Landbouwbegroting 1962
467
Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer
ALGEMENE VERGADERING Z. L. M.
TAPTOE GOES
ONTHEFFING RIJTIJDENBESLUIT
MINISTER MARIJNEN VERRUIMT
UITVOER AARDAPPELEN NIET
WIJZIGING PACHTWET
VRIJDAG 18 MEI 1062
De Memorie van Antwoord van minister Marijnen aan de Eerste Kamer bij de Landbouwbegroting
1962, die negentien gedrukte pagina's omvat, hier uitvoerig te behandelen is ons uiteraard niet
mogelijk. Wij moeten dan ook volstaan daar enkele gedeelten uit op te nemen.
Allereerst geeft de minister in zijn inleiding, naar aanleiding van de in het voorlopig verslag van
verschillende zijden gemaakte opmerkingen met betrekking tot de toegezegde nota over het landbouw
beleid, dat hieraan binnen zijn ministerie met aandacht wordt gewerkt. Een en ander, zo schrijft de
minister, kost gezien de verscheidenheid van onderwerpen en de noodzaak het toekomstige nationale
beleid te projecteren tegen de ontwikkelingen in het kader van de E. E. G. op het terrein van de land
bouw, veel tijd. Op korte termijn is het dan ook niet mogelijk een verantwoorde nota op te stellen en
hij hoopt tegen het einde van het jaar deze aan te kunnen bieden. Wel heeft de minister bepaald niet
de indruk dat de huidige en toekomstige positie van de Nederlandse land- en tuinbouw, redenen tot
ernstige ongerustheid zou geven.
Integendeel, door gezamenlijke en- voortdurende inspanning van overheid en bedrijfsleven kan over
de gehele lijn gezien een goede positie worden gehandhaafd.
DE op 26 mei a.s. te Goes te verwachten drukte
als gevolg van de Algemene Vergadering der
Z. L. M. en de Taptoe Goes vragen ook van ons
Secretariaat verschillende voorzieningen. Met de
politie-autoriteiten van de gemeente Goes werden
ten aanzien van het parkeerprobleem de volgende
afspraken gemaakt.
VERGADERING
DAGELIJKS EN HOOFDBESTUUR
Op zaterdagmorgen begint te 9 uur de vergade
ring van het Dagelijks Bestuur en te 10 uur die
van het Hoofdbestuur, beide in „De Prins van
Oranje" te Goes.
De leden van het Dagelijks en Hoofdbestuur
alsmede de Adviseurs kunnen hun auto's parkeren
op de BEESTENMARKT te Goes. Zij kunnen hun
wagens daar het beste de gehele dag laten staan.
ALGEMENE VERGADERING
De leden, die des middags de Algemene Ver
gadering wensen te bezoeken dienen met hun
auto's zoveel mogelijk naar de Westwal te rijden,
waar zij in de buurt van Garage Louisse door de
politie worden opgevangen. Daar krqgen zij nadere
aanwijzingen, waar geparkeerd kan worden.
Betreft het bezoekers aan de Algemene Vergade
ring, die des avonds ook de Taptoe bijwonen, dan
kunnen zij ook het beste hun wagen de gehele dag
op dezelfde plaats laten staan.
TAPTOE
Wat de Taptoe betreft kan medegedeeld worden,
dat nog tribunekaarten verkrijgbaar zijn van 3,50,
4,50 en 7,50 5,inmiddels geheel uitverkocht)
bij de V. V. V.-kantoren te Vlissingen, Middelburg,
Bergen op Zoom en Zierikzee, bij het Secretariaat
der Z. L. M. te Goes en Boekhandel De Jonge, Lange
Kerkstraat te Goes.
Indien men bij ons Secretariaat nog plaatskaar-
ten bestellen wil, dan dient men gelijktijdig het be
drag over te maken. Bij voorkeur op postrekening
172503 der Z. L. M. of per postwissel aan Organi
satiecommissie Taptoe, Landbouwhuis te Goes.
AP 1 januari 1961 is een nieuw Rijtijdenbesluit
van kracht geworden. Hierbij zijn alle houders
van landbouwmotorrijtuigen die niet van een ken
teken behoeven te zijn voorzien, vrijgesteld tot liet
aanvragen van een werkmap je en liet invullen
van een rijtijdenboekje. Voor de kleine categorie
van landbouwmotorrijtuigen die wel een kenteken
voeren, onder meer landbouwjeeps, Unimogs en
vrachtwagenchassis met bijv. een opgebouwde
spuitmachine, is dit Rijtijdenbesluit wèl van toe
passing.
Aan de minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid is door het Landbouwschap een verzoek
om collectieve ontheffing voor deze gehele groep
landbouwmotorrijtuigen met kenteken en ken
tekenbewijs gericht, doch op dit verzoek is af
wijzend beschikt. Wel bestaat de mogelijkheid om
volgens artikel 40 en 41 van het Rijtijdenbesluit bij
de districtshoofden van de Arbeidsinspectie een
individuele ontheffing aan te vragen.
Vergeet dus niet, indien u over een dergelijk
landbouwmotorrijtuig beschikt en er mee van de
openbare weg gebruik maakt een ontheffing aan
te vragen. U voorkomt dan voor u zelf en uw per
soneel moeilijkheden.
A
IIET ministerie van Landbouw en Visserij heeft
thans officieel bevestigd dat minister Marijnen
de sedert 16 april j.l. gecontingenteerde uitvoer
van aardappelen onder de tegenwoordige omstan
digheden niet zal verruimen. Dit standpunt zal
slechts voor herziening in aanmerking komen bij
herstel van normaler verhoudingen op de binnen
landse, aardappelmarkt bij een aanzienlijk lager
prijsniveau.
Wel heeft de minister van Landbouw en Visserij
een besluit van het Produktschap voor Aardappe
len goedgekeurd op grond waarvan bij wijze van
hoge uitzondering met uitvoervergunningen ge
deeltelijk kan worden tegemoetgekomen dit ter
beoordeling door het Produktschap aan enkele
bepaalde, bijzondere, gevallen van exportverplich-
tingen.
GARANTIEBELEID
DE minister is van mening dat de aangebrachte
verbeteringen in het garantiebeleid door een
beslissing achteraf inzake de feitelijke garantie
prijs voor suikerbieten zou zijn verlaagd, op een
misverstand berust en verwijst naar het reeds in
ons blad gepubliceerde antwoord op de vragen
van de heer Den Hartog.
De toenemende bezorgdheid over „de onbevre
digende bedrijfsresultaten in het algemeen gedu
rende de laatste jaren in de landbouwondernemin
gen behaald" kan de minister niet delen.
In dit verband wil hij erop wijzen, dat uit het ver
loop van de toegevoegde waarde van de agrarische
produktie en het agrarische inkomen in vergelij
king met de ontwikkeling van de toegevoegde
waarde der nationale produktie en het nationale
inkomen welke vergelijking is weergegeven in
de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer
geen conclusies kunnen worden getrokken met
betrekking tot de ontwikkeling van de bedrijfs
resultaten in de land- en tuinbouw.
De verhouding tussen deze absolute grootheden
wordt immers mede bepaald door de verhouding
van de totale werkgelegenheid en het aandeel
daarin van de land- en tuinbouw, welk aandeel
een regelmatige teruggang te zien geeft. Wordt
hiermede wel rekening gehouden, dan wijzen de
cijfers zoals deze op basis van gegevens van
het C. B. S. zijn samengevat uit, dat zeker niet
gesproken kan worden van een discrepantie tus
sen de ontwikkeling van het agrarische inkomen
en van de andere inkomenssectoren.
Inkomen per man- Agrarisch 2 in
jaar buiten de
inkomen
van 1
agrarische sector
per manjaar
in gids.
in gids.
1951
4380
4536
104
1952
4523
5164
114
1953
4902
4673
95
1954
5355
5275
99
1955
5984
5732
96
1956
6353
5930
93
1957
6829
6904
101
1958
6968
7243
104
1959
7401
7677
104
1960
8005
8313
104
De minister blijft van mening, dat een verant
woorde vergelijking van de bedrijfsresultaten der
verschillende typen land- en tuinbouwbedrijven
enerzijds, met die behaald in vergelijkbare bedrijfs
takken anderzijds, niet wel mogelijk is. Slechts op
basis van macro-economische gegevens is het mo
gelijk zich een beeld te vormen omtrent de ont
wikkeling van het agrarisch inkomen in vergelij
king met de ontwikkeling in de overige sectoren
van het economisch leven.
TEN aanzien van de ongunstige bedrijfsresul
taten in het Z. W. kleigebied in verhouding
tot die van de bedrijven in eigen beheer in de
N. O. P. gedurende de laatste jaren, merkt de mi
nister op, dat hoewel de cijfers voor het jaar 1960/
61 ongunstig afsteken tegen die der voorafgaande
jaren, naar zijn mening zeker niet van een be
angstigende ontwikkeling der bedrijfsresultaten
in deze gebieden kan worden gesproken.
De minder gunstige bedrijfsresultaten geduren
de het oogstjaar 1960 moeten vooral worden
toegeschreven aan de bijzonder klimatologische
omstandigheden in genoemd jaar. Een en ander
moge blijken uit het volgende overzicht van het
gemiddelde arbeidsinkomen per ondernemer in
in deze gebieden gedurende de laatste 4 jaren.
VLAS
MET betrekking tot 't eventueel opnieuw invoe-
ren van maatregelen ter verbetering van de
economische positie van de Nederlandse Vlasin
dustrie kan de minister op dit moment nog geen
nadere mededelingen doen. Hij hoopt evenwel in
overleg met zijn ambtgenoot van Economische
Zaken spoedig een beslissing te kunnen nemen.
KOOLZAAD
I\E minister acht het niet verantwoordelijk
nationaal gezien in het gehele land de
sterk verliesgevende teelt van koolzaad te stimu
leren ter wille van in hoofdzaak regionaal optre
dende moeilijkheden. De behoefte aan een kool
zaadgarantieregeling, ter verbreding van de eco
nomische basis en ter verruiming van de vrucht-
wisselingsmogelijkheden doet zich vooral voor
in noordelijk Groningen. In de overige zeekleige
bieden van ons land is een dergelijke regeling be
paald niet dringend noodzakelijk.
BIJMENGING INLANDSE TARWE
IN BROOD VERVALT
IIET karakter van de tarweprijs zal op 1 juli a.s.
veranderen. Terwijl tot nu toe de Nederland
se overheid aan de telers een vaste prijs garan
deerde, zal op 1 juli worden overgegaan op een
richtprijs in het stadium van de groothandel met
op een zekere afstand daarbeneden een interven
tieprijs. Bij de bepaling van de afstand tussen
richt- en interventieprijs, welke afstand krach
tens de graanverordening van de E. E. G. minimaal
5 en maximaal 10 moet bedragen, zal de mi
nister mede rekening houden met de omstandig
heid, dat op 1 juli de verplichte bijmenging van
inlandse tarwe in het brood wordt afgeschaft.
Tenslotte zal hij er bij de overgang op het nieuwe
systeem voor zorgdragen, dat dit systeem dezelfde
waarborgen aan de tarweproducenten biedt als
het tot dusverre nationaal toegepaste stelsel.
ÏVE Minister merkt in zijn Memorie van Ant-
woord aan de Eerste Kamer van de Begroting:
voor Landbouw 1962 naar aanleiding van het voor
stel tot niet verdere verlenging Wet Vervreemding
Landbouwgronden en bet wetsontwerp tot wij
ziging van de pachtwet n.l. de verlenging van de
termijn van het voorkeursrecht van 4 tot 6 jaar
op, dat hij niet verwacht dat de hoogte van de prij
zen- van verpachte gronden hierdoor in belangrijke
mate ten gunste van de zittende pachter beïnvloed
blijven.
Hoewel niet ontkend wordt, dat het continuatie-
recht van de pachter op de mobiliteit van het
grondgebruik een zekere verstarring tot gevolg
heeft, meent de Minister dat de bijzondere be
zwaren tegen het in de Pachtwet neergelegde sy
steem niet zodanig tegenover de duidelijke voor
delen staan, dat thans overwogen zou moeten
worden dit systeem te wijzigen.
De opvatting dat het voorstel van de heer Von
deling tot opheffing van de werkingsduur der Wet
op de vervreemding landbouwgronden als een
duidelijk landbouwbelang moet worden beschouwd,
kan de Minister niet delen.
Oogstjaar Z. W. Zeekleigeb. Bedrijven in eigen beheer
1957/58
1958/59
1959/60
1960/61
ca. 35 ha
ƒ10.000
18.750
18.700
11.950
in de Noordoostpolder
ca. 12 ha
6.540
8.180
16.440
7.130
ca. 15 ha
10.300
11.140
21.450
7.050
ca, 24 ha
4.950
13.480
29.950
7.050
30—36 ha
9.850
17.920
37.240
8.040
40 ha en groter
15.430
30.120
57.400
23.720