Vogelschade in Land- en Tuinbouw
Prof. Dr. Ir. DORST VERLAAT
LANDBOUWHOGESCHOOL
BLOEIENDE KOOLZAADVELDEN
IN OOSTELIJK FLEVOLAND
ONTHEFFING VAN DE
VRTTCHTWISSELINGBEPALINGEN
VOOR DE TEELT VAN VROEGE
AARDAPPELEN
Wist V dat....?
Bij Koninklijk besluit is aan prof. dr. ir. J. C.
Dorst met ingang van 1 november 1962, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als hoog
leraar aan de Landbouwhogeschool te Wagenin-
gen, onder dankbetuiging voor de belangrijke in
deze functie bewezen diensten.
Jacobus Cornells Dorst werd geboren 19 juli
1894 te Sint Annaland. Na de H. B. S. doorlopen
te hebben studeerde hij van 1912 tot 1917 aan de
Rijks Hogere Land-, Tuin- en Bosbouwschool te
Wageningen.
In 1919 trad hij in dienst bij de Friese Maat
schappij van Landbouw als consulent voor de
plantenveredeling. Op het kweekveld te Engelum
werd de veredeling ter hand genomen van aard
appelen, vlas en grote bonen; enkele door hem
gewonnen nieuwe rassen (aardappelen: Alpha,
Furore, Saskia, Sirtema, Urgenta en Ulenborgh;
vlas: Concurrent; bonen: Adrie) kregen een gro
te verbreiding. Verder was hij secretaris van de
keuringsdienst voor gewassen in Friesland, tevens
belast met de technische leiding van de keuringen.
In 1924 promoveerde hij tot doctor in de land
bouwkunde op een proefschrift: „Knopmutatie
bij de aardappel en hare betekenis voor de land
bouw".
Op 1 april 1941 aanvaardde hij aan de Land
bouwhogeschool het ambt van hoogleraar in de
teelt en veredeling van landbouwgewassen.
Hij is voorts directeur van het Instituut voor
de Veredeling van Landbouwgewassen.
Prof. dr. ir. Dorst is ridder in de orde van
Oranje-Nassau (1938) en ridder in de orde van
de Nederlandse Leeuw (1951).
Tal van publicaties, grotendeels van voorlichten
de aard, verschenen van zijn hand. In verschillen
de verenigingen en commissies op het gebied van
keuring en plantenveredeling had hij een werk
zaam aandeel.
DE bloeiperiode van het koolzaad is weer aan
gebroken. Een prachtig gezicht de bloeiende
koolzaadvelden! Doorgaans van eind april tot circa
20 mei is dit jaar de bloei door de ongunstige
weersomstandigheden ver over tijd en kan men
zeker tot einde mei bij een bezoek aan O. Flevo
land hiervan genieten.
Ten gerieve van de. bezoekers is door de Directie
van de Wieringermeer/IJsselmeerpolders evenals
vorige jaren een route uitgezet, die de grootste
ltoolzaadgebieden verbindt en tevens door de nu
meest interessante delen van deze polders voert.
Het koolzaad wordt in Oostelijk Flevoland tussen
half augustus en 10 september gezaaid. De hoe
veelheid zaaizaad is ongeveer 5 kg per ha. De
oogst valt meestal tussen eind juni en 20 juli. Het
gewas wordt door zgn. zwadmaaiers gemaaid. Het
in het zgn. zwad liggende koolzaad wordt, nadat
het op het veld voldoende is gedroogd, door maai-
dorsmachines opgeraapt en gedorst. De, opbreng
sten lopen kavelsgewijs uiteen van 1500 tot 4000
kg per ha. Het zaad heeft een zwarte kleur en een
oliegehalte van 40 a 45 Omdat koolzaad goed
bestand is tegen ongunstige omstandigheden is het
bij uitstek geschikt als eerste gewas na de ontgin
ning. Het groeit in het voorjaar zeer snel zodat de
meeste onkruiden geen kans krijgen. De oogst valt
vóór die van de granen, hetgeen van bijzonder be
lang is voor een goede werkverdeling.
Meer gegevens over het koolzaad en de verwer
king daarvan vindt men in de tentoonstelling, die
in een bedrijfsschuur rechts van de weg Koggebot-
sluisDrouten is ingericht en vanaf 15 mei ge
durende de koolzaadbloeï voor het publiek toegan
kelijk is. Folders met routekaart zijn o.a. verkrijg
baar bij de toegangen tot O. Flevoland en de Di
rectie van de Wieringermcer (IJsselmeerpolders),
Postbus 56 te Zwolle. Ten gerieve van het gemoto
riseerde verkeer wordt er op gewezen dat de lJssel-
brug te Kampen op 15, 16 en 17 mei voor alle ver
keer gesloten is.
Voor de telers van vroege aardappelen, die
vóór 28 juni a.s. hun aardappelen zullen
rooien bestaat de mogelijkheid dat zij op die grond
reeds in 1964 weer aardappelen kunnen verbouwen.
De daarvoor door de Directeur van de Planten-
ziektenkundige Dienst te Wageningen te verlenen
ontheffing dient echter vóór l juni a,s. schrifte
lijk te worden aangevraagd, opdat kan worden ge
controleerd of de aardappelen inderdaad op 28
juni zijn gerooid. De aanvragen kunnen worden
ingediend bij de Gewestelijke Raden van het
Landbouwschap. Deze ontheffingsmogelijkheid
geldt alleen voor beroepstelers, dus niet voor
volks- en particuliere tuinen.
De aan deze ontheffing verbonden kosten be
dragen 2,75 per 10 are of een gedeelte daarvan,
met een maximum van 10. Over de wijze van be
taling dezer kosten zullen de betrokken telers per
soonlijk bericht ontvangen.
HOUTDUIVEN kun-
nen enorm veel
schade aanrichten in
land- en tuinbouw.
Daarom staat er. ook een
premie op het schieten
ervan. De premietrek
kers moeten, om daar
voor in aanmerking te
komen, 12 staartveren
(het mogen er geen 10
zijn!) inleveren bij de
Provinciale Voedselcom-
missaris (Landbouw
centrum te Goes) die op
dit „bewijs" f 0,75 per
duif betaalt.
VOOR het beperken
van de vogelschade
kan ook een knalappa
raat zijn diensten be
wijze:. Alleen, om een
nuttig effect te bereiken,
moet geregeld verande
ring in de opstelling van
het apparaat toegepast
worden. Ook de regel
maat van het knallen
moet men variëren.
Niet dagen achtereen
doorgaan, maar ook
eens een dag of enkele
uren stoppen. Want de
vogels zijn brutaal en
komen steeds weer
terug. Regelmatig vul
len van het „carbid-
l.anon" is dan ook nood
zakelijk. Overigens, ver
geet niet het apparaat
tegc het donker wor
den af te zetten, anders
knalt het wellicht de
^ele nacht door!
IN onze tuinbouwrubriek van enige weken geleden werd geklaagd over de toenemende vogelschade
bij bessen. Het betreft hier vooral de zwermen mussen die deze schade toebrengen. Een tip werd
gevraagd om een einde te maken aan deze plaag. Het blijkt dat bestrijding van de mussenplaag alleen
in de wintermaanden enigszins afdoende kan plaatsvinden. In de maanden dat het vriest, dus voorname
lijk december, januari en februari, kunnen maatregelen daartoe getroffen worden. Telers die veel last
van deze mussenplaag ondervinden worden aangeraden tegen die tijd contact op te nemen met de
heer H. Griffioen van de Directie Wild- en Vogelschade en Jacht, Kloetingseweg 66 te Goes, telefoon
011005456, die gaarne bereid is nader advies hierover te geven.
T-JET „drukfoutenduiv eitje" in mijn vorig stukje aan het werk is geweest?
Zie maar. Ik schreef: „de draagkracht van een gehuwde metkinderaftrek voor 2 kinderen bij een
inkomen van 6.000,is betrekkelijk gering en de betaling van 390,inkomstenbelasting zal zeker
als een last gevoeld worden."
Dit typte onze tijpiste, maar wat maakte het „drukfoutenduiveltje" er van?
Lees nu eens: „de draagkracht van een gehuwde met kinderaftrek voor 2 kinderen bij een inkomen
van 6.0000,is betrekkelijk gering en de betaling van 390,inkomstenbelasting zal zeker NIET als
een last gevoeld worden."
Aan de schrijfwijze van 6.0000,kan men zien dat 6.000,bedoeld is, immers men zet geen
4 nullen achter de punt, maar als er 6.000,staat is een betaling van f 390,zeker mee te tellen en
dus moet het woordje NIET vervallen.
Intussen, op de beurzen is mij wel gebleken dat de bedoeling wel begrepen is.
TN de laatste weken zijn er vooraanstaande mannen in ons land aan het woord geweest. Ik denk hier
b.v. aan de president van de Nederlandsche Bank. In zijn jaarverslag heeft deze zeer belangwekkende
dingen gezegd. Er zijn maar weinig mensen in ons land die over zoveel gegevens beschikken over de
economische toestand waarin wij hier te lande verkeren. Ik wil nu slechts op één punt uit zijn jaarverslag
de aandacht vestigen. De president wijst er n.l. op dat men niet tot in het oneindige de lasten verzwaren
kan die het bedrijfsleven moet opbrengen. Hij waarschuwt zeer ernstig tegen een verdere drukverzwaring.
Men kan zeer sympathiek staan tegenover alles wat de welvaart van loon- en pensioentrekkenden
kan verbeteren (schrijver dezes is ook loontrekkende) maar er is nu eenmaal een grens aan wat het
bedrijfsleven dragen kan. Dit geldt ook voor de land- en tuinbouw. Meer loon en korter werken, dat kan,
maar verdraagt zich heel slecht met een verhogen van de produktiviteit. En van de productiviteits
verhoging is het handhaven van onze welvaart toch direct afhankelijk. Het is zeer sympathiek als onze
regering streeft naar positieverbetering voor de arbeider in industrie, handel en land- en tuinbouw.
J^TIEMAND zal de A.O.W.-trekkenden, voor wie de A.O.W. de voornaamste inkomensbron is, een ver-
1 hoging misgunnen, maar als het bedrijfsleven hiervoor de middelen moet opbrengen, dan moet er.
winst zijn en de winstmarges worden steeds kleiner.
Als er eens een extraatje is in de vorm van hoge aardappelprijzen en dit wordt dan van bovenaf door
de regering direct afgeremd met het motief van prijsstabïlisatie, dan moet men wel verstaan dat dit met
meer loon en korter werken in onverzoenlijke tegenstelling is.
Een landbouwonderneming zonder winstkansen is noch voor boer, noch voor arbeider goed. We
moeten allen wel bedenken dat de felle vraag naar werkkrachten wellicht nog wel enige tijd zal voort
duren, maar toch een tijdelijk verschijnsel is, hetgeen ook voor de hoogconjunctuurperiode geldt.
Onze lezers wisten dit al.maar toch lijkt het ons dienstig voortdurend op dit aambeeld te
hameren. MEIJERS.