De economische betekenis van de varkenshouderij Wetenswaardigheden voor werkgevers 453 Korte wenken DEMONSTRATIE WERKTUIGEN EN WERKZAAMHEDEN VOOR PAARDETRAKTIE RIJ INKUILEN, HOOIEN, BEMESTING EN VERZORGING VAN GRASLAND VRIJDAG 11 MEI 1962 Voor de eerste maal is een gehele agrarische bedrijfskolom thans op weten schappelijke basis als het ware „doorgemeten en doorgelicht". Dit rapport is het eerste Nederlandse voorbeeld van de uitwerking van de zgn. „agribusi ness"-gedachte. Hierin wordt de landbouw niet langer op zichzelf beschouwd, maar in zijn totale verwevenheid met de gehele volkshuishouding; namelijk de landbouw als koper van allerlei produkten van andere bedrijfstakken (zo als kunstmest, veevoeder, machines enz.), het produceren op de landbouw bedrijven zelf en tenslotte de. verwerking en afzet van eindprodukten, waar aan de agrarische produktie in engere zin ten grondslag ligt. Hiermede is een uitgangspunt gevonden om in cijfers uit te drukken, welke inkomenswijzigin gen zich zouden voordoen in de verschillende bij de varkenshouderij betrok ken bedrijftakken, indien er veranderingen gaan optreden in het produktie- volume van varkensvlees als gevolg van schommelingen in het prijsniveau. Op verzoek van het Produktschap voor Vee en Vlees heeft het Landbouw Economisch Instituut een onderzoek ingesteld naar de economische betekenis van de varkenshouderij in Nederland. Het rapport*) over dit onderzoek van de hand van drs. J. H. F. Schilderinck is in de openbare vergade ring van het bestuur van het Produktschap voor Vee en Vlees van woensdag 25 april toegelicht door de directeur van het L. E. I., prof. dr. A. Kraal. Doel van het Onderzoek was na te gaan in hoeverre de verschillende bedrijfstakken, die met de var kenshouderij te maken hebben, onderling van elkaar afhankelijk zijn. Wij nemen één der volgen de benaderingen als voorbeeld om op betrekkelijk eenvoudige wijze in beknopte vorm de uitkomst weer te geven. AFZET De afzet van 100 slachtvarkens kan plaats, vin den in verschillende stadia. Elke verdere bewer king brengt een hogere waardetoevoeging, res- De Commissie „Paardegebruik" van de Vereni ging voor Bedrijfsvoorlichting in de Noordoost polder heeft het voornemen een Landelijke demon stratie te houden met allerlei werktuigen voor paardetraktie, geschikt voor het inkuilen, vóór het hooien én. voor de bemesting en verzorgjug van het giu-^md. De commissie heeft daarbij de medewerking toegezegd gekregen van de Technische Commis sie van het Landbouwschap, van de Federatie „Het Landbouwwerktuig", het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie, de Rijks- landbouw- en Veeteelt-Voorlichtingsdiensten, de Paardenstamboeken-organisaties e.a. Als streefdatum voor de demonstratie, welke zal worden gehouden op de bedrijven van de heren Jaarsma en Oosterveld aan de Ruttense- weg nr. 9 en 16, en van de heer E. Bouw, Hopweg 45, aaneengelegen te Rutten in de N. O. P., is ge kozen woensdag 13 juni. Het voorlopige program ma voor deze demonstratie is als volgt9.30—12.00 uur: demonstratie met maai- en bewerkings machines; 13.0015.30 uur: demonstratie oplaad- en transportwerktuigen en methoden. Gedurende de gehele dag zullen arbeidsmethoden worden ge demonstreerd, waarbij speciaal aandacht wordt besteed aan aanvullende werkzaamheden voor paardetraktie bij loonwerk. IYE verschillende uit te voerén werkzaamheden zullen wat het mechanische en de arbeids- methodiek betreft worden beoordeeld door een commissie onder leiding van de Rijksconsulent voor de Landbouwwerktuigen en Arbeidsmetho den, de heer ir. Bakker Arkema. Voor de te verrichten paardetraktie bij deze demonstratie zullen totaal een 20-tal paarden van verschillend type beschikbaar zijn, welke zuilen worden beoordeeld op hun kwaliteiten van goede gebr uikspaarden Voorts zal de wijze van het optuigen, het aan spannen en het rijden van de paarden worden beoordeeld, waarbij het de bedoeling is daaraan een wedstrijdkarakter te verbinden door het ver strekken van enkele prijzen voor de best gelever de prestaties. Tevens zal het beleren van jonge paarden worden gedemonstreerd. Het geheel belooft een zeer leerzame dag te worden, vooral hetgeen „het paard" nog voor eco nomische mogelijkheden biedt op het weidebe- drijf. Gaarne wekken wij onze lezers op deze demonstratie te gaan bijwonen. In geval de weersomstandigheden op 13 juni een belemmering zouden zijn, wordt dit dezelfde morgen in het agrarisch radiobulletin van 6.40 uur over beide zenders bekendgemaakt. Als eerst volgende data komen dan in aanmerking: vrijdag 15, dinsdag 19 of vrijdag 22 juni. Als sekretaris van de Commissie treedt op de heer W. A. Heïns- broek, Lange Nering 68—74 te Emmeloord (tele foon 05270—2547). pectievelijk een hoger inkomen voor de volkshuis houding in zijn geheel met zich mede. De in het L. E. I.-rapport weergegeven resultaten geba seerd op gegevens voor het jaar 1958 spreken voor zichzelf. Afzetvorm 100 varkens a. als levende varkens b. als geslachte varkens c. verwerkt tot vleesv/aren en conserven Toegevoegde waarde van alle bedrijfs takken gezamenlijk. 8.879,— 9.321,— 24.812,— In deze bedragen is behalve het inkomen ver diend in de varkenshouderij mede begrepen het inkomen, dat alle andere bedrijfstakken door het produktieproces in deze sector hebben verdiend. Hoewel dit bij afzet in de vorm van levende resp. geslachte varkens niet gering is, spant dit bij afle vering in de verst veredelde fase, nl. de vleeswa ren, de kroon. Het rapport geeft verder aan. dat aan het hier boven vermelde inkomen ad. ƒ24.812,de vlees- warenindustrie zelf 7.909,toegevoegde, tegen over de varkënshouderij 3.535,— en dc akker bouwsector 2.801,— Bedrijfstakken buiten landbouw, waarin dóór deze vorm van afzet be langrijke inkomens werden gevormd, zijn o.a. de nijverheid, handel en verkeer, de diensten en de veevoederindustrie. Het inkomen, dat in deze laat ste bedrijfstakken per pakket vleeswaren waarin 100 slachtvarkens waren verwerkt is gevormd, bedroeg respectievelijk voor de nijverheid 2.251,— handel en verkeer 2.216,— dienstep ƒ1.262,— veevoederindustrie 627,— Op dezelfde wijze zijn berekeningen van de toegevoegde waarde gemaakt, nl. uitgaande van de vraag ter grootte van 100 gulden resp. naar vlees waren, varkensvlees en levende varkens op basis 1958 en 1960. In grote lijnen geven deze cijfers een zelfde beeld van de interdependentie der verschil lende genoemde bedrijfstakken. £EN goede teeltmethode geeft in honen een he* langrijke arbeidsbesparing bij de onkruidbe- strijding. Regelmatige bewerking van de grond voor, het zaaien doodt het kiemende onkruid in de. bovenste laag. Spuit 23 dagen voordat de bonen boven komen met D.N.O.C. en het onkruidprobleem is voor een groot gedeelte opgelost. ZN verschillende graslandpercelen komen plek- ken voor waar de grasgroei achterblijft en soms zelfs het gras afsterft. Bij nader onderzoek blijken emélten, die zich in groten getale onder de grasmat bevinden daarvan de oorzaak te zijn. Wan neer de schade nog gering is, kunnen de emelteh bestreden worden door tegen de avond 30 kg zeme len per ha, waaraan een insektendodend middel is toegevoegd, uit te strooien. Pas 3 weken daarna mag weer vee worden ingeschaard. TEDERE vooruitstrevende veehouder zal alles in f- het werk stellen om de produktie van zijn koeien op te voeren. De invloed van de stier op de produktievererving is doorslaggevend. Laat Uw koeien niet ihsemineren mét sperma van een of andere stier van de K.I.-vereniging, maar stel voor af desnoods met behulp van een deskwhdige vast, van welke sti'er U bij Uw koeien de beste nakome lingen kunt verwachten. 10ESTRIJDT het onkruid in snijmais met D-N.O.C. -L-) Het beste resultaat geeft een tweemalige be spuiting. De eerste bestrijding wordt enkele dagen voor de opkomst uitgevoerd, de tweede als het ge was 4 tot 6 blaadjes heeft. Snijmais is zeer gevoelig voor groeistoffen. De opbrengst wordt er altijd sterk door gedrukt en de onkruiddoding valt tegen. Maast de vermelde gegevens, die zo belangrijk zijn om de onderlinge afhankelijkheid aan te geven, vindt men in het rapport een schat aan ge gevens over de verschillende bedrijfstakken. Illustratief zijn b.v. de in tabel 5 van het rapport vermelde gegevens over de totale produktiewaar- de en de daarmee samenhangende inkomens als criterium voor de totale bijdrage in de volkshuis houding. Zo was in 1958 de toegevoegde waarde als volgt: varkenshouderij 142,— millioen varkensslachterijen 8,5 millioen vleeswarenindustrie 115,millioen Door de afzet van levende varkens, vers var kensvlees en vleeswaren werd in 1958 in de onder- scheiden bedrijfstakken in totaal voor 598 mil lioen aan inkomen gevormd. Andere dan de eer? dergenoemdè bedrijfstakken ontvingen hiervan gezamenlijk ƒ333 millioen. Dat de varkenshouderij en wat daarmee samen hangt bij de bestudering van de zgn. „agribusiness" de koploper is, zou men symbolisch kunnen noe men voor de dynamische ontwikkeling van deze sector na de tweede wereldoorlog. Een belangrij ke factor naast initiatief en activiteiten van het bedrijfsleven in engere zin is hierbij geweest het op stabiliteit van de prijzen gerichte beleid van het Produktschap voor Vee en Vlees. Dit beleid heeft zowel voor de produktie als voor de afzet in belangrijke mate de continuïteit bevorderd met voor de overheid verhoudingsgewijs geringe offers. Het rapport is verkrijgbaar bij het Produkt schap voor Vee en Vlees, Laan v. Meerdervoort 53, Den Haag. 65-JARIGEN EN OUDEREN OOK VERZEKERD? ZDiJ de B.V. A. B. kwam alweer enige tijd geleden een ziekmelding binnen van een 67-jarige werknemer x-/ nadat hij reeds enige weken te bed had gelegen. Te late ziekmelding dus. De B. V. A. B. kon geen controle uitoefenen en in zo'n geval wordt meestal over een aantal dagen uitkering geweigerd. Wat was nu de oorzaak van deze te late melding? De patiënt dacht, dat hij niet verzekerd was vanaf zijn 65e ver jaardag. Een buurman had hem echter na enige weken gevraagd, waarom hij geen bezoek kreeg van de districtsagent, omdat hij volgens buurman wèl recht op ziekengeld had. In dit geval had buurman gelijk! Ook de werkgever van de patiënt wist niet, dat zijn oudere werk nemer onder de Sociale Verzekeringswetten viel en had dan ook voor deze werknemer geen loon ver antwoord in zijn loonboek. DIT IS GEEN OP ZICHZELF STAAND GEVAL! -- i :S J—f ERHAALDE malen blijkt, dat zowel werkgevers als werknemers ten onrechte menen, dat vanaf het bereiken van de leeftijd van 65 jaar een werknemer niet meer onder de Sociale Verzekeringswetten valt. Nu hebben deze werkgevers en werknemers ook weer niet helemaal ongelijk. Zij hebben, zoals dat heet, een klokje horen luiden, maar zij weten niet hoe het precies in elkaar zit. Wat is n.l. het geval? Bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd behoeft geen premie meer betaald te worden voor de A.O.W. en de A.W.W., de Invaliditeitswet (er behoeven dus geen rentezegels meer te wor den geplakt) en de Werkloosheidswet. Ook behoeven geen zegels meer te worden geplakt voor het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. De 65-jarigen en ouderen zijn echter WEL verzekerd krachtens de Ziektewet, de Ongevallen wet, de Kinderbijslagwet en het Ziekenfondsenbesluit en moeten dus wèl in het loonboek wor den verantwoord. TJ ET werknemersaandeel van de premie voor de Ziektewet en het Ziekenfondsenbesluit moet dus wel op het loon worden ingehouden, maar niet het werknemersaandeel voor de Werkloosheidswet, en ook niet de premie voor A.O.W. en A.W.W. Hij moet wel loonbelasting berekenen en inhouden, echter met dien verstande dat voor de loonbelasting voor deze oudere werknemers eèn afwijkende regeling geldt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1962 | | pagina 9