met de „Taptoe" is een extra veerdienst vanaf Kruiningen en Kats inge- legd. Deze vertrekken om 24.00 uur. Tussen het einde van de Algemene Vergadering en de Taptoe kunt U meedoen aan een aantal prijsvragen die door de L. J. G. in de „Prins van Oranje" worden georganiseerd. Doe hieraan mee, want er zijn aardige prijzen te winnen De wedstrijden zijn zo opgezet, dat iedereen er aan mee kan doen. AL MET AL BIEDT DEZE DAG VOOR ELCK WAT WILS". KOMT ALLEN NAAR GOES! Frankering hij abonnement: Terneuzen 50e Jaargang- No. 2633 „Officieel orgaan van de Maats^happU tot bevordering van Land- en Tuinboun en Veeteelt in Zeeland" WIJ krijgen de laatste tijd nogal eens brieven van leden, die erop wijzen, dat de belastingdruk in ons land zoveel zwaarder is dan in de andere landen van de E. E. G. Zij bedoelen dan de directe belastingdruk en met name het tarief van de inkomstenbelasting. Ook is het systeem van belasting heffen ten aanzien van landbouwbedrijven in Nederland een ander dan het bijvoorbeeld in landen als Frankrijk en België is. Men vraagt zich af of de concurren tiepositie van de Nederlandse boer en tuinder daardoor niet ongunstig komt te liggen. Zulks speelt des te meer een rol, wanneer de kostenfactoren van het landbouwbedrijf naar elkander gaan toegroeien in de landen van de E. E. G. Want dan gaat een deel van de voorsprong, die wij in ons land heffen, doordat onze kosten lager liggen, verloren, terwijl het nadelige verschil, dat er is door een onvoordeliger belastingtarief, blijft bestaan. Met name gaat dit nadelige verschil een ernstige rol spelen bij de noodzakelijke in vesteringen en dus bij het op peil houden van de bedrijven en bij de modernisering ervan. WAAR BLIJFT HET LANDBOUWSCHAP WIJ zijn van mening, dat hier in derdaad een gevaar schuilt. Een gevaar, dat door onze regering volkomen onvoldoende wordt door zien. Wij hebben hierover in het ver leden al enkele malen meer in dit blad geschreven. Wij doen dit op nieuw; op het gevaar af vervelend te worden en op het gevaar af aange zien te worden voor iemand, die het goedkope middel van belastingver laging propageert. Maar het zijn niet alleen de brieven, die wij hierover van verschillende kanten kregen, maar vooral ook het gevaar, dat wij hier werkelijk aanwezig achten, nu de E. E. G. zich ook op landbouwge bied gaat doorzetten. JUIST door het groeien naar een gemeenschappelijk landbouwbe leid en het daardoor wegvallen van dc economische grenzen, zal de land bouw in landen als Duitsland, Italië, Frankrijk en België zijn uiterste best doen om tegen de onze te kunnen concurreren. Voor zover er in deze landen nog een achterstand is zal men die trachten zo snel mogelijk weg te werken. Als bewijs hiervoor moge gelden, dat deze landen met kracht de verbetering van de struc tuur van hun landbouw via „groene plannen" zijn begonnen en daarvoor veel geld over hebben. De kostprijzen zullen dus in onze partnerlanden dalen en dichter bij de onze komen, waarbij nog komt, dat onze kostprij zen eerder stijgen door hogere lonen, verkorting van arbeidstijd en hogere grondprijzen. Een modern landbouwbedrijf moet veel investeren in machines, werk tuigen en bedrijfsgebouwen. Wanneer nu bij eenzelfde inkomen de Neder landse boer veel meer inkomstenbe lasting moet betalen dan zijn collega in een der partnerlanden. dan be tekent dit, dat hij meer geld zal moe ten lenen, wil hij dezelfde noodzake lijke investeringen doen. Hij komt dus voor een hogere rente en aflos- singslast te zitten en zijn concurren tiepositie wordt hierdoor ernstig ver zwakt. Men kent wit vorige artikelen, door ons aan dit vraagstuk gewijd, ons standpunt en wij vinden- het alleen een raadsel, dat dit punt niet veel sterker door de georganiseerde land bouw en met name door het Land bouwschap naar voren wordt ge bracht. Indien het Landbouwschap, door zijn gemengde en daardoor ge deeltelijk politieke samenstelling hier voor niet het geëigende orgaan is, dan dienen de landbouworganisaties zelf hier meer aandacht aan te be steden. Onzes inziens wordt het een urgente zaak HET METEN MET TWEE MATEN WIJ willen vervolgens nogmaals terugkomen op de aardappel- kwestie. De gang van zaken van de laatste weken heeft ons vanzelfspre kend aan het denken gezet. De be perking van de export en de afkon diging van een prijsstop waren maat regelen, die weer eens duidelijk aan toonden in welke situatie de boeren stand zich bevindt. Wanneer de pry- zen van de eerste levensbei: >eften' door toevallige omstandigheuen als misoogst of bijzonder weer, hoog op lopen, grijpt de regering in ten be hoeve van de consument. Op zichzelf niet onbegrijpelijk. Wanneer tenge volge van de omgekeerde omstandig heden als overvloedige opbrengsten- en zeer gunstig weer, de prijzen in elkander klappen of wanneer een deel van de oogst verloren gaat door overvloedige regenval of abnormale ziekteverschijnselen, wordt de produ cent toegevoegd, dat hij ondernemer is en oogst-, prijs- en opbrengstrisï- co's nu eenmaal te dragen heeft, zoal» het een goede ondernemer betaamt. Wij hebben in het bovenstaande nu slechts het officiële commentaar ge* geven zoals men dit vanwege de over* heid te horen krijgt en hebben niet de „fraaie" volzinnen aangehaald, die sommige steedse blaadjes in liet ene geval wijden aan de schatrijke boer,- die steeds hogere winsten wil en in het andere geval aan de steeds maar klagende boer, die zijn risico maar wat gaarne wil afwentelen op het ge-* hele volk. Want dit fraais kan men jaarlijks ook aantreffen, maar daar gaan wij maar nooit op in, omdat het té minderwaardig is. HOE dit alles ook zij, ergens zit hier iets scheef. Men kan in fei te stellen, dat een overheid, die in- grijpt bij te hoge prijzen, dit ook moet doen bij te lage prijzen. De vraag doet zich dan onmiddellijk voor wat te hoog en wat te laag is. En voorts is het een feit, dat een boer een on* dernemer is, die risico moet dragen. Maar tegenover dit risico dient een zeer behoorlijke winstmarge naar bo ven te staan. Zoals de toestand nu is, is zij be-* paald onbevredigend. Het ingrijpen van de overheid alleen naar boven wekt het gevoel op van het meten met twee maten, waarbij de landbouw op geofferd wordt aan het belang van de nu eenmaal veel grotere groep consumenten. De overheid en met name de Minister van Landbouw dient te bedenken, dat hij hiermede aan hen, die in de landbouw huur brood verdienen, het gevoel geeft, al» zeer hooggeplaatst persoon, een par tijdig rechter te zijn. Voor de landbouw zelve blijft ea? slechts de weg te onderzoeken of door een verbeterde afzet, liefst in eigen hand, dergelijke onaangename situa ties voorkomen kunnen worden of al* thans tot een minimum beperkt kun* nen blijven. Vertrouwen in de over heid kan men pas hebben, wan neep er zowel in de ene als in de andere abnormale toestand wordt ingegre* pen. f S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 1